Julieanne Kost
Er zijn verschillende verbeteringen aangebracht in de manier waarop u met foto's werkt in Adobe Camera Raw (ACR). Dit artikel bevat een uitleg van de verbeteringen en nieuwe eigenschappen in ACR 8.1 en ACR 8.2:
Ontdek of Adobe Camera Raw uw cameramodel ondersteunt.
Het dialoogvenster ACR biedt nu ondersteuning voor elektronische proeven. Kies een ICC-kleurenprofiel in het pop-upmenu Ruimte om elektronische proeven automatisch in te schakelen, evenals de selectievakjes Intentie en Papier en inkt simuleren. Elke keer dat u een nieuw profiel kiest en nieuwe aankruisvakjes in- of uitschakelt, wordt de voorvertoning van de afbeelding in het dialoogvenster ACR bijgewerkt. Deze extra opties komen overeen met de opties voor elektronische proeven in het Photoshop-menu (Weergave > Instellen proef > Aangepast).
Kleurprofielen voor grijswaarden zijn alleen beschikbaar tijdens de verwerking van een monochrome afbeelding of tijdens het omzetten van een kleurenafbeelding in grijswaarden.
Adobe Camera Raw ondersteunt nu willekeurige op ICC gebaseerde kleurruimten voor uitvoer. Tot deze kleurruimten behoren de grijswaarden-, RGB-, Lab- en CMYK-kleurruimten. Alle beschikbare kleurruimten weergeven:
Voer in het deelvenster ACR een van de volgende handelingen uit:
Klik in de sectie Kleurruimte op het vervolgkeuzemenu Ruimte.
Er wordt een lijst met alle beschikbare kleurruimten weergegeven.
De standaardkleurruimten uit eerdere versies van Camera Raw staan boven aan de lijst. Het gaat om de volgende kleurruimten: Adobe RGB (1998), ColorMatch RGB, ProPhoto RGB en sRGB IEC61966-2.1.
Het dialoogvenster ACR beschikt over meer flexibele opties voor afbeeldingsgrootte. De opties in het dialoogvenster Workflowopties staan in de sectie Afbeeldingsgrootte, vlak onder de sectie Kleurruimte.
Ongeacht de optie die u kiest, blijft de hoogte-breedteverhouding van de oorspronkelijke afbeelding (of het uitsnijdkader in een uitgesneden afbeelding) altijd behouden.
Voer in het deelvenster ACR een van de volgende handelingen uit:
Klik in de sectie Afbeeldingsgrootte op het selectievakje Passend maken.
Als de optie Passend maken niet is geselecteerd, blijft de oorspronkelijke grootte van de afbeelding behouden.
Geef in het vervolgkeuzemenu Passend maken op hoe u de afbeelding wilt vergroten of verkleinen. De volgende opties zijn beschikbaar:
In het dialoogvenster Opties voor opslaan zijn deze opties alleen beschikbaar wanneer een afbeelding wordt opgeslagen in de JPEG-, TIFF- of PSD-indeling.
Schakel het selectievakje Niet vergroten in om te voorkomen dat afbeeldingen worden vergroot. Als de optie Niet vergroten ingeschakeld is, kan de afbeelding die wordt verwerkt in het dialoogvenster ARC alleen maar kleiner worden of even groot blijven.
In het dialoogvenster ARC kunnen veelgebruikte instellingen nu als een voorinstelling worden opgeslagen. Wanneer u dezelfde voorinstelling op meerdere afbeeldingen toepast, kunt u gemakkelijk handelingen herhalen op al deze afbeeldingen. Als u meerdere voorinstellingen hebt opgeslagen, kunt u eenvoudig schakelen tussen voorinstellingen om de effecten van verschillende handelingen op afbeeldingen te bekijken in het dialoogvenster ACR.
Voer in het deelvenster ACR een van de volgende handelingen uit:
Selecteer in het vervolgkeuzemenu Voorinstelling de optie voor het maken van een nieuwe voorinstelling.
Geef een naam voor de voorinstelling op en klik op OK.
Er wordt een nieuwe voorinstelling gemaakt. Alle momenteel geselecteerde instellingen worden gekoppeld aan de nieuwe voorinstelling.
Selecteer een door de gebruiker gemaakte workflowvoorinstelling en klik op het vervolgkeuzemenu Voorinstelling om extra handelingen uit te voeren:
Als u onder aan het dialoogvenster ARC met de rechtermuisknop klikt op de tekstkoppeling naar de voorinstellingen (Mac: houd Control ingedrukt terwijl u klikt), wordt een pop-upmenu met beschikbare voorinstellingen voor workflowopties weergegeven. Met dit pop-upmenu kunt u schakelen tussen voorinstellingen zonder het dialoogvenster Workflowopties te moeten openen.
Met de nieuwe workflow Afbeeldingsgrootte kan het gereedschap Uitsnijden niet worden gebruikt om een absolute afbeeldingsgrootte op te geven (bijvoorbeeld 16 x 9 cm). In plaats daarvan definieert het gereedschap Uitsnijden alleen hoogte-breedteverhoudingen (bijvoorbeeld 16 x 9). U kunt de optie Afbeeldingsgrootte in de dialoogvensters Workflowopties en Opslaan (en de bijbehorende voorinstellingen) gebruiken om de gewenste absolute afbeeldingsgrootte op te geven. U kunt bijvoorbeeld het type Afmetingen opgeven voor het vergroten of verkleinen van de afbeelding, met respectievelijk 16 en 9 cm als waarden voor B en H.
Aanmelden bij je account