Afbeeldingsstapels

  De verouderde 3D-functies van Photoshop zijn vanaf juli 2024 verwijderd. In de Photoshop-app (bèta) kunt u echter naadloos 3D-objecten toevoegen aan uw 2D-ontwerpen met de app Adobe Substance 3D Viewer (bèta). Klik hier voor meer informatie.

Informatie over afbeeldingsstapels

Een afbeeldingsstapel bestaat uit een groep afbeeldingen met een vergelijkbaar referentiekader, maar met kwaliteits- of inhoudsverschillen. Als u de afbeeldingen eenmaal in een stapel hebt opgenomen, kunt u de meerdere afbeeldingen verwerken tot een samengestelde weergave waaruit ongewenste inhoud of ruis is verwijderd.

U kunt afbeeldingsstapels op verschillende manieren gebruiken voor het verbeteren van afbeeldingen:

  • Om ruis en vervorming te verwijderen uit forensische, medische of astrofotografische afbeeldingen.

  • Om ongewenste objecten uit een serie stilstaande beelden of videoframes te verwijderen. Zo kunt u bijvoorbeeld een persoon verwijderen die door het beeld loopt of een auto die voor het gewenste object rijdt.

Afbeeldingsstapels worden opgeslagen als slimme objecten. De verwerkingsopties die op de stapel kunnen worden toegepast, worden stapelmodi genoemd. Het toepassen van een stapelmodus op een afbeeldingsstapel is een niet-destructieve bewerking. U kunt stapelmodi wijzigen om een ander effect te bereiken, maar de originele afbeeldingsgegevens in de stapel blijven ongewijzigd. Als u de stapelmodus hebt gewijzigd en de wijzigingen wilt behouden, slaat u het resultaat op als een nieuwe afbeelding of zet u het slimme object om in pixels. U kunt handmatig een afbeeldingsstapel maken, maar u kunt hier ook een script voor gebruiken.

Een afbeeldingsstapel maken

U bereikt de beste resultaten wanneer de afbeeldingen in een afbeeldingsstapel dezelfde afmetingen en grotendeels vergelijkbare inhoud hebben, zoals een groep foto's die vanaf hetzelfde punt zijn genomen of frames van een stationaire videocamera. De inhoud van de afbeeldingen moet zozeer overeenkomen dat u ze kunt registeren of uitlijnen met de andere afbeelding in de set.

  1. Combineer de afbeeldingen in één afbeelding met meerdere lagen. Zie Lagen dupliceren.
    Opmerking:

    Een afbeeldingsstapel dient minstens twee lagen te bevatten.

    U kunt afbeeldingen ook combineren met gebruik van een script (Bestand > Scripts > Bestanden laden naar stapel).

  2. Kies Selecteren > Alle lagen.
    Opmerking:

    U dient de achtergrondlaag eerst om te zetten in een gewone laag om deze laag te kunnen selecteren met de opdracht Alle lagen.

  3. Kies Bewerken > Lagen automatisch uitlijnen en selecteer de uitlijningsoptie Automatisch. Als de lagen dan niet op de juiste wijze worden geregistreerd, probeert u de optie Alleen positie wijzigen.
  4. Kies Laag > Slimme objecten > Omzetten in slim object.
  5. Kies Laag > Slimme objecten > Stapelmodus en selecteer een stapelmodus in het submenu.
    • Gebruik de plug-ins Mediaan of Gemiddeld als u ruis wilt reduceren.

    • Gebruik de plug-in Mediaan als u objecten uit de afbeelding wilt verwijderen.

      De uitvoer bestaat uit een samengestelde afbeelding van dezelfde grootte als de originele afbeeldingsstapel. Experimenteer een beetje met de verschillende plug-ins om te zien hoe u een bepaalde afbeelding het beste kunt verbeteren.

      Kies een andere stapelmodus in het submenu om het rendereffect te wijzigen. De rendering van stapels is niet cumulatief, elk rendereffect heeft betrekking op de originele afbeeldingsgegevens in de stapel en vervangt de vorige effecten.

Stapelmodi

Stapelmodi werken op één kanaal en alleen op niet-transparante pixels. De modus Maximaal levert bijvoorbeeld de maximale waarden van de rode, groene en blauwe kanalen op voor een doorsnede van pixels en voegt deze samen tot één samengestelde pixelwaarde in de gerenderde afbeelding.

Naam van de renderplug-in

Resultaat

Opmerkingen

Entropie

entropie = - totaal( (waarschijnlijkheid van waarde) * log2( waarschijnlijkheid van waarde) )

Waarschijnlijkheid van waarde = (aantal malen dat waarde voorkomt) / (totaal aantal niet-transparante pixels)

De binaire entropie (ofwel entropie met volgorde nul) bepaalt de ondergrens van het aantal bits dat nodig is om de gegevens in een set zonder verlies te coderen.

Welving

welving = ( totaal( (waarde -gemiddelde)4 ) van niet-transparante pixels ) / ( ( aantal niet-transparante pixels - 1 ) * (standaardafwijking)4 )

Een meting van de welving of platheid in vergelijking met de normale distributie. De welving van een gewone standaarddistributie is 3.0. Een welving van meer dan drie verwijst naar een distributie met pieken en een welving van minder dan drie verwijst naar een platte distributie (in verhouding tot de standaarddistributie).

Maximaal

De maximale kanaalwaarden voor alle niet-transparante pixels

Gemiddeld

De gemiddelde kanaalwaarden voor alle niet-transparante pixels

Geschikt voor het reduceren van ruis

Mediaan

De mediaan van de kanaalwaarden voor alle niet-transparante pixels

Geschikt voor het reduceren van ruis en het verwijderen van ongewenste inhoud uit de afbeelding

Minimaal

De minimale kanaalwaarden voor alle niet-transparante pixels

Bereik

De maximale waarde van de niet-transparante pixels min de minimale waarde

Asymmetrisch

asymmetrisch = (totaal( (waarde -gemiddelde)3 ) van niet-transparante pixels ) / ( ( aantal niet-transparante pixels - 1 ) * (standaardafwijking)3 )

Asymmetrisch is een meting van de symmetrie of asymmetrie rond het statistisch gemiddelde

Standaardafwijking

standaardafwijking = vierkante wortel(variantie)

Optelling

De totale kanaalwaarden voor alle niet-transparante pixels

Variantie

variantie = (totaal( (waarde-gemiddelde)2 ) over niet-transparante pixels ) / ( aantal niet-transparante pixels - 1)

Stapelrendering verwijderen

  1. Kies Laag > Slimme objecten > Stapelmodus > Geen om rendering te verwijderen uit een afbeeldingsstapel en deze weer om te zetten in een gewoon slim object.

Een afbeeldingsstapel bewerken

Aangezien een afbeeldingsstapel een slim object is, kunt u de originele afbeeldingen die de stapellagen vormen op ieder gewenst moment bewerken.

  1. Kies Laag > Slimme objecten > Inhoud bewerken of dubbelklik op de laagminiatuur. Nadat u het bewerkte slimme object hebt opgeslagen, wordt de stapel automatisch gerenderd met de laatste renderoptie die op de stapel is toegepast.

Een afbeeldingsstapel omzetten

Zet het slimme object om in een gewone laag om de rendereffecten die op een afbeeldingsstapel zijn toegepast te behouden. (U kunt het slimme object kopiëren voordat u het omzet, voor het geval u de afbeeldingsstapel later opnieuw wilt renderen.)

  1. Kies Laag > Slimme objecten > Omzetten in pixels.

Een afbeeldingsstapel maken met gebruik van een script

Met het script Statistieken kunt u het maken en renderen van een afbeeldingsstapel automatiseren.

  1. Kies Bestand > Scripts > Statistieken.
  2. Kies een stapelmodus in het menu Stapelmodus kiezen.
  3. Pas de stapelmodus toe op de geopende bestanden of blader naar een map of naar afzonderlijke bestanden en selecteer deze.

    De geselecteerde bestanden worden weergegeven in het dialoogvenster.

  4. Selecteer desgewenst Poging om bronafbeeldingen automatisch uit te lijnen (equivalent aan het kiezen van Bewerken > Lagen automatisch uitlijnen). Klik vervolgens op OK.

    De meerdere afbeeldingen worden gecombineerd tot één afbeelding met meerdere lagen, de lagen worden omgezet in een slim object en de geselecteerde stapelmodus wordt toegepast.

Krijg sneller en gemakkelijker hulp

Nieuwe gebruiker?