Werken met beheerde bestanden

Gedeelde inhoud openen

Alleen InCopy-gebruikers kunnen toewijzingsbestanden (.inca) openen. Als een InCopy-gebruiker een InDesign-bestand met toewijzingen opent, heeft de gebruiker toegang tot alle beheerde inhoud, ongeacht de toewijzingen.

  1. Ga op een van de volgende manieren te werk.
    • (InCopy) Kies Bestand > Openen, selecteer een toewijzingsbestand (.icma of .inca) en klik op Openen.

    • (InDesign of InCopy) Kies Bestand > Openen, selecteer een InDesign-bestand (.indd) met toegewezen inhoud en klik op Openen.

    • Open een toewijzingspakket. Zie Pakketten ontvangen (InCopy)

De toewijzingsnamen en inhoud worden in het deelvenster Toewijzingen weergegeven.

Inhoud uitchecken

Wanneer u een item hebt uitgecheckt, wordt een verborgen vergrendelingsbestand (.idlk) op het bestandssysteem geplaatst. Zodra de inhoud is uitgecheckt, hebt u exclusieve controle over de inhoud en kunnen er geen wijzigingen door andere gebruikers worden aangebracht. U kunt alleen InCopy-inhoud uitchecken. InDesign-documenten met layoutgegevens kunnen niet worden uitgecheckt.

Als u een InDesign-document met een of meer InCopy-inhoudsbestanden wilt sluiten die voor u zijn uitgecheckt, verschijnt er een waarschuwingsbericht waarin u wordt gevraagd alle inhoud in te checken. Als u het document sluit zonder de inhoudsbestanden in te checken, zijn ze nog steeds voor u uitgecheckt wanneer u het InDesign-document weer opent. Door het InDesign-document automatisch op te slaan wordt elk bewerkbaar InCopy-inhoudsbestand opgeslagen.

Inhoud uitchecken (InDesign)

  1. Ga op een van de volgende manieren te werk:
    • Selecteer in de layout de tekst- of afbeeldingskaders die u wilt bewerken, en kies Bewerken > InCopy > Uitchecken.

    • Selecteer in het deelvenster Toewijzingen de bestanden en kies Uitchecken in het deelvenstermenu.

Wanneer u beschikbare inhoud in InDesign uitcheckt, verschijnt het pictogram Bewerkbaar  in het InDesign-kader. In InCopy staat het pictogram In gebruik  in het InCopy-kader en in het deelvenster Toewijzingen als de toewijzingsbestanden op een lokale server zijn opgeslagen.

Inhoud uitchecken (InCopy)

  1. Ga op een van de volgende manieren te werk:
    • Als de gewenste inhoud deel uitmaakt van een toewijzing, kiest u Bestand > Openen en selecteert u het toewijzingsbestand (.icma of .inca).

    • Als de gewenste inhoud als afzonderlijke bestanden is geëxporteerd, kiest u Bestand > Openen en selecteert u het InCopy-bestand (.icml of .incx). Als u de layout wilt weergeven zodat u de tekst passend kunt maken, selecteert u het InDesign-document.

  2. Ga op een van de volgende manieren te werk:
    • Om één InCopy-inhoudsbestand uit te checken kiest u Bestand > Uitchecken.

    • Om alle inhoud in een toewijzing tegelijkertijd uit te checken selecteert u de toewijzing in het deelvenster Toewijzingen en kiest u Uitchecken in het deelvenstermenu.

    • Om afzonderlijke items in een toewijzing uit te checken opent u de toewijzingslijst in het deelvenster Toewijzingen, selecteert u een of meer items en kiest u Uitchecken in het deelvenstermenu.

    Het pictogram Bewerkbaar  verschijnt naast het item of de items in het deelvenster Toewijzingen en geeft aan dat de inhoud voor u is uitgecheckt, zodat u er exclusief mee kunt werken.

  3. Als u wordt gevraagd de inhoud met wijzigingen bij te werken, klikt u op OK.

Wanneer u beschikbare inhoud in InCopy uitcheckt, verschijnt het pictogram Bewerkbaar  in het InCopy-kader en in het deelvenster Toewijzingen. In InDesign verschijnt het pictogram In gebruik  in het InDesign-kader.

Beheerde bestanden openen (InCopy)

Als u snel tekst wilt invoeren en bewerken, kunt u het beste een beheerd inhoudsbestand (.icml of .incx) rechtstreeks in InCopy in de artikelweergave openen. U hoeft een afzonderlijk beheerd bestand niet uit te checken om het te bewerken. Dit wordt automatisch door InCopy gedaan. Wanneer u het bestand opslaat en sluit, wordt de inhoud automatisch door InCopy ingecheckt. De opdrachten voor Opslaan verschillen wanneer u afzonderlijke bestanden opent.

Toewijzingsbestanden bijwerken (InDesign)

U kunt wijzigingen in toewijzingen handmatig opslaan of wanneer u het geopende document sluit. Het bijwerken van een toewijzingsbestand is de enige manier om layoutwijzigingen beschikbaar te maken voor InCopy-gebruikers.

  1. Ga op een van de volgende manieren te werk:
    • Als u geselecteerde toewijzingen wilt bijwerken, selecteert u deze in het deelvenster Toewijzingen en kiest u Geselecteerde toewijzingen bijwerken in het menu van het deelvenster Toewijzingen.

    • Kies Verouderde toewijzingen bijwerken in het menu van het deelvenster Toewijzingen om alle verouderde toewijzingen in het huidige document bij te werken. Alleen verouderde toewijzingen worden bijgewerkt.

    • Kies Alle toewijzingen bijwerken in het menu van het deelvenster Toewijzingen om alle toewijzingen in het geopende document bij te werken.

Opmerking:

Als een InCopy-gebruiker een toewijzing opent op het moment dat u de toewijzing bijwerkt, staat het pictogram Verouderd  naast de toewijzing in het InCopy-deelvenster Toewijzingen.

Inhoud bijwerken

Voordat u inhoud gaat bijwerken, moet u eerst aan de hand van de pictogrammen Verouderd in het deelvenster Toewijzingen controleren of u met de meest actuele inhoud werkt. Wanneer u een InCopy-toewijzingsbestand en de inhoud of afzonderlijke inhoudsbestanden bijwerkt, worden gegevens van de meest recente bestandssysteemkopie gekopieerd, zodat de versie op uw computer overeenkomt met de versie op het bestandssysteem. Voor het bijwerken hoeft er niet te worden in- of uitgecheckt en krijgt u geen bewerkrechten. Het bijwerken kan echter problemen geven als een andere gebruiker uw vergrendeling heeft verwijderd.

Opmerking:

Bij het bijwerken van inhoud wordt niet de inhoud bijgewerkt in toewijzingsbestanden die niet zijn geretourneerd.

Een standaard bijwerkworkflow ziet er als volgt uit:

  1. De InCopy-gebruiker opent een toewijzingsbestand of checkt een afzonderlijk inhoudsbestand uit en bewerkt de inhoud.

  2. De InCopy-gebruiker slaat het inhoudsbestand op, waarmee de kopie op het bestandssysteem wordt bijgewerkt, en gaat verder met werken.

  3. De InDesign-gebruiker ziet het pictogram Verouderd  in zowel het deelvenster Toewijzingen als het deelvenster Koppelingen naast de selectie, en het pictogram In gebruik  en het pictogram Tekstinhoud is verouderd  of het pictogram Afbeeldingsinhoud is verouderd  in het bijbehorende kader.

    Het deelvenster Toewijzingen met de pictogrammen In gebruik en Verouderd (links) en Layout met verouderde inhoud (rechts)

  4. De InDesign-gebruiker werkt de inhoud bij.

Inhoud tijdens het openen van een beheerd document bijwerken (InDesign)

  1. Kies Bestand > Openen, zoek het bestand dat u wilt openen, en klik op Openen.
  2. Klik op Ja wanneer wordt gevraagd het document met de gewijzigde inhoud op het bestandssysteem bij te werken.
  3. Ga op een van de volgende manieren te werk:
    • Als u de koppelingen in InDesign wilt laten bijwerken, klikt u op Koppelingen automatisch repareren.

    • Klik op Niet repareren als u de koppelingen handmatig wilt repareren, selecteer vervolgens in het deelvenster Koppelingen het bestand dat u wilt bijwerken, en kies Koppeling bijwerken in het deelvenstermenu.

Inhoud tijdens werken bijwerken (InDesign)

  1. Ga op een van de volgende manieren te werk:
    • Selecteer de tekst- of afbeeldingskaders in de layout en kies Bewerken > InCopy > Inhoud bijwerken.

    • Selecteer de tekst- of afbeeldingskaders in het deelvenster Koppelingen en klik op de knop Koppeling bijwerken  of kies Koppeling bijwerken in het menu van het deelvenster Toewijzingen.

Inhoud tijdens werken bijwerken (InCopy)

  1. Ga op een van de volgende manieren te werk:
    • Klik met de invoegpositie in het tekstkader om dit te selecteren en kies Bestand > Inhoud bijwerken.

    • Selecteer de inhoud in het deelvenster Toewijzingen en klik op de knop Inhoud bijwerken  of kies Inhoud bijwerken in het menu van het deelvenster Toewijzingen.

U kunt inhoud ook bijwerken via het deelvenster Koppelingen.

Uw werk per ongeluk bijwerken

Over het algemeen zijn de bijwerkopdrachten voor uitgecheckte inhoud uitgeschakeld, omdat die inhoud altijd up-to-date is. Er kan zich echter een ongewenste situatie voordoen als een andere gebruiker de vergrendeling op uitgecheckte inhoud verwijdert (door het vergrendelingsbestand (.idlk) naar de Prullenbak [Windows] of Prullenmand [Mac OS] te slepen) en de inhoud wijzigt. In dit geval is het mogelijk dat de bijwerkopdrachten weer beschikbaar worden, zelfs als de inhoud voor u is uitgecheckt. Dit betekent in feite dat twee personen de inhoud op hetzelfde moment kunnen bewerken. Wanneer de inhoud wordt bijgewerkt, gaat werk verloren. U bereikt de beste resultaten wanneer u de vergrendelingsbestanden niet verwijdert.

De InDesign-layout bijwerken

InDesign-gebruikers kunnen de layout wijzigen (bijvoorbeeld het formaat of de locatie van tekstkaders van een artikel wijzigen) en de wijzigingen opslaan terwijl de InCopy-gebruikers de tekst van deze tekstkaders aan het wijzigen zijn. De manier waarop InCopy-gebruikers in een workflow op een server worden gewaarschuwd over wijzigingen in de layout, hangt af van het feit of zij een toewijzingsbestand hebben geopend of afzonderlijke inhoudsbestanden hebben uitgecheckt en ook het gekoppelde InDesign-bestand hebben geopend.

Neem het volgende in acht:

  • Als een InDesign-gebruiker de layout van kaders in een toewijzing wijzigt, moet de gebruiker de toewijzing bijwerken om de ontwerpwijzigingen voor InCopy-gebruikers beschikbaar te stellen. InDesign werkt toewijzingsbestanden niet automatisch bij wanneer het document wordt opgeslagen.

  • Zodra de InDesign-gebruiker de toewijzing op een gedeelde server bijwerkt, staat het pictogram Verouderd  naast de toewijzing in het InCopy-deelvenster Toewijzingen. De InCopy-gebruiker moet het ontwerp bijwerken om de huidige layout te kunnen zien.

  • Als een InDesign-gebruiker de layout bijwerkt van geëxporteerde inhoud die geen deel uitmaakt van een toewijzing, staat het pictogram Verouderd naast de naam van het InDesign-document in het deelvenster Toewijzingen en geeft de titelbalk van het document aan dat de layout verouderd is. InCopy-gebruikers kunnen het actieve InDesign-document bijwerken met de meest recente layout- en stijlwijzigingen.

Het bijwerken van de layout in InCopy is met name handig voor het passend maken van taken, omdat de laatste weergave en regeleinden zichtbaar zijn in de layout- en drukproefweergaven.

  1. Ga op een van de volgende manieren te werk:
    • Als u een toewijzingsbestand hebt geopend en in het deelvenster Toewijzingen staat het pictogram Verouderd  naast de toewijzingsnaam, klikt u op de knop Ontwerp bijwerken  of kiest u Bestand > Ontwerp bijwerken. Deze opdracht kan niet ongedaan worden gemaakt.

    • Als u niet werkt met toewijzingsbestanden en u hebt meerdere InDesign-documenten geopend, selecteer dan het document dat u wilt activeren, en kies Bestand > Ontwerp bijwerken.

Inhoud inchecken

Wanneer u een beheerd inhoudsbestand incheckt, slaat u het op een gedeelde locatie op een bestandssysteem op waar het voor bewerking door anderen kan worden uitgecheckt. Bij het exporteren van een tekst- of afbeeldingskader vanuit InDesign wordt dit kader meteen ingecheckt.

Ondanks dat een ingecheckt bestand kan worden bewerkt, is dit feitelijk pas bewerkbaar als het is uitgecheckt (tenzij u de inhoud in de zelfstandige modus in InCopy bewerkt). Bij het inchecken van inhoud is de bewerkfunctie niet meer beschikbaar, maar het bestand wordt niet gesloten. De inhoud blijft op het scherm staan, maar kan alleen worden gelezen.

Met LiveEdit Workflow-plug-ins worden er geen meerdere versies van een bestand gemaakt. In plaats daarvan worden de bestanden overschreven wanneer deze worden bijgewerkt in InCopy of InDesign.

Als u met een toewijzingspakket werkt, retourneert of stuurt u het toewijzingspakket door nadat u het hebt ingecheckt.

Beheerde inhoud inchecken (InDesign)

  1. Ga op een van de volgende manieren te werk:
    • Selecteer de inhoud in de layout en kies Bewerken > InCopy > inchecken.

    • Selecteer in het deelvenster Toewijzingen de inhoud en kies Inchecken in het deelvenstermenu.

Beheerde inhoud inchecken (InCopy)

  1. Ga op een van de volgende manieren te werk:
    • Selecteer de inhoud in de layoutweergave en kies Bestand > Inchecken.

    • Selecteer in het deelvenster Toewijzingen de inhoud en kies Inchecken in het deelvenstermenu.

    Opmerking:

    U kunt de meest recente wijzigingen ongedaan maken, voordat u de inhoud gaat inchecken.

    Opmerking:

    Wanneer u een bestand incheckt, staat het pictogram Beschikbaar in het tekst- of afbeeldingskader in de InDesign-layout, in de InCopy-layoutweergave, in het deelvenster Toewijzingen en op de artikelbalk (InCopy).

Wijzigingen opslaan (InDesign)

Als u werkt met inhoud die u hebt uitgecheckt, kunt u de wijzigingen opslaan en het bestandssysteemexemplaar bijwerken.

  1. Ga op een van de volgende manieren te werk:
    • Om de geselecteerde inhoud op te slaan zonder de wijzigingen in het InDesign-document of de gekoppelde bestanden op te slaan selecteert u de inhoud in de layout en kiest u Bewerken > InCopy > Inhoud opslaan.

    • Om elk voor u uitgecheckt inhoudsbestand op te slaan kiest u Bestand > Opslaan. Bij deze manier van opslaan worden niet automatisch toewijzingsbestanden of uitgecheckte inhoudsbestanden in InCopy bijgewerkt. Voor de uitgecheckte bestanden in InCopy staat echter het pictogram Verouderd  in het deelvenster Toewijzingen.

    • U slaat het InDesign-document onder een andere naam met koppelingen naar bestaande InCopy-bestanden op door Bestand > Opslaan als te kiezen. Door deze actie worden de toewijzingen in het InDesign-bestand weergegeven als ontbrekend, totdat ze worden bijgewerkt.

    • U slaat een kopie van het actieve document op door Bestand > Een kopie opslaan te kiezen. U kunt de kopie een nieuwe naam en locatie met koppelingen naar bestaande InCopy-bestanden geven.

Wijzigingen opslaan (InCopy)

  1. Ga op een van de volgende manieren te werk:
    • U slaat het InCopy-bestand onder dezelfde naam en op dezelfde locatie op het bestandssysteem op door Bestand >Inhoud opslaan te kiezen. Het bestand is nog steeds uitgecheckt.

    • Als u het InCopy-inhoudsbestand onder een andere naam wilt opslaan, kiest u Bestand > Inhoud opslaan als. Het nieuwe inhoudsbestand wordt niet in de workflow beheerd. De opdracht Inhoud opslaan als is alleen beschikbaar als u het InCopy-inhoudsbestand (.icml of .incx) rechtstreeks hebt geopend.

    • U slaat een kopie van het actieve InCopy-inhoudsbestand op door Bestand > Kopie van inhoud opslaan te kiezen. U kunt de kopie eventueel onder een andere naam en op een andere plaats opslaan. De opgeslagen kopie wordt niet in de workflow beheerd. De opdracht Kopie van inhoud opslaan als is alleen beschikbaar als u het InCopy-inhoudsbestand (.icml of .incx) rechtstreeks hebt geopend.

    • U slaat alle geopende en uitgecheckte InCopy-inhoudsbestanden op door Bestand > Alle inhoud opslaan te kiezen. Hiermee worden alle bestanden op de huidige locatie opgeslagen. De opdracht Alle inhoud opslaan is alleen beschikbaar als u een toewijzing of InDesign-bestand hebt geopend.

 Adobe

Krijg sneller en gemakkelijker hulp

Nieuwe gebruiker?