Een tekstmacro maken
Een tekstmacro is een manier om versneld een reeks toetsaanslagen uit te voeren. Een macro kan eenvoudig zijn, bijvoorbeeld een woord of zinsdeel dat u vaak gebruikt, of complex, zoals een opgemaakt adres. Een macrocode is de naam van de tekstmacro die u maakt. In plaats van telkens "bijvoorbeeld" te typen, kunt u een macrocode maken, zoals "bijv", waarmee het volledige woord wordt weergegeven.
-
Kies Venster > Tekstmacro's.
-
Als u een tekstmacro wilt maken van bestaande tekst, selecteert u deze tekst in het document.
-
Kies Nieuwe macro in het menu van het deelvenster Tekstmacro's of klik op de knop Nieuwe macro
onder in het deelvenster Tekstmacro's.
-
Geef een macrocode op in het tekstvak Macrocode. Bij macro's wordt onderscheid gemaakt tussen hoofdletters en kleine letters.
De code wordt weergegeven in de lijst Tekstmacro's.
-
Typ bij Macrotekst de tekenreeks die moet worden ingevoerd als u de tekstmacro activeert.
-
Als u tekstkenmerken van de bestaande tekst wilt opnemen bij het invoegen of omwisselen van macrotekst, selecteert u Tekstkenmerken onthouden.
Standaard wordt in ingevoegde of omgewisselde macrotekst gebruikgemaakt van de stijlkenmerken van de doelalinea.
-
Als u een andere sneltoets voor het activeren van de macro wilt gebruiken, plaatst u de cursor in het tekstvak Sneltoets macro en drukt u op de toetsen die u wilt gebruiken als sneltoets.
Sneltoetsen zijn handig als de optie Macrotekst automatisch wisselen in het deelvenster Tekstmacro's is uitgeschakeld.
Als de sneltoets die u aan de macro wilt toewijzen, reeds aan een andere functie is toegewezen, wordt het waarschuwingssymbool onder aan het dialoogvenster weergegeven met het bericht "Momenteel toegewezen aan: [functie]". Als u ervoor kiest de sneltoets toe te wijzen aan de macro, wordt de vorige sneltoetsfunctie overschreven.
-
Klik op OK.
U kunt de macrocode tijdens het typen automatisch door macrotekst laten vervangen door een sneltoets voor macro's te gebruiken of door Macrotekst wisselen te kiezen in het menu van het deelvenster Tekstmacro's.
Tekstmacro bewerken
-
Dubbelklik in de lijst van het deelvenster Tekstmacro's op de tekstmacro die u wilt bewerken, of selecteer de macro en klik op de knop Tekstmacro bewerken
in het deelvenster Tekstmacro's.
-
Voer uw wijzigingen in het tekstvak in en klik op OK.
Macro dupliceren
Gebruik de opdracht Macro dupliceren om een kopie van een bestaande macro te maken. Aan de gedupliceerde macro wordt dezelfde code toegewezen als aan het origineel, maar met een nummer eraan toegevoegd. De gedupliceerde macro wordt direct na de oorspronkelijke macro weergegeven in het deelvenster Tekstmacro's. Als bijvoorbeeld de macro "PUNT" wordt gedupliceerd, wordt een kopie van deze macro gemaakt met de naam "PUNT1".
-
Selecteer in de lijst in het deelvenster Tekstmacro's de tekstmacro die u wilt dupliceren.
-
Kies Macro dupliceren in het menu van het deelvenster Tekstmacro's.
Tekstmacro verwijderen
-
Selecteer in de lijst in het deelvenster Tekstmacro's de tekstmacro die u wilt verwijderen.
-
Kies Macro verwijderen in het menu van het deelvenster Tekstmacro's.
Wanneer u een macro eenmaal hebt verwijderd, kunt u deze verwijdering niet meer ongedaan maken.
Macrotekst invoegen of wisselen
U kunt macrotekst op drie verschillende manieren invoegen: met de opdracht Macrotekst invoegen waarmee de macrotekst bij de invoegpositie wordt ingevoegd, automatisch tijdens het typen of door ingevoerde tekst te vervangen door macrotekst.
Macrotekst automatisch invoegen
Als u Macrotekst automatisch wisselen selecteert, worden macrocodes automatisch omgezet naar macrotekst terwijl u typt. Stel dat u een macrocode hebt gemaakt met de naam "EU". Als u nu EU typt gevolgd door een teken voor het eindigen van een woord (zoals een spatie of punt), wordt de tekst "Europese Unie" weergegeven. In de macrocode wordt onderscheid gemaakt tussen hoofdletters en kleine letters.
-
Controleer of Macrotekst automatisch wisselen in het menu van het deelvenster Tekstmacro's is geselecteerd. (Dit is het geval als er een vinkje bij de menuopdracht staat.)
-
Typ de macrocode gevolgd door een teken voor het eindigen van een woord (spatie, komma, punt of alineareturn).
Als u de tekst van de macrocode wilt herstellen, kiest u Bewerken > Ongedaan maken totdat de macrocode opnieuw wordt weergegeven.
Macrotekst bij de invoegpositie invoegen
Met de opdracht Macrotekst invoegen wordt de geselecteerde macrotekst ingevoegd bij de huidige tekstinvoegpositie.
-
Klik met de tool Tekst
op het punt waar u de macrotekst wilt invoegen.
-
Voer een van de volgende handelingen uit:
Druk op de sneltoets voor de gewenste macro.
Selecteer de gewenste macro in het deelvenster Tekstmacro's en kies Macrotekst invoegen in het menu van het deelvenster of klik op de knop Macrotekst invoegen
.
Tekst vervangen door macrotekst
Met de opdracht Macrotekst wisselen wordt de tekst die onmiddellijk aan de huidige tekstinvoegpositie voorafgaat, doorzocht op een gedefinieerde macrocode (hoofdlettergevoelig) en wordt een gevonden macrocode verwijderd en vervangen door de bijbehorende macrotekst. Stel dat u een tekstmacro hebt gemaakt voor "Europese Unie" met de macrocode "EU". U kunt de macro gebruiken door EU te typen, de tekstinvoegpositie onmiddellijk na de macrocode te plaatsen en de optie Macrotekst wisselen te kiezen. In InCopy wordt vervolgens de tekst onmiddellijk voorafgaand aan de invoegpositie doorzocht en wordt "EU" vervangen door de macrotekst "Europese Unie".
-
Klik met de tool Tekst
direct rechts van de macrocode die u wilt vervangen, of selecteer de tekst die u wilt vervangen.
-
Kies Macrotekst wisselen in het menu van het deelvenster Tekstmacro's of kies Bewerken > Macrotekst wisselen.
De opdracht Macrotekst wisselen doorzoekt niet het hele document om elke instantie van de macrocode te vinden. Als u alle vermeldingen van een woord of zinsdeel wilt zoeken en wijzigen, gebruikt u de opdracht Zoeken/Wijzigen.