Documenten en boeken overvullen

Inkt overvullen

Wanneer bij een als offset afgedrukt document meerdere inkten op dezelfde pagina worden gebruikt, moet elke inkt worden afgedrukt in register (perfect uitgelijnd) met andere inkten waaraan de inkt grenst, zodat er tussen de inkten geen tussenruimten ontstaan. Het is echter onmogelijk een exacte registratie te maken voor elk object op elk blad papier dat door de drukpers gaat. Er kan zich dus een verkeerde registratie van inkten voordoen. Bij verkeerde registratie ontstaat er een onverwachte tussenruimte tussen de inkten.

U compenseert een verkeerde registratie door een object iets te vergroten zodat het een ander gekleurd object overlapt. Dit wordt overvullen genoemd. Door een inkt op een andere inkt te plaatsen, worden standaard de onderliggende inkten uitgenomen of verwijderd), zodat de kleuren zich niet vermengen. Bij overvullen moeten inkten echter worden overgedrukt of over elkaar worden afgedrukt, zodat de kleuren enigszins overlappen.

Verkeerde registratie zonder overvulling (links) en met overvulling (rechts)

Bij de meeste overvullingen ontstaat verspreiding, dat wil zeggen dat een licht object iets doorloopt in een donker object. Omdat de donkerste kleur van twee aangrenzende kleuren bepalend is voor de zichtbare rand van het object of de tekst, blijft de rand zichtbaar als het lichtere object iets doorloopt in het donkere object.

Methoden voor overvullen

U kunt een document overvullen met elke combinatie van methoden, waaronder de volgende:

  • Gebruik proceskleuren die niet hoeven te worden overgevuld.

  • Overdruk met zwart.

  • Overdruk lijnen en vullingen handmatig.

  • Gebruik de ingebouwde overvulling van Adobe InDesign CS4 of de Adobe In‑RIP-overvulling.

  • Overvul geïmporteerde afbeeldingen met de overvulfuncties in het programma waarin de afbeeldingen zijn gemaakt. Raadpleeg de documentatie voor deze programma's.

    Kies een overvuloplossing die past bij de workflow voor kleuruitvoer die u gebruikt, zoals Adobe PostScript of PDF.

U kunt voorkomen dat er moet worden overgevuld door de mogelijkheid van verkeerde registratie in het gebruik van kleuren uit te sluiten. Verkeerde registratie wordt vermeden door voor de aangrenzende proceskleuren dezelfde inkten te gebruiken. Als u bijvoorbeeld een donkere paarse lijn met een felle rode vulling opgeeft, bestaan beide kleuren voor een aanzienlijk deel uit magenta. De kleur magenta van de lijn en de vulling wordt als een enkel gebied afgedrukt. Als er zich dus een verkeerde registratie voordoet in de andere procesinkten, zorgt de magenta drukplaat ervoor dat een eventuele tussenruimte vrijwel niet is te zien.

Over automatisch overvullen

In InDesign kunt u kleurdocumenten overvullen via een ingebouwd overvulprogramma. U kunt ook gebruikmaken van het Adobe In-RIP-overvulprogramma dat beschikbaar is bij Adobe PostScript-printers die Adobe In-RIP-overvulling ondersteunen.

Beide overvulprogramma's berekenen aanpassingen aan de randen van zowel tekst als afbeeldingen. Zij passen overvultechnieken toe op verschillende delen van een enkel object, zelfs als de tekst of een InDesign-object meerdere achtergrondkleuren overlapt. De aanpassingen voor overvullingen worden automatisch aangebracht. U kunt voorinstellingen voor overvulling definiëren voor de vereisten die gelden voor overvulling van bepaalde paginabereiken. De effecten worden alleen weergegeven op kleurscheidingen die zijn gegenereerd door een overvulprogramma. De resultaten zijn in InDesign dus niet op het scherm te zien.

Het overvulprogramma stelt contrasterende kleurranden vast en maakt vervolgens overvullingen op basis van een neutrale densiteit (licht of donker) van naast elkaar liggende kleuren. Meestal lopen lichtere kleuren door in aangrenzende, donkerdere kleuren. Met de instellingen die u in het deelvenster Voorinstellingen overvul opgeeft, wordt het resultaat van het overvulprogramma gewijzigd.

Vereisten voor automatische overvulling

Voor het overvullen van documenten met de ingebouwde overvulling van InDesign hebt u een PPD nodig die scheidingen ondersteunt.

Voor het overvullen van documenten met behulp van het Adobe In-RIP-overvulprogramma hebt u de volgende software en hardware nodig:

  • Een Adobe PostScript 2-uitvoerapparaat of hoger dat een RIP gebruikt die Adobe In-RIP-overvulling ondersteunt. Als u wilt nagaan of een PostScript-uitvoerapparaat Adobe In-RIP-overvulling ondersteunt, kunt u het beste contact opnemen met het prepress-bureau.

  • Een PPD-bestand (PostScript Printer Description) voor een printer dat Adobe In-RIP-overvulling ondersteunt. U moet deze PPD selecteren wanneer u de printer installeert.

Verschillen tussen ingebouwde overvulling en Adobe In-RIP-overvulling

Samengestelde kleurenworkflow

Bij ingebouwd overvullen kunt u een document scheiden met InDesign- of met In-RIP-scheidingen. Als u Adobe In-RIP-overvulling wilt gebruiken, moet u In-RIP-scheidingen gebruiken.

Overvulbreedten

Bij de ingebouwde overvulling wordt de overvulbreedte beperkt tot 4 punten, ongeacht de waarde die u voor deze breedte hebt opgegeven. Gebruik Adobe In-RIP-overvulling voor grotere overvulbreedten.

EPS-vectorafbeeldingen

Met ingebouwde overvulling kunt u geen geplaatste EPS-vectorafbeeldingen overvullen. Met de Adobe In-RIP-overvulling kunt u alle geïmporteerde afbeeldingen overvullen.

Geïmporteerde bitmapafbeeldingen overvullen

Geïntegreerde overvullingen kunnen bitmapafbeeldingen, zoals foto's, overvullen naar tekst en afbeeldingen. Bitmapafbeeldingen moeten worden opgeslagen in een bestandsindeling die louter op pixels is gebaseerd en die de kleurvereisten van commercieel afdrukken ondersteunt. Van deze indelingen zijn PSD (Photoshop) en TIFF het meest geschikt voor commercieel drukwerk. Neem contact op met uw prepress-bureau voordat u een andere bestandsindeling gaat gebruiken.

Als u met een OPI-server (Open Prepress Interface) werkt, moet u controleren of FPO-afbeeldingen (For Position Only) in de bestandsindeling TIFF of PSD worden gemaakt. Als de afbeeldingen TIFF- of PSD-bestanden zijn, kan de ingebouwde overvulling worden gebruikt zolang u tijdens het uitvoeren van het bestand maar geen opties voor Weglaten voor OPI selecteert. (Deze opties staan in de sectie Geavanceerd van het dialoogvenster Afdrukken en zijn alleen beschikbaar bij een PostScript-printer.)

Opmerking:

Het gedrag en de precisie van het overvullen in een OPI-workflow zijn van veel factoren afhankelijk, zoals de methode van downsamplen die de OPI-server gebruikt om FPO-afbeeldingen te genereren. Voor een goed resultaat kunt u het beste contact opnemen met de OPI-leverancier voor informatie over het integreren van de overvuloplossingen van Adobe met de desbetreffende OPI-server.

Geïmporteerde vectorafbeeldingen overvullen

U kunt zowel met de Adobe In-RIP-overvulling als met de ingebouwde overvulling geplaatste PDF-vectorbestanden en tekst en afbeeldingen overvullen die zijn gemaakt met de tools van InDesign. Met de ingebouwde overvulling kunnen geplaatste EPS-vectorafbeeldingen echter niet worden overgevuld.

Tekst, paden en kaders die zijn gemaakt in InDesign, worden niet goed overgevuld als deze een kader overlappen met een geplaatste afbeelding die niet kan worden overgevuld door de ingebouwde overvulling, zoals een EPS-vectorafbeelding. (Deze objecten worden echter goed overgevuld met Adobe In-RIP-overvulling.) U kunt ingebouwde overvulling wellicht gebruiken bij documenten met EPS-vectorafbeeldingen als u het kader van de afbeelding aanpast. Als de geplaatste EPS-afbeelding niet rechthoekig is, probeert u het kader van de geplaatste afbeelding dichter bij de afbeelding zelf en verder van de andere objecten te plaatsen. Met Object > Uitknippad kunt u onder andere het afbeeldingskader dichter bij de afbeelding plaatsen.

InDesign-tekst en -afbeeldingen die geplaatste EPS-afbeeldingen (links) overlappen, worden niet goed overgevuld. Voor een goede overvulling moet u de vorm van het kader wijzigen zodat het geen andere objecten raakt (rechts).

Tekst overvullen

Zowel met de Adobe In-RIP-overvulling als de ingebouwde overvulling kunt u teksttekens overvullen naar andere tekst en afbeeldingen. (Voor de ingebouwde overvulling moeten de tekst en afbeeldingen met InDesign zijn gemaakt en niet in geïmporteerde afbeeldingen staan.) Een tekstteken dat overlapt met verschillende achtergrondkleuren, wordt nauwkeurig naar alle kleuren overgevuld.

Adobe in-RIP-overvulling kan alle typen lettertypen overvullen. Daarentegen werkt ingebouwde overvulling het beste bij Type 1-, OpenType- en Multiple Master-lettertypen. Bij TrueType-lettertypen kan het overvullen verkeerde resultaten geven. Als er in een document TrueType-lettertypen moeten worden gebruikt en u de ingebouwde overvulling wilt gebruiken, kunt u overwegen alle TrueType-tekst naar contouren om te zetten door de tekst te selecteren en Tekst > Contouren maken te kiezen. De tekst wordt een InDesign-object waar zonder probleem een overvulling op kan worden toegepast. U kunt de tekst echter niet meer bewerken nadat u deze hebt omgezet naar contouren.

Overvulprestaties optimaliseren

Of u nu Adobe In-RIP-overvulling of geïntegreerde overvulling gebruikt, u kunt tijd besparen als u geen pagina's verwerkt die niet moeten worden overgevuld, zoals pagina's met alleen zwarte tekst. U kunt met overvulvoorinstellingen het overvullen voor alleen de gewenste paginabereiken inschakelen.

De snelheid waarmee geïntegreerde overvulling wordt uitgevoerd, wordt bepaald door de snelheid van de computer. Als u op elke pagina van een groot document overvulling toepast, moet u de snelste computer gebruiken. Voor de ingebouwde overvulling is veel ruimte op de vaste schijf nodig. Een snelle vaste schijf en dito gegevensbus zijn eigenlijk onontbeerlijk voor de ingebouwde overvulling.

Als u de computer zoveel mogelijk beschikbaar wilt houden voor andere taken, kunt u Adobe RIP-overvulling gebruiken omdat bij deze optie alle overvullingen op de RIP en niet op de computer worden verwerkt.

Schijfruimte reserveren voor geïntegreerde overvulling

Om de randen te overvullen van elke kleur die moet worden overgevuld, maakt het overvulprogramma meerdere paden die alleen door het uitvoerapparaat worden gebruikt en niet in het document worden opgeslagen. Terwijl bij Adobe In-RIP-overvulling deze extra paden worden verwerkt en opgeslagen op de RIP, wordt bij de geïntegreerde overvulling de vaste schijf van de computer gebruikt als tijdelijk opslaggebied voor deze overvulpaden. Voordat u de geïntegreerde overvulling gaat gebruiken, moet u zoveel mogelijk schijfruimte vrijmaken.

De benodigde schijfruimte hangt af van een groot aantal factoren. Het is dus niet mogelijk aan te geven hoeveel schijfruimte er voor een bepaalde overvultaak nodig is. De benodigde schijfruimte wordt bepaald door:

  • Aantal pagina's in de overvulbereiken

  • Aantal overlappende gekleurde objecten

  • Aantal te overvullen afbeeldingen

  • Hoeveelheid tekst die moet worden overgevuld

  • Resolutie van de uiteindelijke uitvoer

    Als een afdruktaak waarbij de geïntegreerde overvulling wordt gebruikt, wordt onderbroken of als er te weinig schijfruimte blijkt te zijn, kunnen overvulgegevens op de vaste schijf blijven staan. Indien nodig sluit u de toepassing af en verwijdert u de tijdelijke gegevens uit de map C:\Temp (Windows). In Mac OS start u de computer opnieuw op.

Een document of boek overvullen

Wijzig de standaardovervulinstellingen alleen na overleg met het prepress-bureau en als u begrijpt hoe de overvulopties werken voor uw specifieke documenten en afdrukomstandigheden.

Wanneer meerdere documenten in een boek worden overgevuld, moet u alle aangepaste overvulvoorinstellingen op de paginabereiken binnen elk document van het boek toewijzen. U kunt de overvulinstellingen niet aan een boek toewijzen, maar u kunt wel de conflicten oplossen die door voorinstellingen in een document worden veroorzaakt.

  1. Maak indien nodig een overvulvoorinstelling met aangepaste instellingen voor het document en de afdruktaak.
  2. Wijs de overvulvoorinstelling aan een paginabereik toe.
  3. Kies Bestand > Afdrukken om het dialoogvenster Afdrukken te openen.
  4. Selecteer Uitvoer in de lijst links.
  5. Kies bij Kleur de optie Scheidingen of In-RIP-scheidingen, afhankelijk van wat u maakt: scheidingen op de host of in-RIP-scheidingen.
  6. Kies bij Overvullen een van de volgende opties:
    • Overvulprogramma als u het overvulprogramma van InDesign wilt gebruiken.

    • Adobe In-RIP. Deze optie werkt alleen als er wordt afgedrukt op een printer die Adobe In-RIP-overvulling ondersteunt.

  7. Klik op Inktbeheer als uw prepress-bureau u heeft aangeraden uw inktinstellingen te wijzigen. Selecteer een inkt, stel de opties in die uw prepress-bureau u heeft doorgegeven en klik op OK:
  8. Geef indien nodig nog andere afdrukopties op en druk het document af door op Afdrukken te klikken.

 Adobe

Krijg sneller en gemakkelijker hulp

Nieuwe gebruiker?