Foto's afdrukken

Gebruik deze optie als u de foto's wilt afdrukken met een printer die op uw computer is geconfigureerd.

  1. Voer een van de volgende handelingen uit:
    • Open de foto's in Photoshop Elements.

    • Selecteer foto's in het Fotovak (). Houd Ctrl ingedrukt en klik om meerdere foto's in het Fotovak te selecteren.

    Opmerking:

    U kunt de foto's in de Elements Organizer selecteren en de optie In de Organizer geselecteerde bestanden tonen kiezen. De foto's worden weergegeven in het Projectvak.

  2. Kies Bestand > Afdrukken.

    Opmerking:

    In het dialoogvenster Afdrukken kunt u foto's aan een afdruktaak toevoegen. Zie Foto's toevoegen via het dialoogvenster Afdrukken voor meer informatie.

  3. Selecteer een printer in de vervolgkeuzelijst Selecteer printer.
  4. Selecteer een papierformaat in de vervolgkeuzelijst Papierformaat selecteren. Klik op Staand of Liggend om de oriëntatie te bepalen.
  5. Selecteer een afdrukgrootte voor de foto's. Zie het onderwerp Een afbeelding schalen in het dialoogvenster Afdrukken als u de optie voor de aangepaste afdrukgrootte wilt gebruiken.
  6. Als u de afbeelding passend wilt maken voor de opgegeven afdruklay-out, selecteert u de optie Passend maken. De schaal van de afbeelding wordt gewijzigd en indien nodig wordt de afbeelding uitgesneden in overeenstemming met de verhoudingen van de afdruklay-out. Schakel deze optie uit als u de foto's niet wilt uitsnijden.
  7. Selecteer of typ een waarde in het tekstvak Afdrukken x exemplaren van elke pagina.
  8. Als u de afbeelding op een specifieke locatie wilt plaatsen, schakelt u het selectievakje Afbeelding centreren uit en geeft u waarden voor Boven en Links op. Laat het selectievakje ingeschakeld als u de afbeelding wilt centreren.

    Opmerking:

    Als u een panoramische afbeelding weergeeft in de fotohouder of als u de fotohouder sleept, wordt het selectievakje Afbeelding centreren automatisch uitgeschakeld.

    Opmerking:

    U kunt een andere maateenheid kiezen uit de keuzelijst met maateenheden.

  9. (Optioneel) Klik op Meer opties om aanvullende instellingen te wijzigen.
  10. Klik op Afdrukken.

    Opmerking:

    Als uw foto's bij een bepaalde grootte niet worden afgedrukt, probeert u de grootte van de foto vóór het afdrukken in te stellen op de aangegeven afmetingen.

Foto's toevoegen via het dialoogvenster Afdrukken

  1. Klik in het dialoogvenster Afdrukken op de knop Toevoegen ().
  2. Kies een van de volgende opties in het dialoogvenster Foto's toevoegen:

    Foto's momenteel in browser

    Hiermee geeft u de foto's weer die momenteel in de Mediabrowser worden weergegeven.

    Gehele catalogus

    Hiermee geeft u alle foto's uit de catalogus weer.

    Album

    Hiermee geeft u foto's uit een specifiek album weer. Selecteer een album in het menu.

    Trefwoordtag

    Hiermee geeft u foto's met een specifieke tag weer. Selecteer een tag in het menu.

    Alleen foto's met waarderingen tonen

    Hiermee worden alleen foto's weergegeven die zijn gemarkeerd met de tag Favorieten.

    Ook verborgen foto's tonen

    Foto's die gemarkeerd zijn als verborgen tonen.

  3. Klik op een of meer miniaturen of klik op de knop Alles selecteren en klik vervolgens op de knop Geselecteerde foto's toevoegen.
  4. Klik op Gereed.

Roteren van afbeelding en fotohouder

Een afbeelding kan in het dialoogvenster Afdrukken worden geroteerd. U kunt zowel de fotohouder als de afbeelding roteren.

  • Klik op de knoppen Afbeelding roteren om de fotohouder te roteren.

  • Schakel Alleen afbeelding in om alleen de afbeelding te roteren. De fotohouder roteert niet.

  • U kunt de afbeelding in- of uitzoomen met de schuifregelaar.

sp_02
Het roteren van de fotohouder met afbeelding

A. Afbeelding roteren B. Zoomschuifregelaar 

Meer opties voor afdrukken vanuit het dialoogvenster Afdrukken

Als u klikt op Meer opties in het dialoogvenster Afdrukken, worden de volgende opties weergegeven:

Afdrukopties

Hiermee kunt u de volgende instellingen opgeven:

Fotogegevens

U kunt de datum, het bijschrift en de bestandsnaam afdrukken met de volgende opties:

  • Datum tonen

  • Bijschrift tonen

  • Bestandsnaam weergeven

Rand

U kunt de volgende gegevens voor de rand opgeven:

  • Dikte in inches, mm of punten.

  • De kleur van de rand

  • Achtergrondkleur

T-shirttransfer

Selecteer Afbeelding draaien om de afbeelding voor T-shirttransfers te gebruiken.

Opmerking:

Sommige printers kunnen afbeeldingen omgekeerd afdrukken. Geef in dit geval instellingen op in het printerstuurprogramma of kies de optie Beeld omkeren om de afbeeldingen om te keren. Als u beide opties selecteert, wordt de afbeelding twee keer horizontaal gedraaid.

Rasterlijnen voor uitsnijden

Selecteer Uitsnijdmarkeringen in hoeken afdrukken (dit zijn hulplijnen in de vier hoeken van de foto) zodat u foto's gemakkelijker kunt uitsnijden.

Aangepast afdrukformaat

Hiermee kunt u de volgende instellingen opgeven:

Afdrukgrootte

U kunt de breedte en hoogte opgeven in inches, centimeters en millimeters. Selecteer Schaal passend maken voor medium om de afbeelding zo te schalen dat deze op de pagina past.

Kleurbeheer

Hier geeft u het kleurprofiel van de afbeelding op. Bij Afbeeldingsruimte ziet u de kleurruimte die is ingesloten in het fotobestand. (Op het afdrukvoorbeeld in het dialoogvenster Afdrukken is geen kleurbeheer toegepast en het afdrukvoorbeeld wordt niet bijgewerkt wanneer u een profiel kiest.) U kunt het afdrukprofiel met de volgende opties aanpassen:

Kleurbewerking

U kunt kiezen of u de kleuren wilt laten beheren door uw printer of door Photoshop Elements.

Printerprofiel

Hiermee stelt u een aangepast printerprofiel in om de afbeeldingskleuren om te zetten in de kleurruimte van de printer, of schakelt u kleurconversie uit. Als u beschikt over een ICC-profiel voor de combinatie van printer en papier, kiest u dit profiel in het menu. Schakel de voorziening voor kleurbeheer van het printerstuurprogramma dan uit.

Rendering intent

Hiermee geeft u op hoe kleuren uit de bronkleurruimte van de afbeelding worden omgezet wanneer bepaalde kleuren niet beschikbaar zijn in de afdrukruimte.

Een afbeelding schalen in het dialoogvenster Afdrukken

Door een afbeelding te schalen in het dialoogvenster Afdrukken, wijzigt u de grootte en resolutie van de afdruk (de bestandsgrootte van de afbeelding wordt niet gewijzigd).

  1. Kies Bestand > Afdrukken. Klik op Meer opties in het dialoogvenster Afdrukken Selecteer de optie Aangepast afdrukformaat en voer een van de volgende handelingen uit:
    • Selecteer Schaal passend maken voor medium om de afbeelding zo te schalen dat deze op de pagina past.

    • Geef de maateenheden op in het menu Eenheden en voer een waarde in bij Hoogte en Breedte om de afbeelding numeriek te schalen. De dimensies blijven behouden: wanneer u één dimensie wijzigt, verandert de andere dimensie verhoudingsgewijs.

Als een PSD- of TIFF-afbeelding meerdere lagen heeft, kunt u met het deelvenster Lagen de lagen tijdelijk verbergen, zodat ze niet worden afgedrukt.

  1. Open in de modus Expert een afbeelding met meerdere lagen.
  2. Klik in het deelvenster Lagen op het oogpictogram  om een laag onzichtbaar te maken.
  3. Wanneer alleen de lagen die u wilt afdrukken zichtbaar zijn, kiest u Bestand > Afdrukken. Het dialoogvenster Afdrukken wordt geopend en in het voorbeeldgebied met miniaturen worden alleen de zichtbare lagen weergegeven.
  4. Stel de gewenste afdrukopties in en klik op de knop Afdrukken.