Inhoud tussen toewijzingen verplaatsen (InDesign)
InDesign-gebruikers kunnen inhoud tussen bestaande toewijzingen en vanuit het gedeelte Niet toegewezen InCopy-inhoud van het deelvenster Toewijzingen verplaatsen. U kunt ook een nieuwe toewijzing maken en inhoud daarnaar verplaatsen.
-
Sla het InDesign-document op.
-
Klik in het deelvenster Toewijzingen op de pijl links van de toewijzingsnaam om de inhoud van de toewijzing weer te geven.
-
Selecteer een item in een toewijzing.
-
Ga op een van de volgende manieren te werk:
Sleep de inhoud van de ene naar een andere toewijzing.
Als u inhoud naar een bestaande toewijzing wilt verplaatsen, kiest u Toevoegen aan toewijzing in het menu van het deelvenster Toewijzingen en selecteert u de gewenste toewijzing.
Als u tijdens het verplaatsen van inhoud een nieuwe toewijzing wilt maken, kiest u Toevoegen aan toewijzing > Nieuw in het menu van het deelvenster Toewijzingen en stelt u opties in het dialoogvenster Nieuwe toewijzing in.
-
Kies Alle toewijzingen bijwerken in het menu van het deelvenster Toewijzingen.
Als de toewijzingslijsten kort zijn, kunt u de inhoudsitems naar en van toewijzingen en de sectie Niet toegewezen InCopy-inhoud slepen.
Toewijzingen verwijderen (InDesign)
-
Selecteer in het deelvenster Toewijzingen een of meer toewijzingen en kies Toewijzing verwijderen in het deelvenstermenu.
Als u toewijzingen verwijdert, gebeurt het volgende:
De toewijzingsgegevens worden rechtstreeks uit het document verwijderd.
Het toewijzingsbestand wordt uit het bestandssysteem verwijderd.
De toewijzingsnaam wordt uit de lijst verwijderd.
InCopy-inhoud wordt naar het gedeelte Niet toegewezen InCopy-inhoud in het deelvenster Toewijzingen geplaatst.
Als een InCopy-gebruiker een toewijzing heeft geopend maar die toewijzing is in InDesign verwijderd, wordt de InCopy-gebruiker gewaarschuwd dat de toewijzing is verwijderd. De inhoudsbestanden worden echter niet verwijderd en kunnen zonder gegevensverlies worden bijgewerkt.
Ontbrekende toewijzingsbestanden opnieuw koppelen (InDesign)
Als u een toewijzingsbestand verplaatst of verwijdert van de schijf en vervolgens het InDesign-document opent waarvan het is gemaakt, weet InDesign niet meer waar het toewijzingsbestand is opgeslagen. U moet het toewijzingsbestand opnieuw maken zodat InDesign het kan terugvinden.
Het toewijzingsbestand opnieuw maken op de oorspronkelijke locatie
-
Voer een van de volgende handelingen uit in het deelvenster Toewijzingen:
Selecteer de ontbrekende toewijzing (staat in het deelvenster) en kies Geselecteerde toewijzingen bijwerken in het deelvenstermenu.
Kies Alle toewijzingen bijwerken in het deelvenstermenu.
De locatie van een toewijzing wijzigen
-
Voer de volgende handelingen in het deelvenster Toewijzingen uit om het toewijzingsbestand opnieuw op een nieuwe locatie te maken:
Selecteer de toewijzing en kies Locatie van toewijzing wijzigen in het deelvenstermenu. Geef een locatie en naam voor het nieuwe bestand op.
Dubbelklik op de naam van de toewijzing. Klik in het dialoogvenster Toewijzingsopties op de knop Wijzigen om een locatie en naam voor het nieuwe bestand op te geven.
Fouten corrigeren
Als u een fout maakt, kunt u de wijzigingen negeren die zijn gemaakt sinds de laatste keer dat u de opdracht Opslaan hebt gebruikt, en herstelt u de inhoud van het bestandssysteem.
Omdat in InDesign automatisch elk bewerkbaar InCopy-inhoudsbestand wordt opgeslagen wanneer u het InDesign-document opslaat, herstelt de opdracht Uitchecken annuleren alleen versies vanaf de laatste keer dat het document is gewijzigd.
-
Ga op een van de volgende manieren te werk:
Klik op Bewerken > Ongedaan maken [actie] om de laatste wijziging ongedaan te maken.
Als u alle wijzigingen die u hebt doorgevoerd vanaf het moment dat u het document voor het laatst hebt opgeslagen, ongedaan wilt maken, klikt u op Bestand > Inhoud herstellen.
Om de wijzigingen ongedaan te maken die zijn aangebracht nadat de versie voor het laatst is opgeslagen, en het vergrendelingsbestand te verwijderen, selecteert u de inhoud in het deelvenster Toewijzingen en kiest u Uitchecken annuleren in het deelvenstermenu. Deze actie maakt de inhoud alleen-lezen en beschikbaar voor anderen om uit te checken.
Vergrendelde bestanden overschrijven (InDesign)
Gebruikers realiseren zich waarschijnlijk niet direct wat het effect van hun acties voor anderen in de workflow kan betekenen, en creëren onbewust situaties waarin conflicten tussen status en eigendom kunnen ontstaan. De InDesign-gebruiker kan conflicten oplossen door een vergrendeld bestand te ontkoppelen dat door een andere gebruiker is uitgecheckt, en de controle over het bestand in handen te nemen. Bij het ontkoppelen van een bestand wordt de inhoud in het InDesign-document opgeslagen, maar die inhoud wordt niet meer gedeeld met InCopy.
Inhoudsbestanden ontkoppelen (InDesign)
Indien nodig (bijvoorbeeld vanwege een productiedeadline) kunnen InDesign-gebruikers een inhoudsbestand uit de beheerde workflow en uit het deelvenster Koppelingen verwijderen door dat bestand te ontkoppelen. Wilt u de inhoud beschikbaar wilt maken voor bewerking, dan moet u de inhoud met een nieuwe bestandsnaam opnieuw als InCopy-inhoud exporteren. Zo kan het oude vergrendelingsbestand gebruikers niet beletten het bestand te bewerken.
Door het ontkoppelen van uw eigen uitgecheckte bestand wordt dat bestand uit de workflow verwijderd en wordt het vergrendelingsbestand van schijf verwijderd. U kunt de inhoud opnieuw exporteren en de bestandsnaam zonder conflict overschrijven.
-
Als u een InCopy-inhoudsbestand wilt ontkoppelen, selecteert u het bestand (.icml- of .incx-extensie) in het deelvenster Koppelingen en kiest u Ontkoppelen in het deelvenstermenu. Bij het ontkoppelen wordt de inhoud in het document ingesloten en wordt de koppeling naar het InCopy-bestand op schijf verwijderd.
Kies Bewerken > Ontkoppelen ongedaan maken om het bestand weer te koppelen.
U kunt ook ontkoppelen door een kader te verwijderen of door een inhoudsbestand opnieuw aan een ander bestand te koppelen via het InDesign-deelvenster Koppelingen. U kunt ook het artikel selecteren in het deelvenster Toewijzingen en het artikel vervolgens naar de prullenmand slepen.
InCopy-bestanden in InDesign-documenten plaatsen
Hoewel een standaardworkflow in InDesign begint waar de standaardlayout en plaatsaanduidingen voor de tekst en afbeeldingen worden opgegeven en naar InCopy worden geëxporteerd, kan een andere workflow worden gestart met een zelfstandig InCopy-inhoudsbestand (.icml of .incx) dat u in InDesign plaatst met de opdracht Bestand > Plaatsen.
Houd bij het plaatsen van InCopy-inhoudsbestanden in een InDesign-document rekening met het volgende:
Stijlen
Als er op het InCopy-tekstbestand stijlen zijn toegepast, worden deze toegevoegd aan de InDesign-lijst met stijlen voor het document. Als een bestaande stijl dezelfde naam heeft als een van de geïmporteerde stijlen, overschrijft InDesign de geïmporteerde stijl met de bestaande stijl.
Layout
U kunt de standaard layoutgeometrie voor de inhoud in InDesign maken en vervolgens de tekst en stijlen vanuit een tekstverwerker maken of importeren. (Tekstbestanden die in InCopy zijn geplaatst, worden in het InCopy-document ingesloten en niet gekoppeld aan een extern bestand.)
Plaatsen/Dupliceren
Als u een InCopy-inhoudsbestand meerdere keren plaatst, staat elke instantie van de inhoud in het InDesign-deelvenster Koppelingen. Al deze instanties worden echter als één inhoudsbestand beheerd. Dit geldt ook voor exacte kopieën van een inhoudsbestand (door middel van dupliceren).
Als u een gedeelte van de tekst (niet de hele tekst) kopieert naar of plaatst in een beheerd InCopy-inhoudsbestand, resulteert dit in een nieuw inhoudsbestand dat niet is verbonden met het origineel en geen koppeling naar een extern bestand (InCopy of anderszins) bevat. Het origineel en de geplakte delen kunnen onafhankelijk van elkaar worden bewerkt.
Updates/Beheer
Zodra een InDesign-document meerdere instanties van een beheerd inhoudsbestand bevat, 'gedragen' deze zich alsof ze zijn geopend in twee toepassingen. Als u bijvoorbeeld één instantie van het inhoudsbestand vergrendelt, worden alle andere instanties vergrendeld zodat alleen de uitgecheckte instantie kan worden bewerkt. In dit geval vernieuwt u met de desbetreffende opdracht Bijwerken de overige (geopende) instanties van de inhoud.