3D-objecten combineren en omzetten

 Beëindiging van 3D-functies in Photoshop

De 3D-functies van Photoshop worden in toekomstige updates verwijderd. Gebruikers die met 3D werken wordt aangeraden om de nieuwe Substance 3D-collectie van Adobe te verkennen, de volgende generatie 3D-tools van Adobe. Hier vindt u meer informatie over het beëindigen van de 3D-functies van Photoshop: Photoshop 3D | Algemene vragen over de 3D-functies die niet meer beschikbaar zijn.

3D-objecten combineren

Door 3D-lagen samen te voegen kunt u meerdere 3D-modellen in één scène met elkaar combineren. Vervolgens kan elk 3D-model afzonderlijk worden gemanipuleerd, maar u kunt ook tegelijkertijd plaatsings- en cameratools op alle modellen gebruiken.

  1. Open twee documentvensters met in elk venster een 3D-laag.

  2. Activeer het brondocument (het bestand waaruit u de 3D-laag kopieert).

  3. Selecteer de 3D-laag in het deelvenster Lagen en sleep die laag naar het venster van het doeldocument (het bestand met de gecombineerde 3D-objecten).

    De 3D-laag wordt als een nieuwe 3D-laag in het doeldocument toegevoegd. De laag wordt de actieve laag in het deelvenster Lagen van het doeldocument.

  4. Selecteer een 3D-cameragereedschap in het deelvenster Gereedschappen.

  5. Selecteer vanuit het positiemenu op de optiebalk de laagnaam voor de oorspronkelijke 3D-laag in het doelbestand.

    Nadat u de camerapositie van de twee 3D-lagen hebt afgestemd, worden de twee 3D-objecten samen in de scène weergegeven. Gebruik de 3D-objecttools om de objecten opnieuw te plaatsen en vervolgens samen te voegen.

  6. Kies Verenigen; omlaag laag in het optiemenu van het deelvenster Lagen .

    De 3D-lagen worden samengevoegd tot één 3D-laag. Het oorsprongpunt van elk model wordt uitgelijnd.

    Opmerking:

    Eén model kan afhankelijk van de grootte van elk 3D-model na het samenvoegen met 3D-lagen geheel of gedeeltelijk zijn ingesloten in het andere model.

Als twee 3D-modellen zijn samengevoegd, staan alle netten en materialen van elk 3D-bestand in het doelbestand en in het 3D-deelvenster. In het deelvenster Netten kunt u met de 3D-plaatsingstools elk net selecteren en opnieuw plaatsen. Zie Instellingen 3D-net.

Opmerking:

Als u wilt wisselen tussen het tegelijk verplaatsen van alle modellen op de laag en het verplaatsen van één model per keer op de laag, schakelt u tussen de 3D-plaatsingsgereedschappen in het deelvenster Gereedschappen en de gereedschappen in het deelvenster Netten.

3D- en 2D-lagen met elkaar combineren

U kunt 3D-lagen met een of meer 2D-lagen combineren en zo samengestelde effecten maken. U kunt bijvoorbeeld een model tegen een achtergrondafbeelding plaatsen en vervolgens de positie of kijkhoek van dat model op de achtergrond afstemmen.

  1. Voer een van de volgende handelingen uit:

    • Als het 2D-bestand is geopend, kiest u 3D > Nieuwe laag van 3D-bestand en opent u een 3D-bestand.

    • Als er een 2D-bestand en een 3D-bestand zijn geopend, sleept u het 2D-bestand of het 3D-bestand vanuit het ene bestand naar het documentvenster waarin het andere bestand is geopend. De laag die u toevoegt, komt boven in het deelvenster Lagen te staan.

    Als u aan een bestand werkt waarin 2D- en 3D-lagen staan, kunt u de 2D-lagen tijdelijk verbergen wanneer u aan een 3D-laag werkt.

Lagen verbergen voor meer snelheid

In een document met 2D-lagen boven op een 3D-laag kunt u de 3D-laag tijdelijk boven aan de stapel lagen plaatsen, waardoor het scherm sneller wordt weergegeven.

  1. Kies 3D > Lagen automatisch verbergen ten behoeve van prestaties.

  2. Selecteer een 3D-plaatsingsgereedschap of -cameragereedschap.

Als u de muisknop indrukt terwijl u een van deze twee tools gebruikt, worden alle 2D-lagen tijdelijk verborgen. Wanneer u de muisknop loslaat, verschijnen alle 2D-lagen weer. Alle 2D-lagen worden ook verborgen als een gedeelte van de 3D-as wordt verplaatst.

Een 3D-laag in een 2D-laag omzetten

Bij het omzetten van een 3D-laag in een 2D-laag wordt de 3D-inhoud zoals die op dat moment is, omgezet in pixels. Zet een 3D-laag alleen om in een gewone laag als u de positie, de rendermodus, de structuur of lichten van het 3D-model niet langer meer wilt bewerken. De gerasterde afbeelding behoudt de vormgeving van de 3D-scène, echter in een afgevlakt 2D-formaat.

  1. Selecteer de 3D-laag in het deelvenster Lagen en kies 3D > Omzetten in pixels.

Een 3D-laag in een slim object omzetten

Met het omzetten van een 3D-laag in een slim object hebt u de mogelijkheid om de 3D-gegevens in de 3D-laag te behouden. Na het omzetten kunt u transformaties of andere aanpassingen zoals slimme filters op het slimme object toepassen. U kunt de laag Slim object opnieuw openen om de oorspronkelijke 3D-scène te bewerken. Alle transformaties of aanpassingen die op het slimme object zijn toegepast, worden vervolgens toegepast op de bijgewerkte 3D-inhoud.

  1. Selecteer de 3D-laag in het deelvenster Lagen.

  2. Kies Omzetten in slim object in het optiemenu van het deelvenster Lagen.

  3. (Optioneel) U kunt de 3D-inhoud opnieuw bewerken door te dubbelklikken op de laag Slim object in het deelvenster Lagen.

 Adobe

Krijg sneller en gemakkelijker hulp

Nieuwe gebruiker?

Adobe MAX 2024

Adobe MAX
De creativiteitsconferentie

14–16 oktober Miami Beach en online

Adobe MAX

De creativiteitsconferentie

14–16 oktober Miami Beach en online

Adobe MAX 2024

Adobe MAX
De creativiteitsconferentie

14–16 oktober Miami Beach en online

Adobe MAX

De creativiteitsconferentie

14–16 oktober Miami Beach en online