Artikelen weergeven

Overzicht van de drukproef-, artikel- en lay-outweergave

InCopy biedt drie weergaven voor een artikel: Drukproef, Artikel en Lay-out. Deze namen komen overeen met de termen die worden gebruikt in de traditionele uitgeverswereld.

Drukproefweergave

Hiermee wordt de tekst weergegeven met regeleinden die zijn ingesteld in het bijbehorende Adobe InDesign®-document. Als tekst niet in de toegewezen ruimte voor de lay-out past, markeert een indicator voor overlopende tekst het punt waarop de InCopy-tekst de ruimte overschrijdt. Hoewel u met InCopy opmaak kunt toepassen, zoals inspringende alinea's en tekengrootten, wordt deze opmaak niet weergegeven in de drukproefweergave.

Drukproefweergave

Artikelweergave

Hiermee wordt tekst in een continue stroom weergegeven, waarbij de tekst doorloopt in het documentvenster. In de artikelweergave worden de exacte regeleinden niet weergegeven, zodat u minder wordt afgeleid en u zich beter op de inhoud kunt concentreren. Als tekst echter niet in de toegewezen ruimte voor de layout past, markeert een indicator voor overlopende tekst het punt waar de InCopy-tekst buiten de ruimte komt. In de artikelweergave worden alleen alineastijlen weergegeven in het informatiegebied. In deze weergave worden geen regelnummers weergegeven.

De artikelweergave wordt standaard geopend wanneer u een nieuw InCopy-artikel maakt.

Opmerking:

U kiest een andere standaardweergave voor nieuwe documenten door alle documenten te sluiten en in het menu Weergave de gewenste weergave als de standaardwaarde in te stellen.

Artikelweergave

Lay-outweergave

In deze weergave wordt de tekst weergegeven zoals die wordt afgedrukt, met alle opmaak. Wanneer u InCopy gebruikt om een InDesign-lay-out te synchroniseren, kunt u de tekst weergeven binnen de context van alle andere pagina-elementen in het InDesign-document, zoals kaders, kolommen en afbeeldingen.

In de lay-outweergave kunt u in- en uitzoomen op verschillende aspecten van de lay-out.

Lay-outweergave

Schakelen tussen de drukproef-, artikel- en lay-outweergave

  1. Voer een van de volgende stappen uit:
    • Kies de naam van de weergave in het menu Weergave.

    • Klik op de tab Drukproef, Artikel of Lay-out boven in het bewerkingsgebied.

Over de drukproefweergave

De drukproefweergave is vooral bedoeld voor het verwerken van tekst, omdat de tekst in deze weergave gemakkelijk is te lezen en toe te voegen. In de drukproefweergave kunt u ook tekst passend maken en andere productietaken uitvoeren.

Wanneer u een InDesign-document in InCopy opent, is het werken in de drukproefweergave vergelijkbaar met de drukproeven die een drukker gebruikt voor het controleren van de tekst. De tekst loopt in het weergavegebied op exact dezelfde wijze door als in de uiteindelijke InDesign-lay-out en alle tekst wordt weergegeven in één kolom, ongeacht het aantal kolommen in de lay-out. Pagina-einden, kadereinden en kolomeinden worden aangegeven met een lijn met in het midden het woord “Pagina-einde”, “Kader-einde” of “Kolom-einde”.

Opmerking:

Wanneer er op één plaats meerdere einden zijn, bijvoorbeeld een pagina-einde en een kadereinde, wordt het einde van de hoogste prioriteit weergegeven. Pagina-einden hebben de hoogste prioriteit en kolomeinden de laagste.

Een van de functies van de drukproefweergave is de afbreeklijn om de tekst passend te maken. Hiermee wordt het punt aangegeven waarop de InCopy-tekst buiten de ruimte voor de lay-out komt die in InDesign is toegewezen aan de tekst.

Standaard wordt tekst in de drukproefweergave weergegeven in 12 punten. U kunt het lettertype, de grootte of de spatiëring wijzigen om tekst beter leesbaar en bewerkbaar te maken. U kunt ook de kleur van de achtergrond en het lettertype wijzigen.

Opmerking:

De weergavegrootte van het lettertype is van toepassing op alle artikelen en niet op afzonderlijke tekens, woorden of alinea's.

De werkbalk voor de vormgeving van de drukproef- en artikelweergave onder aan het werkgebied bevat diverse instellingen die u wellicht vaak zult wijzigen tijdens het bewerken van een document. Het betreft instellingen voor:

  • Het weergavelettertype en de tekengrootte

  • De regelafstand (één spatie, 150% spatie, dubbele spatie of driedubbele spatie)

  • Het tonen/verbergen van kolommen met regelnummers en stijlen

  • Het aanpassen van besturingselementen voor de vormgeving van de drukproef- en artikelweergave

De drukproef- en artikelweergave aanpassen

U kunt de drukproef- en artikelweergave op diverse manieren aanpassen.

De weergave-instellingen voor de drukproefweergave wijzigen

  1. Selecteer een optie op de werkbalk Drukproef- en artikelweergave. (Als deze werkbalk niet wordt weergegeven, kiest u Venster > Drukproef- en artikelweergave. De werkbalk staat standaard onder in het applicatievenster.)
    Opmerking:

    Het is belangrijk te weten dat het wijzigen van de weergavegrootte van het lettertype niet hetzelfde is als het toepassen van tekstopmaak. U kunt beide stappen uitvoeren in de drukproefweergave. Het wijzigen van de weergavegrootte van het lettertype heeft geen invloed op de vormgeving van de tekst in een publicatie, terwijl de vormgeving van tekst in de lay-outweergave en in een gepubliceerd document wel verandert wanneer u de opmaak van de tekst wijzigt.

Weergavevoorkeuren voor de drukproefweergave instellen

  1. Kies Bewerken > Voorkeuren > Drukproef- en artikelweergave (Windows) of InCopy > Voorkeuren > Drukproef- en artikelweergave (Mac OS).
  2. Geef de volgende instellingen op in het gedeelte Weergaveopties tekst:

    Tekstkleur

    Hiermee stelt u de tekstkleur in het weergavegebied in. Zwart is de standaardtekstkleur.

    Achtergrond

    Hiermee stelt u de achtergrondkleur van het weergavegebied in. Wit is de standaardachtergrondkleur.

    Thema

    Hiermee wijst u vooraf ingestelde tekst- en achtergrondkleuren toe.

    Lettertype voorvertoning overschrijven

    Hiermee kunt u één extra lettertype met de juiste kenmerken weergeven in de drukproef- en artikelweergave. De lettertypen Symbol, Zapf Dingbats, Webdings en Wingdings® worden automatisch op de juiste wijze weergegeven en daarbij wordt het door u gekozen weergavelettertype overschreven.

    Anti-aliasing inschakelen

    Hiermee worden de gekartelde randen van tekst en bitmapafbeeldingen vloeiend gemaakt door de kleurovergang tussen de pixels aan de rand en de pixels op de achtergrond geleidelijk in elkaar te laten overlopen. Er gaan geen details verloren, aangezien alleen de randpixels worden gewijzigd. U kunt het niveau van anti-aliasing kiezen dat u wilt toepassen. Bij de optie Standaard wordt de tekst vloeiend gemaakt met grijstinten. Met de optie Geoptimaliseerd voor LCD worden kleuren in plaats van grijstinten gebruikt om tekst vloeiend te maken. Deze optie werkt het beste bij lichtgekleurde achtergronden met zwarte tekst. Met de optie Zacht worden grijstinten gebruikt, maar wordt een lichtere en vagere weergave verkregen.

    Cursoropties

    Hiermee stelt u de weergave van de cursor in. U kunt uit vier verschillende cursors kiezen. Selecteer of deselecteer Knipperen.

Opmerking:

Alle instellingen die u opgeeft in de sectie Drukproef- & artikelweergave, gelden zowel voor de drukproef- als voor de artikelweergave.

De informatiekolom tonen of verbergen

De informatiekolom wordt in de drukproef- en artikelweergave aan de linkerkant van het documentvenster weergegeven. Deze kolom bevat alleen-lezen informatie over alineastijlen, regelnummers en de verticale diepte van tekst. U kunt hier niets invoeren.

  1. Ga op een van de volgende manieren te werk:
    • Als u de weergave alleen in het huidige document wilt wijzigen, kiest u Weergave > Infokolom tonen of Weergave > Infokolom verbergen.

    • Als u de standaardweergave in de applicatie wilt wijzigen, kiest u Weergave > Infokolom tonen of Weergave > Infokolom verbergen.

Opmerking:

Met alineastijlen kunt u eenvoudiger zorgen dat uw publicaties een consistente opmaak hebben. Raadpleeg indien nodig de documentatie over de workflow die binnen uw team als richtlijn voor het project wordt gehanteerd.

Voorkeuren voor artikelweergave instellen

Gebruik het gedeelte Drukproef- en artikelweergave van het dialoogvenster Voorkeuren om de vormgeving van de artikelweergave aan te passen.

  1. Kies Bewerken > Voorkeuren > Drukproef- en artikelweergave (Windows) of InCopy > Voorkeuren > Drukproef- en artikelweergave (Mac OS).
  2. Geef de gewenste opties op.
  3. Klik op OK.

Alinea-einden tonen of verbergen

U kunt in de drukproef- en artikelweergave de alinea-einden tonen en verbergen. Een pijl geeft het begin van een nieuwe alinea aan.

  1. Kies Weergave > Markeringen alinea-einden tonen of Weergave > Markeringen alinea-einden verbergen.

De verticale diepteliniaal gebruiken

Wanneer u tekst typt, is het soms handig om te weten wat het aantal regels is en wat de fysieke diepte van een artikel is wanneer het wordt weergegeven in de lay-outweergave. De verticale diepteliniaal verschijnt langs de linkerrand van de drukproef- en artikelweergave. Elk verdeelstreepje wordt uitgelijnd aan de onderkant van een tekstregel. Om de vijf verdeelstreepjes wordt een waarde weergegeven voor de totale verticale diepte van tekst op dat punt. De diepte wordt dynamisch bijgewerkt wanneer de compositie van de lay-out voor het desbetreffende gedeelte van het document is voltooid.

De dieptemetingen zijn gebaseerd op de instellingen voor verticale eenheden in het deelvenster Eenheden en toenamen in het dialoogvenster Voorkeuren.

Opmerking:

De diepte van overlopende tekst wordt ook berekend en weergegeven zodat u tekst eenvoudiger passend kunt maken.

  1. Klik op de tab Drukproef of Artikel boven in het bewerkingsgebied.
  2. Voer een van de volgende stappen uit:
    • Als u alleen de diepteliniaal wilt tonen of verbergen, kiest u Weergave > Diepteliniaal tonen/verbergen.

    • Als u alleen de informatiekolom wilt tonen of verbergen, kiest u Weergave > Infokolom tonen/verbergen.

Overzicht van de lay-outweergave

In de lay-outweergave worden tekst en andere elementen exact weergegeven zoals deze zijn opgemaakt en geplaatst in een InDesign-document. Artikelen worden ingedeeld in kaders, net zoals deze worden weergegeven in InDesign.

Als u werkt aan een gekoppeld artikel (een beheerd artikel in een geopend InDesign-document of toewijzingsbestand), kunt u de lay-out van het artikel niet wijzigen met InCopy. U kunt alleen de tekst en de tekstkenmerken bewerken.

Als u werkt aan een zelfstandig InCopy-document (een afzonderlijk InCopy-document dat zich niet in een open InDesign-document of toewijzingsbestand bevindt), kunt u de tekst en tekstkenmerken bewerken en het paginaformaat wijzigen met de opdracht Documentinstelling.

In de lay-outweergave staan er meer opdrachten in het menu Weergave en zijn er meer gereedschappen dan in de andere weergaven. Met behulp van het handje, het gereedschap Zoomen en de zoomopdrachten kunt u een spread op verschillende vergrotingen weergeven. U kunt ook verschillende hulpmiddelen voor de lay-out gebruiken, zoals linialen, documentrasters en basislijnrasters.

Opmerking:

Deze weergaveopties hebben geen gevolgen voor de opmaak. Als u bijvoorbeeld inzoomt op een pagina, wijzigt u niet de vormgeving van het artikel in InDesign of het afgedrukte artikel, maar vergroot u alleen de weergave op het scherm.

Over kaders

In de lay-outweergave van een document dat wordt gemaakt, ziet u een of meerdere vakken op de pagina. Deze niet-afdrukbare vakken kunnen leeg zijn, of tekst of afbeeldingen bevatten. De vakken vertegenwoordigen kaders. Dit zijn ruimten in de lay-out die zijn gereserveerd voor specifieke elementen. Elk kader is gedefinieerd om tekst of een afbeelding te bevatten. Niet-beheerde artikelen in een InDesign-document of in een toewijzingsbestand worden grijs weergegeven, zodat u ze gemakkelijk herkent.

Tekstkaders

Hiermee bepaalt u waar artikelen moeten komen te staan en hoeveel ruimte op de pagina ze in beslag nemen. Kaders voor gekoppelde artikelen worden gedefinieerd door de InDesign-gebruiker. Als er meerdere kaders zijn gereserveerd voor een artikel, bepaalt de configuratie van de kaders hoe de artikeltekst door de lay-out loopt.

Afbeeldingskaders

Deze kaders kunt u gebruiken als rand en als achtergrond. U kunt er ook afbeeldingen mee uitsnijden of bedekken. U kunt met afbeeldingen in kaders werken in InCopy en u kunt de afbeeldingskaders vanuit InDesign-lay-outs bekijken wanneer u werkt met gekoppelde documenten. U kunt ook met de kaders van inline-afbeeldingen (ingesloten in tekst) werken, maar niet met andere afbeeldingskaders. (Zie Een inline-afbeelding maken.)

Lege kaders

Deze fungeren als plaatsaanduidingen. Lege tekstkaders zien er anders uit dan lege afbeeldingskaders. Een leeg vak is een leeg tekstkader en een vak met een X erin is een leeg afbeeldingskader. U kunt alleen tekst in een leeg tekstkader typen als het kader is gekoppeld aan het artikel dat vanuit InDesign naar InCopy is geëxporteerd. In InCopy kunt u ook afbeeldingen importeren en plakken in lege afbeeldingskaders.

Leeg tekstkader (links) en leeg afbeeldingskader (rechts)

Kaderranden tonen of verbergen

Als u kaderranden verbergt, wordt ook de X in een leeg afbeeldingskader verborgen.

Tekst- en afbeeldingskaders waarvan de kaderranden worden weergegeven (links) en verborgen (rechts)

  1. Kies in de lay-outweergave Weergave > Extra's > Kaderranden weergeven of Weergave > Extra's > Kaderranden verbergen.

Documenten weergeven

Met het gereedschap Zoomen of de weergaveopties kunt u in- en uitzoomen op documenten.

In- of uitzoomen

In de lay-outweergave kunt u de weergave van een pagina vergroten of verkleinen. Op de applicatiebalk wordt het zoompercentage weergegeven.

  1. Voer een van de volgende stappen uit:
    • Als u een specifiek gebied wilt vergroten, selecteert u het gereedschap Zoomen  en klikt u op het gebied dat u wilt vergroten. Bij elke muisklik wordt de weergave met het vooraf ingestelde percentage vergroot. De plaats waar u klikt, is hierbij als het midden van de vergroting. Bij de maximale vergroting is het midden van het gereedschap Zoomen leeg. Als u wilt uitzoomen, houdt u Alt (Windows) of Option (Mac OS) ingedrukt om het gereedschap Uitzoomen te activeren en klikt u op het gebied dat u wilt verkleinen. Bij elke muisklik wordt de weergave naar het vorige vooraf ingestelde percentage verkleind.

    • Als u de weergave wilt vergroten tot het volgende vooraf ingestelde percentage, activeert u het venster dat u wilt weergeven en klikt u op Weergave > Inzoomen. Kies Weergave > Uitzoomen als u de weergave tot het vorige vooraf ingestelde percentage wilt verkleinen.

    • Als u een vergrotingsniveau wilt instellen, typt of kiest u een niveau in het vak Zoomen op de applicatiebalk.

    • Druk op Ctrl (Windows) of Command (Mac OS) en zoom in of uit met het muiswieltje of de muissensor.

Extra sterk zoomen gebruiken

Met Extra sterk zoomen kunt u snel door documentpagina's bladeren. Met het handje kunt u in- of uitzoomen en door het volledige document bladeren. Deze functie is vooral handig bij documenten met veel pagina's.

U kunt Extra sterk zoomen alleen gebruiken in de lay-outweergave.

  1. Klik op het handje .

    U kunt het handje ook activeren door in de tekstmodus de spatiebalk of Alt/Option ingedrukt te houden.

  2. Als het handje geactiveerd is, klikt u en houdt u de muisknop ingedrukt.

    U zoomt nu uit op het document zodat u een groter deel van de spread zichtbaar wordt. Het weergavegebied wordt aangegeven met een rood vak.

  3. Houd de muisknop ingedrukt en sleep het rode vak om door de pagina's van het document te bladeren. Druk op de pijltoetsen of gebruik het muiswieltje om het rode vak groter of kleiner te maken.
  4. Laat de muisknop los om in te zoomen op het nieuwe gedeelte van het document.

    Het oorspronkelijke zoompercentage van het documentvenster of het oorspronkelijk formaat van het rode vak wordt hersteld.

Vergroten door slepen

  1. Selecteer het gereedschap Zoomen .
  2. Sleep het gebied totdat u het gedeelte hebt geselecteerd dat u wilt vergroten.
Opmerking:

Als u het gereedschap Inzoomen wilt activeren terwijl u een ander gereedschap gebruikt, drukt u op Ctrl+spatiebalk (Windows) of Command+spatiebalk (Mac OS). Als u het gereedschap Uitzoomen wilt activeren terwijl u een ander gereedschap gebruikt, drukt u op Ctrl+Alt+spatiebalk (Windows) of Command+Option+spatiebalk (Mac OS).

Inzoomen op geselecteerde tekst

Het document op 100% weergeven

  1. Ga als volgt te werk:
    • Dubbelklik op het gereedschap Zoomen .

    • Kies Weergave > Ware grootte.

    • Typ of kies 100% als vergrotingsniveau in het vak Zoomen op de applicatiebalk.

De pagina, spread of het plakbord in zijn geheel in het huidige venster weergeven

  1. Ga als volgt te werk:
    • Kies Weergave > Pagina in venster passen.

    • Kies Weergave > Spread in venster passen.

    • Kies Weergave > Geheel plakbord.

Werken met ConnectNow

Adobe® ConnectNow biedt een veilige, persoonlijke onlinevergaderruimte waarin u via het web met collega's in real-time kunt afspreken en samenwerken. Via ConnectNow kunt u uw computerscherm delen en notities toevoegen, chatberichten verzenden en communiceren met geïntegreerd geluid. U kunt ook livevideobeelden uitzenden, bestanden delen, vergadernotities vastleggen en de computer van een deelnemer bedienen.

U hebt rechtstreeks vanuit de applicatie-interface toegang tot ConnectNow.

  1. Kies Bestand > Mijn scherm delen.

  2. Geef in het dialoogvenster Aanmelden bij Adobe CS Live uw e-mailadres en wachtwoord op en klik op Aanmelden. Als u geen Adobe ID hebt, klikt u op de knop Adobe ID maken.

  3. Als u uw scherm wilt delen, klikt u op de knop Mijn computerscherm delen midden in het applicatievenster van ConnectNow.

Raadpleeg de Help van Adobe ConnectNow voor gedetailleerde informatie over het gebruik van ConnectNow.

Ga voor een zelfstudie over het gebruik van ConnectNow naar Using ConnectNow to share your screen (7:12). (Deze demonstratie is in Dreamweaver.)

 Adobe

Krijg sneller en gemakkelijker hulp

Nieuwe gebruiker?