Installatiegids voor Adobe Connect 12.7 (instelling voor Verbeterde audio/video)

Zoeken

Inleiding

Adobe Connect gebruikt het nieuwste WebRTC-framework om geavanceerde audio- en videomogelijkheden te bieden.Deze instelling voor verbeterde audio/video draait meestal op meerdere Linux®-knooppunten met specifieke rollen: signaleringsknooppunten, mediaknooppunten en opname- en ASR-knooppunten (automatische spraakherkenning).Deze instelling maakt ook gebruik van PostgreSQL- en Redis-databases die kunnen worden geïnstalleerd op één computer of op afzonderlijke computers, afhankelijk van het gebruik.

Elk knooppunt wordt ingesteld door het gezipte installatiebestand naar het knooppunt te kopiëren, de configuratiebestanden te bewerken, het installatiescript voor afhankelijkheden uit te voeren en tot slot het hoofdinstallatiescript uit te voeren.Hieronder volgen de onderwerpen die aan bod komen:

Deze stappen worden beschreven in het gedeelte Installatie.

Voorwaarden en systeemvereisten

Een schatting maken van de grootte van servers/knooppunten voor Verbeterde audio/video

Het bestand session_participants_count.sql kan worden uitgevoerd om de omvang van de servers voor Verbeterde audio/video te schatten. De uitvoer van de SQL-query's is de invoer voor de rekenmachine, bestaande uit het Excel-bestand Additional Enhanced A/V hardware estimator.xlsx.

De rekenmachine helpt het vereiste aantal VM's te berekenen op basis van uw historisch gebruik van uw Adobe Connect. De rekenmachine heeft de volgende invoersets nodig. 

  • Het aantal CPU-cores en RAM van de server. 

  • De bijgevoegde SQL-query's die worden gebruikt om het piekaantal gelijktijdige sessies in de afgelopen 12 maanden en het gemiddelde aantal aanwezigen in die sessies te bepalen. 

  • Het geschatte aantal uitgevers in elke sessie. Een uitgever is een aanwezige bij een vergadering (host, presentator of deelnemer) die zijn of haar microfoon (zowel gedempt als niet gedempt) en webcam (zowel live als gepauzeerd) in de vergaderruimte heeft verbonden.

Opmerking:

De bestanden session_participants_count.sql en Additional Enhanced A/V hardware estimator.xlsx zijn beide opgenomen in het installatiepakket en zijn nergens anders beschikbaar. 

Vereisten voor FQDN en SSL-certificaat schatten

FQDN:

  • Eén openbare DNS-record voor een externe loadbalancer voor toepassingen, bijv. webrtc.example.com

  • Eén openbare DNS-record voor elke mediaserver, bijv. media-1.example.com

SSL-CERTIFICATEN:

  • Eén SSL-certificaat voor LB FQDN 

  • TURNS-configuratie wordt aanbevolen voor mediaservers, dus één certificaat voor elke mediaserver.

Inzicht in de netwerkarchitectuur

Cluster op locatie voor Adobe Connect 12.4
Cluster op locatie voor Adobe Connect 12.7

Vereisten voor het openen van een poort

Bron Bestemming Poort Protocol Gebruik
Signaleringsknooppunt Redis 6379 TCP  
Postgres 5432 TCP  
Opnameknooppunt 5000-5100 TCP  
ASR-knooppunt 6000-6100 TCP  
SIP- of media-
serverknooppunt		 5060 UDP Voor SIP-signalering
SIP- of mediaserverknooppunt
 5060 TCP
CPS-server 80 TCP Voor POC- of demo-opstellingen zonder SSL
CPS-server/LB 443 TCP
Opnameknooppunt Mediaserver-
knooppunt(*)		 443 TCP TURNS
3478 UDP STUN/TURN
3478 TCP STUN/TURN
30000 - 65535 UDP SRTP (realtime mediaflow)
CPS-server 80 TCP Voor POC- of demo-opstellingen zonder SSL
CPS-server/LB 443 TCP  
Redis 6379 TCP  
Signaleringsknooppunt 8090 TCP
  
Signaleringsknooppunt
 18443 TCP Voor POC- of demo-opstellingen zonder LB
WebRTC-loadbalancer (**) 443 TCP
  
Mediaserverknooppunt Redis 6379 TCP
  
Postgres 5432 TCP
  
stun.I.google.com 19302 UDP Voor het detecteren van het openbare IP-adres. NAT-type verifiëren. 
stun1.I.google.com
 19302 UDP Voor het detecteren van het openbare IP-adres. NAT-type verifiëren. 
Signaleringsknooppunt 18443 TCP Voor POC- of demo-opstellingen zonder LB
Mediaserverknooppunt 8445 TCP Voor het uitvoeren van clusteren in het geval van meerdere media
WebRTC-loadbalancer (**) 443 TCP
 Voor registratie op de WebRTC-gateway 
CPS-server WebRTC-loadbalancer 
 443 TCP  
Opnameknooppunt 80 TCP
 Opnamebestanden downloaden
Signaleringsknooppunt 18443 TCP Voor POC- of demo-opstellingen zonder LB
Gebruikers/client/internet Mediaserverknooppunt (*)
 443 TCP

 

 

 

 

TURNS (audio/video over TLS) 
3478 UDP STUN/TURN
3478 TCP STUN/TURN
30000 - 65535 UDP SRTP (realtime mediaflow)
CPS-server 80 TCP
 Voor POC- of demo-opstellingen zonder SSL
CPS-server/LB 443 TCP  
Signaleringsknooppunt 18443 TCP Voor POC- of demo-opstellingen zonder LB
WebRTC-loadbalancer 
 443 TCP
  
SIP-knooppunt Redis 6379 TCP
 In de meeste gevallen word de SIP-service uitgevoerd op het mediaserverknooppunt
Postgres 5432 TCP
WebRTC-loadbalancer 
 443 TCP
Signaleringsknooppunt 18443 TCP Voor POC- of demo-opstellingen zonder LB
Automatische ondertiteling/ASR-knooppunt Redis 6379 TCP  
Signaleringsknooppunt 8080 TCP Voor mediaverbinding
Mediaserverknooppunt (*) 3000-65535 UDP SRTP (realtime mediaflow)
443 TCP
 TURNS
3478 UDP STUN/TURN
3478   STUN/TURN
Signaleringsknooppunt 8090 TCP
  
CPS-server 80 TCP
 Voor POC- of demo-opstellingen zonder SSL
CPS-server/LB 443 TCP
  

* Mediaservers hebben meestal een openbaar IP-adres, maar in beperkte omgevingen waar geen toegang tot Adobe Connect via internet nodig is, moeten de poorten zijn geopend voor het particuliere IP-adres.

** Er is een externe WebRTC-loadbalancer voor verkeersrouting naar meerdere signaleringsknooppunten en voor SSL-offloading. De LB fungeert als een interface tussen de nieuwe WebRTC-servers en CPS en de eindgebruikers.

De taakverdeling vindt doorgaans plaats via een externe loadbalancer voor toepassingen met de volgende configuratie.

  • HTTPS-poort 443: HTTPS-poort 18443 voor signaleringsknooppunten - CPS en eindgebruikers maken verbinding met deze listener en deze wordt de ingang voor de nieuwe WebRTC-cluster.

  • HTTPS-poort 443: HTTPS-poort 9090 voor signaleringsknooppunten - wordt door de beheerder gebruikt om verbinding te maken met het WebRTC-beheerwebpanel om TURNS en SIP/telefonie te configureren.

Bekijk voor meer informatie Taakverdeling instellen voor lokale instelling van Verbeterde audio/video (WebRTC). 

Systeemvereisten voor servers voor Verbeterde audio/video

  • Stuurprogramma: Red Hat Enterprise Linux 64-bits versie 9.4
  • Externe bibliotheken (open-source) die zijn geïnstalleerd op servers:
    • Podman 4.2.0
    • Virtualenv 20.26.3
    • Python 3.9
    • Pip 21.3.1
    • Python-bibliotheken (pydantic, pyhocon, docker, redis, packaging, psycopg2-binary, python-json-logger, pystun3, coloredlogs, colorama)

Voorbereiden van de omgeving

Voor een typische setup met verbeterde audio/video zijn minimaal drie Red Hat-servers nodig: één server voor iedere signalerings-, media- en opnameknooppunten.De schatter kan op basis van de vergaderbelasting meerdere mediaserver-, opname- en signaleringsknooppunten voorstellen.Er wordt een loadbalancer voor toepassingen gebruikt voor SSL-offloading en voor de communicatie tussen de CPS en eindgebruikerclients met signaleringsknooppunten.

Sommige setups op basis van de belasting bevatten slechts twee servers, waarbij er opnameservicecontainers worden uitgevoerd op het signaleringsknooppunt.

Hier geven we een gedetailleerde beschrijving van de meest voorkomende opstellingen van vier servers.

  • Richt 4 Red Hat-servers in. Raadpleeg de hardwareschatter voor de configuratie.
  • De installatie vereist een niet-rootgebruiker met toegang tot sudo.
    • Nadat Red Hat opnieuw is geïnstalleerd, maakt u een nieuwe gebruikers-id.
    • Als u sudo wilt inschakelen voor de nieuwe gebruikers-id op RHEL, voegt u de id toe aan de groep wheel:
      • Word de root door su uit te voeren.
      • Voer usermod -aG wheel your_user_id uit.
      • Meld u af en meld u weer aan met de nieuwe id.
  • Wijs een statisch IP-adres toe aan de signalerings- en ASR-knooppunten.
  • Maak een nieuw openbaar IP-adres en wijs dat toe aan de mediaserver. Als u 1:1 NAT gebruikt, moet het openbare IP-adres worden gekoppeld aan het particuliere IP-adres van de mediaserver.
  • Maak een openbare DNS-record voor mediaserver. U wordt sterk aanbevolen om TURNS (verbinding over TLS 443) in te stellen, zorg dus ook voor een SSL-certificaat voor deze FQDN. 
  • Open de vereiste netwerkpoorten tussen de drie knooppunten. Raadpleeg het gedeelte Netwerkarchitectuur. 
  • Stel een externe loadbalancer voor toepassingen in zoals beschreven in het vorige gedeelte. Stel ook een openbare DNS-record in voor de LB en lever een SSL-certificaat. 

Het zipbestand met het installatieprogramma kopiëren

  1. Kopieer het bestand NCC_Onprem_12_7_Installer.zip naar de basismap van alle knooppunten.
    Bijvoorbeeld scp NCC_Onprem_12_7_Installer.zip -i ssh_key.pem my-user@webrtc.corp.example.com:/home/my-user/

  2. Verifieer het gedownloade, ondertekende zipbestand eventueel met Jarsigner. Jarsigner is geïnstalleerd als onderdeel van Java.

    1. Controleer met de opdracht [ java -version ] of Java is geïnstalleerd. Als Java is geïnstalleerd, krijgt u de Java-versie als een uitvoer.
    2. Als Java niet op de computer is geïnstalleerd, installeert u Java
      sudo yum install java-1.8.0-openjdk-devel 
    3. Kopieer nu de onderstaande opdracht in het terminalvenster en klik op Enter.
      jarsigner -verify -verbose NCC_Onprem_12_7_Installer.zip
    4. De uitvoer van de verificatie bevat:
      • een lijst met bestanden in het zipbestand
      • certificaatgegevens van Adobe voor verificatie
      • het bericht voor geslaagde uitvoer 'jar is verified' of geen geslaagde uitvoer 'jar is not verified'
    5. Als de certificaatgegevens geldig zijn en het bericht voor geslaagde uitvoer wordt weergegeven, kan de gebruiker de inhoud van het zipbestand gebruiken en doorgaan naar de installatie. Zo niet, dan moet de gebruiker contact opnemen met ondersteuning van Adobe. 

  3. Pak het zipbestand uit. Zorg dat de bestanden over de juiste rechten beschikken
    Gebruik de opdrachten: voer geen opdrachten met toegang tot root/sudo uit, tenzij dit duidelijk wordt aangegeven.

    pak het volgende bestand uit: NCC_Onprem_12_7_Installer.zip
    Ga naar de bovenliggende map van het installatieprogramma, bijvoorbeeld
    cd ~/ncc-onprem-installer/
    sudo chmod +x ExternalDependencies/install.sh
    sudo chmod +x MainInstall.sh
    sudo chmod +x check-connectivity.sh
    sudo chmod +x uninstall.sh

    Opmerking:

    Als u de installatie uitvoert in een omgeving zonder internettoegang of in een vergrendelde omgeving, voert u de onderstaande opdracht uit:

  4. Het installatiescript voor afhankelijkheden uitvoeren.

    1. Als u de installatie uitvoert in een omgeving zonder internettoegang of in een vergrendelde omgeving, voert u de onderstaande opdracht uit om externe afhankelijkheden te installeren. Als u geen internettoegang hebt, gaat u door met stap 2
      Ga naar de bovenliggende map van het installatieprogramma. Controleer bijvoorbeeld of u zich bevindt in de map ~/ncc-onprem-installer/ .
      Voer de volgende bash uit: ExternalDependencies/package-util.sh --install in RHEL8.
      Voer de volgende bash uit: ExternalDependencies/package-util.sh --install in RHEL9.
      Hiermee worden alle vereiste externe afhankelijkheden op de box geïnstalleerd.
      Dit is één keer per knooppunt nodig.
    2. Ga naar de bovenliggende map van het installatieprogramma. Controleer bijvoorbeeld of u zich bevindt in de map ~/ncc-onprem-installer/ .
      Voer bash ExternalDependencies/install.sh uit.Hiermee worden alle vereiste externe afhankelijkheden op de box geïnstalleerd.

      Dit is één keer per knooppunt nodig.

Installatieproces

De volgende stappen loodsen u door de installatie van de WebRTC-omgeving (als voorbeeld) op 4 afzonderlijke Red Hat-exemplaren.  Een signaleringsknooppunt, een opnameknooppunt, een mediaserverknooppunt en een ASR-knooppunt.  Let goed op de services die zijn geconfigureerd in de containers.conf voor de instructies van elk knooppunt. U moet voor elk knooppunt een specifieke reeks services/containers configureren in de configuratiebestanden.

** Op een labsysteem kunt u al deze 'knooppunten' (signalering, opname, media- en ASR-server) op één exemplaar van Linux installeren.In dat geval zou u in containers.conf 'count=1' instellen voor alle servers/containers die u nodig hebt in uw omgeving. 

Signaleringsknooppunt

U voert doorgaans de volgende services op de signaleringsknooppunten uit: Elke service wordt uitgevoerd als een dockercontainer.

  • config (configuratieservice)
  • cas (nieuwe Connect API-service)
  • apigw (API-gateway/router)
  • liveswitch-gateway (WebRTC-gatewayservice)

Signaleringsknooppunten bevinden zich doorgaans in het privésubnet, dat voor de Connect-client toegankelijk is via een externe loadbalancer. 

Procedure

  1. Het Hosts-betand bewerken

    Op het signaleringsknooppunt moet het bestand van de host worden bijgewerkt. U kunt ook een teksteditor als nano of vi gebruiken. 

    1. Open het bestand /etc/hosts met de nano- of vi-editor, bijv. sudo vi /etc/hosts.
    2. Voeg de volgende regel toe aan het einde van het bestand. Vervang <particuliere-IP> door het particuliere IP-adres van de host. Let hieronder op de ruimte tussen elke woord. 

    <<privé-IP>cas.ncc.svc.cluster.local gw.fm.ncc.internal config.ncc.svc.cluster.local pi.ncc.svc.cluster.local auth.ncc.svc.cluster.local

    192.168.1.100 cas.ncc.svc.cluster.local gw.fm.ncc.internal config.ncc.svc.cluster.local pi.ncc.svc.cluster.local auth.ncc.svc.cluster.local

    Op het ASR-knooppunt moet het bestand van de host worden bijgewerkt. U kunt ook een teksteditor als nano of vi gebruiken.

    1. Open het bestand /etc/hosts met de nano- of vi-editor, bijv. sudo vi /etc/hosts.
    2. Voeg de volgende regel toe aan het einde van het bestand. Vervang <particuliere-IP> door het particuliere IP-adres van de host. Let hieronder op de ruimte tussen elke woord.

    <privé-ip> gw.1.fm.ncc.internal

    Opmerking:
    Verander het <privé-IP> door het privé-IP-adres van de signalerende host

  2. De configuratiebestanden bewerken 

    1. Bewerk het configuratiebestand in ncc-onprem-installer/Config/config.conf. De bewerkingsinstructies voor het bestand zijn als opmerkingen aan het configuratiebestand toegevoegd. Dit bestand moet voor elke host afzonderlijk worden bewerkt.  
    2. Bewerk nu ncc-onprem-installer/Config/containers.conf. De bewerkingsinstructies voor het bestand zijn als opmerkingen aan het bestand toegevoegd. Dit bestand moet voor elke host afzonderlijk worden bewerkt. Afhankelijk van de te installeren services en het aantal te implementeren containers. 
    3. Op een typisch signaleringsknooppunt zou u het volgende installeren:
      • casServer
      • configService
      • apiGateway
      • gatewayServer
      • redis
      • postgres
      • lb (Optioneel. Raadpleeg het gedeelte Loadbalancer hieronder voor extra configuratiestappen.)
    4. Stel voor alle bovenstaande services dus count=1 in en voor alle andere services 0. 
    5. Belangrijk: stel voor configService restart=1 in nadat u wijzigingen hebt aangebracht in Config.conf. 
    6. In setups waarbij meerdere signaleringsknooppunten nodig zijn, worden de Redis- en Postgres-databases alleen geïnstalleerd op het eerste knooppunt. 

  3. Voer het hoofdinstallatiescript uit.
    Schakel naar de hoofdinstallatiemap cd ~/ncc-onprem-installer/
    Voer het hoofdinstallatiescript bash MainInstall.sh uit.Wacht op het bevestigingsbericht.
    Succesbericht:
    2023-01-31 18:21:34,033 : INFO : Main : 55 : Installation successful. 
    Foutbericht:
                   2023-01-31 20:04:44,849 : ERROR : Main : 59 : Installation failed. Bekijk installer.log voor meer informatie.  

    Raadpleeg het gedeelte Problemen oplossen.

  4. De installatie controleren

    • Statuscontrole-API 
      Voor de statuscontrole van het knooppunt gaat u naar de URL: http://<particuliere_ip>:18443/health. Een positief resultaat is 200 OK {"apigw":"ok"}.  

      Als u de verificatie wilt uitvoeren vanaf de RedHat-machine, kunt u de CURL-opdracht gebruiken. 
      Bijvoorbeeld curl -v http://172.31.56.203:18443/health 
    • De containerstatus controleren
      Voer in het terminalvenster de opdracht docker ps uit
      De uitvoer zoals hieronder en de STATUS moeten niet worden herstart voor de containers.
    Containerstatus

  5. Gebruik de gebundelde Nginx-loadbalancer, oftewel de lb-container

    Het installatieprogramma is nu gebundeld met een open-source Nginx-container voor SSL offloading. 

    Dit mag alleen worden gebruikt voor labs of kleine setups met slechts 1 signaleringsknooppunt. 

    U moet de LB op het signaleringsknooppunt installeren.

    Wanneer u deze gebundelde LB gebruikt, moet het mediaknooppunt zich in de openbare subnetten (of DMZ) bevinden en moet er een openbaar IP-adres aan zijn toegewezen of het knooppunt moet via 1:1 NAT aan een openbaar IP-adres zijn gekoppeld. Clients maken rechtstreeks verbinding met het knooppunt via de LB-URL op poort 443.

    In setups waarbij toegang tot Connect vanaf het internet niet nodig is, moet de signalering zich in het privésubnet bevinden, maar nog steeds toegankelijk zijn vanaf het interne netwerk op poort 443.

    Vereisten:

    • Openbare/privé-DNS-records afhankelijk van de toepassing
    • SSL-certificaat voor de DNS-record
    • Persoonlijke sleutel voor het SSL-certificaat

    Stappen voor het gebruik van de loadbalancer: 

    1. mkdir -p ~/connect/loadbalancer/certs
    2. Kopieer het SSL-certificaat (uitgegeven voor de FQDN van het signaleringsknooppunt) en de persoonlijke sleutel naar de certs-directory. Controleer of de namen cert.crt en key.key zijn.
    3. Voeg in het bestand config.conf de FQDN toe in gedeelte hostnames>lb en ook in het gedeelte hostnames>fqdn, aangezien dit nu het ingangspunt van het WebRTC-cluster wordt.
    4. Werk in het container.conf-bestand het aantal lb's bij naar 1.
    5. Voer nu bash MainInstall.sh uit.

    Als u een jokertekencertificaat gebruikt voor een AWS EC2-exemplaar: 

    1. Maak een A-record in Route53. Als het jokertekencertificaat bijvoorbeeld *.example.com is, maak dan een A-record aan als webrtc.example.com en koppel dit aan het elastische IP-adres van het EC2-exemplaar.
    2. Kopieer het jokertekencertificaat en de sleutel naar de directory ~/connect/loadbalancer/certs. Controleer of de namen cert.crt en key.key zijn.
    3. Voeg de FQDN toe. Bijvoorbeeld, webrtc.example.com in het gedeelte hostnames>lb en ook in het gedeelte hostnames>fqdn.
    4. Werk in het container.conf-bestand het aantal lb's bij naar 1.
    5. Voer nu bash MainInstall.sh uit.
Mediaserverknooppunt

U voert de volgende services op een of meer mediaknooppunten uit: 

  • liveswitch-media-server (mediaserver) – Voor Verbeterde audio/video
  • liveswitch-sip-connector (SIP-service) – Voor het gebruik van SIP

Mediaknooppunten moeten zich in de openbare subnetten (of DMZ) bevinden en er moet een openbaar IP-adres aan zijn toegewezen of de knooppunten moeten via 1:1 NAT aan een openbaar IP-adres zijn gekoppeld. Clients maken rechtstreeks verbinding met de openbare IP-adressen van het mediaknooppunt. 

De WebRTC-client voor verbeterde audio/video gebruikt de ICE-methode en probeert een audio-videostream met de mediaserver tot stand te brengen over de poorten en het protocol hieronder: 

  • UDP-poorten in het bereik 30000 - 65535 verwerken de realtime mediastroom.
  • UDP- en TCP-poort 3478 verwerken het STUN- en TURN-verkeer om clients door de firewalls te loodsen.
  • TLS over poort 443 zodat TURNS een hoge beschikbaarheid kan garanderen voor streaming in beperkte netwerken. 
  • C12 WebRTC-client probeert alle opties (TCP en UDP) voordat deze overschakelt op TLS over poort 443.
  • UDP- en TCP-poort 5060 verwerken het SIP-verkeer voor trunk/PBX-registratie en voor inkomende/uitgaande oproepen. (Vereist als u SIP gebruikt.)

Procedure

  1. Voer het hoofdinstallatiescript uit
    Schakel naar de hoofdinstallatiemap cd ~/ncc-onprem-installer/
         Voer het hoofdinstallatiescript bash MainInstall.sh uit.Wacht op het bevestigingsbericht.
    Succesbericht:
    2023-01-31 18:21:34,033 : INFO : Main : 55 : Installation successful. 
    Foutbericht
                    2023-01-31 20:04:44,849 : ERROR : Main : 59 : Installation failed. Bekijk installer.log voor meer informatie.      

    Raadpleeg het gedeelte Problemen oplossen.

  2. De installatie controleren

    Voer in het terminalvenster de opdracht docker ps uit en zorg ervoor dat de container liveswitch-media-server wordt uitgevoerd. 

Opnameknooppunt 

Opnameknooppunten moeten in een privénetwerk worden uitgevoerd. Op opnameknooppunten kunt u een of meer exemplaren uitvoeren van

  • hcr (Opnamecontainer. Het aantal hcr-containers bepaalt hoeveel opnamen er gelijktijdig kunnen worden uitgevoerd.) 
  • recordingserver (WebServer om opnamebestanden aan CPS te leveren. 1 per opnameknooppunt.) 

Opnameknooppunten moeten bereikbaar zijn op: 

  • TCP 80 vanaf het lokale netwerk, zodat CPS de opnamen kan downloaden.
  • TCP 5000-5100 vanaf het lokale netwerk; individuele opnamecontainers worden gekoppeld aan hostpoorten in dat bereik. 
  • TCP 8090 vanaf het lokale netwerk. 

Voor een geslaagde opname moeten opnameknooppunten de mediaknooppunten op het openbare IP op de poorten die in het gedeelte Mediaknooppunten staan en CPS op poort 443 bereiken.

Procedure

  1. De configuratiebestanden bewerken 

    1. Bewerk het bestand config.conf of kopieer het via het signaleringsknooppunt, ~/ ncc-onprem-installer /Config/config.conf. 
    2. Bewerk nu ~/ncc-onprem-installer/Config/containers.conf. De bewerkingsinstructies voor het bestand zijn als opmerkingen aan het bestand toegevoegd.
    3. Op een opnameserverknooppunt zou u het volgende installeren:
      • recordingContainer  
      • opnameserver  
    4. Stel voor recordingContainer count >= 1 in en voor alle andere 0.recordingServer wordt automatisch geïnstalleerd.
    Opmerking:

    U kunt één opnamecontainer per 8 CPU's hebben.In een machine van 16 CPU's moet u bijvoorbeeld een maximum van 2 opnamecontainers hebben.

  2. Voer het hoofdinstallatiescript uit
    Schakel naar de hoofdinstallatiemap cd ~/ncc-onprem-installer/ncc-onprem-installer/.
    Voer het hoofdinstallatiescript bash MainInstall.sh uit. Wacht op het bevestigingsbericht. 
    Succesbericht
                    2023-01-31 18:21:34,033 : INFO : Main : 55 : Installation successful. 
    Foutbericht
                     2023-01-31 20:04:44,849 : ERROR : Main : 59 : Installation failed. Bekijk installer.log voor meer informatie. 

    Raadpleeg het gedeelte Problemen oplossen.

  3. De installatie controleren

    Voer in het terminalvenster de opdracht B uit en zorg ervoor dat de hcr- en recordingservercontainers worden uitgevoerd. 

ASR-knooppunt 

ASR- of ondertitelingknooppunten moeten in een privénetwerk werken. Op ASR-knooppunten kunt u een of meer exemplaren van ASR draaien (ASR-container. Het aantal ASR-containers bepaalt het aantal vergaderingen waarop de ondertiteling gelijktijdig wordt uitgevoerd).

ASR-knooppunten zouden bereikbaar moeten zijn op TCP 6000-6100 vanaf het lokale netwerk, individuele ASR-containers zouden gebonden moeten zijn aan hostpoorten in dat bereik. 

Procedure

  1. De configuratiebestanden bewerken.

  2. Bewerk het bestand config.conf of kopieer het via het signaleringsknooppunt, ~/ ncc-onprem-installer /Config/config.conf. 

  3. Bewerk nu ~/ncc-onprem-installer/Config/containers.conf. 

  4. Op een ASR-serverknooppunt zou u het volgende installeren:

    asrContainer

                Stel dus aantal >= 1 in voor asrContainer 

    Opmerking:

    U kunt één ASR-container per 8 CPU's hebben. In een machine van 16 cores moet u bijvoorbeeld een maximum van 2 ASR-containers hebben.

  5. Voer het hoofdinstallatiescript uit.
    Schakel naar de hoofdinstallatiemap cd ~/ncc-onprem-installer/ncc-onprem-installer/.
    Voer het hoofdinstallatiescript bash MainInstall.sh uit.Wacht op het bevestigingsbericht.

    Succesbericht

             2023-01-31 18:21:34,033 : INFO : Main : 55 : Installation successful.

    Foutbericht

            2023-01-31 20:04:44,849 : ERROR : Main : 59 : Installation failed. Bekijk installer.log voor meer informatie.

Een systeem upgraden

Voorbereiden van de omgeving 

Het zipbestand met het installatieprogramma kopiëren.

  1. Kopieer het bestand NCC_Onprem_12_7_Installer.zip naar de basismap van alle knooppunten
    Bijvoorbeeld scp NCC_Onprem_12_7_Installer.zip -i ssh_key.pem my-user@webrtc.corp.example.com:/home/my-user/

  2. Verifieer het gedownloade, ondertekende zipbestand eventueel met Jarsigner. Jarsigner is geïnstalleerd als onderdeel van Java.

    1. Controleer met de opdracht [ java -version ] of Java is geïnstalleerd. Als Java is geïnstalleerd, krijgt u de Java-versie als een uitvoer.
    2. Als Java niet op de computer is geïnstalleerd, installeert u Java
      sudo yum install java-1.8.0-openjdk-devel 
    3. Kopieer nu de onderstaande opdracht in het terminalvenster en klik op Enter.
      jarsigner -verify -verbose NCC_Onprem_12_7_Installer.zip
    4. De uitvoer van de verificatie bevat:
      • een lijst met bestanden in het zipbestand
      • certificaatgegevens van Adobe voor verificatie
      • het bericht voor geslaagde uitvoer 'jar is verified' of geen geslaagde uitvoer 'jar is not verified'
    5. Als de certificaatgegevens geldig zijn en het bericht voor geslaagde uitvoer wordt weergegeven, kan de gebruiker de inhoud van het zipbestand gebruiken en doorgaan naar de installatie. Zo niet, dan moet de gebruiker contact opnemen met ondersteuning van Adobe. 

  3. Pak het zipbestand uit. Zorg dat de bestanden over de juiste rechten beschikken
    Gebruik de opdrachten: voer geen opdrachten met toegang tot root/sudo uit, tenzij dit duidelijk wordt aangegeven.

    pak het volgende bestand uit:NCC_Onprem_12_7_Installer.zip
    Ga naar de bovenliggende map van het installatieprogramma, bijvoorbeeld
    cd ~/ncc-onprem-installer/
    sudo chmod +x ExternalDependencies/install.sh
    sudo chmod +x MainInstall.sh
    sudo chmod +x check-connectivity.sh
    sudo chmod +x uninstall.sh

  4. Het installatiescript voor afhankelijkheden uitvoeren.

    Ga naar de bovenliggende map van het installatieprogramma, bijvoorbeeld
    Controleer of u zich bevindt in de map  ~/ncc-onprem-installer/
    Voer bash ExternalDependencies/install.sh uit. Hiermee worden alle vereiste externe afhankelijkheden op de box geïnstalleerd. 

    Dit is één keer per knooppunt nodig.

Opmerking:

Het upgradeproces vereist downtime.

Signaleringsknooppunt 

U voert doorgaans de volgende services op de signaleringsknooppunten uit: Elke service wordt uitgevoerd als een dockercontainer. 

  • config (configuratieservice)
  • cas (nieuwe Connect API-service)
  • apigw (API-gateway/router)
  • liveswitch-gateway (WebRTC-gatewayservice)

Procedure

  1. De configuratiebestanden bewerken 

    1. Bewerk het configuratiebestand in ncc-onprem-installer/Config/config.conf. De bewerkingsinstructies voor het bestand zijn als opmerkingen aan het configuratiebestand toegevoegd. Dit bestand moet voor elke host afzonderlijk worden bewerkt. U kunt het bestand config.conf van de vorige installatie als referentie gebruiken. Vervang het nieuwe bestand niet door het oude. De nieuwere versie bevat belangrijke updates. 
    2. Bewerk nu  ncc-onprem-installer/Config/containers.conf. De bewerkingsinstructies voor het bestand zijn als opmerkingen aan het bestand toegevoegd. Dit bestand moet voor elke host afzonderlijk worden bewerkt.  
    3. Als u het signaleringsknooppunt bijwerkt, installeert u doorgaans: 
      • casServer
      • configService
      • apiGateway
      • gatewayServer
    4. Raadpleeg het bestand van de vorige installatie om te bepalen welke services moeten worden geïnstalleerd en hoeveel containers moeten worden geïmplementeerd. Stel voor alle eerder geïnstalleerde services count=1 in en voor alle andere services 0. 
    5. Belangrijk: stel voor configService restart=1 in nadat u wijzigingen hebt aangebracht in Config.conf of wanneer u hebt bijgewerkt met een nieuwere versie van het installatieprogramma. 
    6. Belangrijk: Als u een upgrade uitvoert, worden de verzonden Redis- en Postgres-databases niet geïnstalleerd. Hou het aantal in het bestand containers.conf daarom op 0. 
  2. Schakel naar de hoofdinstallatiemap cd ~/ncc-onprem-installer/ 
    Voer het hoofdinstallatiescript  bash MainInstall.sh uit. Het installatieprogramma werkt de services automatisch bij naar de nieuwste versie. Wacht op het bevestigingsbericht. 
    Succesbericht:
                    2023-01-31 18:21:34,033 : INFO : Main : 55 : Installation successful. 
    Foutbericht:
                   2023-01-31 20:04:44,849 : ERROR : Main : 59 : Installation failed. Bekijk installer.log voor meer informatie. 

  3. De installatie controleren 

    • Statuscontrole-API 
      Voor de statuscontrole van het knooppunt gaat u naar de URL http://<particuliere_ip>:18443/health. Een positief resultaat is 200 OK {"apigw":"ok"}. Als u de verificatie wilt uitvoeren vanaf de RedHat-machine, kunt u de CURL-opdracht gebruiken
      Bijvoorbeeld curl -v http://172.31.56.203:18443/health

    • Containerstatus controleren
      Voer in het terminalventer de opdracht docker ps uit.
      De uitvoer zoals hieronder en de STATUS moeten niet worden herstart voor de containers.

    Containerstatus

Mediaserverknooppunt

U voert de volgende services op een of meer mediaknooppunten uit:

  • liveswitch-media-server (mediaserver) – Voor Verbeterde audio/video
  • liveswitch-sip-connector (SIP-service) – Voor het gebruik van SIP

Procedure

  1. De configuratiebestanden bewerken

    1. Bewerk het bestand config.conf file of kopieer het via het signaleringsknooppunt, ~/ncc-onprem-installer /Config/config.conf. U kunt het bestand config.conf van de vorige installatie als referentie gebruiken. Vervang het nieuwe bestand niet door het oude. De nieuwere versie bevat belangrijke updates.

      Opmerking:

      Als u zich in een beperkte omgeving bevindt, laat u de vermeldingen voor externalStunUrls0 en externalStunUrls1 in het gedeelte gatewayServer leeg. Bijvoorbeeld externalStunUrls0="", externalStunUrls1="". 

    2. Bewerk nu ~/ncc-onprem-installer/Config/containers.conf. De bewerkingsinstructies voor het bestand zijn als opmerkingen aan het bestand toegevoegd.

    3. Bewerk nu ~/ncc-onprem-installer/Config/containers.conf. De bewerkingsinstructies voor het bestand zijn als opmerkingen aan het bestand toegevoegd.

    4. Op een mediaserverknooppunt zou u het volgende bijwerken: 

      • mediaServer
      • sipServer (als SIP/telefonie nodig is)

    5. Raadpleeg het bestand van de vorige installatie om te bepalen welke services moeten worden geïnstalleerd en hoeveel containers moeten worden geïmplementeerd. Stel voor alle eerder geïnstalleerde services count=1 in en voor alle andere services 0. 

    6. Werk in het mediaServer-blok de waarden voor mediaNodePublicIP en mediaNodePublicFQDN bij. Raadpleeg de inline opmerkingen voor meer informatie.

  2. Voer het hoofdinstallatiescript uit 
    Schakel naar de hoofdinstallatiemap cd ~/ncc-onprem-installer/
    Voer het hoofdinstallatiescript  bash MainInstall.sh uit. Het installatieprogramma werkt de services automatisch bij naar de nieuwste versie. Wacht op het bevestigingsbericht
    Succesbericht:
    2023-01-31 18:21:34,033 : INFO : Main : 55 : Installation successful. 
    Foutbericht:
                   2023-01-31 20:04:44,849 : ERROR : Main : 59 : Installation failed. Bekijk installer.log voor meer informatie. 

    Raadpleeg het gedeelte Problemen oplossen.

  3. De installatie controleren

    Voer in het terminalvenster de opdracht docker ps uit en zorg ervoor dat de containers liveswitch-media-server en liveswitch-sip-connector (optionele installatie) worden uitgevoerd.

Opnameknooppunt

Opnameknooppunten moeten in een privénetwerk worden uitgevoerd. Op opnameknooppunten kunt u een of meer exemplaren uitvoeren: 
hcr (Opnamecontainer. Aantal hcr-containers is gelijk aan het aantal opnamen dat gelijktijdig kan worden uitgevoerd.)

Procedure

  1. De configuratiebestanden bewerken 

    1. Bewerk het bestand config.conf of kopieer het via het signaleringsknooppunt, ~/ ncc-onprem-installer /Config/config.conf. U kunt het bestand config.conf van de vorige installatie als referentie gebruiken. Vervang het nieuwe bestand niet door het oude. De nieuwere versie bevat belangrijke updates. 
    2. Bewerk nu ~/ncc-onprem-installer/Config/containers.conf. De bewerkingsinstructies voor het bestand zijn als opmerkingen aan het bestand toegevoegd. 
    3. Op een opnameserverknooppunt zou u het volgende bijwerken: 
      • recordingContainer
    4. Raadpleeg het containers.conf-bestand in de vorige installatiemap en stel voor recordingContainer dezelfde waarde in. Alle andere services stelt u in op 0. 

  2. Voer het hoofdinstallatiescript uit.
    Schakel naar de hoofdinstallatiemap cd ~/ncc-onprem-installer/ncc-onprem-installer/
    Voer het hoofdinstallatiescript bash MainInstall.sh uit.Het installatieprogramma werkt de services automatisch bij naar de nieuwste versie. Wacht op het bevestigingsbericht.
    Succesbericht:
    2023-01-31 18:21:34,033 : INFO : Main : 55 : Installation successful.
    Foutbericht:
    2023-01-31 20:04:44,849 : ERROR : Main : 59 : Installation failed.Bekijk installer.log voor meer informatie.

    Raadpleeg het gedeelte Problemen oplossen.

  3. De installatie controleren

    Voer in het terminalvenster de opdracht docker ps uit en zorg ervoor dat de hcr-containers worden uitgevoerd.

Verbeterde audio/video configureren in Adobe Connect Service (CPS)

De volgende stappen moet worden uitgevoerd voor elke Adobe Connect 12-server (CPS):

  1. Voeg de onderstaande configuraties toe aan custom.ini van alle Connect-servers in <installatiemap>/Connect/custom.ini
    # # door komma's gescheiden lijst met URL's voor CAS-detectie
    # Mogelijke waarden
    WEBRTC_CAS_DISCOVERY_URLS=http://<IP signaleringsknooppunt>:18443/api/cps/ingest
    WEBRTC_CAS_DISCOVERY_URLS=http://<URL van loadbancer>/api/cps/ingest
    # Gedeeld geheim voor CAS dat wordt gebruikt om verzoeken aan CAS door te geven.Geef de waarde op die u in het gedeelte hmac hebt ingesteld in het config.conf-bestand op het signaleringsknooppunt
    WEBRTC_CAS_SHARED_SECRET - # heeft geheim gedeeld voor JWT. Geef de waarde op die u in het gedeelte jwtZonalSecrets hebt ingesteld in het config.conf-bestand op het signaleringsknooppunt. CAS_JWT_SHARED_SECRET=<CorrectHorseBatteryStaple>
  2. Sla het bestand op en start de connectpro-service opnieuw.

Na het installatieproces

  1. Netwerkverbinding controleren

    Voor de workflow voor de verbindingstest uit om de netwerkverbinding tussen verschillende knooppunten te controleren. 

    1. Meld u aan bij het signaleringsknooppunt.
    2. Ga naar de bovenliggende map van het installatieprogramma, bijvoorbeeld
      cd ~/ncc-onprem-installer/ncc-onprem-installer/
    3. Voer de opdracht bash check-connectivity.sh
      uit.
    4. De connectiviteitstool gebruikt de opgegeven waarden in het bestand Config.conf om standaard netwerktests uit te voeren, zoals: 
      • HTTP-verzoeken tussen verschillende services 
      • Netwerkverbindingstests op de vereiste TCP- en UDP-poorten
      • Naamomzetting
      • Databaseverbinding
    5. Met deze test controleert u de vereiste connectiviteit tussen de knooppunten en services en deelt u de resultaten om te helpen bij het opsporen van problemen met de netwerkverbinding.

  2. Test Adobe Connect Meeting met Verbeterde audio/video 

    1. Maak een nieuwe vergadering en zorg dat Verbeterde audio/video is geselecteerd.
    2. Neem deel aan de vergadering en schakel uw microfoon en camera in.
    3. Indien mogelijk neemt u ook deel vanaf een andere computer of een mobiel apparaat om de uitwisseling van audio en video te controleren.
    4. Probeer het scherm te delen.    
    5. Begin met opnemen. Wacht 30 seconden en stop. Controleer nu of de opname toegankelijk is.

Aanvullende functies instellen 

SIP configureren 

Als u SIP wilt configureren, hebt u toegang nodig tot het FM-beheerwebpanel. 

  1. Ga naar: http://<your-load-balancer-address>:9090/admin en meld u aan met de gebruikersnaam en het wachtwoord zoals geconfigureerd in config.conf.Als u geen loadbalancer gebruikt, gaat u naar http://<adres-signaleringsknooppunt>:9090/admin.
  2. Ga naar TOEPASSINGEN, adobeconnect en scrol omlaag naar Kanalen.
    Configureer de configuratie voor de id van de uitgaande SIP-beller voor de kanaalgroepen default (*) and broadcast-*.
    Configuratie van de uitgaande beller-id voor SIP

  3. Ga vanuit het hoofdmenu naar IMPLEMENTATIES en bewerk de SIP-configuratie. 

    SIP-configuratie

TURNS-certificaat uploaden naar FB-beheer 

U kunt een certificaat uploaden naar het FM-beheerpanel om SSL-beëindiging op te geven voor TURNS-verbindingen.

Het certificaat moet de indeling PFX hebben.

Volg de onderstaande stappen:

  1. Ga naar  http://<adres-van-uw-loadbalancer>:9090/admin en meld u aan met de gebruikersnaam en het wachtwoord zoals geconfigureerd in config.conf. Als u geen loadbalancer gebruikt, gaat u naar http://<adres-signaleringsknooppunt>:9090/admin.

  2. Ga naar CERTIFICATEN. 

  3. Selecteer onder Bestandscertificaten het plusteken (+) en upload het certificaat voor het domein dat u gebruikt. 

De TURNS-verbinding configureren 

Dit is vereist voor beveiligde TURN-communicatie.

Als u het certificaat al hebt geüpload, zoals beschreven in het vorige gedeelte, voert u de volgende stappen uit:

  1. Ga naar IMPLEMENTATIES en ga vervolgens naar Standaard. 

  2. Scrol naar het gedeelte Geavanceerde configuratie.

  3. Configureer de TURNS-verbindingen met het certificaat dat u eerder hebt geüpload.

    De TURNS-verbinding configureren

Verwijderen

  1. Schakel over naar de hoofdinstallatiemap (deze bevat uninstall.sh): cd ~/ncc_onprem_installer.

  2. Voer bash uninstall.sh uit.

  3. Voer de onderstaande opdracht uit om de gegevensdirectory met Postgres- en Redis-databases van het signaleringsknooppunt te verwijderen.

    sudo rm -rf ~/connect  

Opmerking:

Hiermee worden alle NCC-componenten en -images van het systeem verwijderd. De externe afhankelijkheden (Python-, PIP, Virtualenv- en Python-pakketen) worden echter niet verwijderd. 

Problemen oplossen

docker.errors.DockerException: Fout tijdens het ophalen van server-API-versie: ('Verbinding verbroken.', FileNotFoundError(2, 'Bestand of map bestaat niet'))

Dit foutbericht wordt weergegeven wanneer de omgevingsvariabele DOCKER_HOST niet goed is ingesteld. Volg de onderstaande stappen:

  1. Ga naar de bovenliggende map van het installatieprogramma, bijvoorbeeld
    cd ~/ncc-onprem-installer/
  2. Voer de opdracht source ~/.bash_profile uit.

Als het probleem niet met de bovenstaande stappen is opgelost, volgt u de onderstaande stappen:

  1. Verwijder Podman, sudo yum remove podman-remote 
  2. Meld u af als huidige gebruiker en meld u weer aan.
  3. Ga naar de bovenliggende map van het installatieprogramma, bijvoorbeeld
    cd  ~/ncc-onprem-installer/
  4. Voer bash ExternalDependencies/install.sh uit.
Opmerking:

Voer geen opdrachten met toegang tot root/sudo uit, tenzij dit duidelijk wordt aangegeven.

2023-03-22 03:27:12 : ERROR : Main : 48 : Failed to start Postgres.

Deze foutmelding wordt weergegeven wanneer de Postgres-dockercontainer het hostvolume niet kan activeren vanwege machtigingsproblemen Volg de onderstaande stappen.         

  1. Ga naar de bovenliggende map van het installatieprogramma, bijvoorbeeld
    cd ~/ncc-onprem-installer/
  2. Voer de opdracht docker load -i images/postgres.tar.gz uit.
  3. Voer vervolgens de volgende opdrachten uit:
    docker run -d \
    --env POSTGRES_PASSWORD='PostPass1234' \
    --volume  ~/connect/postgres/data:/var/lib/postgresql/data \
    --publish 5432:5432 \
    --network host \
    --user 0 \
    --restart always \
    --name postgres \
    docker-connect-release.dr-uw2.adobeitc.com/ncc-onprem/postgres:12.7
  4. Hiermee lost u de machtigingsproblemen voor de hostmap op.
  5. Voer nu de onderstaande opdracht uit om de Postgres-dockercontainer te verwijderen
    docker rm -f postgres
  6. Voer tot slot het hoofdinstallatieprogramma opnieuw uit.
    bash MainInstall.sh

pydantic.errors.PydanticImportError: `BaseSettings` is verplaatst naar het pakket `pydantic-settings`. Ga naarhttps://docs.pydantic.dev/2.0/migration/#basesettings-has-moved-to-pydantic-settings voor meer informatie.  

Volg de onderstaande stappen.         

  1. Ga naar de bovenliggende map van het installatieprogramma, bijvoorbeeld
    cd ~/ncc-onprem-installer/
  2. Voer deze opdracht uit: source bin/activate
  3. Voer dan deze opdracht uit om Pydantic te verwijderen:
    python3 -m pip uninstall pydantic
  4. Voer deze opdracht uit om Pydantic opnieuw te installeren:
    python3 -m pip install "pydantic==1.*"
  5. Voer tot slot het hoofdinstallatieprogramma opnieuw uit.
    bash MainInstall.sh

De mediaserver heeft 1:1 NAT nodig, wat inhoudt dat al het uitgaande en binnenkomende verkeer voor de mediaserver voor internet het openbare IP-adres moet gebruiken. De mediaserver ontdekt automatisch zijn publieke IP-adres om het STUN-protocol te gebruiken, zodra u 1:1 NAT hebt geconfigureerd voor de mediaserver op uw router of firewall. Ga naar de beheerderinterface van de WebRTC-gateway en zorg ervoor dat de mediaserver zijn openbare IP-adres kan detecteren. 

https://adminwebrtc.yourdomain.com/admin/#/servers

Mediaserver is niet bereikbaar vanaf clients, zelfs als 1:1 NAT goed werkt 

De WebRTC-client gebruikt ICE en probeert een audio-videostream met de mediaserver tot stand te brengen, in de onderstaande volgorde:

  • UDP in het poortbereik 35000 tot 65535 

  • TCP over poort 3478

  • TLS over poort 443 

  • C12 WebRTC-client probeert alle opties (TCP en UDP) voordat deze overschakelt op TLS over poort 443

Connect 12.7 is standaard ontworpen in de veronderstelling dat CPS en WebRTC en New Connect Cluster (ook wel NCC genoemd) zich in hetzelfde VLAN/VPC of broadcastdomein bevinden.Indien u ze in verschillende netwerken hebt, zorg dan voor een goede 'layer three routing' tussen CPS en NCC/WebRTC om in beide richtingen netwerkconnectiviteit te hebben. 

Gebruik CURL en Telnet om de netwerkverbinding tussen CPS en NCC te controleren. 

CPS- en NCC-connectiviteit werken alleen via HTTPS.

De onderstaande fout verschijnt in de FMGW-containerlogs. De tweede Redis-instantie is ingesteld om als replica te draaien. 

ERROR [FM.LiveSwitch.Signalling.Server.IdleThread][-] 2022-07-21T12:46:29.439Z Onverwachte fout in idle thread. 
StackExchange.Redis.RedisServerException: READONLY U kunt niet schrijven tegen een alleen-lezen replica. 

Oplossing:  

Open het configuratiebestand van de Redis-service en wijzig de waarde van het attribuut 'slave-read-only' in 'no'. 

Als tussenoplossing kunt u de onderstaande stappen volgen:

  1. cd ncc-onprem-installer.
  2. mv Images images.
  3. sed -i 's/Images\//images\//' Installer/utils/global_constants.py.
  4. Verwijderen: voer uninstall.sh uit.
  5. Opnieuw installeren: voer MainInstall.sh uit.       

Influx DB-uitzonderingen in logboeken kunt u op dit moment negeren.

Als u na het opnieuw starten van een instantie en een dockercontainer de logboeken voor de CAS-container controleert, ziet u de uitzonderingen.

Herstart de CAS-container om dit probleem op te lossen. Typ docker opnieuw opstarten cas.

Als er een nieuwe afhankelijkheidsversie aanwezig is in het knooppunt, mislukt de installatie met een fout (fout: Mislukte afhankelijkheden:), zoals hieronder weergegeven.

Fouten bij het installeren van externe afhankelijkheden via offline methode

Om deze fout op te lossen, verwijdert u de nieuwere versie van de afhankelijkheid aan de hand van de opdracht sudo yum remove <<dependency name>>, bijv.,
sudo yum remove iptables

Meer zoals dit

Installatiegids voor Adobe Connect 12.7 (CPS-server en servers voor verbeterde audio/video

Krijg sneller en gemakkelijker hulp

Nieuwe gebruiker?

Snelle koppelingen

Al je lidmaatschappen weergeven Je lidmaatschappen beheren
Snelle koppelingen weergeven
Snelle koppelingen verbergen

Juridische kennisgeving    |    Online privacybeleid

Vraag het de community

Vragen stellen en antwoord krijgen van experts.

Nu vragen

Contact met ons opnemen

Ondersteuning door experts voor uw problemen.

Nu starten
^ Naar boven