Handboek Annuleren

Lokale aanpassingen aanbrengen in Camera Raw

  1. Photoshop Handboek
  2. Inleiding tot Photoshop
    1. Dream it. Make it.
    2. Nieuwe functies in Photoshop
    3. Uw eerste foto bewerken
    4. Documenten maken
    5. Photoshop | Veelgestelde vragen
    6. Systeemvereisten voor Photoshop
    7. Maak kennis met Photoshop
    8. Photoshop up-to-date houden
  3. Photoshop en andere Adobe-producten en -services
    1. Werken met illustraties van Illustrator in Photoshop
    2. Werken met Photoshop-bestanden in InDesign
    3. Substance 3D-materialen voor Photoshop
    4. De Capture-in-app-extensie in Photoshop gebruiken
  4. Photoshop op de iPad (niet beschikbaar op de vasteland van China)
    1. Photoshop op de iPad | Veelgestelde vragen
    2. Kennismaken met de werkruimte
    3. Systeemvereisten | Photoshop voor iPad
    4. Documenten maken, openen en exporteren
    5. Foto's toevoegen
    6. Werken met lagen
    7. Tekenen en schilderen met penselen
    8. Selecties maken en maskers toevoegen
    9. Uw composities retoucheren
    10. Werken met aanpassingslagen
    11. Pas de tonaliteit van uw compositie aan met Curven
    12. Transformatiebewerkingen toepassen
    13. Uw composities uitsnijden en roteren
    14. Canvas roteren, pannen, zoomen en opnieuw instellen
    15. Werken met tekstlagen
    16. Werken met Photoshop en Lightroom
    17. Vind ontbrekende lettertypen in Photoshop op de iPad
    18. Japanse tekens in Photoshop op de iPad
    19. App-instellingen beheren
    20. Aanraaksneltoetsen en bewegingen
    21. Sneltoetsen
    22. Afbeeldingsgrootte bewerken
    23. Livestreamen terwijl u in Photoshop werkt op de iPad
    24. Imperfecties corrigeren met het Retoucheerpenseel
    25. Penselen maken in Capture en gebruiken in Photoshop op de iPad
    26. Werken met Camera Raw-bestanden
    27. Slimme objecten maken en ermee werken
    28. De belichting in uw afbeeldingen aanpassen met Tegenhouden en Doordrukken
    29. Opdrachten voor automatische aanpassing in Photoshop op de iPad
    30. Gebieden uitsmeren in uw afbeeldingen met Photoshop op de iPad
    31. Meer of minder verzadiging van uw afbeeldingen met de tool Spons
    32. Vullen met behoud van inhoud voor iPad
  5. Photoshop op internet (niet beschikbaar op het vasteland van China)
    1. Algemene vragen
    2. Systeemvereisten
    3. Sneltoetsen
    4. Ondersteunde bestandsindelingen
    5. Kennismaken met de werkruimte
    6. Clouddocumenten openen en bewerken
    7. Generatieve AI-functies
    8. Basisconcepten van bewerken
    9. Snelle handelingen
    10. Werken met lagen
    11. Afbeeldingen retoucheren en onvolkomenheden verwijderen
    12. Snelle selecties maken
    13. Afbeeldingen verbeteringen met Aanpassingslagen
    14. Een opvullaag toevoegen
    15. Afbeeldingen verplaatsen, transformeren en uitsnijden
    16. Tekenen en schilderen
    17. Vormen tekenen en bewerken
    18. Werken met tekstlagen
    19. Met iedereen op het web werken
    20. App-instellingen beheren
    21. Afbeelding genereren
    22. Achtergrond genereren
    23. Referentieafbeelding
  6. Photoshop (Beta) (niet beschikbaar op het vasteland van China)
    1. Aan de slag met Creative Cloud Beta-apps
    2. Photoshop (Beta) op de desktop
    3. Referentieafbeelding
  7. Generatieve AI (niet beschikbaar op het vasteland van China)
    1. Algemene vragen over de generatieve AI in Photoshop
    2. Generatief vullen in Photoshop op de desktop
    3. Een afbeelding genereren met beschrijvende tekstopdrachten
    4. Generatief uitbreiden in Photoshop op de desktop
    5. Achtergrond vervangen met Achtergrond genereren
    6. Nieuwe variaties genereren met Vergelijkbare content genereren
    7. Generatief vullen in Photoshop op de iPad
    8. Generatief uitbreiden in Photoshop op de iPad
    9. Generatieve AI-functies in Photoshop op internet
  8. Content-authenticiteit (niet beschikbaar op het vasteland van China)
    1. Inhoudsreferenties in Photoshop
    2. Identiteit en herkomst voor NFT's
    3. Accounts verbinden voor creatieve toewijzing
  9. Clouddocumenten (niet beschikbaar op het vasteland van China)
    1. Photoshop-clouddocumenten | Algemene vragen
    2. Photoshop-clouddocumenten | Vragen over workflow
    3. Clouddocumenten beheren en bewerken in Photoshop
    4. Cloudopslag upgraden voor Photoshop
    5. Kan geen clouddocumenten maken of opslaan
    6. Fouten met Photoshop-clouddocumenten oplossen
    7. Synchronisatielogboeken voor clouddocumenten verzamelen
    8. Anderen uitnodigen om uw clouddocumenten te bewerken
    9. Bestanden delen en opmerkingen in de app
  10. Werkruimte
    1. Basisbegrippen voor werkruimten
    2. Voorkeuren
    3. Sneller leren met het deelvenster Ontdekken van Photoshop
    4. Documenten maken
    5. Bestanden plaatsen
    6. Standaardsneltoetsen
    7. Sneltoetsen aanpassen
    8. Toolgalerieën
    9. Prestatievoorkeuren
    10. Tools gebruiken
    11. Voorinstellingen
    12. Raster en hulplijnen
    13. Aanraakbewegingen
    14. De Touch Bar gebruiken met Photoshop
    15. Aanraakfuncties en aanpasbare werkruimten
    16. Technology Previews
    17. Metagegevens en notities
    18. Photoshop-afbeeldingen in andere toepassingen opnemen
    19. Linialen
    20. Niet-afdrukbare extra's tonen of verbergen
    21. Het aantal kolommen voor een afbeelding opgeven
    22. Ongedaan maken en historie
    23. Deelvensters en menu's
    24. Elementen instellen met de functie Magnetisch
    25. Plaatsen met de liniaal
  11. Ontwerp van websites, schermen en apps
    1. Ontwerpen in Photoshop
    2. Tekengebieden
    3. Apparaatvoorvertoning
    4. CSS kopiëren uit lagen
    5. Webpagina’s segmenteren
    6. HTML-opties voor segmenten
    7. De segmentlay-out wijzigen
    8. Werken met webafbeeldingen
    9. Webfotogalerieën maken
  12. Basisprincipes van afbeeldingen en kleuren
    1. Afbeeldingen vergroten/verkleinen
    2. Werken met raster-en vectorafbeeldingen
    3. Grootte en resolutie van afbeeldingen
    4. Afbeeldingen ophalen van camera's en scanners
    5. Afbeeldingen maken, openen en importeren
    6. Afbeeldingen weergeven
    7. Fout Ongeldige JPEG-markering | Afbeeldingen openen
    8. Meerdere afbeeldingen weergeven
    9. Kleurkiezers en -stalen aanpassen
    10. HDR-afbeeldingen (High Dynamic Range)
    11. Kleuren in uw afbeelding afstemmen
    12. Afbeeldingen omzetten in andere kleurmodi
    13. Kleurmodi
    14. Delen van een afbeelding wissen
    15. Overvloeimodi
    16. Kleuren kiezen
    17. Geïndexeerde-kleurentabellen aanpassen
    18. Informatie over afbeeldingen
    19. Vervormingsfilters zijn niet beschikbaar
    20. Informatie over kleur
    21. Kleuren en monochrome instellingen aanpassen aan de hand van kanalen
    22. Kleuren kiezen in de deelvensters Kleur en Stalen
    23. Monster
    24. Kleurmodus of Afbeeldingsmodus
    25. Kleurzweem
    26. Een voorwaardelijke moduswijziging toevoegen aan een handeling
    27. Stalen toevoegen uit HTML, CSS en SVG
    28. Bitdiepte en voorkeuren
  13. Lagen
    1. Basisbegrippen voor lagen
    2. Niet-destructieve bewerkingen
    3. Lagen en groepen maken en beheren
    4. Lagen selecteren, groeperen en koppelen
    5. Afbeeldingen in kaders plaatsen
    6. Laagdekking en overvloeien
    7. Lagen maskeren
    8. Slimme filters toepassen
    9. Laagsamenstellingen
    10. Lagen verplaatsen, stapelen en vergrendelen
    11. Lagen maskeren met vectormaskers
    12. Lagen en groepen beheren
    13. Laageffecten en laagstijlen
    14. Laagmaskers bewerken
    15. Middelen extraheren
    16. Lagen met uitknipmaskers tonen
    17. Afbeeldingsmiddelen genereren op basis van lagen
    18. Werken met slimme objecten
    19. Overvloeimodi
    20. Meerdere afbeeldingen combineren tot een groepsportret
    21. Afbeeldingen combineren met automatisch overvloeiende lagen
    22. Lagen uitlijnen en verdelen
    23. CSS kopiëren uit lagen
    24. Selecties uit een laag of grenzen van een laagmasker laden
    25. Uitnemen om inhoud van andere lagen zichtbaar te maken
  14. Selecties
    1. Aan de slag met selecties
    2. Selecties maken in uw compositie
    3. Werkruimte Selecteren en maskeren
    4. Selecties aanbrengen met de selectiekadertools
    5. Selecties maken met de lassotools
    6. Pixelselecties aanpassen
    7. Geselecteerde pixels verplaatsen, kopiëren en verwijderen
    8. Een tijdelijk snelmasker maken
    9. Een kleurbereik selecteren in een afbeelding
    10. Paden omzetten in selectiekaders en omgekeerd
    11. Basisbegrippen voor kanalen
    12. Selecties en alfakanaalmaskers opslaan
    13. De afbeeldingsgebieden met de focus selecteren
    14. Kanalen dupliceren, splitsen en samenvoegen
    15. Kanaalberekeningen
  15. Afbeeldingsaanpassingen
    1. Objectkleuren vervangen
    2. Perspectief verdraaien
    3. Vervaging door camerabeweging verminderen
    4. Voorbeelden van de tool Retoucheerpenseel
    5. Kleur-opzoektabellen exporteren
    6. De scherpte en vervaging van afbeeldingen aanpassen
    7. Kleuraanpassingen
    8. De aanpassing Helderheid/contrast toepassen
    9. Schaduwdetails en hooglichtdetails aanpassen
    10. Aanpassing Niveaus
    11. De kleurtoon en verzadiging aanpassen
    12. Levendigheid aanpassen
    13. De kleurverzadiging in afbeeldingsgebieden aanpassen
    14. Snel aanpassingen aanbrengen aan tinten
    15. Speciale kleureffecten toepassen op afbeeldingen
    16. Uw afbeelding verbeteren met aanpassingen in kleurbalans
    17. HDR-afbeeldingen (High Dynamic Range)
    18. Histogrammen en pixelwaarden bekijken
    19. Kleuren in uw afbeelding afstemmen
    20. Foto's uitsnijden en rechttrekken
    21. Een kleurenfoto omzetten in zwart-wit
    22. Aanpassings- en opvullagen
    23. Aanpassing Curven
    24. Overvloeimodi
    25. Afbeeldingen voorbereiden voor drukken
    26. De kleur en toon aanpassen met de pipetten Niveaus en Curven
    27. HDR-belichting en -kleurtinten aanpassen
    28. Afbeeldingsgebieden doordrukken of tegenhouden
    29. Selectieve kleuraanpassingen aanbrengen
  16. Adobe Camera Raw
    1. Systeemvereisten voor Camera Raw
    2. Nieuwe functies in Camera Raw
    3. Kennismaken met Camera Raw
    4. Panorama's maken
    5. Ondersteunde lenzen
    6. Vignet-, korrel- en neveleffecten in Camera Raw
    7. Standaardsneltoetsen
    8. Automatische perspectiefcorrectie in Camera Raw
    9. Radiaalfilter in Camera Raw
    10. Camera Raw-instellingen beheren
    11. Afbeeldingen openen, verwerken en opslaan in Camera Raw
    12. Repareer afbeeldingen met de verbeterde tool Vlekken verwijderen in Camera Raw
    13. Afbeeldingen roteren, uitsnijden en aanpassen
    14. Kleurweergave aanpassen in Camera Raw
    15. Procesversies in Camera Raw
    16. Lokale aanpassingen aanbrengen in Camera Raw
  17. Afbeeldingen repareren en restaureren
    1. Tool Verwijderen
    2. Objecten verwijderen uit uw foto's met Vullen met behoud van inhoud
    3. Repareren en verplaatsen met behoud van inhoud
    4. Foto's retoucheren en repareren
    5. Afbeeldingsvervorming en -ruis corrigeren
    6. Eenvoudige probleemoplossing voor de meest voorkomende problemen
  18. Afbeeldingen verbeteren en transformeren
    1. De lucht in uw afbeeldingen vervangen
    2. Objecten transformeren
    3. Uitsnijding, rotatie en canvasgrootte aanpassen
    4. Foto's uitsnijden en rechttrekken
    5. Panoramische afbeeldingen maken en bewerken
    6. Afbeeldingen, vormen en paden verdraaien
    7. Perspectiefpunt
    8. Schalen en de inhoud behouden
    9. Afbeeldingen, vormen en paden transformeren
  19. Tekenen en verven
    1. Symmetrische patronen tekenen
    2. Rechthoeken tekenen en lijnopties wijzigen
    3. Tekenen
    4. Vormen tekenen en bewerken
    5. Tekentools
    6. Penselen maken en wijzigen
    7. Overvloeimodi
    8. Kleur toevoegen aan paden
    9. Paden bewerken
    10. Tekenen met het mixerpenseel
    11. Voorinstellingen voor penselen
    12. Verlopen
    13. Interpolatie met verloop
    14. Selecties, lagen en paden vullen en omlijnen
    15. Tekenen met de pentools
    16. Patronen maken
    17. Een patroon maken met de Patroonmaker
    18. Paden beheren
    19. Bibliotheken en voorinstellingen van patronen beheren
    20. Tekenen of verven met een grafisch tablet
    21. Structuurpenselen maken
    22. Dynamische elementen toevoegen aan penselen
    23. Verloop
    24. Gestileerde streken tekenen met het penseel Tekeninghistorie
    25. Tekenen met een patroon
    26. Voorinstellingen synchroniseren op meerdere apparaten
    27. Voorinstellingen, handelingen en instellingen migreren
  20. Tekst
    1. De tekst toevoegen en bewerken
    2. Unified Text Engine
    3. Werken met OpenType SVG-lettertypen
    4. Tekens opmaken
    5. Alinea's opmaken
    6. Teksteffecten maken
    7. Tekst bewerken
    8. Regelafstand en tekenspatiëring
    9. Arabische en Hebreeuwse tekst
    10. Lettertypen
    11. Problemen met lettertypen oplossen
    12. Aziatische tekst
    13. Tekst maken
  21. Filters en effecten
    1. De galerie Vervagen gebruiken
    2. Basisbeginselen van filters
    3. Overzicht van de filtereffecten
    4. Belichtingseffecten toevoegen
    5. Het filter Adaptief groothoek gebruiken
    6. Het filter Olieverf gebruiken
    7. Het filter Uitvloeien gebruiken
    8. Laageffecten en laagstijlen
    9. Specifieke filters toepassen
    10. Natte vinger gebruiken in afbeeldingsgebieden
  22. Opslaan en exporteren
    1. Uw bestanden opslaan in Photoshop
    2. Bestanden exporteren in Photoshop
    3. Ondersteunde bestandsindelingen
    4. Bestanden opslaan in grafische indelingen
    5. Ontwerpen verplaatsen tussen Photoshop en Illustrator
    6. Video en animaties opslaan en exporteren
    7. PDF-bestanden opslaan
    8. Digimarc-copyrightbescherming
  23. Kleurbeheer
    1. Werken met kleurbeheer
    2. Kleuren consistent houden
    3. Kleurinstellingen
    4. Duotonen
    5. Werken met kleurprofielen
    6. Kleurbeheer toepassen op documenten voor onlineweergave
    7. Kleurbeheer toepassen op documenten bij afdrukken
    8. Kleurbeheer toepassen op geïmporteerde afbeeldingen
    9. Kleuren controleren
  24. Ontwerp van websites, schermen en apps
    1. Ontwerpen in Photoshop
    2. Tekengebieden
    3. Apparaatvoorvertoning
    4. CSS kopiëren uit lagen
    5. Webpagina’s segmenteren
    6. HTML-opties voor segmenten
    7. De segmentlay-out wijzigen
    8. Werken met webafbeeldingen
    9. Webfotogalerieën maken
  25. Video en animatie
    1. Video's bewerken in Photoshop
    2. Video- en animatielagen bewerken
    3. Overzicht van video en animatie
    4. Voorvertoningen van video en animaties weergeven
    5. Frames tekenen in videolagen
    6. Videobestanden en reeksen afbeeldingen importeren
    7. Frameanimaties maken
    8. Creative Cloud 3D-animatie (Preview)
    9. Tijdlijnanimaties maken
    10. Afbeeldingen maken voor video
  26. Afdrukken
    1. 3D-objecten afdrukken
    2. Afdrukken vanuit Photoshop
    3. Afdrukken met kleurbeheer
    4. Contactbladen en PDF-presentaties
    5. Foto's afdrukken in een figuurpakketlay-out
    6. Steunkleuren afdrukken
    7. Afbeeldingen drukken op een professionele drukpers
    8. Kleurenafdrukken in Photoshop verbeteren
    9. Problemen met afdrukken oplossen | Photoshop
  27. Automatisering
    1. Handelingen maken
    2. Gegevensgestuurde afbeeldingen maken
    3. Scripts
    4. Een groep bestanden verwerken
    5. Handelingen afspelen en beheren
    6. Voorwaardelijke acties toevoegen
    7. Handelingen en het deelvenster Handelingen
    8. Tools opnemen in handelingen
    9. Een voorwaardelijke moduswijziging toevoegen aan een handeling
    10. Photoshop-gebruikersinterfacewerkset voor plug-ins en scripts
  28. Problemen oplossen
    1. Opgeloste problemen 
    2. Bekende problemen
    3. Prestaties van Photoshop optimaliseren
    4. Problemen oplossen - basis
    5. Problemen oplossen voor crash of vastlopen
    6. Programmafouten oplossen
    7. Fouten oplossen die zijn opgetreden doordat de werkschijf vol is
    8. Problemen met GPU en het grafische stuurprogramma oplossen
    9. Ontbrekende tools zoeken
    10. Photoshop | Veelgestelde vragen over 3D-functies die niet meer beschikbaar zijn
Waarschuwing:

Waarschuwing! Het volgende artikel is niet langer geldig vanaf Camera Raw versie 14.0 (versie van oktober 2021). Werk uw app bij naar de nieuwste versie, zie Maskeren in Camera Raw en open de nieuwste lokale aanpassingstools.

Over lokale aanpassingen

Met de besturingselementen op de tabbladen voor het aanpassen van afbeeldingen van Camera Raw kunt u de kleur en tinten van een volledige foto aanpassen. Voor het aanpassen van een bepaald gedeelte van een foto (of voor het maken van lokale aanpassingen, zoals tegenhouden en doordrukken) gebruikt u de tool Aanpassingspenseel , de tool Gegradueerd filter of de tool Radiaalfilter in Camera Raw.

Met de tool Aanpassingspenseel kunt u op selectieve wijze de belichting, textuur en duidelijkheid aanpassen en andere aanpassingen aanbrengen door ze als het ware op de foto te tekenen.

Met het gereedschap Gegradueerd filter kunt u dezelfde typen aanpassingen geleidelijk aanbrengen over een bepaald gebied van een foto. U kunt dit gebied net zo breed of smal maken als u wilt.

Met de tool Radiaalfilter kunt u een ellipsvormig gebied rond het onderwerp tekenen en selectief aanpassingen aanbrengen binnen of buiten het geselecteerde gebied. Zie Radiaalfilter in Camera Raw voor meer informatie.

U kunt voor elke foto beide soorten lokale aanpassingen gebruiken. U kunt instellingen voor lokale aanpassingen synchroniseren over meerdere geselecteerde afbeeldingen. U kunt ook voorinstellingen voor lokale aanpassingen maken, zodat u een veelgebruikt effect snel opnieuw kunt toepassen.

U moet enige tijd experimenteren om de lokale aanpassingen in Camera Raw onder de knie te krijgen. We raden u aan als volgt te werk te gaan: selecteer eerst een tool, geef daarna de toolopties op en pas de aanpassingen vervolgens toe op de foto. Vervolgens kunt u die aanpassing desgewenst bewerken of een nieuwe aanpassing toepassen.

Net als voor alle in Camera Raw aangebrachte aanpassingen geldt ook dat lokale aanpassingen niet-destructief zijn. Deze aanpassingen worden nooit permanent toegepast op de foto. Lokale aanpassingen worden net zo opgeslagen in een afbeelding als algemene aanpassingen: in een secundair XMP-bestand of in de Camera Raw-database, afhankelijk van wat er is opgegeven bij de Camera Raw-voorkeuren.

Lokale aanpassingen aanbrengen met de tool Aanpassingspenseel in Camera Raw

  1. Selecteer de tool Aanpassingspenseel  op de werkbalk (of druk op K).

    Camera Raw opent de opties voor de tool Aanpassingspenseel onder het histogram en stelt de maskeringsmodus in op Nieuw.

  2. Selecteer bij de opties voor het Aanpassingspenseel het type aanpassing dat u wilt maken door de schuifregelaar voor een van de effecten te slepen.

    Opmerking:

    De beschikbare effecten zijn afhankelijk van de procesversie die u gebruikt (2012, 2010 of 2003), zoals eerder aangegeven. Klik het pictogram met het uitroepteken in de rechterbenedenhoek van de voorvertoning van de afbeelding om een foto bij te werken naar de procesversie PV2012.

    Temperatuur

    Hiermee past u de kleurtemperatuur van een gedeelte van de afbeelding aan om het gedeelte warmer of kouder te maken. Met een temperatuureffect van het gegradueerde filter kunt u afbeeldingen verbeteren die zijn gemaakt bij variërende belichtingsomstandigheden.

    Kleur

    Hiermee kunt u een groene of magentakleurige kleurzweem compenseren.

     

    Belichting

    Hiermee stelt u de algehele helderheid van de afbeelding in. Als u een lokale belichtingscorrectie toepast, kunt u resultaten behalen die vergelijkbaar zijn met doordrukken en branden in traditionele fotografie.

    Contrast

    Hiermee kunt u het contrast van de afbeelding aanpassen, met meer effect in de middentonen. 

    Hooglichten

    Hiermee herstelt u de details in overbelichte afbeeldingsgedeelten met hooglichten.

     

    Schaduwen

    Hiermee herstelt u de details in onderbelichten afbeeldingsgedeelten met schaduwen.

    Witte tinten

    Hiermee past u de witte punten in een foto aan

    Zwarte tinten

    Hiermee past u de zwarte punten in een foto aan

    Structuur

    Hiermee verscherpt of vermindert u de textuur in uw foto. Verplaats de schuifregelaar naar links om details te egaliseren of naar rechts om details te accentueren. Wanneer u de schuifregelaar Textuur aanpast, verandert de kleur of de tint niet.

    Lokaal contrast

    Hiermee voegt u diepte aan een afbeelding toe door het lokale contrast te verhogen.

    Nevel verwijderen

    Hiermee versterkt of verzwakt u de bestaande nevel in een foto

    Verzadiging

    Hiermee wordt de scherpte of de zuiverheid van de kleur gewijzigd.

    Scherpte

    Hiermee verbetert u de definitie van randen, zodat details in een foto meer in het oog springen. Met een negatieve waarde worden details vager.

    Ruisreductie

    Hiermee vermindert u luminantieruis, die kan optreden als schaduwgedeelten lichter worden.

    Moiréreductie

    Hiermee verwijdert u moiré-artefacten of kleuralias.

    Rand verwijderen

    Hiermee verwijdert u kleuren langs de randen. Zie Lokale randkleuren verwijderen.

    Kleur

    Hiermee past u een kleurtint toe op het geselecteerde gebied. Selecteer de kleurtoon door op het vak met het kleurmonster rechts van de effectnaam te klikken.

    Opmerking:

    Klik op het plusteken (+) of het minteken (-) om het effect met een vooringestelde waarde te versterken of te verzwakken. Klik meerdere keren om een sterkere aanpassing te kiezen. Dubbelklik op de schuifregelaar om het effect weer in te stellen op nul.

  3. Geef de penseelopties op:

    Grootte

    Hiermee geeft u de diameter van de penseelpunt op in pixels.

    Doezelaar

    Hiermee regelt u de hardheid van de penseelstreek.

    Stroom

    Hiermee regelt u de toepassingsgraad voor de aanpassing.

    Dichtheid

    Hiermee regelt u de hoeveelheid transparantie van de penseelstreek.

    Automatische maskering

    Hiermee beperkt u de penseelstreken tot gebieden met dezelfde kleur.

    Maskering weergeven

    Hiermee schakelt u de zichtbaarheid van de maskerbedekking in het afbeeldingsvoorbeeld in of uit.

  4. Beweeg de tool Aanpassingspenseel over de afbeelding.

    Het dradenkruis geeft het toepassingspunt aan. Een dichte cirkel geeft de penseelgrootte aan. De zwart-wit gestreepte cirkel geeft de hoeveelheid voor de doezelaar aan.

    Opmerking:

    Als de doezelaar is ingesteld op 0, dan geeft de zwart-wit gestreepte cirkel de penseelgrootte aan. Bij zeer lage waarden van de doezelaar is het mogelijk dat de dichte cirkel niet zichtbaar is.

  5. Teken met het gereedschap Aanpassingspenseel in het gebied van de afbeelding dat u wilt aanpassen.

    Als u de muis loslaat, verschijnt er een speldpictogram  op het toepassingspunt. In de opties voor de tool Aanpassingspenseel verandert de maskeringsmodus in Toevoegen.

  6. (Optioneel) Verfijn de aanpassing op een van de volgende manieren:
    • Sleep de gewenste schuifregelaars in de opties voor het Aanpassingspenseel om het bijbehorende effect in de afbeelding aan te passen.
    • Druk op V om het speldpictogram weer te geven of te verbergen.
    • U kunt de zichtbaarheid van de maskerbedekking in- of uitschakelen via de optie Maskering weergeven, door op Y te drukken of door de muisaanwijzer op het speldpictogram te plaatsen.
    Opmerking:

    Als u de kleur van de maskerbedekking wilt aanpassen, klik dan op de kleurstaal naast de optie Maskering weergeven. Kies vervolgens een nieuwe kleur uit de Kleurkiezer.

    • Als u een deel van de aanpassingen wilt ongedaan maken, klikt u op Wissen bij de opties voor het Aanpassingspenseel en strijkt u met het penseel over de aanpassing.
    Opmerking:

    Als u een gummetje wilt maken dat andere eigenschappen heeft dan het huidige Aanpassingspenseel, klikt u op de knop van het menu Instellingen voor lokale aanpassingen  en kiest u de optie Afzonderlijke grootte gummetje. Geef vervolgens voor het gummetje de gewenste waarden op voor Grootte, Doezelaar, Stroom en Dichtheid.

    • U kunt de aanpassing volledig verwijderen door de speld te selecteren en op Verwijderen te drukken.
    • Druk op Ctrl+Z (Windows) of Command+Z (Mac OS) om de laatste aanpassing ongedaan te maken.
    • Klik op Alles wissen onder aan de opties voor het gereedschap om alle aanpassingen van de tool Aanpassingspenseel te verwijderen en de maskeringsmodus in te stellen op Nieuw.
  7. (Optioneel) Klik op Nieuw om een aanvullende aanpassing voor het gereedschap Aanpassingspenseel toe te passen. Gebruik de in stap 6 beschreven technieken om het filter te verfijnen.
    Opmerking:

    Als u met meerdere aanpassingen voor het Aanpassingspenseel werkt, moet u in de modus Toevoegen werken om te kunnen schakelen tussen de verschillende aanpassingen. Klik op een speldpictogram om de bijbehorende aanpassing te selecteren en deze te verfijnen.

Lokale aanpassingen aanbrengen met de tool Gegradueerde filter in Camera Raw

  1. Selecteer de tool Gegradueerde filter  op de werkbalk (of druk G).

    Camera Raw opent de opties voor de tool Gegradueerde filter onder het histogram en stelt de maskeringsmodus in op Nieuw.

  2. Kies het type aanpassing dat u wilt uitvoeren in de opties voor het Gegradueerde filter door de schuifregelaar voor de volgende effecten te slepen:

    Opmerking:

    De beschikbare effecten zijn afhankelijk van de procesversie die u gebruikt (2012, 2010 of 2003), zoals eerder aangegeven. Klik het pictogram met het uitroepteken in de rechterbenedenhoek van de voorvertoning van de afbeelding om een foto bij te werken naar de procesversie PV2012.

    Temperatuur

    Hiermee past u de kleurtemperatuur van een gedeelte van de afbeelding aan om het gedeelte warmer of kouder te maken. Met een temperatuureffect van het gegradueerde filter kunt u afbeeldingen verbeteren die zijn gemaakt bij variërende belichtingsomstandigheden.

    Kleur

    Hiermee kunt u een groene of magentakleurige kleurzweem compenseren.

    Belichting

    Hiermee stelt u de algehele helderheid van de afbeelding in. Als u een gegradueerd filter voor belichting toepast, kunt u resultaten behalen die vergelijkbaar zijn met doordrukken en branden in traditionele fotografie.

    Contrast

    Hiermee kunt u het contrast van de afbeelding aanpassen, met meer effect in de middentonen.

    Hooglichten

    Hiermee herstelt u de details in overbelichte afbeeldingsgedeelten met hooglichten.

    Schaduwen

    Hiermee herstelt u de details in onderbelichten afbeeldingsgedeelten met schaduwen.

    Witte tinten

    Hiermee past u de witte punten in een foto aan

    Zwarte tinten

    Hiermee past u de zwarte punten in een foto aan

    Structuur

    Hiermee verscherpt of vermindert u de textuur in uw foto. Verplaats de schuifregelaar naar links om details te egaliseren of naar rechts om details te accentueren. Wanneer u de schuifregelaar Textuur aanpast, verandert de kleur of de tint niet.

    Lokaal contrast

    Hiermee voegt u diepte aan een afbeelding toe door het lokale contrast te verhogen.

    Nevel verwijderen

    Hiermee versterkt of verzwakt u de bestaande nevel in een foto

    Verzadiging

    Hiermee wordt de scherpte of de zuiverheid van de kleur gewijzigd.

    Scherpte

    Hiermee verbetert u de definitie van randen, zodat details in een foto meer in het oog springen. Met een negatieve waarde worden details vager.

    Ruisreductie

    Hiermee vermindert u luminantieruis, die kan optreden als schaduwgedeelten lichter worden.

    Moiréreductie

    Hiermee verwijdert u moiré-artefacten of kleuralias.

    Rand verwijderen

    Hiermee verwijdert u kleur langs de randen. Zie Lokale randkleuren verwijderen.

    Kleur

    Hiermee past u een kleurtint toe op het geselecteerde gebied. Selecteer de kleurtoon door op het vak met het kleurmonster rechts van de effectnaam te klikken.

    Opmerking:

    Klik op het plusteken (+) of het minteken (-) om het effect met een vooringestelde waarde te versterken of te verzwakken. Dubbelklik op de schuifregelaar om het effect weer in te stellen op nul.

  3. Sleep in de foto om een gegradueerde filter toe te passen over een gedeelte van de foto.

    Het filter begint bij de rode stip en de rode stippellijn en gaat verder langs de groene stip en de groene stippellijn.

    De maskeringsmodus in de opties van het Gegradueerde filter schakelt over naar Bewerken.

  4. (Optioneel) Verfijn het effect van het filter op een van de volgende manieren:
    • Sleep een van de schuifregelaars bij de opties voor het Gegradueerde filter om het filter aan te passen.
    • Bepaal de zichtbaarheid van de hulp-overlays met de optie Overlay, of druk of de toets V.
    • Sleep de groene of rode stip om het effect te vergroten, verkleinen of draaien.
    • Sleep de zwart-witte stippellijn om het effect te verschuiven.
    • Plaats de aanwijzer boven de groen-witte of rood-witte stippellijn, bij de groene of de rode stip, totdat u een pijl met dubbele punten ziet. Sleep vervolgens om het effect te vergroten of verkleinen aan dat einde van het bereik.
    • Plaats de aanwijzer boven de groen-witte of rood-witte stippellijn, bij de groene of de rode stip vandaan totdat u een kromme pijl met dubbele punten ziet. Vervolgens kunt u door te slepen het effect roteren.
    • Verwijder het filter door op Verwijderen te klikken.
    • Druk op Ctrl+Z (Windows) of Command+Z (Mac OS) om de laatste aanpassing ongedaan te maken.
    • Gebruik de optie Masker om maskervisualisatie in te schakelen. U kunt ook op Y drukken om de instelling Masker in of uit te schakelen.
    • Klik op Alles wissen onder aan de opties voor het gereedschap om alle effecten van het Gegradueerde filter te verwijderen en de maskeringsmodus in te stellen op Nieuw.
  5. (Optioneel) Klik op Nieuw om een aanvullend effect voor het gereedschap Gegradueerde filter toe te passen. Gebruik de in stap 4 beschreven technieken om het filter te verfijnen.
    Opmerking:

    Wanneer u werkt met meerdere effecten voor het Gegradueerde filter, kunt u op een bedekking klikken om dat effect te selecteren en opnieuw te definiëren.

Een gegradueerd filter wijzigen met besturingselementen voor het penseel

U kunt Gegradueerd-filtermaskers wijzigen met de besturingselementen voor het penseel. Als u een masker hebt toegevoegd en de besturingselementen van het penseel wilt openen, selecteert u de optie Penseel naast Nieuw/Bewerken. U kunt ook Shift ingedrukt houden en vervolgens op de toets K drukken terwijl u een gegradueerd filter hebt geselecteerd.

Gebruik de penselen + en - naar wens.

Zie voor een videobeschrijving van de besturingselementen voor het penseel Filterpenseel in Adobe Camera Raw (Engelstalig).

Opmerking:

De functie voor toevoegen/verwijderen is alleen beschikbaar voor gebruikers van Photoshop CC, die ook Camera Raw 8.5 of nieuwer gebruiken.

Lokale aanpassingen toepassen met de maskers Kleur-, Luminantie- of Dieptebereik

Bijgewerkt in de versie van oktober 2018 van Camera Raw

Met behulp van de bereikmaskers Kleur, Luminantie en Dieptebereik maakt u snel een nauwkeurig maskergebied op uw foto waarop u lokale aanpassingen kunt toepassen.

U begint met het maken van een snelle, eerste maskerselectie met de Aanpassingspenselen of het Radiaalfilter/Gegradueerde filter. Verfijn uw selectie vervolgens met de Kleurbereikkiezer om monsters te nemen van de kleuren in het maskergebied, met de selector of schuifregelaar voor het luminantiebereik om de eindpunten van het luminantiebereik van het selectiemasker in te stellen of met de selector of schuifregelaar voor het dieptebereik om de eindpunten van het dieptebereik van het selectiemasker in te stellen.

Selectie verfijnen met een dieptebereikmasker

Opmerking:

Het dieptebereikmasker is alleen beschikbaar voor foto's waarin dieptegegevens zijn ingesloten. Momenteel geldt dat alleen voor HEIC-foto's die in de modus Staand zijn vastgelegd met de ingebouwde iOS-camera-app van een Apple iPhone 7+, 8+, X, XS, XS MAX en XR (hier vindt u een lijst met ondersteunde Apple iPhones). Als er geen dieptegegevens voor een afbeelding beschikbaar zijn, is de maskeroptie Diepte uitgeschakeld in het keuzemenu Bereikmasker.

Nadat u een eerste selectiemasker hebt gemaakt met de aanpassingspenselen, het radiaalfilter of het gegradueerd filter, kunt u het maskergebied verfijnen aan de hand van het dieptebereik van de selectie. Ga als volgt te werk om dit dieptebereikmasker te gebruiken:

  1. Open een foto in Adobe Camera Raw.

  2. Selecteer het Aanpassingspenseel, de tool Gegradueerde filter of de tool Radiaalfilter op de werkbalk in het dialoogvenster Camera Raw. Maakt vervolgens een eerste selectiemasker over een specifiek gedeelte van de foto dat u wilt corrigeren.

    Eerste masker
    Eerste maskergebied gemaakt met een Gegradueerd filter dat de hele foto bedekt.

  3. Kies in de toolopties in het deelvenster Aanpassingen rechts het type Bereikmasker als Diepte in de vervolgkeuzelijst. Standaard is het Bereikmasker ingesteld op Geen (standaard uitgeschakeld).

    Dieptebereikmasker

  4. Voer de volgende handelingen uit om een dieptebereik in het maskergebied te selecteren:

    • Pas de schuifregelaar Dieptebereik aan om de eindpunten van het geselecteerde dieptebereik in te stellen. U kunt ook de tool Pipet selecteren (boven de schuifregelaar Dieptebereik). Klik en sleep een gebied op de afbeelding om het bereik in te stellen. Het wordt aanbevolen een kleiner gebied te selecteren met deze tool om u te beperken tot een specifiek dieptebereik.
    • Gebruik de schuifregelaar Vloeiendheid om in te stellen hoe vloeiend het wegvallen aan een van de kanten van het geselecteerde dieptebereik moet zijn.
    Opmerking:

    Als u een nauwkeuriger beeld van het maskergebied wilt krijgen, houdt u Alt (Win) of Optie (Mac) ingedrukt terwijl u de schuifregelaars voor Dieptebereik of Vloeiendheid verplaatst om een zwart-witvisualisatie van uw foto te krijgen.

  5. Schakel het selectievakje Dieptetoewijzing visualiseren in om de dieptegegevens van de foto in zwart-witweergave te bekijken. Het witte gedeelte van de foto vertegenwoordigt de voorgrond, terwijl het zwarte gedeelte van de foto de achtergrond vertegenwoordigt. De rode kleur toont het feitelijk gemaskeerde gebied. Dit is een doorsnede van de diepte en de lokale aanpassing die is toegepast.

    Dieptetoewijzing visualiseren
    Selecteer Dieptetoewijzing visualiseren om de dieptegegevens van de foto weer te geven.

    Nadat u het maskergebied hebt verfijnd, kunt u in het deelvenster Aanpassingen selectieve wijzigingen maken voor nauwkeurige fotografische bewerkingen.

Werken met een Kleurbereikmasker

Nadat u een eerste selectiemasker op uw foto maakt met de Aanpassingspenselen of Radiaalfilter/Gegradueerde filters, kunt u het selectiemasker verfijnen gebaseerd op de kleuren die u selecteert in het maskergebied.

  1. Open een foto in Adobe Camera Raw.

    Foto wordt bewerkt in Camera Raw
    Foto wordt bewerkt in Camera Raw

  2. Selecteer het Aanpassingspenseel, de tool Gegradueerde filter of de tool Radiaalfilter uit de werkbalk in het dialoogvenster Camera Raw. Maakt vervolgens een eerste selectiemasker over een specifiek gedeelte van de foto dat u wilt corrigeren.

    Eerste masker gemaakt met een Gegradueerd filter dat de hele foto bedekt
    Eerste masker gemaakt met een Gegradueerd filter dat de hele foto bedekt

  3. Kies in de toolopties in het deelvenster Aanpassingen rechts het type Bereikmasker als Kleur in de vervolgkeuzelijst. Standaard is het Bereikmasker ingesteld op Geen (standaard uitgeschakeld).

  4. Gebruik de pipet (dicht bij de optie Bereikmasker) om een kleur in het maskergebied te selecteren. Ga als volgt te werk:

    • Als u één kleur in het maskergebied wilt selecteren, klikt u met de pipet op de gewenste locatie op de foto. 
    • U kunt nauwkeuriger kleuren selecteren als u klikt en een gebied sleept rond de kleuren in de foto die u wilt aanpassen.
    • Om monsters te nemen van kleuren uit meerdere selecties, houdt u de Shift-toets ingedrukt als u één kleur (Shift+klikken) of een gebied (Shift+klikken+slepen) selecteert. U kunt maximaal vijf kleurmonsters toevoegen.
    Een Kleurbereikmasker dat de achtergrondkleuren in de foto bedekt

  5. Pas de schuifregelaar voor kleurbereik aan om het bereik aan geselecteerde kleuren te vergroten of verkleinen.

    Opmerking:

    Als u een nauwkeuriger beeld van het maskergebied wilt krijgen, houdt u Alt (Win) of Optie (Mac) ingedrukt terwijl u de schuifregelaar voor kleurbereik verplaatst om een zwart-witvisualisatie van uw foto te krijgen.

    Als u het nemen van kleurmonsters wilt stoppen, drukt u op de toets Esc of klikt u met het pipet (bij de optie Bereikmasker).

    Lokale aanpassingen toegepast op het kleurenmasker
    Lokale aanpassingen toegepast op het kleurenmasker. Verminderde belichting, hooglichten en verzadiging in het Effectenmenu maken de achtergrond donkerder en laten de bladeren er meer uitspringen.

Nadat u het maskergebied verfijnt, kunt u selectieve wijzigingen maken voor een nauwkeurige fotografische bewerkingen.

Met Adobe Camera Raw 10.1 en later kunt u een monster van een kleurbereikmasker verwijderen. Houd daartoe Alt (Windows) of Option (Mac) ingedrukt en klik op het monster van het kleurbereikmasker.

Werken met een Luminantiebereikmasker

Nadat u een eerste selectiemasker op uw foto maakt met de Aanpassingspenselen of Radiaalfilter/Gegradueerde filters, kunt u het maskergebied verfijnen gebaseerd op het luminantiebereik van de selectie.

  1. Open een foto in Adobe Camera Raw.

  2. Selecteer het Aanpassingspenseel, de tool Gegradueerde filter of de tool Radiaalfilter uit de werkbalk in het dialoogvenster Camera Raw. Maakt vervolgens een eerste selectiemasker over een specifiek gedeelte van de foto dat u wilt corrigeren.

    Eerste maskergebied gemaakt met een Gegradueerd filter
    Eerste maskergebied gemaakt met een Gegradueerd filter.

  3. Kies in de toolopties in het deelvenster Aanpassingen rechts het type Bereikmasker als Luminantie in de vervolgkeuzelijst. Standaard is het Bereikmasker ingesteld op Geen.

    Luminantiebereikmasker
    Dieptebereikmasker

    • Pas de schuifregelaar voor luminantiebereik aan om de eindpunten van het geselecteerde luminantiebereik in te stellen. U kunt ook de tool Pipet selecteren (boven de schuifregelaar Luminantiebereik). Klik en sleep een gebied in de foto dat u wilt aanpassen. U kunt het beste een klein gebied kiezen om u te beperken tot een specifiek luminantiebereik.
    • Gebruik de schuifregelaar Vloeiendheid om in te stellen hoe vloeiend het wegvallen is aan een van de kanten van het geselecteerde luminantiebereik.
    Opmerking:

    Als u een nauwkeuriger beeld van het maskergebied wilt krijgen, houdt u Alt (Win) of Optie (Mac) ingedrukt terwijl u de schuifregelaars voor Luminantiebereik of Vloeiendheid verplaatst om een zwart-witvisualisatie van uw foto te krijgen.

    Lokale aanpassingen toegepast op het luminantiebereikmasker
    Lokale aanpassingen toepassen op het bereikmasker Luminantie.

  4. Schakel het selectievakje Luminantietoewijzing visualiseren in om de luminantiegegevens van de afbeelding in zwart-witweergave te bekijken. Het gedeelte in rood toont het feitelijk gemaskeerde gebied. Dit is een doorsnede van de diepte en de lokale aanpassing die is toegepast.

    Luminantietoewijzing visualiseren
    Selecteer Luminantietoewijzing visualiseren om de luminantiegegevens van de foto weer te geven.

Nadat u het maskergebied hebt verfijnd, kunt u selectieve wijzigingen maken voor nauwkeurige fotografische bewerkingen.

Voorinstellingen voor lokale aanpassingen opslaan en toepassen

U kunt lokale aanpassingen opslaan als voorinstellingen zodat u de effecten snel kunt toepassen op andere afbeeldingen. U kunt voorinstellingen voor lokale aanpassingen maken, selecteren en beheren met het menu Camera Raw-instellingen  bij de opties voor het Aanpassingspenseel of het Gegradueerde filter. U kunt voorinstellingen voor lokale aanpassingen toepassen met het Aanpassingspenseel  of het Gegradueerde filter .

Opmerking:

Lokale aanpassingen kunnen niet worden opgeslagen met voorinstellingen voor Camera Raw-afbeeldingen.

  1. Klik bij de opties voor het Aanpassingspenseel of het Gegradueerde filter in het dialoogvenster Camera Raw op de knop van het menu Camera Raw-instellingen  . Kies een van de volgende opdrachten:

    Nieuwe lokale correctievoorinstelling

    Slaat de huidige effectinstellingen voor de lokale aanpassing op als voorinstelling. Typ een naam en klik op OK. Opgeslagen voorinstellingen worden weergegeven in het menu Instellingen voor lokale aanpassingen en kunnen worden toegepast op elke afbeelding die is geopend in Camera Raw.

    Verwijderen “naam voorinstelling”

    Verwijdert de geselecteerde voorinstelling voor lokale aanpassingen.

    Naam wijzigen “naam voorinstelling”

    Wijzigt de naam van de geselecteerde voorinstellingen voor lokale aanpassingen. Typ een naam en klik op OK.

    Naam voorinstelling

    Selecteer een voorinstelling om de instellingen toe te passen met het Aanpassingspenseel of het Gegradueerde filter.

Houd rekening met het volgende als u voorinstellingen voor lokale aanpassingen gebruikt:

  • Er kan slechts één voorinstelling voor lokale aanpassingen tegelijk worden geselecteerd.

  • Als u een voorinstelling voor lokale aanpassing toepast met het Aanpassingspenseel, kunt u de penseelopties nog steeds aanpassen, waaronder Grootte, Doezelaar, Stroom en Dichtheid. De voorinstelling past de effectinstellingen toe op de opgegeven penseelgrootte.

  • Nadat een voorinstelling voor lokale aanpassingen is toegepast, kunt u het effect naar wens aanpassen.

  • Dezelfde effectinstellingen zijn beschikbaar voor het Aanpassingspenseel en het Gegradueerde filter. Daarom kunnen voorinstellingen voor lokale aanpassingen worden toegepast met beide tools, ongeacht met welke tool de voorinstelling is gemaakt.

 Adobe

Krijg sneller en gemakkelijker hulp

Nieuwe gebruiker?