De juiste grafische bestandsindelingen kiezen
In InDesign kunnen afbeeldingen in een groot aantal bestandsindelingen worden geïmporteerd. Overleg met een servicebureau welke bestandsindelingen u het beste kunt gebruiken. Op basis hiervan kunt u dan de indelingen en opties gebruiken die het beste aansluiten bij uw project.
De onderstaande tabel laat zien welke grafische indelingen het beste kunnen worden gebruikt bij de documenten die u maakt.
Uiteindelijke uitvoer |
Type afbeelding |
Indeling |
---|---|---|
Hoge resolutie (>1000 dpi) |
Vectorafbeeldingen |
Illustrator, EPS, PDF |
Bitmapafbeeldingen |
Photoshop, TIFF, EPS, PDF |
|
Proceskleurscheidingen |
Vectorafbeeldingen |
Illustrator, EPS, PDF |
Kleurenbitmapafbeeldingen |
Photoshop, CMYK TIFF, DCS, EPS, PDF |
|
Afbeeldingen met kleurbeheer |
Illustrator, Photoshop, RGB TIFF, RGB EPS, PDF |
|
Afdrukken met lage resolutie of PDF voor online weergave |
Alles |
Willekeurig (alleen BMP-afbeeldingen) |
Web |
Alles |
Willekeurig (in InDesign worden afbeeldingen omgezet naar JPEG en GIF bij het exporteren naar HTML) |
Vectorafbeeldingen
Vectorafbeeldingen (soms ook vectorvormen of vectorobjecten genoemd) zijn opgebouwd uit lijnen en curven die door wiskundige objecten, de zogeheten vectoren, worden gedefinieerd en die een afbeelding beschrijven volgens de geometrische kenmerken van de afbeelding.
U kunt vectorafbeeldingen vrijelijk verplaatsen of wijzigen zonder dat er details of helderheid verloren gaan, omdat ze resolutie-onafhankelijk zijn. Ze behouden hun scherpe randen wanneer ze worden vergroot of verkleind, op een PostScript-printer worden afgedrukt, in een PDF-bestand worden opgeslagen of worden geïmporteerd in een op vectoren gebaseerde grafische toepassing. Vectorafbeeldingen zijn dan ook de beste keuze voor illustraties, zoals logo's, die worden gebruikt op verschillende grootten en in verschillende uitvoermedia.
De vectorobjecten die u maakt met de teken- en vormgereedschappen in Adobe Creative Suite zijn voorbeelden van vectorafbeeldingen. U kunt de opdrachten Kopiëren en Plakken gebruiken om vectorafbeeldingen te dupliceren tussen de verschillende Creative Suite-componenten.
Bitmapafbeeldingen
Bij bitmapafbeeldingen, technisch gesproken ook wel rasterafbeeldingen genoemd, wordt gebruikgemaakt van een rechthoekig raster met afbeeldingselementen (pixels) die de afbeeldingen voorstellen. Aan elke pixel is een bepaalde locatie en kleurwaarde toegewezen. Als u werkt met bitmapafbeeldingen, bewerkt u eigenlijk pixels in plaats van objecten of vormen. Bitmapafbeeldingen worden meestal gebruikt voor afbeeldingen met ongerasterde halftonen, zoals foto's of digitale tekeningen. De reden hiervoor is dat in bitmapafbeeldingen subtiele gradaties van tinten en kleur efficiënter kunnen worden voorgesteld.
Aangezien bitmapafbeeldingen een vast aantal pixels bevatten, zijn ze afhankelijk van de resolutie. Daarom zijn ze mogelijk minder gedetailleerd en zijn de randen gekarteld wanneer u ze sterk vergroot op het scherm of afdrukt met een lagere resolutie dan waarvoor ze zijn gemaakt.
Bitmapafbeeldingen vereisen soms erg veel opslagruimte en moeten vaak worden gecomprimeerd om ervoor te zorgen dat de bestanden niet te groot worden wanneer ze in bepaalde Creative Suite-componenten worden gebruikt. U comprimeert bijvoorbeeld een afbeeldingsbestand in de brontoepassing voordat u deze in een lay-out importeert.
In Adobe Illustrator kunt u bitmapeffecten in uw illustraties maken met behulp van effecten en grafische stijlen.
Richtlijnen voor de resolutie van afbeeldingen voor de definitieve uitvoer
Bitmapafbeeldingen bevatten een vast aantal pixels. Gewoonlijk wordt dit gemeten in pixels per inch (ppi). Een afbeelding met een hoge resolutie bevat meer en daarom kleinere pixels dan een afbeelding van dezelfde afdrukafmetingen met een lage resolutie. Een afbeelding van 1 bij 1 inch met een resolutie van 72 ppi bevat bijvoorbeeld in totaal 5184 pixels (72 pixels breed x 72 pixels hoog = 5184). Dezelfde afbeelding met een resolutie van 300 ppi bevat in totaal 90.000 pixels.
Voor geïmporteerde bitmapafbeeldingen wordt de resolutie bepaald door het bronbestand. Voor bitmapeffecten kunt u een aangepaste resolutie opgeven. Als u wilt bepalen welke afbeeldingsresolutie u moet gebruiken, neemt u het gemiddelde van de uiteindelijke distributie voor de afbeelding. Aan de hand van de volgende richtlijnen kunt u de vereiste afbeeldingsresolutie bepalen:
Commercieel drukwerk
Voor commercieel drukwerk is 150 tot 300 ppi (of meer) vereist, afhankelijk van de drukpers (dpi) en de schermfrequentie (lpi). Raadpleeg altijd uw prepressbureau voordat u productiebeslissingen neemt. Aangezien voor commercieel drukwerk grote afbeeldingen met een hoge resolutie vereist zijn (die tijdens het bewerken trager worden weergegeven), kunt u het beste een versie met een lage resolutie voor de lay-out gebruiken en deze bij het afdrukken vervangen door een versie met een hoge resolutie.
In Illustrator en InDesign kunt u met versies met een lage resolutie werken door het deelvenster Koppelingen te gebruiken. In InDesign kunt u Normale weergave of Snelle weergave kiezen in het menu Weergave > Weergaveprestaties. In Illustrator kunt u Weergave > Omtrek kiezen. Prepressbureaus die Open Prepress Interface (OPI) ondersteunen, kunnen u wellicht afbeeldingen met een lage resolutie verschaffen.
Afdrukken op desktopprinters
Als u op een desktopprinter afdrukt, gebruikt u doorgaans afbeeldingen met een resolutie van 72 ppi (voor foto's afgedrukt op een printer van 300 ppi) tot 150 ppi (voor apparaten met maximaal 1000 ppi). Voor lijntekeningen (1-bits afbeeldingen) moet de resolutie van de afbeeldingen overeenkomen met die van de printer.
Webpublicaties
Aangezien voor onlinepublicaties de pixelafmetingen van de afbeeldingen moeten overeenkomen met die van de monitor, hebben de afbeeldingen doorgaans een breedte van minder dan 500 pixels en een hoogte van minder dan 400 pixels, zodat er ruimte is voor de besturingselementen van het browservenster of voor lay-outelementen zoals bijschriften. Als u voor de oorspronkelijke afbeelding gebruikmaakt van de schermresolutie (96 ppi voor Windows-afbeeldingen of 72 ppi voor Mac OS-afbeeldingen) ziet u de afbeelding zoals deze waarschijnlijk wordt weergegeven in een standaardwebbrowser. Wanneer u online publiceert, hebt u wellicht alleen een hogere resolutie nodig wanneer u de kijker wilt laten inzoomen op een PDF-document of wanneer u een document maakt voor afdrukken op verzoek.