Adobe PDF-printer gebruiken

PDF's maken door af te drukken naar een bestand

In veel ontwerptoepassingen kunt u via de opdracht Afdrukken met behulp van Adobe PDF-printer een bestand naar PDF converteren. Het brondocument wordt daarbij geconverteerd naar PostScript en vervolgens direct doorgestuurd naar Distiller voor conversie naar PDF zonder dat u Distiller handmatig hoeft te starten. De huidige voorkeurinstellingen van Distiller en Adobe PDF-instellingen worden gebruikt om het bestand te converteren. Als u met afwijkende paginaformaten werkt, maakt u een aangepast paginaformaat.

Opmerking:

(Windows) Voor Microsoft Office-documenten beschikt de Adobe PDF-printer niet over alle functies die beschikbaar zijn in PDFMaker. U kunt met de Adobe PDF-printer bijvoorbeeld geen bladwijzers en hyperlinks maken. Als u een PDF maakt van een Microsoft Office-document en deze functies wilt gebruiken, moet u PDFMaker gebruiken.

De Adobe PDF-printer maakt niet-gecodeerde PDF's. Een gecodeerde structuur is vereist voor weergave van de inhoud op een mobiel apparaat en aan te raden voor weergave via een schermlezer.

Een PDF maken met de opdracht Afdrukken (Windows)

  1. Open het bestand in de ontwerptoepassing en kies Bestand > Afdrukken.
  2. Kies Adobe PDF in het menu met printers.
  3. Klik op de knop Eigenschappen (of gebruik Voorkeuren) om de instellingen van Adobe PDF-printer in te stellen. (In bepaalde toepassingen moet u mogelijk eerst op Instellingen klikken in het dialoogvenster Afdrukken om een lijst met printers te openen. Vervolgens kunt u dan op Eigenschappen of Voorkeuren klikken.)
  4. Klik in het dialoogvenster Afdrukken op OK.
    Opmerking:

    De PDF wordt opgeslagen in de map die is opgegeven bij Adobe PDF-uitvoermap in het dialoogvenster Voorkeuren. De standaardlocatie is Mijn documenten. Als u Vragen om Adobe PDF-bestandsnaam kiest, verschijnt het dialoogvenster Opslaan als wanneer u een bestand afdrukt.

Een PDF maken met de opdracht Afdrukken (Mac OS X)

De methode om PDF's te maken met de opdracht Afdrukken is in Mac OS v.10.6 Snow Leopard veranderd voor Acrobat 9.1 en hoger. De volgende procedure beschrijft de methode die in zowel Snow Leopard als in eerdere versies van Mac OS X kan worden toegepast.

  1. Open het bestand in de ontwerptoepassing en kies Bestand > Afdrukken.
  2. Kies Opslaan als Adobe PDF in het menu PDF onder aan het dialoogvenster.

  3. Kies voor Adobe PDF-instellingen een van de standaardinstellingen of pas de instellingen aan met Distiller. Alle door u gedefinieerde aangepaste instellingen worden weergegeven.

    Voor de meeste gebruikers zijn de standaardinstellingen voor Adobe PDF-conversie toereikend.

  4. Geef op of het PDF-bestand moet worden geopend nadat het PDF-bestand is gemaakt.
  5. Klik op Doorgaan.
  6. Selecteer een naam en locatie voor de PDF en klik op Opslaan.
    Opmerking:

    De PDF wordt standaard met dezelfde bestandsnaam, maar met de extensie .pdf opgeslagen.

Voorkeursinstellingen voor Adobe PDF-printer (Windows)

Voorkeurinstellingen voor afdrukken gelden voor alle toepassingen waarvoor de Adobe PDF-printer wordt gebruikt, tenzij u de instellingen in een ontwerptoepassing wijzigt met behulp van het menu Pagina-instelling, Documentinstelling of Afdrukken.

Opmerking:

Het dialoogvenster waarin u afdrukvoorkeuren kunt instellen, heet Adobe PDF Afdrukvoorkeuren, Adobe PDF Afdrukstandaarden of Adobe PDF Documenteigenschappen. Dit hangt af van de wijze waarop u het dialoogvenster opent.

De afdrukvoorkeuren aanpassen:

  • Open het venster Printers via het menu Start. Klik met de rechtermuisknop op de Adobe PDF-printer en kies Voorkeursinstellingen voor afdrukken.

  • Kies Bestand > Afdrukken in een ontwerptoepassing zoals Adobe InDesign. Selecteer Adobe PDF als printer en klik op de knop Eigenschappen (of Voorkeuren). (In bepaalde toepassingen is het mogelijk dat u eerst in het dialoogvenster Afdrukken op Setup of Instellingen moet klikken om de lijst met printers te openen. Vervolgens kunt u dan op Eigenschappen of Voorkeuren klikken om de Adobe PDF-instellingen aan te passen.)

PDF-specifieke opties worden weergegeven op het tabblad Adobe PDF-instellingen. De tabbladen Papier/Kwaliteit en Indeling bevatten de gebruikelijke opties voor de papierbron, printerinkt, afdrukstand en het aantal pagina's per vel.

Opmerking:

Afdrukvoorkeuren zijn niet hetzelfde als printereigenschappen. Tot de voorkeuren behoren opties die specifiek zijn voor Adobe PDF en het conversieproces. Het dialoogvenster Eigenschappen bevat tabbladen met opties die beschikbaar zijn voor elk type printer.

Adobe PDF-printer: afdrukvoorkeuren

Adobe PDF-conversie-instellingen

Selecteer een vooraf gedefinieerde set opties in het menu Standaardinstellingen of klik op Bewerken om de instellingen in het dialoogvenster Adobe PDF-instellingen te bekijken of te wijzigen.

Adobe PDF-beveiliging

Als u de PDF wilt beveiligen, kiest u een van de volgende opties of klikt u op Bewerken om de beveiligingsinstellingen weer te geven of te wijzigen.

  • Beveiliging bij elke taak opnieuw bevestigen: Als u deze optie selecteert, wordt elke keer dat u een PDF maakt met Adobe PDF-printer, het dialoogvenster Adobe PDF-beveiliging geopend. Geef de gewenste instellingen op in het dialoogvenster.
  • De laatst bekende beveiligingsinstellingen gebruiken: Als u deze optie selecteert, worden de beveiligingsinstellingen gebruikt van de laatste PDF die met Adobe PDF-printer op uw computer is gemaakt.

Uitvoermap Adobe PDF

Kies een uitvoermap voor de geconverteerde PDF of klik op Bladeren om de uitvoermap toe te voegen of te wijzigen. Kies Vragen om Adobe PDF-bestandsnaam om een locatie en een bestandsnaam op te geven op het moment van de conversie.

Paginaformaat Adobe PDF

Selecteer een aangepast paginaformaat dat u hebt gedefinieerd.

Bestaande PDF vervangen

Kies of u de bestaande PDF Altijd wilt vervangen, kies voor Elke keer vragen of kies ervoor de bestaande PDF Nooit te vervangen.

Adobe PDF-resultaten tonen

Hiermee wordt Acrobat automatisch gestart en het geconverteerde document direct weergegeven.

Documentinformatie toevoegen

Hiermee wordt alle informatie zoals de bestandsnaam en de aanmaakdatum en -tijd opgenomen.

Alleen systeemfonts gebruiken (geen documentfonts)

Schakel deze optie uit als u lettertypen wilt downloaden bij het maken van de PDF. Alle lettertypen zijn beschikbaar in de PDF maar het maken ervan duurt langer. Als u werkt met documenten in Aziatische talen, moet u deze optie ingeschakeld laten.

Logbestanden verwijderen van taken die met succes zijn verwerkt

Hiermee worden logbestanden automatisch verwijderd, tenzij de taak niet met succes kan worden voltooid.

Eigenschappen voor Adobe PDF-printer instellen (Windows)

In Windows kunt u de eigenschappen van de Adobe PDF-printer meestal ongewijzigd laten, tenzij u de printer wilt delen met anderen of beveiliging hebt ingesteld.

Opmerking:

Printereigenschappen zijn niet hetzelfde als afdrukvoorkeuren. Het dialoogvenster Eigenschappen bevat tabbladen met opties die beschikbaar zijn voor elk type printer. Tot de voorkeuren behoren opties die specifiek zijn voor Adobe PDF-printer en het conversieproces.

Eigenschappen voor Adobe PDF-printer instellen

  1. Open Apparaten en printers vanaf het menu Start en klik met de rechtermuisknop op de Adobe PDF-printer.
  2. Kies Eigenschappen.
  3. Klik op de tabbladen en selecteer indien nodig opties.

Een nieuwe poort toewijzen aan de Adobe PDF-printer

  1. Sluit Distiller als het programma nog actief is en wacht tot alle opdrachten in de wachtrij van Adobe PDF-printer zijn voltooid.
  2. Open Apparaten en printers via het menu Start.
  3. Klik met de rechtermuisknop op de Adobe PDF-printer en kies Printereigenschappen.
  4. Klik op de tab Poorten en klik vervolgens op Poort toevoegen.
  5. Selecteer Adobe PDF-poort (Windows XP) of Adobe PDF-poortmonitor (Vista/Windows 7) uit de lijst beschikbare poorttypen en klik op Nieuwe poort.
  6. Select een lokale map voor PDF-uitvoerbestanden en klik op OK. Klik vervolgens op Sluiten om het dialoogvenster Printerpoorten te verlaten.
  7. Klik in het dialoogvenster met Adobe PDF-eigenschappen op Toepassen en klik vervolgens op OK.
    Opmerking:

    U bereikt het beste resultaat als u een map selecteert op hetzelfde systeem waarop Distiller geïnstalleerd is. Hoewel externe mappen en netwerkmappen worden ondersteund, zijn deze beperkt toegankelijk en mogelijk beveiligd.

Een map verwijderen en Adobe PDF-printer aan de standaardpoort toewijzen

  1. Sluit Distiller als het programma nog actief is en wacht een paar minuten totdat alle opdrachten in de wachtrij van Adobe PDF zijn voltooid.
  2. Open Apparaten en printers via het menu Start.
  3. Klik met de rechtermuisknop op de Adobe PDF-printer en kies Printereigenschappen.
  4. Klik op het tabblad Poorten.
  5. Selecteer de standaardpoort, Documenten, en klik op Toepassen.
  6. Selecteer de poort die u wilt verwijderen, klik op Poort verwijderen en klik vervolgens op OK om de verwijdering te bevestigen.
  7. Selecteer nogmaals de poort Documenten en klik op Sluiten.

Een aangepast paginaformaat maken en gebruiken

Er is een verschil tussen het paginaformaat (zoals gedefinieerd in het dialoogvenster Documentinstelling van de brontoepassing voor uw document) en het papierformaat (het vel papier, het stuk film of het gebied van de drukplaat waarop u afdrukt). Het paginaformaat kan bijvoorbeeld A4 (210 bij 297 mm) zijn maar u moet mogelijk afdrukken op een groter stuk papier of film omdat ruimte nodig is voor drukkermarkeringen of het afloopgebied rond de pagina. Als u zeker wilt weten dat het document goed wordt afgedrukt, moet u het paginaformaat zowel in de brontoepassing als voor de printer instellen.

De papierformaten in Acrobat zijn afkomstig uit het PPD-bestand (PostScript-printers) of uit het printerstuurprogramma (niet-PostScript-printers). Als de printer en PPD die u voor PostScript-afdrukken hebt geselecteerd, aangepaste papierformaten ondersteunen, staat de optie Aangepast in het menu Papierformaat. Voor printers die afdrukken op zeer grote oppervlakken, ondersteunt Acrobat pagina's van maar liefst 38.100.000 cm (15.000.000 inch) bij 38.100.000 cm. (15.000.000 inch).

Een aangepast paginaformaat maken (Windows)

  1. Ga op een van de volgende manieren te werk:
    • Open Apparaten en printers of Printers en faxapparaten via het menu Start. Klik met de rechtermuisknop op de Adobe PDF-printer en kies Voorkeursinstellingen voor afdrukken.

    • Kies Bestand > Afdrukken in een ontwerptoepassing zoals Adobe InDesign. Selecteer Adobe PDF als printer en klik op de knop Eigenschappen. (In bepaalde toepassingen moet u mogelijk eerst op Instellingen klikken in het dialoogvenster Afdrukken om een lijst met printers te openen. Vervolgens kunt u dan op Eigenschappen of Voorkeuren klikken om de Adobe PDF-instellingen aan te passen.)

  2. Klik op de knop Toevoegen naast het menu Paginagrootte Adobe PDF op het tabblad Adobe PDF-instellingen.
  3. Geef de naam, breedte, hoogte en maateenheid op. Klik op Toevoegen/Wijzigen om de naam van het aangepaste papierformaat aan het menu Paginaformaat Adobe PDF toe te voegen.

Een aangepast paginaformaat maken (Mac OS)

  1. Kies Bestand > Pagina-instelling in een ontwerptoepassing als Adobe InDesign.
  2. Selecteer Aangepaste grootten beheren in het pop-upmenu Papierformaat.
  3. Klik op de knop +.
  4. Geef de naam, hoogte, breedte en marges op. De maateenheid is afhankelijk van de taal van het besturingssysteem.

Een aangepast paginaformaat gebruiken

  1. Kies Bestand > Afdrukken.
  2. Klik op de knop Pagina-instelling.
  3. Selecteer het nieuwe aangepaste paginaformaat in het menu Papierformaat.

Krijg sneller en gemakkelijker hulp

Nieuwe gebruiker?