Inhoud exporteren naar HTML | CS6 en CS5.5

Opmerking:

Inclusieve taal: vanaf InDesign 2022 (versie 17.0) vervangen we niet-inclusieve taal om de kernwaarden van Adobe van inclusiviteit te weerspiegelen. Verwijzingen naar 'Master'-pagina's worden vervangen door 'Parent'-pagina's in onze Help-artikelen voor de Engelse, Deense, Hongaarse, Spaanse, Italiaanse, Braziliaanse, Portugese en Japanse landinstellingen.

Exporteren naar HTML is een gemakkelijke manier om InDesign-inhoud geschikt voor het web te maken. Bij het exporteren van inhoud naar HTML, kunt u bepalen hoe de tekst en afbeeldingen worden geëxporteerd. InDesign behoudt de namen van de alinea-, teken-, object-, tabel- en celopmaak die op de geëxporteerde inhoud is toegepast door de HTML-inhoud te markeren met CSS-stijlklassen met dezelfde naam. Met Adobe Dreamweaver of elke andere CSS-geschikte HTML-editor kunt u snel opmaak en lay-outbewerkingen in de inhoud aanbrengen.

Wat wordt geëxporteerd?

InDesign exporteert alle artikelen, gekoppelde en ingesloten afbeeldingen, SWF-filmbestanden, voetnoten, tekstvariabelen (als tekst), lijsten met opsommingstekens en genummerde lijsten en hyperlinks naar tekst of webpagina's. Tabellen wordt ook geëxporteerd, maar bepaalde opmaak (zoals tabel- en cellijnen) wordt niet geëxporteerd. Aan tabellen worden unieke id's toegewezen, zodat hiernaar kan worden verwezen als Spry-gegevenssets in Dreamweaver. Geplaatste audio- en h.264-videobestanden worden in de HTML5-labels <audio> en <video> ingesloten.

Wat wordt niet geëxporteerd?

InDesign exporteert geen getekende objecten (zoals rechthoeken, ovalen en veelhoeken), hyperlinks (behalve koppelingen naar webpagina's en hyperlinks die op tekst zijn toegepast en naar tekstankerpunten in hetzelfde document gaan), geplakte objecten (waaronder geplakte Illustrator-afbeeldingen), tekst die is omgezet naar contouren, XML-labels, boeken, bladwijzers, SING-glyphlets, paginaovergangen, indexmarkeringen, objecten op het plakbord die niet zijn geselecteerd en die de pagina niet raken, of stramienpagina-items (tenzij deze vóór het exporteren worden overschreven of geselecteerd).

  1. Als u niet het gehele document exporteert, selecteert u de tekstkaders, stukken tekst, tabelcellen of de afbeeldingen die u wilt exporteren.
  2. Kies Bestand > Exporteren en selecteer HTML in de lijst Opslaan als type (Windows) of opmaak (Mac).
  3. Geef een naam en locatie voor het HTML-bestand op en klik op Opslaan.
  4. Geef in het dialoogvenster HTML-exportopties in de gebieden Algemeen, Afbeelding en Geavanceerd de gewenste opties op en klik vervolgens op OK.

Er wordt een document met de opgegeven naam en de extensie .html gemaakt (bijvoorbeeld 'nieuwsbrief.html') en een submap met webafbeeldingen (bijvoorbeeld 'webafbeeldingen nieuwsbrief') wordt eventueel op dezelfde locatie opgeslagen.

HTML-exportopties

Geef in het dialoogvenster HTML de volgende opties op.

Algemene opties

In het gebied Algemeen staan de volgende opties.

Exporteren

Hiermee bepaalt u of alleen de geselecteerde items of het hele document wordt geëxporteerd. Als een tekstkader is geselecteerd, wordt het volledige artikel, inclusief overlopende tekst, geëxporteerd.

Als Document is geselecteerd, worden alle pagina-items van alle spreads geëxporteerd, uitgezonderd de stramienpagina-items die niet zijn overschreven en de pagina-items op onzichtbare lagen. XML-labels en gegenereerde indexen en inhoudsopgaven worden ook genegeerd.

Inhoudsvolgorde/Ordenen

Hiermee kunt u de leesvolgorde van paginaobjecten opgeven.

Gebaseerd op paginalayout

De leesvolgorde wordt bepaald door de locatie van de items op de pagina.

Wanneer u Gebaseerd op paginalay-out selecteert, bepaalt InDesign de leesvolgorde van de paginaobjecten door van links naar rechts en van boven naar beneden te zoeken. Soms, en dan vooral bij complexe documenten met meerdere kolommen, staan de ontwerpelementen niet in de gewenste leesvolgorde. Gebruik Dreamweaver om de inhoud anders te organiseren en op te maken.

(Alleen Aziatische versies) Wanneer u Gebaseerd op paginalay-out selecteert, bepaalt InDesign de leesvolgorde van de paginaobjecten volgens de binding van het document (van links naar rechts of van rechts naar links). In sommige gevallen, vooral bij complexe documenten met meerdere kolommen, worden de geëxporteerde ontwerpelementen mogelijk niet in de gewenste leesvolgorde weergegeven. Gebruik Dreamweaver om de inhoud anders te organiseren en op te maken.

Hetzelfde als XML-structuur

Wanneer u Gelijk aan XML-structuur selecteert, bepaalt de XML-structuur de volgorde van de geëxporteerde inhoud en welke inhoud wordt geëxporteerd. Als de inhoud al gelabeld is, kunt u de labels in het deelvenster XML-structuur slepen en op die manier de XHTML-exporteervolgorde instellen. Als de inhoud niet gelabeld is, kunt u Niet-gelabelde items toevoegen kiezen in het menu van het deelvenster Structuur om labels te genereren waarvan u de volgorde kunt aanpassen. Als u een bepaald item niet wilt exporteren, verwijdert u het desbetreffende label in het deelvenster XML-structuur. (Als een label wordt verwijderd, wordt de inhoud van het INDD-bestand niet verwijderd.) Zie Pagina-items labelen.

Hetzelfde als deelvenster Artikelen

De leesvolgorde wordt bepaald door de volgorde van elementen in het deelvenster Artikelen. Alleen de geselecteerde artikelen worden geëxporteerd. Zie Artikelen opnemen voor export.

Marge

Hiermee geeft u een eenvoudige marge in Ems of pixels op. Voor de compatibiliteit tussen meerdere schermen is het beter om marges in Ems op te geven. Dezelfde waarde wordt op alle marges toegepast: boven, onder, links en rechts.

Opsommingstekens

Selecteer Toewijzen aan ongeordende lijsten als u een alinea met opsommingstekens wilt omzetten in lijstonderdelen die in HTML zijn opgemaakt met het label <ul>. Selecteer Omzetten in tekst om opsommingstekens op te maken als tekst met behulp van het label <p>. Als u automatische opsommingstekens van InDesign hebt gebruikt, worden onderliggende opsommingstekens ook opgenomen.

Nummers

Hiermee bepaalt u hoe getallen in het HTML-bestand worden omgezet. Als u autonummering van InDesign hebt gebruikt, worden onderliggende opsommingstekens ook opgenomen.

Toewijzen aan geordende lijsten

Hiermee zet u genummerde lijsten om in lijstonderdelen die in HTML worden opgemaakt met het label <ol>.

Toewijzen aan statische geordende lijsten

Hiermee zet u genummerde lijsten om in lijstonderdelen, maar wordt het kenmerk <value> op basis van het huidige nummer van de alinea in InDesign toegewezen.

Omzetten in tekst

Hiermee zet u genummerde lijsten om in alinea's. De alinea's beginnen met het huidige nummer van de alinea dat als tekst wordt weergegeven.

HTML tonen na export

Hiermee wordt de browser gestart indien deze aanwezig is.

Afbeeldingsopties

Afbeeldingen kopiëren

Geef op hoe afbeeldingen worden geëxporteerd naar HTML.

Origineel

Hiermee wordt de oorspronkelijke afbeelding naar de submap <document_name>-web-images geëxporteerd. Als deze optie is geselecteerd, worden alle andere opties grijs weergegeven.

Geoptimaliseerd

Hiermee kunt u instellen hoe de afbeelding wordt geëxporteerd.

Koppeling naar serverpad

Met deze optie kunt u een lokale URL (zoals 'afbeeldingen/') vóór het afbeeldingsbestand invoeren en worden er geen afbeeldingen naar een submap geëxporteerd. In de HTML-code geeft het koppelingskenmerk het pad en de extensie weer die u hebt opgegeven. Deze optie is vooral effectief wanneer u zelf afbeeldingen in webcompatibele afbeeldingen omzet.

Weergave van lay-out behouden

Schakel dit selectievakje in als u de afbeeldingsobjectkenmerken van de lay-out wilt behouden.

Resolutie (ppi)

Geef hier de resolutie van de afbeeldingen in pixels per inch (ppi) op. Besturingssystemen hebben standaard een resolutie van 72 ppi of 96 ppi, terwijl de resolutie van mobiele apparatuur varieert van 132 ppi (iPad) en 172 ppi (Sony Reader) tot zelfs meer dan 300 ppi (iPhone 4). U kunt voor elk geselecteerd object een ppi-waarde opgeven. De waarden zijn 72, 96, 150 (gemiddelde voor alle huidige eBook-apparaten) en 300.

Afbeeldingsgrootte

Hiermee kunt u aangeven of de afbeeldingsgrootte vast blijft staan of moet worden aangepast ten opzichte van de pagina. Met Ten opzichte van pagina stelt u een relatief percentage in op basis van de grootte van de afbeelding ten opzichte van de breedte van de InDesign-pagina. Door deze optie worden de afbeeldingen proportioneel geschaald ten opzichte van de breedte van het leesgebied.

Afbeeldingen - uitlijning en tussenruimten

Stel de afbeeldingsuitlijning (links, gecentreerd, rechts), de ruimte voor en ruimte na in.

Instellingen toepassen op verankerde objecten

Schakel dit selectievakje in als u deze instellingen op alle verankerde objecten wilt toepassen.

Afbeeldingsomzetting

Hiermee kunt u kiezen of de geoptimaliseerde afbeeldingen in het document worden omgezet in GIF, JPEG of PNG. Als u Automatisch kiest, bepaalt InDesign per geval welke bestandsindeling moet worden gebruikt. Als u PNG kiest, worden de compressie-instellingen van de afbeelding uitgeschakeld;gebruik PNG voor afbeeldingen zonder gegevensverlies of voor afbeeldingen die transparantie bevatten.

GIF-opties (Palet)

Hiermee kunt u bepalen hoe de kleuren worden verwerkt bij het optimaliseren van GIF-bestanden. Bij de GIF-indeling wordt een beperkt kleurenpalet met maximaal 256 kleuren gebruikt.

Kies Aangepast (geen dither) om een palet te maken met behulp van een representatief voorbeeld van kleuren in de afbeelding zonder enige vorm van dithering (extra kleuren simuleren door kleine puntjes kleuren te mengen). Kies Web om een palet van webveilige kleuren te maken. Deze kleuren zijn een subset van de systeemkleuren van Windows en Mac OS. Kies Systeem (Win) of Systeem (Mac) om met behulp van het ingebouwde kleurenpalet een palet te maken. Dit kan tot onverwachte resultaten leiden.

Selecteer Interliniëren om de afbeeldingen te laden door ontbrekende lijnen geleidelijk in te vullen. Als u deze optie niet selecteert, ziet een afbeelding er wazig uit en wordt deze geleidelijk aan gedetailleerder weergegeven naarmate de volledige resolutie wordt bereikt.

JPEG-opties (Kwaliteit afbeelding)

Hiermee kunt u voor elke gemaakte JPEG-afbeelding een afweging maken tussen compressie (voor kleinere bestanden) en kwaliteit van de afbeelding. Een lage resolutie levert het kleinste bestand op, maar resulteert ook in de slechtste kwaliteit.

JPEG-opties (Indelingsmethode)

Hiermee kunt u bepalen hoe snel JPEG-afbeeldingen worden weergegeven wanneer het bestand met de afbeelding op het web wordt geopend. Kies Progressief om de JPEG-afbeeldingen geleidelijk en steeds gedetailleerder te laten weergeven als ze naar een webbrowser worden gedownload. (De bestanden die met deze optie worden gemaakt, zijn iets groter en hebben meer RAM-geheugen nodig om te kunnen worden weergegeven.) Kies Basislijn als u de JPEG-afbeeldingen pas wilt laten weergegeven wanneer ze helemaal zijn gedownload. Zolang het bestand niet is gedownload, wordt er een leeg vak weergegeven.

Exportinstellingen van object negeren

Hiermee worden de Exportopties voor object die op afzonderlijke afbeeldingen zijn toegepast, genegeerd. Zie Exportopties voor object toepassen.

Geavanceerde opties

Stel in het gebied Geavanceerd de CSS- en JavaScript-opties in.

CSS-opties

Cascading Style Sheets (CSS) zijn een verzameling opmaakregels die de weergave van inhoud op een webpagina bepalen. Wanneer u met CSS een pagina opmaakt, scheidt u de inhoud van de presentatie. De inhoud van de pagina, de HTML-code, staat in het HTML-bestand, terwijl de CSS-regels die bepalen hoe de code wordt weergegeven, in een ander bestand (een extern stijlblad) of in het HTML-document (doorgaans in de kopsectie) staan. U kunt voor geselecteerde tekst bijvoorbeeld verschillende tekengrootten opgeven en met CSS de opmaak en plaatsing van blokelementen op een webpagina bepalen.

Ingesloten CSS

Bij het exporteren naar XHTML kunt u een lijst met CSS-stijlen maken die in de kopsectie van het HTML-bestand met declaraties (kenmerken) wordt weergegeven.

Als u Inclusief stijldefinities selecteert, probeert InDesign de kenmerken van de InDesign-tekstopmaak te laten overeenkomen met CSS-equivalenten. Als u deze optie niet selecteert, bevat het HTML-bestand lege declaraties. U kunt deze declaraties naderhand in bewerken in Dreamweaver.

Als u Lokale overschrijvingen behouden selecteert, wordt lokale opmaak zoals cursief of vet in het bestand opgenomen.

Geen CSS

Selecteer deze optie als u het CSS-gedeelte uit het HTML-bestand wilt weglaten.

Externe CSS (CS5.5)

Hiermee kunt u de URL van het externe CSS-stijlblad opgeven. Deze URL is doorgaans een relatieve URL, zoals '/styles/style.css'. Er wordt in InDesign niet gecontroleerd of de CSS bestaat of geldig is. Met Dreamweaver moet u dus de externe CSS-instelling bevestigen.

Aanvullende CSS (CS6)

Geef CSS op met de knop Stijlpagina toevoegen.

JavaScript-opties

Selecteer Koppelen met extern JavaScript om een JavaScript uit te voeren wanneer de HTML-pagina wordt geopend. Geef de URL van het JavaScript op. Deze URL is doorgaans een relatieve URL. Er wordt niet door InDesign gecontroleerd of het JavaScript bestaat of geldig is.

Verwante informatie

Krijg sneller en gemakkelijker hulp

Nieuwe gebruiker?