Werken met Photoshop PSD-bestanden in Animate

Werken met Photoshop en Animate

U kunt Adobe® Photoshop® en Adobe® Animate® samen gebruiken om visueel aantrekkelijke webtoepassingen, animaties of interactieve berichtelementen te maken. Met Photoshop kunt u zeer creatieve afbeeldingen en illustraties maken. Met Animate kunt u deze afbeeldingen samenvoegen en opnemen in interactieve webinhoud.

Met de teken- en selectiegereedschappen in Photoshop beschikt u over meer creatieve vrijheden dan met de gereedschappen in Animate. Als u complexe visuele afbeeldingen moet maken, of afbeeldingen voor interactieve presentaties moet retoucheren, gebruikt u Photoshop om de illustraties te maken en importeert u de voltooide afbeeldingen in Animate.

Afbeeldingen importeren in Animate

In Animate kunt u afbeeldingen met allerlei indelingen importeren, maar doorgaans zult u de Photoshop-indeling PSD gebruiken om Photoshop-afbeeldingen in Animate te importeren.

Bij het importeren van PSD-bestanden kan Animate veel van de toegepaste kenmerken in Photoshop behouden en zijn er opties beschikbaar waarmee de visuele kwaliteit kan worden behouden en de afbeelding verder kan worden gewijzigd. Als u een PSD-bestand importeert in Animate, kunt u kiezen of u elke Photoshop-laag wilt weergeven als Animate-lagen of als afzonderlijke hoofdframes.

(Alleen CS6 en eerdere versies) QuickTime-films uitwisselen

U kunt QuickTime-videobestanden uitwisselen tussen Photoshop en Animate. U kunt bijvoorbeeld een QuickTime-film rechtstreeks vanuit Photoshop renderen en vervolgens importeren in Animate waarbij deze wordt omgezet in een FLV-bestand (Animate Video) dat kan worden afgespeeld in Flash Player.

Wanneer u Photoshop gebruikt om videobeelden te wijzigen, kunt u in de frames schilderen zonder schade aan te brengen. Wanneer u een Photoshop-bestand opslaat met een videolaag, slaat u de bewerkingen van de videolaag op, niet de bewerkingen van de beelden.

Wanneer u een QuickTime-videobestand uit Photoshop wilt importeren in Animate, moet u het dialoogvenster Video importeren (Bestand > Video importeren) gebruiken. Met de functie voor het importeren van PSD-bestanden in Photoshop wordt alleen het eerste frame van een videobestand geïmporteerd.

U kunt Animate-documenten ook exporteren als QuickTime-video en deze vervolgens importeren in Photoshop waar u de videoframes kunt bewerken zonder definitieve wijzigingen aan te brengen. U kunt bijvoorbeeld een animatiereeks in Animate maken, het Animate-document als een QuickTime-video exporteren en de video vervolgens importeren in Photoshop.

Color

Animate werkt intern met kleuren in het RGB-kleurenbereik (rood, groen, blauw) of HSB (hue, saturation, brightness oftewel kleurtoon, verzadiging, helderheid). Hoewel Animate CMYK-afbeeldingen kan omzetten in RGB, kunt u Photoshop-illustraties beter in RGB maken. Voordat u CMYK-illustraties van Photoshop in Animate importeert, moet u de afbeelding in Photoshop omzetten in RGB.

Photoshop PSD-bestanden importeren

Met Animate kunt u Photoshop PSD-bestanden importeren en behoudt u het merendeel van de illustratiegegevens. Met de PSD-importmodule bepaalt u hoe uw Photoshop-illustraties worden geïmporteerd in Animate: u kunt opgeven hoe specifieke objecten in een PSD-bestand moeten worden geïmporteerd en dat het PSD-bestand moet worden omgezet in een Animate-filmclip.

De PSD-importmodule van Animate biedt de volgende kenmerken:

  • PSD-bestanden die in Animate worden geïmporteerd, behouden de kleurkwaliteit uit Photoshop.

  • De bewerkbaarheid van overvloeimodi die zowel in Animate als in Photoshop worden gebruikt, blijft behouden.

  • Info-objecten in het PSD-bestand worden gerasterd en in Animate geïmporteerd als bitmaps, zodat de objecttransparantie behouden blijft.

  • Hiermee worden de PSD-bestandslagen omgezet naar afzonderlijke Animate-lagen of -hoofdframes of wordt het PSD-bestand geïmporteerd als een enkele bitmapafbeelding, waarbij met Animate het bestand wordt afgevlakt (van raster voorzien).

  • Wanneer u objecten vanuit Photoshop sleept en neerzet in Animate, wordt de PSD-importmodule geopend waarin u kunt opgeven hoe u uw Photoshop-illustraties wilt importeren.

Video's en lesbestanden

De video Websites ontwerpen van websites met Photoshop en Flash (CS3) (6:01) toont hoe u met Photoshop en Animate kunt werken. 

Compatibiliteit tussen Animate en Photoshop

Bepaalde visuele kenmerken worden mogelijk niet correct geïmporteerd of kunnen, nadat ze zijn geïmporteerd, niet meer worden bewerkt in de Animate-ontwerpomgeving. In de PSD-importmodule beschikt u over verschillende opties waarmee u illustraties zo kunt importeren en opnemen dat de visuele kwaliteit en bewerkbaarheid zo goed mogelijk behouden blijven. Bepaalde visuele kenmerken gaan echter verloren. Gebruik de volgende richtlijnen om de weergave van geïmporteerde PSD-bestanden in Animate te verbeteren:

  • Animate ondersteunt alleen de RGB-kleurruimte, en niet de CMYK-kleurruimte die veel wordt gebruikt bij afdrukken. In Animate kunnen CMYK-afbeeldingen in RGB worden omgezet, maar de kleuren blijven beter behouden wanneer u de CMYK-kleuren in Photoshop omzet in RGB.

  • In Animate kunnen de volgende Photoshop-overvloeimodi worden geïmporteerd en kan hun bewerkbaarheid behouden blijven: Normaal, Donkerder, Vermenigvuldigen, Lichter, Raster, Fel licht, Verschil en Bedekken.

    Als u een overvloeimodus gebruikt die niet wordt ondersteund in Animate, kunt u de laag rasteren zodat de weergave behouden blijft, maar u kunt de overvloeimodus ook verwijderen uit de laag.

  • In Animate kunnen Photoshop-info-objecten niet worden geïmporteerd als bewerkbare objecten. Om de visuele kenmerken van info-objecten te behouden, worden ze gerasterd en in Animate geïmporteerd als bitmaps.

  • In Animate kan alleen het eerste frame van Photoshop-videolagen worden geïmporteerd.

  • Afbeeldings- en vullingslagen worden altijd gerasterd wanneer ze worden geïmporteerd in Animate.

  • PNG-objecten in Photoshop worden omgezet in JPG-bestanden wanneer deze worden geïmporteerd in Animate. Transparantie in het originele PNG-bestand wordt behouden in het resulterende JPG-bestand.

  • Photoshop is een beter programma voor het schalen van bitmapafbeeldingen dan Animate. Als u een bitmap van Photoshop wilt schalen in Animate, schaalt u deze het best in Photoshop voordat u deze importeert in Animate.

  • Wanneer u objecten met transparante gedeeltes importeert als afgevlakte bitmaps, zijn objecten op de lagen achter het transparante gedeelte van het object zichtbaar; er wordt hier vanuit gegaan dat de objecten achter het object met transparatie ook worden geïmporteerd. Als u dit wilt vermijden, moet u alleen het transparante object als een afgevlakte bitmap importeren.

    Als u meerdere lagen wilt importeren en de transparantie wilt behouden, maar geen zichtbare restanten van de lagen achter het transparante gedeelte wilt weergeven, importeert u het PSD-bestand met de optie Bitmapafbeelding met bewerkbare laagstijlen geselecteerd. Dit zorgt ervoor dat de geïmporteerde objecten als een filmclip worden ingekapseld en de transparantie van de filmclip gebruiken. Dit is vooral nuttig als u de verschillende lagen in Animate wilt animeren.

Photoshop PSD-bestanden importeren

De Photoshop-indeling PSD is de standaardbestandsindeling van Photoshop. In Animate kunnen PSD-bestanden rechtstreeks worden geïmporteerd en kan een groot aantal Photoshop-kenmerken behouden blijven, zodat de afbeeldingskwaliteit en bewerkbaarheid van het PSD-bestand in Animate eveneens behouden blijft. U kunt PSD-bestanden ook afvlakken wanneer u ze importeert, zodat u één bitmapafbeelding maakt waarin de visuele effecten van de afbeelding behouden blijven, maar de gegevens over hiërarchische lagen in de PSD-bestandsindeling worden verwijderd.

Een videozelfstudie over het ontwerpen van websites met Photoshop en Animate vindt u op www.adobe.com/go/vid0201_nl.

  1. Selecteer Bestand > Importeren in werkgebied of Importeren in bibliotheek.
  2. Navigeer naar het Adobe Photoshop PSD-bestand, selecteer het en klik op OK.
  3. (Optioneel) Selecteer in het dialoogvenster Photoshop-document importeren lagen, groepen en afzonderlijke objecten, en geef op hoe u elk item wilt importeren.

  4. Selecteer de verschillende geavanceerde importopties en publicatie-instellingen voor het PSD-bestand.

  5. Selecteer de volgende opties in het scherm Importeren:

    • Selecteer Photoshop-laagsamenstelling: hiermee kunt u de specifieke laagsamenstelling selecteren waarmee het PSD-bestand moet worden geïmporteerd.
    • Importeren als bitmapafbeelding met bewerkbare laagstijlen: hiermee wordt een filmclip met daarin een bitmap gemaakt. Ondersteunde overvloeimodi, filters en dekking blijven behouden. Overvloeimodi die niet kunnen worden gereproduceerd in Animate, worden verwijderd. Het object moet worden omgezet in een filmclip.
    • Importeren als afgevlakte bitmapafbeelding: hiermee wordt de tekst in een bitmap gerasterd zodat deze exact zo wordt weergegeven als de laag in Photoshop.
    • Filmclip maken: hiermee geeft u op dat de afbeeldingslagen moeten worden omgezet in een filmclip wanneer deze worden geïmporteerd in Animate. In het dialoogvenster voor het importeren van PSD-bestanden kunt u deze optie per laag wijzigen als u niet van alle afbeeldingslagen filmclips wilt maken.
    • Instantienaam: hiermee geeft u de naam van de geïmporteerde instantie op.
    • Registratie: hiermee kunt u het registratiepunt van uw filmclip instellen.
    • Compressie: hiermee kunt u compressie-indelingen met of zonder verlies kiezen.
    • Met verlies (JPEG): comprimeert de afbeelding in JPEG-indeling. Als u de standaardcompressiekwaliteit wilt gebruiken die voor de geïmporteerde afbeelding is opgegeven, selecteert u Publicatie-instelling gebruiken. Als u een nieuwe kwaliteitsinstelling voor compressie wilt opgeven, selecteert u de optie Aangepast en voert u in het tekstveld Kwaliteit een waarde in tussen 1 en 100. (Een hogere instelling resulteert in een hogere afbeeldingskwaliteit, maar levert ook een groter bestand op.)
    • Zonder verlies (PNG/GIF): comprimeert de afbeelding zonder verlies, zodat er geen gegevens van de afbeelding worden verwijderd.
    • Kwaliteit:
      • Publicatie-instelling gebruiken: hiermee kunt u de standaardcompressiekwaliteit gebruiken die voor de geïmporteerde afbeelding is opgegeven.
      • Aangepast: als u een nieuwe kwaliteitsinstelling voor compressie wilt opgeven, selecteert u de optie Aangepast en voert u in het tekstveld Kwaliteit een waarde in tussen 1 en 100.
    • Bitmapgrootte berekenen: als u de grootte wilt berekenen van alle bitmaps die moeten worden geïmporteerd, selecteert u alle lagen en klikt u op Bitmapgrootte berekenen.
    • Lagen omzetten in:
      • Lagen animeren: alle geselecteerde lagen in de lijst Selecteer te importeren Photoshop-lagen worden in een eigen laag geplaatst. Elke laag wordt gelabeld met de naam van de laag in het Photoshop-bestand. De lagen in Photoshop zijn objecten in de afzonderlijke lagen. De objecten hebben ook de naam van de laag in Photoshop wanneer ze worden opgenomen in het deelvenster Bibliotheek. 
      • Eén Animate-laag: alle Photoshop-lagen worden op één Animate-laag geplaatst.
      • Hoofdframes: alle geselecteerde lagen in de lijst Selecteer te importeren Photoshop-lagen worden in afzonderlijke hoofdframes in een nieuwe laag geplaatst. De nieuwe laag wordt genoemd naar het Photoshop-bestand (bijvoorbeeld mijnbestand.psd). De lagen in Photoshop worden objecten in de afzonderlijke hoofdframes. De objecten hebben ook de naam van de laag in Photoshop wanneer ze worden opgenomen in het deelvenster Bibliotheek. 
    • Importeren als enkele bitmapafbeelding: hiermee wordt het object met meerdere lagen gecomprimeerd naar één bitmapafbeelding.
    • Objecten op oorspronkelijke positie plaatsen: behoudt de inhoud van het PSD-bestand met exact dezelfde positie als in Photoshop. Wanneer een object zich in Photoshop bijvoorbeeld op de positie X = 100 Y = 50 bevond, heeft het object dezelfde coördinaten in het Animate-werkgebied. (wordt niet weergegeven in de optie Importeren in bibliotheek).
    • Werkgebied instellen op formaat van Photoshop-werkgebied (546x513): het Animate-werkgebied wordt even groot het Photoshop-document (of het actieve snijgebied) dat wordt gebruikt om het PSD-bestand te maken. De optie is niet standaard geselecteerd. (wordt niet weergegeven in de optie Importeren in bibliotheek).

    Selecteer Importeren om de bestanden te importeren, Annuleren om het proces te annuleren of Geavanceerde opties verbergen als u de basisopties wilt weergeven.

    Basisopties voor PSD: bibliotheek

  6. In Basisopties selecteert u de opties in Laagomzetting, Tekstomzetting en Lagen omzetten.

    • Selecteer Photoshop-laagsamenstelling: hiermee kunt u een bepaalde laagsamenstelling te selecteren waarmee u het PSD-bestand wilt importeren. Als u de laagsamenstelling in Basisopties wijzigt, wordt de structuurlay-out in Geavanceerde opties bijgewerkt op basis van de geselecteerde laagcompositie.
    • Bewerkbare paden en effecten behouden: hiermee wordt een bewerkbare vectorvorm gemaakt met een geknipte bitmap in de vector. Ondersteunde overvloeimodi, filters en dekking blijven behouden.
    • Eén afgevlakte afbeelding: hiermee wordt de vorm in een bitmap gerasterd zodat deze exact zo wordt weergegeven als de vormlaag in Photoshop.
    • Bewerkbare tekst: hiermee wordt een bewerkbaar tekstobject gemaakt van de tekst in de geselecteerde Photoshop-laag. Mogelijk wordt de weergave van de tekst aangepast om de bewerkbaarheid van de tekst te behouden.
    • Vectorcontouren: tekst wordt omgezet in vectorpaden om de weergave van de tekst te behouden.
    • Afgevlakte bitmapafbeelding: hiermee wordt de tekst in een bitmap gerasterd zodat deze exact zo wordt weergegeven als de tekstlaag in Photoshop. Gerasterde tekst kan niet meer worden bewerkt.
    • Lagen animeren: alle geselecteerde lagen in de lijst Selecteer te importeren Photoshop-lagen worden in hun eigen laag geplaatst. Elke laag wordt gelabeld met de naam van de laag in het Photoshop-bestand.
    • Eén Animate-laag: alle Photoshop-lagen worden op één Animate-laag geplaatst.
    • Hoofdframes: alle geselecteerde lagen in de lijst Selecteer Photoshop-lagen worden in individuele hoofdframes in een nieuwe laag geplaatst. Selecteer Importeren om de bestanden te importeren, Annuleren om het proces te annuleren of Geavanceerde opties weergeven om de geavanceerde opties weer te geven.
  7. Klik op OK.

PSD-bestanden importeren in de Animate-bibliotheek

U importeert een PSD-bestand ongeveer op dezelfde manier in de bibliotheek als in het werkgebied. Wanneer u een PSD-bestand in de bibliotheek importeert, wordt voor de hoofdmap de naam van het PSD-bestand gebruikt. Nadat het PSD-bestand in de bibliotheek is geïmporteerd, kunt u de naam van de hoofdmap wijzigen of de lagen uit de map verplaatsen.

 In de bibliotheek wordt de inhoud van het geïmporteerde PSD-bestand op alfabet gesorteerd. De hiërarchische groepering en mapstructuur worden niet gewijzigd, maar in de bibliotheek worden ze op alfabet gesorteerd.

Er wordt een filmclip gemaakt die de inhoud bevat van het PSD-bestand dat is geïmporteerd naar de tijdlijn, alsof de inhoud is geïmporteerd in het werkgebied. Aan bijna alle filmclips is een bitmap of ander element gekoppeld. Om verwarring en naamconflicten te voorkomen, worden deze elementen in een elementenmap in dezelfde map als de filmclip opgeslagen.

Wanneer u bestanden importeert in de bibliotheek, wordt de inhoud van het PSD-bestand geïmporteerd in de tijdlijn van de filmclip, niet de Animate-hoofdtijdlijn.

 

Importopties voor Photoshop

Wanneer u een Photoshop PSD-bestand met meerdere lagen importeert, kunt u de volgende opties instellen:

Laagsamenstelling

Als het Photoshop-bestand laagsamenstellingen bevat, kunt u opgeven welke versie van de afbeelding moet worden geïmporteerd. Een laagsamenstelling is een momentopname van de toestand van het palet met Photoshop-lagen. In laagsamenstellingen worden drie typen laagopties vastgelegd die allemaal worden geïmporteerd in Animate:

  • Laagzichtbaarheid: of een laag wordt weergegeven of verborgen.

  • Positie van de laag in het document.

  • Weergave van de laag: of een laagstijl wordt toegepast op de laag en de overvloeimodus van de laag.

Als er geen laagsamenstellingen aanwezig zijn, wordt dit pop-upmenu verborgen. In Animate worden alle aspecten van de kwaliteit van de laagsamenstelling ondersteund, inclusief de zichtbaarheid, positie en laagstijl.

 

Tekstobjecten importeren

Tekstobjecten zijn tekstlagen in Photoshop. Geef op hoe u tekst wilt importeren in Animate.

Bewerkbare tekst

Hiermee wordt een bewerkbaar tekstobject gemaakt van de tekst in de geselecteerde Photoshop-laag. Mogelijk wordt de weergave van de tekst aangepast om de bewerkbaarheid van de tekst te behouden. Als u de tekst als een filmclip importeert, bevat de filmclip een bewerkbaar tekstobject.

Opmerking: Wanneer u bewerkbare tekst wilt importeren in de bibliotheek, moet deze zich in een filmclip bevinden. In de bibliotheek kunnen alleen filmclips, bitmaps en grafische symbolen worden opgeslagen. Wanneer bewerkbare tekst wordt geselecteerd als een optie voor een tekstlaag die wordt geïmporteerd in de bibliotheek, wordt deze automatisch geïmporteerd als een grafisch symbool.

Vectorcontouren

Tekst wordt omgezet in vectorpaden om de weergave van de tekst te behouden. De tekst is niet meer bewerkbaar, maar de dekking en compatibele overvloeimodus kunnen nog worden bewerkt. Als deze optie is geselecteerd, moet het object worden omgezet in een filmclip.

 (Alleen Windows 8) Als een PSD-bestand met tekst wordt geïmporteerd terwijl de optie Vectorcontouren ingeschakeld is, kunt u de ankerpunten voor het vectorobject niet bewerken. Dit is het geval voor PSD-bestanden die zijn gemaakt met lettertypen die niet beschikbaar zijn in Windows 8.

Afgevlakte bitmapafbeelding

Hiermee wordt de tekst in een bitmap gerasterd zodat deze exact zo wordt weergegeven als de tekstlaag in Photoshop. Gerasterde tekst kan niet meer worden bewerkt.

 Wanneer u tekst importeert in een pad, moet u deze als een afgevlakte bitmapafbeelding importeren om de visuele kwaliteit van het object te behouden.

 

Vormobjecten importeren

Een vormlaagobject is een object dat oorspronkelijk een vormlaag was in Photoshop of een afbeeldingslaag met een vectorknipmasker erop.

Bewerkbare paden en laagstijlen

Hiermee wordt een bewerkbare vectorvorm gemaakt met een geknipte bitmap in de vector. Ondersteunde overvloeimodi, filters en dekking blijven behouden. Niet-ondersteunde overvloeimodi die niet kunnen worden gereproduceerd in Animate, worden verwijderd. Het object moet worden omgezet in een filmclip.

Afgevlakte bitmapafbeelding

Hiermee wordt de vorm in een bitmap gerasterd zodat deze exact zo wordt weergegeven als de vormlaag in Photoshop. Een gerasterde afbeelding kan niet meer worden bewerkt.

Afbeeldings- of vullingslagen importeren

Als de afbeeldings- of vullingslaag is gekoppeld aan een vectormasker, wordt deze behandeld als een vormlaagobject.

Bitmapafbeelding met bewerkbare laagstijlen

Hiermee wordt een filmclip met daarin een bitmap gemaakt. Ondersteunde overvloeimodi, filters en dekking blijven behouden. Niet-ondersteunde overvloeimodi die niet kunnen worden gereproduceerd in Animate, worden verwijderd. Het object moet worden omgezet in een filmclip.

Afgevlakte bitmapafbeelding

Hiermee wordt de afbeelding in een bitmap gerasterd zodat deze exact zo wordt weergegeven als de afbeeldings- of vullingslaag in Photoshop.

(Alleen CS6 en eerdere versies) Samengevoegde bitmapobjecten en objecten in een samengevoegde bitmap importeren

Een samengevoegde bitmap is een object dat meerdere afgevlakte (of samengevoegde) Photoshop-lagen in één bitmap bevat wanneer het wordt geïmporteerd in Animate. Objecten in een samengevoegde bitmap vertegenwoordigen lagen in Photoshop. Als u een samengevoegde bitmap wilt maken, selecteert u twee of meer lagen en selecteert u de knop Lagen samenvoegen.

(Alleen CS6 en eerdere versies) Meerdere objecten van verschillende typen importeren

Als u meerdere objecten van verschillende typen importeert, kunt u in Animate alleen de geselecteerde objecten met de gedeelde importopties, zoals Filmclips maken en Registratie, importeren.

Meerdere objecten van hetzelfde type importeren

Als u meerdere objecten van hetzelfde type importeert, worden dezelfde importopties weergegeven als wanneer één object van dat type wordt geselecteerd. Als de objecten niet dezelfde kenmerken delen, zijn de weergegeven importopties onbepaald en kunnen er onverwachte resultaten optreden.

(Alleen CS6 en eerdere versies) Een groepsmap importeren

Wanneer u een groepsmap importeert, kunt u deze importeren als een filmclip of elke laag in de groep in een eigen laag of hoofdframe in de tijdlijn opnemen.

Wanneer u Importeren als filmclip selecteert, wordt elke laag in de groepsmap opgenomen in een laag in een filmclip die vervolgens in een eigen laag of hoofdframe in de tijdlijn wordt opgenomen. De filmclip heeft dezelfde naam als de groepsmap in Photoshop had en wanneer u de filmclip importeert in een Animate-laag, krijgt ook deze laag deze naam.

Als u de groep niet opneemt in een filmclip, wordt elke laag omgezet in het type dat daarvoor momenteel is ingesteld en wordt elke laag in de groep geïmporteerd in de eigen Animate-laag. De namen van de Animate-lagen worden gebaseerd op de afzonderlijke lagen in het PSD-bestand.

(Alleen CS6 en eerdere versies) Lagen importeren en samenvoegen

In de PSD-importmodule kunt u twee of meer lagen samenvoegen in een samengevoegde bitmap die als één bitmapbestand wordt geïmporteerd in plaats van als afzonderlijke objecten.

De lagen die u selecteert om een samengevoegde bitmap te maken, moeten een ononderbroken reeks van twee of meer lagen op hetzelfde niveau vormen. U kunt bijvoorbeeld niet een laag in een groep en een laag buiten die groep selecteren en deze samenvoegen. In plaats daarvan moet u de hele groep en de afzonderlijke laag selecteren.

Publicatieopties instellen

Met de publicatie-instellingen in de PSD-importmodule kunt u de balans tussen compressie en documentkwaliteit voor de afbeelding bepalen wanneer het Animate-document wordt gepubliceerd als een SWF-bestand. Deze instellingen worden alleen toegepast wanneer u het document publiceert als een SWF-bestand. De instellingen worden niet op de afbeelding toegepast wanneer u deze importeert in het werkgebied of de bibliotheek van Animate.

Compressie

Hiermee kunt u compressie-indelingen met of zonder verlies kiezen:

Met verlies

Met de optie Met verlies (JPEG) wordt de afbeelding in JPEG-indeling gecomprimeerd. Als u de standaardcompressiekwaliteit wilt gebruiken die voor de geïmporteerde afbeelding is opgegeven, selecteert u Publicatie-instelling gebruiken. Als u een nieuwe kwaliteitsinstelling voor compressie wilt opgeven, selecteert u de optie Aangepast en voert u in het tekstveld Kwaliteit een waarde in tussen 1 en 100. (Een hogere instelling resulteert in een hogere afbeeldingskwaliteit, maar levert ook een groter bestand op.)

Zonder verlies

Met de optie Zonder verlies (PNG/GIF) wordt de afbeelding zonder verlies gecomprimeerd en worden geen gegevens van de afbeelding genegeerd.

 Gebruik een compressie met verlies voor afbeeldingen met complexe kleur- of tintvariaties, zoals foto's of afbeeldingen met verlopende vullingen. Gebruik een compressie zonder verlies voor afbeeldingen met eenvoudige vormen en relatief weinig kleuren.

Bitmapgrootte berekenen

Hiermee wordt bepaald hoeveel bitmaps voor een bepaalde laag worden gemaakt op basis van uw importselecties en wordt de compressiegrootte (in kilobytes) van de resulterende bitmaps in de laag weergegeven. Wanneer u bijvoorbeeld een laag met een slagschaduw en vervaging selecteert en laagstijlen behoudt, wordt bij Bitmapgrootte berekenen aangegeven dat de importbewerking drie bitmaps oplevert: één voor elk filtereffect en een bitmap voor de afbeelding zelf. Als u de grootte wilt berekenen van alle bitmaps die moeten worden geïmporteerd, selecteert u alle lagen en klikt u op Bitmapgrootte berekenen.

(Alleen CS6 en eerdere versies) Voorkeuren voor importfunctie voor Photoshop-bestanden

In het dialoogvenster Animate-voorkeuren kunt u importvoorkeuren voor Photoshop PSD-bestanden instellen. Met welke opties het dialoogvenster voor het importeren van PSD-bestanden voor de Photoshop-laagtypen aanvankelijk wordt gevuld, is afhankelijk van de voorkeuren die u opgeeft voor het importeren van PSD-bestanden.

 In het dialoogvenster Photoshop-document importeren kunt u de opgegeven voorkeuren voor verschillende laagtypen per object overschrijven. Selecteer de laag waarvoor u de importopties wilt wijzigen en geef de betreffende opties op.

Voorkeuren voor het importeren van afbeeldingslagen

Met deze opties geeft u op hoe de importopties voor afbeeldingslagen eerst moeten worden ingesteld. U kunt afbeeldingslagen importeren als een van de volgende:

Bitmapafbeeldingen met bewerkbare laagstijlen

Hiermee wordt een filmclip met daarin een geneste bitmap gemaakt. Wanneer u deze optie opgeeft, blijven ondersteunde overvloeimodi en dekking behouden, maar andere visuele kenmerken die niet kunnen worden gereproduceerd in Animate, worden verwijderd. Als deze optie is geselecteerd, moet het object worden omgezet in een filmclip.

Afgevlakte bitmapafbeeldingen

Hiermee wordt tekst gerasterd in een afgevlakte bitmapafbeelding zodat deze exact wordt weergegeven als de tekstlaag in Photoshop.

Filmclips maken

Hiermee geeft u op dat de afbeeldingslagen moeten worden omgezet in een filmclip wanneer deze worden geïmporteerd in Animate. In het dialoogvenster voor het importeren van PSD-bestanden kunt u deze optie per laag wijzigen als u niet van alle afbeeldingslagen filmclips wilt maken.

Voorkeuren voor het importeren van tekstlagen

Met deze opties geeft u op hoe de importopties voor tekstlagen eerst moeten worden ingesteld.

Bewerkbare tekst

Hiermee wordt een bewerkbaar tekstobject gemaakt van de tekst in de Photoshop-tekstlaag. De weergave van de tekst wordt opgeofferd om de bewerkbaarheid van de tekst te behouden. Als deze optie is geselecteerd, moet het object worden omgezet in een filmclip.

Vectorcontouren

Hiermee wordt de tekst in paden gevectoriseerd. Mogelijk wordt de weergave van de tekst aangepast, maar visuele kenmerken blijven behouden. Als deze optie is geselecteerd, moet het object worden omgezet in een filmclip.

Afgevlakte bitmapafbeeldingen

Hiermee wordt de tekst gerasterd zodat deze exact zo wordt weergegeven als de tekstlaag in Photoshop.

Filmclips maken

De tekstlaag wordt automatisch omgezet in een filmclip wanneer deze wordt geïmporteerd in Animate. In het dialoogvenster voor het importeren van PSD-bestanden kunt u deze optie per object wijzigen als u niet wilt dat alle tekstlagen worden geconverteerd naar filmclips. Deze optie is vereist wanneer Bewerkbare tekst of Vectorcontouren is geselecteerd.

Voorkeuren voor het importeren van vormlagen

Met deze opties geeft u op hoe de importopties voor vormlagen eerst moeten worden ingesteld.

Bewerkbare paden en laagstijlen

Met deze optie wordt een bewerkbare vectorvorm gemaakt met een geknipte bitmap in de vectorvorm. Ondersteunde overvloeimodi en dekkingen blijven eveneens behouden met deze optie, maar andere visuele kenmerken die niet kunnen worden gereproduceerd in Animate, gaan verloren. Als deze optie is geselecteerd, moet het object worden omgezet in een filmclip.

Afgevlakte bitmapafbeeldingen

Met deze optie wordt de vorm gerasterd zodat deze exact zo wordt weergegeven als de vormlaag in Photoshop.

Filmclips maken

Met deze optie worden de vormlagen automatisch omgezet in een filmclip wanneer deze worden geïmporteerd in Animate. U kunt deze optie per object wijzigen als u niet wilt dat bepaalde vormlagen worden geconverteerd naar filmclips. Deze optie is uitgeschakeld als het selectievakje Bewerkbare paden en laagstijlen behouden is ingeschakeld.

Voorkeuren voor het importeren van laaggroepen

Met deze optie geeft u op hoe de opties voor lagengroepen eerst moeten worden ingesteld.

Filmclips maken

Hiermee geeft u op dat alle groepen moeten worden omgezet in filmclips wanneer deze worden geïmporteerd in Animate. U kunt deze optie per object wijzigen als u niet van alle lagengroepen filmclips wilt maken.

Voorkeuren voor het importeren van samengevoegde bitmappen

Met deze optie geeft u op hoe de importopties voor samengevoegde bitmaps eerst moeten worden ingesteld.

Filmclips maken

Met deze optie worden de samengevoegde bitmaps automatisch omgezet in een filmclip wanneer deze worden geïmporteerd in Animate. U kunt deze optie per object wijzigen als u niet wilt dat bepaalde samengevoegde bitmaps worden geconverteerd naar filmclips. Deze optie is uitgeschakeld als het selectievakje Bewerkbare paden en laagstijlen behouden is ingeschakeld.

Voorkeuren voor het importeren van filmclipregistratie

Hiermee geeft u een algemeen registratiepunt op voor nieuwe films. Deze instelling is van toepassing op het registratiepunt voor alle objecttypen. In het dialoogvenster voor het importeren van PSD-bestanden kunt u deze optie per object wijzigen; dit is de begininstelling voor alle objecttypen.

Publicatie-instellingen voor geïmporteerde afbeeldingen

Met de publicatie-instellingsvoorkeuren voor een FLA-bestand kunt u de balans tussen compressie en documentkwaliteit voor afbeeldingen bepalen wanneer het Animate-document wordt gepubliceerd als een SWF-bestand. Deze instellingen worden alleen toegepast wanneer u het document publiceert als een SWF-bestand. De instellingen worden niet op de afbeelding toegepast wanneer u deze importeert in het werkgebied of de bibliotheek van Animate.

Compressie

Hiermee kunt u compressie-indelingen met of zonder verlies kiezen:

Met verlies

Met de optie Met verlies (JPEG) wordt de afbeelding in JPEG-indeling gecomprimeerd. Als u de standaardcompressiekwaliteit wilt gebruiken die voor de geïmporteerde afbeelding is opgegeven, selecteert u Publicatie-instelling gebruiken. Als u een nieuwe kwaliteitsinstelling voor compressie wilt opgeven, selecteert u de optie Aangepast en voert u in het tekstveld Kwaliteit een waarde in tussen 1 en 100. (Een hogere instelling resulteert in een hogere afbeeldingskwaliteit, maar levert ook een groter bestand op.)

Zonder verlies

Met de optie Zonder verlies (PNG/GIF) wordt de afbeelding zonder verlies gecomprimeerd en worden geen gegevens van de afbeelding genegeerd.

 Gebruik een compressie met verlies voor afbeeldingen met complexe kleur- of tintvariaties, zoals foto's of afbeeldingen met verlopende vullingen. Gebruik een compressie zonder verlies voor afbeeldingen met eenvoudige vormen en relatief weinig kleuren.

Kwaliteit

Hier kunt u een kwaliteitsniveau opgeven voor de compressie.

Publicatie-instelling gebruiken

De huidige JPEG-kwaliteitsinstelling uit de publicatie-instellingen wordt toegepast.

Aangepast

Met deze optie kunt u een afwijkende, specifieke kwaliteitsinstelling opgeven.

Krijg sneller en gemakkelijker hulp

Nieuwe gebruiker?