Kies Gereedschappen > PDF bewerken > Koppeling > Toevoegen of bewerken.
Koppeling maken
U kunt met koppelingen naar andere locaties in hetzelfde document, naar andere elektronische documenten inclusief bijlagen of naar websites gaan. U kunt koppelingen gebruiken om acties te starten of om ervoor te zorgen dat de lezer rechtstreeks toegang tot gerelateerde informatie heeft. Ook kunt u acties toevoegen om geluid of een film af te spelen.
Een koppeling maken met het gereedschap Koppeling
-
De aanwijzer wordt een kruiscursor en alle bestaande koppelingen in het document, inclusief onzichtbare koppelingen, zijn tijdelijk zichtbaar.
-
Sleep een rechthoek waar u een koppeling wilt maken. Dit is het gebied waarin de koppeling actief is.
-
Selecteer in het dialoogvenster Koppeling maken de gewenste weergaveopties voor de koppeling.
-
Selecteer een van de volgende acties voor een koppeling:
Naar een paginaweergave gaan
Klik op Volgende om het gewenste paginanummer en de gewenste vergroting voor het huidige document of een ander document (bijvoorbeeld een bestandsbijlage) in te stellen en klik vervolgens op Koppeling instellen.
Een bestand openen
Selecteer het doelbestand en klik op Selecteren. Als het bestand een PDF-bestand is, geeft u aan hoe het document moet worden geopend, bijvoorbeeld in een nieuw venster of in een bestaand venster. Klik vervolgens op OK.
Opmerking:Als de bestandsnaam niet in het tekstvak past, wordt deze in het midden afgekapt.
Webpagina openen
Geef de URL van de doelwebpagina op.
Eigen koppeling
Klik op Volgende om het dialoogvenster Koppelingseigenschappen weer te geven. In dit dialoogvenster kunt u elke willekeurige actie instellen die aan de koppeling moet worden gekoppeld, zoals een artikel lezen of een menuoptie uitvoeren.
Koppeling bewerken
U kunt een koppeling op elk gewenst moment bewerken. Zo kunt u het selectiegebied of de bijbehorende actie van de koppeling wijzigen, de koppelingsrechthoek verwijderen of de grootte ervan wijzigen, of een andere bestemming voor de koppeling opgeven. Als u de eigenschappen van een bestaande koppeling wijzigt, is dat alleen van invloed op de op dat moment geselecteerde koppeling. Als een koppeling niet is geselecteerd, zijn de eigenschappen van toepassing op de volgende koppeling die u maakt.
U kunt de eigenschappen van meerdere koppelingen tegelijk wijzigen. Selecteer de koppelingen door een rechthoek te slepen met de tools Koppeling of Object selecteren.
Een koppelingsrechthoek verplaatsen of de grootte ervan wijzigen
-
Selecteer het gereedschap Koppeling toevoegen of bewerken (Gereedschappen > PDF bewerken > Koppeling > Toevoegen of bewerken).
-
Plaats de aanwijzer op de koppelingsrechthoek zodat de handgrepen worden weergegeven.
-
Ga op een van de volgende manieren te werk:
Als u de koppelingsrechthoek wilt verplaatsen, sleept u de rechthoek.
Als u de grootte van de koppelingsrechthoek wilt wijzigen, sleept u een van de hoekpunten van de rechthoek.
De weergave van een koppeling wijzigen
-
Selecteer het gereedschap Koppeling toevoegen of bewerken (Gereedschappen > PDF bewerken > Koppeling > Toevoegen of bewerken).
-
Dubbelklik op de koppelingsrechthoek.
-
Kies op het tabblad Uiterlijk van het dialoogvenster Koppelingseigenschappen een kleur, lijndikte en lijnstijl voor de koppeling.
-
Selecteer een markeringsstijl voor wanneer de koppeling wordt geselecteerd.
Geen
Hiermee wordt de weergave van de koppeling niet gewijzigd.
Negatief
Hiermee wordt de kleur van de koppeling gewijzigd in de tegenovergestelde kleur.
Contour
Hiermee wordt de contour van de koppeling gewijzigd in de tegenovergestelde contour.
Inzet
Hiermee wordt de weergave van een rechthoek met reliëf gemaakt.
Opmerking:De opties Koppelingstype, Kleur en Lijnstijl zijn niet beschikbaar als Onzichtbaar is geselecteerd bij Uiterlijk.
-
Selecteer Onzichtbare rechthoek bij Koppelingstype als gebruikers de koppeling in de PDF niet mogen zien. Een onzichtbare koppeling is handig als de koppeling zich op een afbeelding bevindt.
-
Selecteer de optie Vergrendeld als u wilt voorkomen dat gebruikers de instellingen per ongeluk wijzigen.
-
Als u de koppeling wilt testen, selecteert u het handje.Opmerking:
De koppelingseigenschappen in het dialoogvenster Koppeling maken zijn van toepassing op alle nieuwe koppelingen die u maakt totdat u de eigenschappen wijzigt. Als u de weergave-instellingen voor een koppeling opnieuw wilt gebruiken, klikt u met de rechtermuisknop op de koppeling waarvan u de eigenschappen als standaardeigenschappen wilt gebruiken. Klik vervolgens op De huidige weergave gebruiken als nieuwe standaardweergave.
Actie van een koppeling bewerken
-
Selecteer het gereedschap Koppeling toevoegen of bewerken (Gereedschappen > PDF bewerken > Koppeling > Toevoegen of bewerken).
-
Dubbelklik op de koppelingsrechthoek.
-
Selecteer op het tabblad Acties van het dialoogvenster Koppelingseigenschappen de actie die u wilt wijzigen. Klik vervolgens op Bewerken.
Koppeling verwijderen
-
Selecteer het gereedschap Koppeling toevoegen of bewerken (Gereedschappen > PDF bewerken > Koppeling > Toevoegen of bewerken).
-
Selecteer de koppelingsrechthoek die u wilt verwijderen.
-
Kies Bewerken > Verwijderen of druk op Delete.
Een koppeling naar een bestandsbijlage maken
U kunt gebruikers naar een PDF-bijlage doorsturen door in het hoofd-PDF- document een koppeling te maken die de gebruiker bij de bijlage brengt.
Let goed op het verschil tussen bestandsbijlagen en bestanden die kunnen worden geopend via een koppeling. Gekoppelde documenten kunnen op verschillende locaties zijn opgeslagen. Bestandsbijlagen worden altijd bij de PDF opgeslagen.
-
Open een PDF die een PDF-bestandsbijlage bevat.
-
Ga naar de plaats waar u een koppeling wilt maken. Als die locatie zich bevindt in de bestandsbijlage, klikt u op de knop Bijlagen in het navigatievenster, selecteert u de bestandsbijlage en dubbelklikt u erop.
-
Kies Tools > PDF bewerken > Koppeling > Toevoegen of bewerken en selecteer het gebied voor de koppeling.
-
Stel in het dialoogvenster Koppeling maken de weergave van de koppeling in. Selecteer Naar een paginaweergave gaan en klik op Volgende.
-
Stel het paginanummer en de schermvergroting in die u wilt weergeven, in het bovenliggende PDF-document of de bestandsbijlage in. Zorg dat de bestandsbijlage is geopend voordat u de koppeling tot stand brengt, anders werkt deze niet goed. Selecteer vervolgens Koppeling instellen.
Bestemmingen
Een Bestemming is het eindpunt van een koppeling en wordt met tekst weergegeven in het deelvenster Bestemmingen. U kunt met bestemmingen navigatiepaden instellen in een verzameling PDF's. Als u een koppeling tussen documenten wilt maken, kunt u het beste een koppeling met een bestemming maken. Anders dan bij een koppeling met een pagina heeft het bij een koppeling met een bestemming geen gevolgen wanneer pagina's in het doeldocument worden toegevoegd of verwijderd.
Doelen weergeven en beheren
Voor het beheren van bestemmingen gebruikt u het venster Bestemmingen in het navigatiegebied.
Bestemmingen weergeven
-
Kies Beeld > Tonen/verbergen > Navigatievensters > Bestemmingen. Alle doelen worden automatisch gescand.
De lijst met doelen sorteren
-
Ga op een van de volgende manieren te werk:
Als u bestemmingsnamen alfabetisch wilt sorteren, klikt u op het label Naam boven in het venster Bestemmingen.
Als u bestemmingen op paginanummer wilt sorteren, klikt u op het label Pagina boven in het venster Bestemmingen.
Bestemming wijzigen of verwijderen
-
Klik in het venster Bestemmingen met de rechtermuisknop op de bestemming en kies een optie:
Kies Ga naar bestemming om naar de doellocatie te gaan.
Kies Verwijderen om de bestemming te verwijderen.
Kies Bestemming instellen om het doel in te stellen op de weergegeven pagina.
Kies Naam wijzigen om de bestemming een andere naam te geven.
Bestemming maken en koppelen
U kunt een koppeling naar de bestemming maken in dezelfde of een andere PDF.
-
Kies in het doeldocument (bestemming) Beeld > Tonen/verbergen > Navigatievensters > Bestemmingen. Als het document al een doel bevat dat u wilt koppelen, gaat u verder met stap 5.
-
Ga naar de locatie waar u een bestemming wilt maken en stel de gewenste weergave in.
-
Kies in het venster Bestemmingen de optie Nieuwe bestemming in het optiemenu en geef een naam voor de bestemming op.
-
Sla het doeldocument op.
-
Kies in het brondocument (waar u de koppeling wilt maken) de optie Gereedschappen > PDF bewerken > Koppeling > Toevoegen of bewerken en sleep een rechthoek om een locatie voor de koppeling op te geven.
-
Stel in het dialoogvenster Koppeling maken het uiterlijk van de koppeling in. Selecteer Naar een paginaweergave gaan en klik op Volgende.
-
Dubbelklik in het doeldocument in het venster Bestemmingen op de bestemming.
-
Sla het brondocument op.
Een bijlage toevoegen
Het is mogelijk om PDF's en andere typen bestanden aan een PDF te koppelen. Als u de PDF naar een nieuwe locatie verplaatst, worden ook de bijlagen verplaatst. Bijlagen kunnen koppelingen bevatten naar of vanuit het hoofddocument of naar andere bijlagen.
Let op het verschil tussen gekoppelde opmerkingen en bestandsbijlagen. Een bestand dat is gekoppeld als opmerking, verschijnt op de pagina met het pictogram Bestandsbijlage of het pictogram Geluidsbijlage, en in de Lijst met opmerkingen met andere opmerkingen. (Zie Opmerkingen toevoegen in een bestandsbijlage.)
-
Kies Gereedschappen > PDF bewerken > Meer > Bestand bijvoegen.
-
Selecteer in het dialoogvenster Bestanden toevoegen het bestand dat u als bijlage wilt toevoegen en klik op Openen.Opmerking:
Als u bestanden in de indeling EXE, VBS of ZIP bijvoegt, ziet u een waarschuwing dat het bestand niet wordt geopend nadat het is bijgevoegd, omdat de indeling wordt geassocieerd met programma's, macro's en virussen die schade aan uw computer kunnen toebrengen.
-
Als de bijlage in Acrobat 5.0 of lager moet worden weergegeven, voert u een van de volgende handelingen uit:
Kies Beeld > Tonen/verbergen > Navigatiedeelvensters > Bijlagen en selecteer Bijlagen standaard tonen in het optiemenu (standaard geselecteerd).
Kies Bestand > Eigenschappen, klik op het tabblad Weergave bij openen, kies Deelvenster en pagina Bijlagen in het menu Navigatietabblad en klik op OK.
-
Sla de PDF op.
-
(Optioneel) Als u een omschrijving aan de bijlage wilt toevoegen om onderscheid te kunnen maken tussen vergelijkbare bestanden in het deelvenster Bijlagen, selecteert u het bijgevoegde bestand en kiest u in het optiemenu de optie Beschrijving bewerken. Bewerk de tekst van de beschrijving en sla het bestand op.
Bijlage openen, opslaan of verwijderen
Als u de juiste toestemmingen hebt, kunt u een PDF-bijlage openen en wijzigen. De wijzigingen worden in de PDF-bijlage doorgevoerd.
Bij andere typen bestandsbijlagen kunt u het bestand openen of opslaan. Als u het bestand opent, wordt de applicatie gestart die de bestandsindeling van de bijlage afhandelt. De bijlage wordt alleen geopend als de applicatie is geïnstalleerd.
Bestanden met de indeling EXE, VBS en ZIP worden niet geopend in Acrobat omdat deze indelingen worden geassocieerd met programma's, macro's en virussen die schade aan uw computer kunnen toebrengen.
-
Als u het deelvenster Bijlagen wilt openen, kiest u Beeld > Tonen/Verbergen > Navigatiedeelvensters > Bijlagen.
-
Selecteer de bijlage in het deelvenster Bijlagen.
-
Klik op het betreffende pictogram om de bijlage te openen in de oorspronkelijke applicatie, de bijlage op te slaan of te verwijderen:
Zoeken in bijlagen
Wanneer u bepaalde woorden of woordgroepen zoekt, kunt u bijgevoegde PDF's en diverse andere bestandstypen in de zoekopdracht opnemen. Gebruikers van Windows kunnen zoeken in Microsoft Office-documenten (zoals .doc, .xls en .ppt), bestanden met AutoCAD-tekeningen (.dwg en .dwf), HTML-bestanden en Rich Text Format-bestanden (.rtf). Gebruikers van Mac OS kunnen zoeken in Microsoft Word- (.doc), HTML- en .rtf-bestanden. Zoekresultaten van bijlagen worden in de lijst Resultaten weergegeven onder de bestandsnaam en het pictogram van de bijlage. Bijlagen in andere indelingen worden door de zoekfunctie genegeerd.
Zoeken in Microsoft- en AutoCAD-bestanden is alleen mogelijk als de juiste IFilters voor de bestandstypen zijn geïnstalleerd. IFilters worden meestal geïnstalleerd met de bijbehorende applicaties, maar ze kunnen ook worden gedownload van productwebsites.
Zoeken in bijlagen via het deelvenster Bijlagen
-
Als u het deelvenster Bijlagen wilt openen, kiest u Beeld > Tonen/Verbergen > Navigatiedeelvensters > Bijlagen.
-
Klik in het deelvenster Bijlagen op Zoeken in bijlagen.
-
Typ in het venster Zoeken het woord of de woordgroep waarnaar u wilt zoeken, selecteer de gewenste optie voor de zoekresultaten en klik op Zoeken in bijlagen.
Zoeken in bijlagen via het venster Zoeken
-
Kies Bewerken > Geavanceerd zoeken.
-
Typ het woord of de woordgroep waarop u wilt zoeken en selecteer de gewenste optie voor de zoekresultaten.
-
Klik onder in het venster op Meer opties tonen en selecteer vervolgens Bijlagen opnemen.