Selecteer Invoegen > Nieuw symbool of druk op Ctrl+F8 (Windows) of Command+F8 (Mac OS).
Opmerking: in Flash 3 en lager, heft u de selectie van alles in het werkgebied op en kiest u Invoegen > Symbool maken.
De knoppen in Animate (voorheen Flash Professional) zijn symbolen die vier frames bevatten. Elk frame van een knopsymbool staat voor een andere status van de knop: Omhoog, Boven, Omlaag en Actief. Deze statussen bepalen hoe een knop zich visueel gedraagt wanneer de cursor over de knop zweeft of wanneer de gebruiker op de knop klikt. In dit document wordt uitgelegd hoe u eenvoudige en geavanceerde knoppen maakt.
Selecteer Invoegen > Nieuw symbool of druk op Ctrl+F8 (Windows) of Command+F8 (Mac OS).
Opmerking: in Flash 3 en lager, heft u de selectie van alles in het werkgebied op en kiest u Invoegen > Symbool maken.
Wijzig de knopafbeelding voor de status Boven. Herhaal stappen 4 en 5 voor het frame Omlaag en het frame Actief.
Opmerking: het frame Actief is niet zichtbaar in het werkgebied tijdens het afspelen, maar bepaalt het gebied van de knop dat reageert als u erop klikt. Zorg dat het frame Actief een effen gebied is en groot genoeg is om alle grafische elementen voor de frames Omhoog, Omlaag en Boven te bevatten. De afbeelding kan ook groter zijn dan de zichtbare knop. Wanneer u geen frame Actief opgeeft, worden de objecten voor de status Omhoog gebruikt als het frame Actief.
Voor meer informatie over het toewijzen van handelingen aan de knopinstantie, raadpleegt u de documentatie die van toepassing is op de versie van Animate die u gebruikt. De documentatie volgt hieronder:
Als de gekozen handeling bijbehorende parameters heeft, verschijnen deze parameters in het deelvenster Parameter aan de onderkant van het paneel Handelingen. (Als het deelvenster Parameter niet zichtbaar is, klikt u op het kleine driehoekje in de rechterbenedenhoek van het deelvenster.) Kies of typ de parameters die geschikt zijn voor die handeling. De handeling gotoAndPlay hieronder bevat bijvoorbeeld drie parameters: Scène, Type, Frame en een optie voor Go to and Play.
Dubbelklik op de knop om het dialoogvenster Instantie-eigenschappen te openen.
Opmerking: in Flash 2 was dit dialoogvenster het dialoogvenster Koppelingseigenschappen: knop.
Wijs de handeling toe door het tabblad Handeling te selecteren in het dialoogvenster Instantie-eigenschappen. Klik vervolgens op de plusknop (+) en dubbelklik op de juiste handeling.
Opmerking: in Flash 2 wijst u de handeling toe met het pop-upmenu Handeling in het dialoogvenster Koppelingseigenschappen: knop. U kunt slechts een handeling aan de knop toewijzen.
Zorg ervoor dat Knoppen inschakelen is geselecteerd (m.a.w. dat er een vinkje naast staat) in het menu Besturing.
Zodra u een eenvoudige knop kunt maken, kunt u wat ingewikkeldere Animate-knoppen proberen maken. U kunt onzichtbare knoppen, knoppen met geanimeerde statussen en knoppen met aanwijseffecten maken.
Het is belangrijk om te begrijpen wat actiegebieden zijn als u een ingewikkelde knop wilt maken. De vorm en het weergavegebied van de knop vormen het actieve gebied van de knop.Als u wilt experimenteren met het actiegebied, gaat u als volgt te werk:
Markeer het frame in het actiegebied van de knop en voeg een hoofdframe toe. Test het gedrag van de knop in een film.
Verwijder het hoofdframe in het actiegebied en test de knop.
U kunt de statussen Omhoog, Boven en Beneden van een knop leeg laten. Als deze statussen leeg zijn, bepaal het actiegebied dan zo, zodat het inhoud bevat.
Wanneer de status Omhoog van de knop leeg of onzichtbaar is, wordt de knop in het werkgebied vertegenwoordigd door een blauwe vorm. De vorm is de equivalent van de inhoud in het volgende hoofdframe in de knop. Deze blauwe vorm is niet zichtbaar in uw uiteindelijke film.
Maak geanimeerde knoppen in Animate door een filmclip in de knopstatus die u wilt animeren, te plaatsen.
Plaats de knop in het werkgebied.
Opmerking: filmclips kunnen niet worden getest in de Animate-editor. Selecteer Besturing > Film testen of exporteer de knop als een SWF-bestand om de knop te testen.
U maakt dit effect door de elementen van het actiegebied naar een ander gedeelte van het werkgebied te verplaatsen dat geen elementen van de knopstatus Boven bevat. Op deze manier kunt u eenvoudige aanwijseffecten maken. Het actieve gebied van de knop bevindt zich op een andere plaats in het werkgebied dan het aanwijseffect.
U kunt meer te weten komen over de knoppen en de manier waarop u ze maakt door de voorbeeldknoppen die zijn meegeleverd bij Animate te bestuderen. In versie 5 zijn deze voorbeeldknoppen beschikbaar in het Venster > Algemene bibliotheken > menu Knoppen. Als u versie 4 hebt, vindt u deze knoppen via Algemene bibliotheken > Knoppen. Voor versie 2 zijn de bibliotheken met voorbeeldknoppen beschikbaar in het menu Extra's.
Er is ook een overzicht van hoe u knoppen maakt beschikbaar in de lessen die zijn meegeleverd bij versie 5. Kies Help > Lessen > 06 Knoppen in Flash om deze les te openen.
Aanmelden bij je account