Een tekstmacro is een manier om versneld een reeks toetsaanslagen uit te voeren. Een macro kan eenvoudig zijn, bijvoorbeeld een woord of zinsdeel dat u vaak gebruikt, of complex, zoals een opgemaakt adres. Een macrocode is de naam van de tekstmacro die u maakt. In plaats van telkens "bijvoorbeeld" te typen, kunt u een macrocode maken, zoals "bijv", waarmee het volledige woord wordt weergegeven.
De code wordt weergegeven in de lijst Tekstmacro's.
Standaard wordt in ingevoegde of omgewisselde macrotekst gebruikgemaakt van de stijlkenmerken van de doelalinea.
Sneltoetsen zijn handig als de optie Macrotekst automatisch wisselen in het deelvenster Tekstmacro's is uitgeschakeld.
Als de sneltoets die u aan de macro wilt toewijzen, reeds aan een andere functie is toegewezen, wordt het waarschuwingssymbool onder aan het dialoogvenster weergegeven met het bericht "Momenteel toegewezen aan: [functie]". Als u ervoor kiest de sneltoets toe te wijzen aan de macro, wordt de vorige sneltoetsfunctie overschreven.
U kunt de macrocode tijdens het typen automatisch door macrotekst laten vervangen door een sneltoets voor macro's te gebruiken of door Macrotekst wisselen te kiezen in het menu van het deelvenster Tekstmacro's.
Gebruik de opdracht Macro dupliceren om een kopie van een bestaande macro te maken. Aan de gedupliceerde macro wordt dezelfde code toegewezen als aan het origineel, maar met een nummer eraan toegevoegd. De gedupliceerde macro wordt direct na de oorspronkelijke macro weergegeven in het deelvenster Tekstmacro's. Als bijvoorbeeld de macro "PUNT" wordt gedupliceerd, wordt een kopie van deze macro gemaakt met de naam "PUNT1".
Wanneer u een macro eenmaal hebt verwijderd, kunt u deze verwijdering niet meer ongedaan maken.
U kunt macrotekst op drie verschillende manieren invoegen: met de opdracht Macrotekst invoegen waarmee de macrotekst bij de invoegpositie wordt ingevoegd, automatisch tijdens het typen of door ingevoerde tekst te vervangen door macrotekst.
Als u Macrotekst automatisch wisselen selecteert, worden macrocodes automatisch omgezet naar macrotekst terwijl u typt. Stel dat u een macrocode hebt gemaakt met de naam "EU". Als u nu EU typt gevolgd door een teken voor het eindigen van een woord (zoals een spatie of punt), wordt de tekst "Europese Unie" weergegeven. In de macrocode wordt onderscheid gemaakt tussen hoofdletters en kleine letters.
Als u de tekst van de macrocode wilt herstellen, kiest u Bewerken > Ongedaan maken totdat de macrocode opnieuw wordt weergegeven.
Met de opdracht Macrotekst invoegen wordt de geselecteerde macrotekst ingevoegd bij de huidige tekstinvoegpositie.
Druk op de sneltoets voor de gewenste macro.
Selecteer de gewenste macro in het deelvenster Tekstmacro's en kies Macrotekst invoegen in het menu van het deelvenster of klik op de knop Macrotekst invoegen .
Met de opdracht Macrotekst wisselen wordt de tekst die onmiddellijk aan de huidige tekstinvoegpositie voorafgaat, doorzocht op een gedefinieerde macrocode (hoofdlettergevoelig) en wordt een gevonden macrocode verwijderd en vervangen door de bijbehorende macrotekst. Stel dat u een tekstmacro hebt gemaakt voor "Europese Unie" met de macrocode "EU". U kunt de macro gebruiken door EU te typen, de tekstinvoegpositie onmiddellijk na de macrocode te plaatsen en de optie Macrotekst wisselen te kiezen. In InCopy wordt vervolgens de tekst onmiddellijk voorafgaand aan de invoegpositie doorzocht en wordt "EU" vervangen door de macrotekst "Europese Unie".
De opdracht Macrotekst wisselen doorzoekt niet het hele document om elke instantie van de macrocode te vinden. Als u alle vermeldingen van een woord of zinsdeel wilt zoeken en wijzigen, gebruikt u de opdracht Zoeken/Wijzigen.
Aanmelden bij je account