Selecteer Bestand > Nieuw venster
Meer informatie over de nieuwe functies en verbeteringen in de Bridge-versie van september 2023 (versie 14.0).
In de 14.0-versie van Adobe Bridge kunt u meerdere Bridge-vensters openen. Met deze functie kunt u meerdere deelvensters met inhoud beheren in elk Bridge-venster.
U kunt op een van de volgende manieren een nieuw venster openen:
- Selecteer Bestand > Nieuw venster
- Gebruik de sneltoets Ctrl+N (Windows) of CMD+N (Mac)
Voor elk nieuw Bridge-venster wordt het label Secundair toegevoegd aan de titel van de toepassing. Zo kunt u onderscheid maken tussen het primaire en secundaire Bridge-venster.
Ga als volgt te werk om een nieuw secundair venster te openen:
-
-
Er verschijnt een nieuw dialoogvenster Secundair venster. Selecteer OK
Opmerking:- Schakel het selectievakje Niet meer weergeven in om te voorkomen dat de aanwijzing steeds verschijnt in het dialoogvenster Secundair venster.
- Secundair venster heeft een 'vaste' configuratie zodat deelvensters niet kunnen worden losgekoppeld.
- Schakel het selectievakje Niet meer weergeven in om te voorkomen dat de aanwijzing steeds verschijnt in het dialoogvenster Secundair venster.
-
Er wordt een nieuw Secundair venster geopend op het scherm. Het biedt ondersteuning voor meerdere deelvensters met inhoud en u kunt deze deelvensters gemakkelijk opnieuw rangschikken binnen het venster.
Opmerking:- Als u de functie Secundair venster activeert voor een losgekoppeld/zwevend venster, wordt een bericht weergegeven met de mededeling dat het zwevende/losgekoppelde venster wordt gekoppeld in het nieuwe secundaire venster. De werkruimte met het gekoppelde deelvenster wordt door deze handeling niet automatisch opgeslagen, dat gebeurt pas als de werkruimte expliciet wordt opgeslagen in deze configuratie.
- Werkruimte schakelen/opnieuw instellen in het secundaire venster: als de werkruimte niet-gekoppelde deelvensters bevat, worden die deelvensters gekoppeld naast het deelvenster Inhoud.
- Als u de functie Secundair venster activeert voor een losgekoppeld/zwevend venster, wordt een bericht weergegeven met de mededeling dat het zwevende/losgekoppelde venster wordt gekoppeld in het nieuwe secundaire venster. De werkruimte met het gekoppelde deelvenster wordt door deze handeling niet automatisch opgeslagen, dat gebeurt pas als de werkruimte expliciet wordt opgeslagen in deze configuratie.
U kunt sneltoetsen nu gemakkelijk aan uw specifieke behoeften aanpassen. Daarnaast kunt u een van de vooraf gedefinieerde toetsenbordlay-outs selecteren die beschikbaar zijn voor verschillende regio's over de hele wereld.
U kunt een van deze twee stappen volgen om het deelvenster Sneltoetsen te openen:
- Selecteer het menu Bewerken > Sneltoetsen
- U kunt zelfs de standaardsneltoets Ctrl+Alt+Shift+K gebruiken om het deelvenster Sneltoetsen te openen.
Alle menuopties kunnen worden aangepast via aangepaste sneltoetsen, zoals Geen label, Sorteeropties, Opgeslagen lay-out herstellen, enzovoort.
Kleurcodes gebruiken voor sneltoetsen
U kunt sneltoetsen voor toepassingen en sneltoetsen voor deelvensters herkennen aan de kleurcodes:
- Paars gearceerde toetsen zijn sneltoetsen voor de hele toepassing.
- Groen gearceerde toetsen zijn deelvensterspecifieke sneltoetsen.
- Paarse en groene toetsen verwijzen naar deelvensteropdrachten die aan toetsen met bestaande toepassingsopdrachten zijn toegewezen.
- Sneltoetsen voor toepassingen werken ongeacht welk deelvenster actief is (enkele uitzonderingen daar gelaten), maar deelvenstersneltoetsen werken alleen wanneer het deelvenster actief is.
- Wanneer aan een deelvenstersneltoets dezelfde sneltoets is toegewezen als aan een toepassingssneltoets, werkt de toepassingssneltoets niet als dat deelvenster actief is.
U kunt gemakkelijk zoeken naar opdrachten in de lijst Opdrachten, gefilterd op de zoekcriteria.
U kunt eenvoudig een nieuwe sneltoets voor een specifieke opdracht maken in het deelvenster Sneltoetsen voor Adobe Bridge.
Ontdek de functies Comprimeren (zip) en Extraheren (uitpakken) in Adobe Bridge. Als deze functie is ingeschakeld, kunt u gemakkelijk:
- Meerdere bestanden comprimeren met de knop Comprimeren (zip)
- Bestanden in gecomprimeerde mappen uitpakken naar de gewenste locatie met de knop Extraheren (uitpakken).
Bestanden comprimeren (zip)
U kunt een van de volgende twee stappen uitvoeren om de compressieworkflow te starten:
- Selecteer de bestanden die u wilt comprimeren > Klik met de rechtermuisknop > Selecteer Comprimeren (zip)
- Selecteer de bestanden die u wilt comprimeren > Selecteer het menu Bestand > Selecteer Comprimeren (zip)
Bestanden extraheren (uitpakken)
U kunt een van de volgende twee stappen uitvoeren om de extractieworkflow te starten:
- Selecteer de gecomprimeerde map > Klik met de rechtermuisknop > Selecteer Extraheren (uitpakken)
- Selecteer de gecomprimeerde map > Selecteer het menu Bestand > Selecteer Extraheren (uitpakken)
De configuratie van de workflow Comprimeren/extraheren wijzigen
-
Selecteer het menu Bewerken > Voorkeuren
-
Selecteer Algemeen
-
In de sectie Zippen en uitpakken kunt u de standaardlocatie op uw systeem opgeven waar u uw geëxtraheerde of gecomprimeerde bestanden wilt opslaan.
-
Selecteer OK
Met de nieuwste versie van Bridge kunt u assetbestanden moeiteloos overbrengen van Adobe Bridge naar Adobe Substance 3D Stager. Deze toepassingsoverschrijdende workflow zorgt voor een soepele overgang van assets zodat u realistische scènes kunt maken met slimme tools en door 3D-effecten toe te voegen aan uw creatieve workflow in Adobe Substance 3D Stager.
U kunt een van de volgende twee stappen uitvoeren om een bestand in Adobe Substance 3D Stager
te plaatsen:
- Klik met de rechtermuisknop op het ondersteunde bestand > Selecteer Plaatsen > In Adobe Substance 3D Stager
- Klik met de rechtermuisknop op het ondersteunde bestand > Selecteer het menu Bestand > Plaatsen > In Adobe Substance 3D Stager
Meer informatie over Bestanden verplaatsen naar een andere toepassing in Adobe Bridge.
Bijschrift in-/uitschakelen in de weergave Volledig scherm
U kunt nu de sneltoets 'C' gebruiken om de zichtbaarheid van het bijschrift (bestandsnaam, label en classificatie) in of uit te schakelen in de modus Volledig scherm.
U kunt deze standaard sneltoets eenvoudig aanpassen met de functie Sneltoetsen aanpassen.
Exporteren biedt nu ondersteuning voor de bestandsextensie .jpg
U kunt bestanden nu exporteren in de bestandsextensie .jpg/jpeg en u kunt deze extensie gebruiken in de workflowbuilder.