Een van de krachtigste aspecten van Adobe Photoshop is dat je afbeeldingen kunt combineren om fascinerende composities te creëren.
Een structuur aanbrengen met overvloeimodi.
Met de overvloeimodus voor lagen kun je snel twee afbeeldingen in elkaar laten overvloeien. De overvloeimodus komt in veel situaties van pas, bijvoorbeeld als je een structuur aan een afbeelding wilt toevoegen. Om te beginnen, open je deze foto, een van de downloadbare oefenbestanden voor deze zelfstudie. Je kunt ook een eigen foto gebruiken. Eerst voeg je een andere afbeelding toe, een afbeelding van een structuur. Ga naar het menu Bestand en kies Ingesloten plaatsen. Navigeer naar de afbeelding van een structuur, zoals dit oefenbestand voor deze zelfstudie. En klik op Plaatsen. Dit is een foto van een muur die ik heb gemaakt. Het is een goed idee om dit soort beelden vast te leggen als je ze tegenkomt, zodat je beschikt over een verzameling structuren die je kunt gebruiken in Photoshop. Om het plaatsen van de structuurafbeelding te bevestigen, ga ik naar de optiebalk en klik ik op het vinkje. Kijk nu naar het deelvenster Lagen. Omdat we de afbeelding hebben toegevoegd met Ingesloten plaatsen, is er automatisch een nieuwe laag voor de structuurfoto gemaakt. Zorg dat deze nieuwe laag is geselecteerd. Om een overvloeimodus voor lagen toe te passen, ga je naar deze vervolgkeuzelijst boven aan het deelvenster Lagen. Hier vind je een lijst met overvloeimodi waaruit je kunt kiezen. Bij elke overvloeimodus wordt een andere methode gebruikt om de kleuren op de geselecteerde laag te laten overvloeien in de kleuren op de lagen eronder. Het resultaat is afhankelijk van de afbeeldingen die je gebruikt. Probeer niet te raden wat het effect van een bepaalde overvloeimodus is. Het is veel gemakkelijker om de modus uit te proberen op je afbeeldingen. Daarvoor klik je op een overvloeimodus in dit menu om deze toe te passen. Laten we bijvoorbeeld op de overvloeimodus Bedekken klikken om het effect op deze afbeelding te bekijken. Photoshop laat de kleuren en kleurtonen in de structuurlaag overvloeien in die op de achtergrondlaag eronder. We kunnen ook een andere modus proberen. Laten we Zwak licht nemen. Deze modus lijkt op Bedekken, maar is subtieler. Zo kun je op elke overvloeimodus in het menu klikken om het effect op je afbeeldingen te zien. Ik heb nog een tip: er is een snellere manier om overvloeimodi uit te proberen. Je kunt de modi één voor één weergeven met een sneltoets. Ga naar de gereedschapset en selecteer het gereedschap Verplaatsen. Houd de Shift-toets ingedrukt en druk op de plustoets boven aan het toetsenbord. Telkens wanneer je op de plustoets drukt, wordt de volgende overvloeimodus in het menu toegepast. In het deelvenster Lagen zie je dat de namen van de overvloeimodi veranderen als ik dit doe. En als je de andere kant op wilt gaan in het menu, houd je de Shift-toets ingedrukt en druk je op de mintoets op het toetsenbord. Bij deze twee afbeeldingen vind ik de overvloeimodus Bedekken het mooist. Ik ga terug naar het menu met overvloeimodus en ik kies Bedekken. Als je het resultaat te heftig vindt, kun je de dekking van de structuurlaag verminderen met de schuifregelaar Dekking, rechts van het menu met overvloeimodi. Zorg dat de structuurlaag is geselecteerd in het deelvenster Lagen en sleep de schuifregelaar Dekking naar links door op de naam te klikken en te slepen. Als je tevreden bent met het resultaat, ga je naar het menu Bestand, kies je Opslaan als en sla je het werkbestand op in de Photoshop- of PSD-indeling. Overvloeimodi zijn niet alleen handig om structuur aan een foto toe te voegen. Met overvloeimodi voor lagen kun je ook eenvoudig de inhoud van twee afbeeldingen combineren. Laten we kijken hoe dat gaat. Ga naar het menu Bestand, kies Openen en navigeer naar een andere foto uit de reeks oefenbestanden. Deze foto van verward garen. Ik klik op Openen. Ga naar het menu Bestand, kies Openen en navigeer naar een andere foto uit de reeks oefenbestanden. Ik ga naar het menu Bestand, kies Ingesloten plaatsen, navigeer naar de tweede foto zoals deze foto uit de reeks oefenbestanden, en klik op Plaatsen. Vervolgens ga ik naar de optiebalk en klik ik op het vinkje. Nu gaan we een overvloeimodus voor lagen toepassen op de bovenste laag. Het gereedschap Verplaatsen moet nog steeds geselecteerd zijn in de gereedschapset. Ik ga naar het menu met overvloeimodi voor lagen en kies een optie in het menu. Zoals je net hebt gezien, kun je ook de Shift-toets ingedrukt houden en op de plustoets drukken om de overvloeimodi één voor één weer te geven en de verschillende effecten te bekijken. Bij deze twee afbeeldingen vind ik de overvloeimodus Lichter het mooist. Ik ga terug naar het menu met overvloeimodi en kies Lichter. Je kunt interessante effecten krijgen als je afbeeldingen op deze manier combineert. Oefen met de overvloeimodi voor lagen op je eigen afbeeldingen. In de volgende video kijken we naar een andere methode om afbeeldingen te combineren: een laagmasker. Bekijk ook die video.
Wat je hebt geleerd: structuur aan een afbeelding toevoegen
- Begin met twee lagen. De bovenste laag bevat de afbeelding met de structuur die je wilt toevoegen en de onderste laag bevat de hoofdafbeelding.
- Zorg dat de bovenste laag (structuur) is geselecteerd in het deelvenster Lagen.
- Wijzig in de vervolgkeuzelijst boven aan het deelvenster Lagen de overvloeimodus van Normaal in Bedekken. Hierdoor verandert de manier waarop de kleuren in de structuurlaag overvloeien in de kleuren in de laag eronder. Probeer enkele andere overvloeimodi uit om het gewenste effect voor je afbeeldingen te vinden.
- Experimenteer met de schuifregelaar Dekking boven aan het deelvenster Lagen en verminder de dekking om de weergave van de structuur op de afbeelding te wijzigen.
Een object aan een afbeelding toevoegen met een laagmasker.
Een van de grootste voordelen van Photoshop is dat je meerdere objecten kunt combineren om een zogenaamde compositie te maken. Als je mee wilt doen, open je deze afbeelding uit de reeks oefenbestanden, een foto van de hand van een beeldhouwer. Om een foto van een kunstwerk van de beeldhouwer in te voegen, ga je naar het menu Bestand en kies je Ingesloten plaatsen. Selecteer deze afbeelding en klik op Plaatsen. Ga vervolgens naar de optiebalk en klik op het vinkje. In het deelvenster Lagen is een nieuwe laag gemaakt met alleen de foto van het kunstwerk, een potlood tegen een houten achtergrond. We gaan nu het potlood uitsnijden, zodat de houten achtergrond verdwijnt. Dat kun je doen door het hout uit te gummen. Maar die methode heeft enkele nadelen. Probeer het maar. Selecteer het gummetje in de gereedschapset. Ga naar de afbeelding en klik. Vervolgens verschijnt dit bericht. Klik op OK om het bericht te sluiten. Sleep nu over de afbeelding om een deel van het hout uit te gummen. Het nadeel van deze methode is dat als je deze afbeelding nu opslaat, sluit en weer opent, de pixels die je hebt uitgegumd permanent verwijderd zijn. Als je haast hebt, kun je het gummetje gebruiken. Maar ik laat je nu een methode zien die flexibeler is: een laagmasker. Om een laagmasker te maken, ga je naar het deelvenster Lagen en zorg je dat de laag Object is geselecteerd. Vervolgens ga je naar de onderkant van het deelvenster Lagen en klik je op dit pictogram, dat eruitziet als een rechthoek met een cirkel. Daardoor wordt dit laagmasker aan de laag Object toegevoegd. In eerste instantie is een laagmasker wit, zoals dit. En als een laagmasker wit is, wordt alles op de laag waaraan het masker is gekoppeld, weergegeven. Alles op de laag Object. Maar laten we eens kijken wat er gebeurt als we met zwart schilderen op dit laagmasker. Controleer eerst of het laagmasker is geselecteerd en niet de miniatuur van de afbeelding. Het masker moet deze rand hebben. Ga naar de gereedschapset en selecteer het penseel. Ga naar de onderkant van de gereedschapset en controleer of de voorgrondkleur zwart is. Als dat niet zo is, druk je op de D-toets om de standaardkleuren in te stellen. Nu zijn de standaardkleuren ingesteld: zwart als voorgrondkleur en wit als achtergrondkleur. Ga naar de afbeelding. Druk op de toets met het vierkante haakje openen of sluiten om de grootte van het penseeluiteinde te wijzigen. Schilder nu in de afbeelding. De zwarte kleur op het laagmasker verbergt de afbeelding op de laag Object. Als je per ongeluk over het potlood heen schildert, ga je terug naar de gereedschapset en klik je op de gebogen pijl boven de kleurvakken. Daardoor wordt wit als voorgrondkleur ingesteld. Ga nu terug naar de afbeelding en schilder met wit om de inhoud van de laag Object weer te geven, zodat het potlood weer helemaal zichtbaar is. Hier is een geheugensteuntje voor als je op een laagmasker schildert: zwart verhult en wit onthult. Ga nu terug naar de gereedschapset en stel weer zwart als voorgrondkleur in. Schilder over het laagmasker om het hout te verbergen en schakel over naar wit als je per ongeluk over het potlood heen schildert. Om sneller verder te kunnen, laat ik nu zien hoe de afbeelding eruitziet als het hout helemaal verborgen is. Het geeft niet als de rand niet helemaal perfect is. Dat zou nu te veel tijd kosten, vooral met een muis of trackpad. Het gaat erom dat je begrijpt hoe laagmaskers werken. In de volgende video laat ik een andere methode zien waarmee je een scherpere rand krijgt. Daarvoor selecteer je een object en vul je het met zwart. Je hoeft dan niet met zwart en wit te schilderen. Tot slot gaan we nu de grootte en de plaats van het potlood wijzigen. Ga naar het menu Bewerken en kies Vrije transformatie. Houd de Shift-toets ingedrukt ga naar een van de hoeken, houd de muisknop ingedrukt en sleep naar binnen om het potlood kleiner te maken. Plaats de aanwijzer buiten de hoek. Als de aanwijzer in een gebogen dubbele pijl verandert, klik en sleep je om het potlood te draaien. Plaats de aanwijzer in het kader en sleep het potlood naar de gewenste plek in de afbeelding. Ga vervolgens naar de optiebalk en klik op het vinkje. Als je deze afbeelding opslaat, gebruik je de opdracht Opslaan als en sla je het werkbestand op in de Photoshop- of PSD-indeling, zodat de lagen en het laagmasker behouden blijven. Omdat je een laagmasker hebt gebruikt om het hout op de laag Object te verbergen en het niet permanent hebt verwijderd met het gummetje, blijft de laag Object intact, zodat je op elk gewenst moment het laagmasker kunt aanpassen met zwart of wit. Je kunt het laagmasker zelfs verwijderen door het naar de prullenbak te slepen hier onder aan het deelvenster Lagen. Die flexibiliteit bij het bewerken is het grote voordeel van laagmaskers.
Wat je hebt geleerd: een object aan een afbeelding toevoegen met een laagmasker
- Begin met twee lagen. De bovenste laag bevat de afbeelding met het object dat je wilt toevoegen
en de onderste laag bevat de hoofdafbeelding.
- Zorg dat de bovenste laag (met het object dat je wilt toevoegen) is geselecteerd in het deelvenster Lagen.
- Klik onder aan het deelvenster Lagen op het pictogram Laagmasker toevoegen. Hierdoor wordt een witte rechthoek of miniatuur toegevoegd die aan de bovenste laag is gekoppeld. Deze witte rechthoek is het laagmasker. Het laagmasker bepaalt welk deel van de gekoppelde laag zichtbaar is en welk deel verborgen is. De witte kleur op het masker geeft gebieden aan die zichtbaar zijn. De zwarte kleur op het masker geeft gebieden aan die verborgen zijn.
- Selecteer het gereedschap Penseel in het deelvenster Gereedschappen. Zorg dat het masker is geselecteerd (door op de maskerminiatuur in het deelvenster Lagen te klikken) en schilder met zwart of wit om gebieden van de gekoppelde laag te verbergen of zichtbaar te maken.
Een achtergrond vervangen door een andere achtergrond met behulp van een laagmasker.
Soms moet je een combinatie van afbeeldingen of een storende achtergrond vervangen. Dat gaan we in deze video doen. Daarbij kom je ook meer te weten over laagmaskers. We beginnen met deze foto, een van de oefenbestanden, waarop een houtsnijkunstwerk staat. Laten we de achtergrond vervangen door een interessantere foto van het atelier van de kunstenaar. Eerst gaan we een andere achtergrondafbeelding invoegen. Ga naar het menu Bestand, kies Ingesloten plaatsen, navigeer naar deze afbeelding en klik op Plaatsen. Ga naar de optiebalk en klik op het vinkje. Het deelvenster Lagen bevat een nieuwe laag met de nieuwe afbeelding. We moeten die nieuwe laag onder de oorspronkelijke achtergrondlaag slepen. Maar dat gaat niet omdat de achtergrondlaag vergrendeld is. Als je deze laag alleen wilt ontgrendelen, klik je op dit slotpictogram. Maar als je de laag wilt ontgrendelen en hernoemen in één stap, selecteer je de achtergrondlaag door erop te klikken en klik je met de rechtermuisknop of houd je de Control-toets ingedrukt en klik je als je een Mac gebruikt en kies je Laag uit achtergrond. Het dialoogvenster Nieuwe laag verschijnt. Typ een nieuwe naam voor deze laag. Ik noem de laag 'Pencil' en klik op OK. Selecteer nu de laag Replace_Background2 en sleep deze laag onder de laag Pencil. Je kunt je vinger loslaten bij het gebruik van de muis of het trackpad wanneer je een dubbele lijn ziet onder de laag Pencil. Vervolgens gaan we de achtergrond selecteren. Je kunt de achtergrond helemaal uit de afbeelding verwijderen, maar dat is een permanente wijziging en dat betekent minder bewerkingsmogelijkheden. Als je meer flexibiliteit wilt, gebruik je een selectie met een laagmasker. Ik zal het laten zien. Klik op de laag Pencil in het deelvenster Lagen. Ga naar de gereedschapset en selecteer het gereedschap Snelle selectie. Je kunt nu het object op de voorgrond of de achtergrond selecteren. Klik en sleep over de achtergrond om die te selecteren. Voordat we een laagmasker toepassen, zorgen we dat het object dat zichtbaar moet zijn is geselecteerd, en niet het object dat we willen verbergen. We moeten deze selectie dus omkeren. Ga naar het menu Selecteren en kies Selectie omkeren. Ga nu naar het deelvenster Lagen en klik op het pictogram voor het maken van een nieuw laagmasker onder aan het deelvenster. Zo hebben we veel tijd bespaard. Photoshop heeft een laagmasker gemaakt en het gebied dat niet was geselecteerd op het laagmasker is zwart gemaakt. En met het zwarte deel van het laagmasker wordt de inhoud van de gekoppelde laag, de laag Pencil, verborgen. Met het witte deel van het laagmasker wordt de inhoud van de laag weergegeven. Op dit masker zorgt het wit dat het potlood wordt weergegeven en het zwart dat de rest wordt verborgen, zodat we de achtergrondlaag eronder zien. Als je tevreden bent met het resultaat, ben je verder klaar. Je hebt je doel bereikt: de achtergrondafbeelding is vervangen. Maar je kunt nog iets doen: je kunt het masker aanpassen, zodat het er nog beter uitziet. Daarvoor ga je naar het menu Selecteren en kies je Selecteren en maskeren. De afbeelding met het masker wordt dan geopend in een speciale werkruimte voor maskers. We hebben deze werkruimte al eerder in deze zelfstudiereeks gebruikt bij het aanpassen van een selectie. Nu passen we een masker aan, wat vergelijkbaar is. Eerst klikken we op het menu Weergave en kiezen we hoe we de afbeelding in deze werkruimte weergeven. Ik kies Op lagen, zodat we precies kunnen zien hoe het potlood eruitziet tegen de nieuwe achtergrondlaag als we het masker aanpassen. Ik klik op een leeg gebied om het menu Weergave te sluiten. Ik ga naar het gedeelte Globale verfijningen van dit dialoogvenster. Hier vind je schuifregelaars die vaak geschikt zijn voor het isoleren van een afbeelding met harde randen, zoals dit potlood. Kijk goed naar deze witte halo langs de rand van het potlood. Die ga ik verwijderen. Ik sleep de schuifregelaar Rand verschuiven naar links. Daardoor wordt het masker verkleind, zodat de rand wordt verborgen. Je kunt ook de schuifregelaar Vloeiend naar rechts slepen om de rand van het masker vloeiend te maken. En je kunt de schuifregelaar Contrast naar rechts slepen om de rand van het potlood contrastrijker of scherper te maken. Als je klaar bent met de schuifregelaars, scrol je omlaag en zorg je dat Laagmasker is geselecteerd in het menu Uitvoer naar. Klik op OK. Daardoor wordt het laagmasker aangepast dat al op de laag Pencil was toegepast. Nog één ding: je ziet een koppeling tussen de miniatuur van het laagmasker en de miniatuur van de afbeelding op de laag Pencil. Die geeft aan dat als we de laag Pencil verplaatsen, het laagmasker ook wordt verplaatst. Ga naar de gereedschapset, selecteer het gereedschap Verplaatsen, klik op het potlood en sleep het naar rechts. Het enige wat je nu nog moet doen, is de afbeelding opslaan. Gebruik de opdracht Opslaan als en sla de afbeelding op in de Photoshop- of PSD-indeling. De lagen en het laagmasker blijven dan behouden, zodat je de mogelijkheid hebt om in de toekomst het laagmasker verder aan te passen.
Wat je hebt geleerd: een achtergrond verbergen met een laagmasker
- Begin met twee lagen. De bovenste laag bevat de oorspronkelijke afbeelding en de onderste laag bevat een vervangende achtergrondafbeelding.
- Zorg dat de bovenste laag (oorspronkelijke afbeelding) is geselecteerd in het deelvenster Lagen.
- Selecteer in het deelvenster Gereedschappen het gereedschap Snelle selectie en selecteer daarmee alle gebieden in de oorspronkelijke afbeelding die je in de uiteindelijke uitvoer wilt behouden – alles behalve de achtergrond van de oorspronkelijke afbeelding.
- Klik onder aan het deelvenster Lagen op het pictogram Laagmasker toevoegen. Hierdoor wordt een miniatuur van een laagmasker toegevoegd die aan de bovenste laag is gekoppeld. Het laagmasker verbergt alles behalve wat je hebt geselecteerd. Dankzij de verborgen gebieden op de bovenste laag kun je door de stapel lagen heen kijken naar de vervangende achtergrond op de onderste laag.