Collages en montages maken | Photoshop, Photoshop Elements

U kunt op allerlei manieren een collage of montage maken in Adobe Photoshop of Photoshop Elements, maar de volgende methode is het eenvoudigst. Door de onderstaande stappen te volgen, voegt u elke nieuwe afbeelding als een afzonderlijke laag aan de collageafbeelding toe. Hierdoor kunt u elke afbeelding individueel bewerken. Zodra al uw afbeeldingen zijn verzameld in de uiteindelijke afbeelding, kunt u de lagen (de toegevoegde afbeeldingen) verplaatsen of de grootte ervan wijzigen.

Als het deelvenster Lagen niet wordt weergegeven, kiest u Venster > Lagen.

Een collage maken

  1. Kies Bestand > Nieuw om een nieuwe, lege afbeelding te maken. Bepaal de afbeeldingsgrootte op basis van het gewenste afdrukformaat (bijvoorbeeld 8 inch x 10 inch met 150 pixels per inch op een witte achtergrond).

    Opmerking: als uw afbeeldingen verschillen op vlak van resolutie of pixels per inch, dan worden ze mogelijk in een onverwachte grootte weergegeven in de collageafbeelding. Volg de onderstaande stappen over het transformeren van lagen om de grootte van de afbeeldingen juist te wijzigen. Zie de online Help voor meer informatie over de resolutie.

  2. Kies Bestand > Openen en open de eerste afbeelding (Afbeelding 1) die u wilt toevoegen aan de collageafbeelding. De collageafbeelding en de eerste afbeelding (Afbeelding 1) zijn nu tegelijkertijd geopend.
  3. Selecteer de tool Verplaatsen. Klik ergens in Afbeelding 1, sleep van het venster met Afbeelding 1 naar het venster met de collageafbeelding en laat de muisknop los. Afbeelding 1 wordt weergegeven in het venster met de collageafbeelding. Afbeelding 1 staat op een nieuwe laag, namelijk Laag 1.
  4. Dubbelklik op de naam 'Laag 1' in het deelvenster Lagen en geef Laag 1 een nieuwe naam zodat u uw lagen kunt bijhouden.

  5. Sluit het venster met Afbeelding 1 zodat alleen de collageafbeelding is geopend. Het deelvenster Lagen bevat nu een achtergrondlaag en de nieuwe laag die u pas een nieuwe naam hebt gegeven.

Zodra u uw eerste afbeelding aan de collageafbeelding hebt toegevoegd, opent u de volgende afbeelding die u wilt toevoegen. Herhaal stappen 2 tot 5 om al uw afbeeldingen aan de collageafbeelding toe te voegen.

De afbeeldingen of lagen in de collage verplaatsen, roteren of de grootte ervan wijzigen

  1. Klik in het deelvenster Lagen een keer op de laag die u wilt aanpassen om de laag in te stellen als doel.

  2. Kies Bewerken > Vrije transformatie (Photoshop) of Afbeelding > Transformatie > Vrije transformatie (Photoshop Elements).

    Opmerking: zorg dat de juiste laag is ingesteld als doel in het deelvenster Lagen voordat u uw laag transformeert.

  3. Houd rekening met het omsluitend kader rond de randen van de laag en de ankerpunten op de vier hoeken en kanten (acht in totaal).
    • Wijzig de grootte van de laag door de ankerpunten te verslepen. 
    • Verplaats de laag door in het omsluitend kader te klikken en te slepen.

      Opmerking: als een laag groter wordt weergegeven dan de collageafbeelding, versleept u de laag in een willekeurige richting tot u een hoek van de afbeelding kunt zien. U kunt vervolgens de afbeelding transformeren aan de hand van het ankerpunt op de hoek die u ziet.

    • Roteer de laag door uw cursor net buiten het omsluitend kader te plaatsen, te klikken en te slepen. U kunt de laag roteren zodra uw cursor verandert in een kromme dubbele pijl.
    • Klik in de optiebalk boven aan het scherm op het selectievakje om de transformatie te accepteren of door te voeren. U kunt ook op de doorstreepte cirkel klikken om de transformatie te annuleren.

Herhaal stappen 1 tot 3 om alle andere lagen in de afbeelding te verplaatsen, te roteren of de grootte ervan te wijzigen.

De stapelvolgorde van de lagen opnieuw rangschikken

Sleep een laag in het deelvenster Lagen boven of onder een andere laag om de stapelvolgorde van de lagen of de manier waarop de lagen elkaar overlappen te wijzigen.


 Adobe

Krijg sneller en gemakkelijker hulp

Nieuwe gebruiker?