PDF-toegankelijkheid instellen en controleren (Acrobat Pro)

Opmerking:

De tool Volledige controle heet voortaan Toegankelijkheidscontrole in Acrobat (release van mei 2020)

Met Acrobat-tools kunt u gemakkelijk toegankelijke PDF's maken en de toegankelijkheid controleren van bestaande PDF's. U kunt PDF's maken die voldoen aan gebruikelijke toegankelijkheidsnormen, zoals Web Content Accessibility Guidelines (WCAG) 2.0 en PDF/UA (Universal Access, of ISO 14289). Met de eenvoudige, geleide werkstroom kunt u het volgende doen:

PDF's toegankelijk maken: met een vooraf gedefinieerde bewerking worden veel taken geautomatiseerd, wordt toegankelijkheid gecontroleerd, en krijgt u instructies voor items die handmatig moeten worden gerepareerd. U kunt snel probleemgebieden zoeken en oplossen.

Toegankelijkheid controleren: Met de tool Volledige controle/Toegankelijkheidscontrole wordt gecontroleerd of het document voldoet aan toegankelijkheidsnormen zoals PDF/UA en WCAG 2.0.

Toegankelijkheidsstatus rapporteren: Het toegankelijkheidsrapport geeft een overzicht van de bevindingen voor toegankelijkheidscontrole. Het bevat koppelingen naar tools en documentatie voor het oplossen van problemen.

PDF's toegankelijk maken (Acrobat Pro)

De handeling Toegankelijk maken begeleidt u bij de vereiste stappen om een PDF toegankelijk te maken. U wordt gevraagd toegankelijkheidskwesties, zoals een ontbrekende documentbeschrijving of een titel, af te handelen. Er wordt gezocht naar gemeenschappelijke elementen die verdere actie behoeven, zoals gescande tekst, formuliervelden, tabellen en afbeeldingen. U kunt deze handeling voor alle PDF's uitvoeren, met uitzondering van dynamische formulieren (XFA-documenten) of portfolio's.

  1. Kies Tools > Wizard Handelingen.

    De toolset van de wizard Handelingen wordt weergegeven in de secundaire werkbalk.

    Opmerking:

    Een lijst met beschikbare handelingen wordt weergegeven in de lijst Handelingen in het rechtervenster.

  2. Klik op Toegankelijk maken in de lijst met handelingen.

    Het rechterdeelvenster toont alle taken die onderdeel zijn van de handeling Toegankelijk maken, samen met instructies om de handeling uit te voeren.

  3. Selecteer de bestanden waarop u de handeling Toegankelijk maken wilt toepassen. Standaard wordt de handeling uitgevoerd in het document dat momenteel is geopend. Selecteer Bestanden toevoegen om extra bestanden of een map te selecteren om de handeling uit te voeren.

    PDF's toegankelijk maken
    Selecteer Bestanden toevoegen om het rapport uit te voeren in extra bestanden of mappen.

  4. Klik op Start.

  5. Volg de aanwijzingen om de handeling Toegankelijk maken te voltooien.

De toegankelijkheid van PDF's controleren (Acrobat Pro)

Een goede manier om de toegankelijkheid van een document te controleren is door de tools te gebruiken die uw lezers ook zullen gebruiken. Ook als u geen toegang hebt tot deze tools, biedt Adobe Acrobat een geautomatiseerde manier om de toegankelijkheid van een PDF-bestand te controleren. Met de functie Volledige controle/Toegankelijkheidscontrole wordt een PDF gecontroleerd op de meeste kenmerken van toegankelijke PDF's. U kunt kiezen naar welke toegankelijkheidsproblemen wordt gezocht, en hoe u de resultaten wilt ontvangen.

  1. Kies Tools > Toegankelijkheid.

    De toolset voor toegankelijkheid wordt weergegeven in de secundaire werkbalk.

  2. Klik op Volledige controle/Toegankelijkheidscontrole in de secundaire werkbalk.

    Het dialoogvenster Opties voor toegankelijkheidscontrole wordt weergegeven.

  3. Selecteer in de sectie Opties voor rapporten opties voor de weergave van de resultaten. U kunt de resultaten opslaan als HTML-bestand op uw systeem, of het resultatenbestand koppelen aan het document zelf.

  4. Selecteer een paginabereik als u afzonderlijke pagina's van een document wilt controleren.

    Opmerking:

    Als u een groot document hebt, kan het efficiënter zijn om per pagina telkens een volledige controle/toegankelijkheidscontrole uit voeren.

  5. Kies een of meer van de controleopties.

  6. Klik op Controle starten. De resultaten worden weergegeven in de Toegankelijkheidsfuncties. Hier worden ook nuttige koppelingen en tips voor het verhelpen van problemen weergegeven. Als u een rapport hebt gemaakt in stap 2, zijn de resultaten beschikbaar in de geselecteerde map.

    Aangezien bij de uitvoering van Volledige controle/Toegankelijkheidscontrole geen onderscheid kan worden gemaakt tussen essentiële en niet-essentiële typen inhoud, kunnen er problemen worden gemeld die geen gevolgen hebben voor de leesbaarheid. Het kan geen kwaad alle problemen te bekijken om te bepalen welke moeten worden gecorrigeerd.

    Het rapport vertoont een van de volgende statussen voor elke regelcontrole:

    • Voltooid: Het item is toegankelijk.
    • Overgeslagen door gebruiker: De regel is niet gecontroleerd omdat deze niet is geselecteerd in het dialoogvenster Opties voor toegankelijkheidscontrole.
    • Handmatige controle vereist: De functie Volledige controle/Toegankelijkheidscontrole kan het item niet automatisch controleren. Verifieer het item handmatig.
    • Mislukt: Het item is niet geslaagd voor de toegankelijkheidscontrole.
    Toegankelijkheidscontrole in Acrobat
    De Toegankelijkheidscontrole bepaalt de status.

Opmerking:

Naast Volledige controle/Toegankelijkheidscontrole biedt Acrobat nog andere methoden om de PDF-toegankelijkheid te controleren:

  • Met de weergave Opnieuw plaatsen kunt u snel de leesvolgorde controleren.
  • Gebruik Hardop lezen om het document te ervaren zoals lezers die de tool voor conversie van tekst naar spraak gebruiken.
  • Sla het document op als toegankelijke tekst en lees het opgeslagen tekstbestand in een tekstverwerkingsprogramma. Op deze wijze simuleert u de gebruikerservaring van lezers die een brailleprinter gebruiken om het document te lezen.
  • Gebruik de deelvensters Leesvolgorde, Volgorde, Codes en Inhoud om de structuur, leesvolgorde en inhoud van een PDF te controleren.

Problemen met toegankelijkheid oplossen (Acrobat Pro)

Als u een mislukte controle wilt repareren na het uitvoeren van Volledige controle/Toegankelijkheidscontrole, klikt u met de rechtermuisknop (Windows) of houdt u Ctrl ingedrukt en klikt u (Mac OS) op het item in het deelvenster Toegankelijkheidscontrole. Kies een van de volgende opties in het contextmenu:

Corrigeren:

Acrobat lost het probleem automatisch op, of er verschijnt een dialoogvenster waarin u wordt gevraagd het probleem handmatig op te lossen.

Regel overslaan:

Hiermee wordt deze optie uitgeschakeld in het dialoogvenster van Opties voor toegankelijkheidscontrole voor toekomstige controles van dit document, en verandert de status van het item in Overgeslagen.

Uitleggen:

Hiermee opent u de online Help, waar u meer informatie vindt over het toegankelijkheidsprobleem.

Opnieuw controleren:

Hiermee wordt de controle opnieuw uitgevoerd op alle items. Kies deze optie na het aanpassen van één of meer items.

Rapport weergeven:

Geeft een rapport weer met koppelingen naar tips over hoe u mislukte controles kunt oplossen.

Opties:

Hiermee wordt het dialoogvenster Opties voor toegankelijkheidscontrole geopend, waardoor u kunt selecteren welke controles worden uitgevoerd.

Toegankelijkheidsproblemen

Document

Voorkomen dat beveiligingsinstellingen problemen opleveren met schermlezers

De auteur van een document kan instellen dat geen enkel deel van een toegankelijke PDF mag worden gekopieerd, afgedrukt, geëxtraheerd, bewerkt of van opmerkingen voorzien. Deze instelling kan ertoe leiden dat het document niet goed kan worden gelezen door schermlezers, omdat schermlezers de documenttekst moeten kunnen kopiëren of uitpakken om deze naar spraak te kunnen converteren.

Deze markering geeft aan of het nodig is om de beveiligingsinstellingen in te schakelen die toegankelijkheid toestaan.

Als u de regel wilt automatisch wilt repareren, selecteert u Markering voor toegankelijkheid controleren in het deelvenster Toegankelijkheidscontrole. Kies vervolgens Repareren in het menu Opties .

U kunt de rechten toegankelijkheidsmachtigingen ook handmatig corrigeren:

  1. Kies Bestand > Eigenschappen > Beveiliging.

  2. Kies Geen beveiliging in de vervolgkeuzelijst Beveiligingsmethode.

  3. Klik op OK en sluit het dialoogvenster Documenteigenschappen.

Als het hulpprogramma als Trusted Agent bij Adobe is geregistreerd, kunt u soms ook PDF's lezen die ontoegankelijk zijn voor andere hulpprogramma's. Als een schermlezer of ander product een Trusted Agent is, wordt dit door Acrobat herkend en worden de beveiligingsinstellingen genegeerd die de toegang tot de inhoud beperken. De beveiligingsinstellingen blijven echter van kracht voor alle andere doeleinden, zoals om te voorkomen dat de tekst wordt afgedrukt, gekopieerd, uitgepakt, van opmerkingen wordt voorzien of bewerkt.

Opmerking:

Zie de verwante WCAG-sectie: 1.1.1 Niet-tekstuele inhoud. (A), 4.1.2 Naam, rol, waarde

PDF met alleen afbeelding

Hiermee wordt gemeld of het document niet-tekstuele inhoud bevat die niet toegankelijk is. Als het document tekst lijkt te bevatten, maar geen lettertypen, kan het PDF met alleen een afbeelding zijn.

Als u deze regelcontrole automatisch wilt repareren, selecteert u PDF met alleen afbeelding in het deelvenster Toegankelijkheidscontrole, en kiest u Repareren in het menu Opties .

Als u deze regelcontrole handmatig wilt repareren, gebruikt u OCR om tekst in gescande afbeeldingen te herkennen:

  1. Kies Tools > Scannen en OCR.

    De Scan-toolset wordt weergegeven in de secundaire werkbalk.

  2. Kies Tekst herkennen > In dit bestand in de secundaire werkbalk.

  3. Selecteer de pagina's die u wilt verwerken en de documenttaal, en klik op Tekst herkennen.

Opmerking:

Zie de verwante WCAG-sectie: 1.1.1 Niet-tekstuele inhoud (A).

Gecodeerde PDF

Als deze regelcontrole mislukt, is het document niet gecodeerd om de juiste leesvolgorde op te geven.

Als u dit item automatisch wilt repareren, selecteert u Gecodeerde PDF in deelvenster Toegankelijkheidscontrole en kiest u vervolgens Repareren in het menu Opties  geeft u aan . Acrobat voegt automatisch codes toe aan de PDF.

Zo kunt u codes handmatig opgeven:

  • U kunt codering inschakelen in de toepassing waarin de PDF is gemaakt en de PDF opnieuw maken.
  • Kies Tools > Toegankelijkheid > Document automatisch coderen in Acrobat. Het rapport Codes toevoegen wordt weergegeven in het navigatievenster als er problemen zijn. In dit rapport worden de mogelijke problemen per pagina weergegeven en staan koppelingen naar deze problemen met suggesties voor het oplossen ervan.
  • Kies Tools > Toegankelijkheid > Leesvolgorde in Acrobat en maak de codestructuur. Zie het overzicht van de tool Leesvolgorde voor meer informatie.
  • Open het Codes  -deelvenster  en maak de codestructuur handmatig. Als u het deelvenster Codes wilt weergeven, kiest u Beeld > Tonen/verbergen > Navigatievensters > Codes. Zie Documentstructuur bewerken met de deelvensters Inhoud en Codes voor meer informatie.
Opmerking:

Zie de verwante WCAG-sectie: 1.3.1 Info en relaties, 1.3.2, 2.4.1, 2.4.4, 2.4.5, 2.4.6, 3.1.2, 3.3.2, 4.1.2 Naam, rol, waarde

Logische leesvolgorde

Verifieer deze regelcontrole handmatig. Zorg ervoor dat de leesvolgorde die wordt weergegeven in het deelvenster Codes samenvalt met de logische leesvolgorde van het document.

Documenttaal

Als u de documenttaal in een PDF instelt, kunnen sommige schermlezers naar de juiste taal overschakelen. Deze controle bepaalt of de primaire teksttaal voor PDF is opgegeven. Als de controle mislukt, stelt u de taal in.

Als u de taal automatisch wilt instellen, selecteert u Primaire taal op de tab Toegangscontrole en kiest u Repareren in het menu Opties . Kies een taal in het dialoogvenster Taal voor lezen instellen en klik op OK.

Zo kunt u de taal handmatig instellen:

  • Kies Bestand > Eigenschappen > Geavanceerd en selecteer een taal in de vervolgkeuzelijst in de sectie Leesopties. (Als de taal niet in de keuzelijst wordt weergegeven, kunt u de ISO-code 639 voor de taal invoeren in het veld Taal.) Deze instelling past de primaire taal voor de volledige PDF toe.
  • Stel de taal in voor alle tekst in een onderverdeling van de codestructuur. Open het deelvenster Codes . Vouw het basisniveau van Codes uit en selecteer een element. Kies Eigenschappen in het menu Opties . Kies een taal in de vervolgkeuzelijst Taal. (Als u het deelvenster Codes wilt weergeven, kiest u Beeld > Tonen/Verbergen > Navigatievensters > Codes.)
  • Stel de taal in voor een blok tekst door het tekstelement of het containerelement te selecteren in het deelvenster Inhoud . Vervolgens klikt u met de rechtermuisknop (Windows) of houdt u Ctrl ingedrukt en klikt u (Mac OS) op de tekst. Kies Eigenschappen in het contextmenu en kies een taal in de vervolgkeuzelijst Taal. (Als u het deelvenster Inhoud wilt weergeven, kiest u Beeld > Tonen/Verbergen > Navigatievensters > Inhoud.)
Opmerking:

Zie de verwante WCAG-sectie: Taal van pagina (niveau A)

Titel

Hiermee wordt gemeld titel in de titelbalk van de Acrobat-toepassing staat.

Als u de titel automatisch wilt repareren, selecteert u Titel op de tab Toegankelijkheidscontrole en kiest u Corrigeren in het menu Opties . Voer de documenttitel in het dialoogvenster Beschrijving in (deselecteer zo nodig Ongewijzigd laten).

Of repareer de titel handmatig:

  1. Kies Bestand > Eigenschappen > Beschrijving.

  2. Voer een titel in het dialoogvenster Titel in.

  3. Klik op Weergave bij openen en kies vervolgens Documenttitel in de vervolgkeuzelijst Tonen

  4. Klik op OK om het dialoogvenster Beschrijving te sluiten.

Opmerking:

Zie de verwante WCAG-sectie: 2.4 Getitelde pagina (niveau A)

Bladwijzers

Deze controle mislukt wanneer het document 21 of meer pagina's bevat, maar geen bladwijzers heeft die overeenkomt met de documentstructuur.

Als u bladwijzers aan het document wilt toevoegen, selecteert u Bladwijzers in het deelvenster Toegankelijkheidscontrole en kiest u Repareren in het menu Opties . Selecteer in het dialoogvenster Structuurelementen de elementen die u als bladwijzers wilt gebruiken en klik op OK. (U kunt het dialoogvenster Structuurelementen ook openen door in het menu Opties van het tabblad Bladwijzers te klikken en de opdracht Nieuwe bladwijzers van structuur te selecteren.)

Opmerking:

Zie de verwante WCAG-secties: 2.4.1 Blokkeringen omzeilen (niveau A), 2.4.5 Meerdere manieren (Niveau AA)

Kleurcontrast

Als deze controle mislukt, is het mogelijk dat het document inhoud bevat die niet toegankelijk is voor personen die kleurenblind zijn.

Voor het oplossen van dit probleem moet u ervoor zorgen dat de inhoud van het document voldoet aan de richtlijnen in WCAG-sectie 1.4.3. U kunt ook een aanbeveling opnemen dat de PDF-viewer kleuren met hoog contrast gebruikt:

  1. Kies Bewerken > Voorkeuren (Windows) of Acrobat > Voorkeuren (Mac OS).

  2. Klik op Toegankelijkheid.

  3. Selecteer Documentkleuren vervangen en selecteer vervolgens Kleuren met hoog contrast gebruiken. Kies de gewenste kleurencombinatie in de vervolgkeuzelijst en klik op OK.

Pagina-inhoud

Gecodeerde inhoud

Met deze controle wordt gemeld of alle inhoud in het document is gecodeerd. Zorg ervoor dat alle inhoud in het document is opgenomen in de codestructuur of is gemarkeerd als artefact.

Voer een van de volgende handelingen uit om deze regelcontrole repareren:

  • Open het deelvenster Inhoud en klik met de rechtermuisknop (Windows) of houd Ctrl ingedrukt en klik (Mac OS) op de inhoud die u als artefact wilt markeren. Selecteer vervolgens Artefact maken in het contextmenu. (Als u de tab Inhoud wilt weergeven, kiest u Beeld > Tonen/Verbergen > Navigatievensters > Inhoud.)
  • Codeer de inhoud via Tools > Toegankelijkheid > Leesvolgorde. Selecteer de inhoud en pas vervolgens de vereiste codes toe.
  • Wijs codes toe met behulp van het deelvenster Codes . Klik`met de rechtermuisknop (Windows) of houd Ctrl ingedrukt en klik (Mac OS) op het element in de Codestructuur en kies Label maken van selectie. Items zoals opmerkingen, koppelingen en annotaties worden niet altijd in de Codestructuur opgenomen. Als u deze items wilt zoeken, kiest u Zoeken in het menu Opties. (Als u het deelvenster Codes wilt weergeven, kiest u Beeld > Tonen/Verbergen > Navigatievensters > Codes.)
Opmerking:

Zie de verwante WCAG-secties: 1.1.1 Niet-tekstuele inhoud (A), 1.3.1 Info en relaties (niveau A), 1.3.2 Zinnige reeks (niveau A), 2.4.4 Koppelingsdoel (in context) (niveau A), 3.1.2 Taal van delen (niveau AA), 4.1.2 Naam, rol, waarde

Gecodeerde annotaties

Met deze regel wordt gecontroleerd of alle annotaties zijn gecodeerd. Controleer of annotaties zoals opmerkingen en redactietekens (zoals invoegen en markeren) zijn opgenomen in de Codestructuur of zijn gemarkeerd als artefacten.

  • Open het deelvenster  Inhoud  en klik met de rechtermuisknop (Windows) of houd Ctrl ingedrukt en klik (Mac OS) op de inhoud die u als artefact wilt markeren. Selecteer vervolgens Artefact maken in het contextmenu. (Als u het deelvenster Inhoud wilt weergeven, kiest u Beeld > Tonen/Verbergen > Navigatievensters > Inhoud.)
  • Codeer de inhoud via Tools > Toegankelijkheid > Leesvolgorde. Selecteer de inhoud en pas vervolgens de vereiste codes toe.
  • Wijs codes toe via het deelvenster  Codes . (Als u het deelvenster Codes wilt weergeven, kiest u Beeld > Tonen/Verbergen > Navigatievensters > Codes.)

Als u wilt dat Acrobat codes automatisch toewijst aan annotaties terwijl ze worden gemaakt, kiest u Codes aan annotaties toewijzen vanuit het menu Opties in het deelvenster Codes.

Opmerking:

Zie de verwante WCAG-secties: 1.3.1 Info en relaties (niveau A), 4.1.2 Naam, rol, waarde

Tabvolgorde

Omdat de tabbladen vaak worden gebruikt om in PDF's te navigeren, is het noodzakelijk dat de tabvolgorde overeenkomt met de documentstructuur.

Als u de tabvolgorde automatisch wilt bevestigen, selecteert u Tabvolgorde in het deelvenster Toegankelijkheidscontrole en kiest u Repareren in het menu Opties .

Als u de tabvolgorde voor koppelingen, formuliervelden, opmerkingen en andere annotaties handmatig wilt repareren:

  1. Klik op het deelvenster Paginaminiaturen in het navigatievenster.

  2. Klik op een paginaminiatuur en kies Pagina-eigenschappen in het menu Opties .

  3. In het dialoogvenster Pagina-eigenschappen kiest u Tabvolgorde. Selecteer vervolgens Documentstructuur gebruiken en klik op OK.

  4. Herhaal deze stap voor alle miniaturen in het document.

Opmerking:

Zie de verwante WCAG-sectie: 2.4.3, Activeringsvolgorde (niveau A)

Tekencodering

Door het opgeven van de huidige codering kunnen PDF-viewers gebruikers leesbare tekst bieden. Sommige problemen met tekencodering kunnen echter niet worden opgelost in Acrobat.

Voor een juiste codering doet u het volgende:

  • Controleer of de vereiste lettertypen op uw systeem zijn geïnstalleerd.
  • Gebruik een ander lettertype (bij voorkeur OpenType) in het oorspronkelijke document en maak de PDF opnieuw.
  • Maak het PDF-bestand opnieuw met een nieuwere versie van Acrobat Distiller.
  • Gebruik het meest recente stuurprogramma van Adobe Postscript om het PostScript-bestand te maken en vervolgens de PDF opnieuw te maken.
Opmerking:

De WCAG behandelt niet de toewijzing van Unicode-tekens.

Gecodeerde multimedia

Met deze regel wordt gecontroleerd of alle multimediaobjecten zijn gecodeerd. Zorg ervoor dat de inhoud is opgenomen in de Codestructuur, of gemarkeerd als artefact.

Open het deelvenster Inhoud en klik met de rechtermuisknop (Windows) of houd Ctrl ingedrukt en klik (Mac OS) op de inhoud die u als artefact wilt markeren. Selecteer vervolgens Artefact maken in het contextmenu. (Als u het deelvenster Inhoud wilt weergeven, kiest u Beeld > Tonen/Verbergen > Navigatievensters > Inhoud.)

Codeer de inhoud via Tools > Toegankelijkheid > Leesvolgorde. Selecteer de inhoud en pas vervolgens de vereiste codes toe.

Wijs codes toe met behulp van het deelvenster Codes . Klik`met de rechtermuisknop (Windows) of houd Ctrl ingedrukt en klik (Mac OS) op het element in de Codestructuur en kies Label maken van selectie. (Als u het deelvenster Codes wilt weergeven, kiest u Beeld > Tonen/Verbergen > Navigatievensters > Codes.)

Opmerking:

Zie de verwante WCAG-sectie: 1.1.1 Niet-tekstuele inhoud. (A), 1.2.1 Alleen audio en alleen video (vooraf opgenomen). (A), 1.2.2 Bijschriften (vooraf opgenomen). (A), 1.2.3 Audio-beschrijving of media-alternatief (vooraf opgenomen). (A), 1.2.5 Audio-beschrijving (vooraf opgenomen). (AA)

Schermflikkering

De elementen waardoor het scherm gaat flikkeren, zoals animaties en scripts, kunnen leiden tot toevallen bij personen die last hebben van fotogevoelige epilepsie. Deze elementen zijn soms ook moeilijk zichtbaar wanneer het scherm wordt vergroot.

Als de regel voor Schermflikkering mislukt, kunt u het script of de inhoud die de flikkering veroorzaakt, handmatig verwijderen of aanpassen.

Opmerking:

Zie de verwante WCAG-sectie: 1.1.1 Niet-tekstuele inhoud. (A), 1.2.1 Alleen audio en alleen video (vooraf opgenomen). (A), 1.2.2 Bijschriften (vooraf opgenomen). (A), 1.2.3 Audio-beschrijving of media-alternatief (vooraf opgenomen). (A), 2.3.1 Drie instanties van Flash of onder de drempelwaarde. (Niveau A)

Scripts

Inhoud kan niet manuscript-afhankelijk zijn, tenzij de inhoud en de functionaliteit toegankelijk zijn voor ondersteunende hulpmiddelen. Zorg ervoor dat scripts de toetsenbordnavigatie of het gebruik van invoerapparaten niet hinderen.

Controleer de scripts handmatig. Verwijder of wijzig een script of inhoud waardoor de toegankelijkheid vermindert.

Opmerking:

Zie de verwante WCAG-sectie: 1.1.1 Niet-tekstuele inhoud. (A), 2.2.2 Pauze, Stop, Verbergen. (Niveau A), 4.1.2 Naam, rol, waarde

Reacties met tijdslimiet

Deze regelcontrole is van toepassing op documenten die formulieren met JavaScript bevatten. Als de regelcontrole mislukt, controleert u of de pagina geen reacties met tijdslimiet vereist. Bewerk of verwijder scripts die tijdslimiet aan de reactie van de gebruiker opleggen, zodat gebruikers genoeg tijd hebben om de inhoud te lezen en te gebruiken.

Opmerking:

Zie de verwante WCAG-sectie: 2.2.1 Aanpasbare timing. (Niveau A)

URL's zijn alleen beschikbaar voor schermlezers als het actieve koppelingen zijn die correct zijn gecodeerd in de PDF. (De beste manier om toegankelijke koppelingen te maken is met de opdracht Koppeling maken, waarmee alle drie koppelingen worden toegevoegd die schermlezers nodig hebben om een koppeling te herkennen.) Zorg ervoor dat navigatiekoppelingen niet worden herhaald en dat er een manier is waarmee gebruikers herhaalde koppelingen kunnen overslaan.

Als deze regelcontrole mislukt, controleert u handmatig de navigatiekoppelingen en controleert u of de inhoud niet te veel identieke koppelingen heeft. Geef gebruikers ook een manier om items over te slaan die meerdere keren worden weergegeven. Als bijvoorbeeld dezelfde koppelingen op elke pagina van het document wordt weergegeven, neemt u ook een koppeling 'Navigatie overslaan' op.

Opmerking:

Zie de verwante WCAG-sectie: 2.4.1 Blokkeringen omzeilen. (Niveau A)

Formulieren

Gecodeerde formuliervelden

In een toegankelijke PDF zijn alle formuliervelden gecodeerd en maken ze deel uit van de documentstructuur. Bovendien kunt u met de formulierveldeigenschap voor knopinfo de gebruiker informatie geven of aanwijzingen geven.

Als u formuliervelden wilt coderen, kiest u Tools > Toegankelijkheid > Formuliervelden automatisch coderen.

Opmerking:

Zie de verwante WCAG-sectie: 1.3.1 Info en relaties. (Niveau A), 4.1.2 Naam, rol, waarde

Veldomschrijvingen

Voor toegankelijkheid hebben alle formuliervelden een tekstbeschrijving nodig (knopinfo).

Zo kunt u een tekstbeschrijving aan een formulierveld toevoegen:

  1. Selecteer een van de tools voor Formulieren en klik met de rechtermuisknop (Windows) of houd Ctrl ingedrukt en klik (Mac OS) op het formulierveld.
  2. Kies Eigenschappen in het contextmenu.
  3. Klik op het tabblad Algemene eigenschappen.
  4. Voer een beschrijving van het formulierveld in het veld Knopinfo in.
Opmerking:

Zie de verwante WCAG-sectie: 1.3.1 Info en relaties. (Niveau A), 3.3.2 Codes of instructies (niveau A), 4.1.2 Naam, rol, waarde

Alternatieve tekst

Alternatieve tekst voor figuren

Zorg dat de afbeeldingen in het document alternatieve tekst bevatten of zijn gemarkeerd als artefacten.

Als deze regelcontrole mislukt, voert u een van de volgende handelingen uit:

  • Selecteer Alternatieve tekst voor figuren controleren in het deelvenster Toegankelijkheidscontrole en kies Repareren in het menu Opties . Voeg alternatieve tekst toe zoals gevraagd in het dialoogvenster Alternatieve tekst instellen.
  • In het deelvenster Codes kunt u alternatieve tekst voor afbeeldingen toevoegen in de PDF.
  • Open het deelvenster Inhoud en klik met de rechtermuisknop (Windows) of houd Ctrl ingedrukt en klik (Mac OS) op de inhoud die u als artefact wilt markeren. Selecteer vervolgens Artefact maken in het contextmenu. (Als u het deelvenster Inhoud wilt weergeven, kiest u Beeld > Tonen/Verbergen > Navigatievensters > Inhoud.)
Opmerking:

Zie de verwante WCAG-sectie: 1.1.1 Niet-tekstuele inhoud. (A)

Geneste alternatieve tekst

De schermlezers lezen niet de alternatieve tekst voor geneste elementen. Pas daarom geen alternatieve tekst in geneste elementen toe.

Als u alternatieve tekst uit geneste elementen wilt verwijderen, doet u het volgende:

  1. Kies Beeld > Tonen/Verbergen > Navigatievensters > Codes.
  2. Klik met de rechtermuisknop (Windows) of houd Ctrl ingedrukt en klik (Mac OS) op een genest element in het deelvenster Codes en selecteer Eigenschappen in het contextmenu.
  3. Verwijder zowel de alternatieve tekst en de tekst waarop deze wordt toegepast vanuit het dialoogvenster Objecteigenschappen en klik op Sluiten.
Opmerking:

Zie de verwante WCAG-sectie: #1.1.1 Niet-tekstuele inhoud. (A)

Gekoppeld aan inhoud

Controleer of de alternatieve tekst altijd een alternatieve representatie voor inhoud op de pagina is. Als een element alternatieve tekst bevat, maar geen pagina-inhoud bevat, is er geen manier om te bepalen welke pagina deze op staat. Als de optie voor Schermlezer in de voorkeuren voor Lezen niet is ingesteld om het hele document te lezen, lezen schermlezers nooit de alternatieve tekst.

  1. Klik met de rechtermuisknop (Windows) of houd Ctrl ingedrukt en klik (Mac OS) op een item om het te controleren.
  2. Open het in het deelvenster Codes . (Als u het deelvenster Codes wilt weergeven, kiest u Beeld > Tonen/Verbergen > Navigatievensters > Codes.)
  3. Verwijder de alternatieve tekst uit het deelvenster Codes voor elk genest item dat geen pagina-inhoud heeft.
Opmerking:

Zie de verwante WCAG-sectie: 1.1.1 Niet-tekstuele inhoud. (A)

Annotatie wordt verborgen

Alternatieve tekst kan geen annotatie verbergen. Als een annotatie onder een bovenliggend element met alternatieve tekst is genest, zien schermlezers deze niet.

Als u alternatieve tekst uit geneste elementen wilt verwijderen:

  1. Kies Beeld > Tonen/Verbergen > Navigatievensters > Codes.
  2. Klik met de rechtermuisknop (Windows) of houd Ctrl ingedrukt en klik (Mac OS) op een genest element in het deelvenster Codes en selecteer Eigenschappen in het contextmenu.
  3. Verwijder de alternatieve tekst uit het dialoogvenster Objecteigenschappen en klik op OK.
Opmerking:

Zie de verwante WCAG-sectie: 1.3.1 Info en relaties. (Niveau A), 4.1.2 Naam, rol, waarde

Alternatieve tekst voor overige elementen

Dit rapport controleert op andere inhoud dan cijfers waarvoor alternatieve tekst nodig is (zoals multimedia, annotatie of 3D-model). Controleer of de alternatieve tekst altijd een alternatieve representatie voor inhoud op de pagina is. Als een element alternatieve tekst heeft, maar geen pagina-inhoud bevat, is er geen manier om te bepalen op welke pagina deze staat. Als de optie voor Schermlezer in de voorkeuren voor Lezen niet is ingesteld om het hele document te lezen, lezen schermlezers de alternatieve tekst niet.

  1. Kies Beeld > Tonen/Verbergen > Navigatievensters > Codes.
  2. Klik met de rechtermuisknop (Windows) of houd Ctrl ingedrukt en klik (Mac OS) op een genest element in het deelvenster Codes en selecteer Eigenschappen in het contextmenu.
  3. Verwijder de alternatieve tekst uit het dialoogvenster Objecteigenschappen en klik op OK.
Opmerking:

Zie de verwante WCAG-sectie: 1.1.1 Niet-tekstuele inhoud. (A)

Tabellen

Omdat een tabelstructuur complex kan zijn, is het verstandig om deze handmatig te controleren op toegankelijkheid.

Rijen

Deze regel controleert of elke TR in een tabel een onderliggend item is van Table, THead, TBody, of TFoot.

Zie Tabelcodes corrigeren met het deelvenster Codes.

Opmerking:

Verwante WCAG-sectie: 1.3.1 Info en relaties. (Niveau A)

TH en TD

In een goed tabelstructuur zijn TH en TD onderliggende items van TR.

Zie Tabelcodes corrigeren met het deelvenster Codes.

Opmerking:

Zie de verwante WCAG-sectie: #1.3.1 Info en relaties. (Niveau A)

Koppen

Voor toegankelijkheid is het noodzakelijk dat alle tabellen in PDF een koptekst hebben.

Zie Tabelcodes corrigeren met het deelvenster Codes.

Opmerking:

Zie de verwante WCAG-sectie: 1.3.1 Info en relaties. (Niveau A)

Regelmaat

Tabellen moeten hetzelfde aantal kolommen per rij bevatten en hetzelfde aantal rijen per kolom om toegankelijk te zijn.

Zie Tabelcodes corrigeren met het deelvenster Codes.

Opmerking:

Zie de verwante WCAG-sectie: 1.3.1 Info en relaties. (Niveau A)

Samenvatting

Tabelsamenvattingen zijn optioneel, maar kunnen de toegankelijkheid verbeteren.

  1. Kies Tools > Toegankelijkheid > Leesvolgorde.
  2. Selecteer de tabel door er een rechthoek omheen te tekenen. 
  3. Klik in het dialoogvenster Leesvolgorde op Tabel.
  4. Klik met de rechtermuisknop (Windows) of houd Ctrl ingedrukt en klik op (Mac OS) Tabel.
  5. Klik op Tabeloverzicht bewerken.
  6. Voer een samenvatting in en klik op OK.
Opmerking:

Zie de verwante WCAG-sectie: 1.3.1 Info en relaties. (Niveau A)

Lijsten

Lijstitems

De controle meldt of elk lijstitem (LI) een onderliggend item is van de lijst (L). Wanneer deze regelcontrole mislukt, is de structuur van deze lijst onjuist. Lijsten moeten de volgende structuur hebben: een lijstelement moet Lijstitemelementen bevatten. Lijstitemelementen kunnen alleen Labelelementen en Lijstitemtekstelementen bevatten.

Als u de lijststructuur wilt repareren:

  1. Zoek de lijst in het deelvenster Toegankelijkheidscontrole door met de rechtermuisknop te klikken (Windows) of door Ctrl vast te houden en te klikken (Mac OS) op het mislukte element en de optie Tonen te kiezen in het deelvenster Codes .
  2. U kunt elementen maken, typen elementen wijzigen of bestaande herschikken door deze te slepen.
Opmerking:

Zie de verwante WCAG-sectie: 1.3.1 Info en relaties. (Niveau A)

Lbl en LBody

Lijsten moeten de volgende structuur hebben: een lijst element moet Lijstitemelementen bevatten. Lijstitemelementen kunnen alleen Labelelementen en Lijstitemtekstelementen bevatten. Wanneer deze regelcontrole mislukt, is de structuur van deze lijst onjuist.

Als u de lijststructuur wilt repareren:

  1. Zoek de lijst in het deelvenster Toegankelijkheidscontrole door met de rechtermuisknop te klikken (Windows) of door Ctrl vast te houden en te klikken (Mac OS) op het mislukte element en de optie Tonen te kiezen in het deelvenster Codes.
  2. U kunt elementen maken, typen elementen wijzigen of bestaande herschikken door deze te slepen.
Opmerking:

Zie de verwante WCAG-sectie: 1.3.1 Info en relaties. (Niveau A)

Koppen

Goed nesten

Deze regel controleert geneste koppen. Als deze controle mislukt, worden de koppen niet correct genest.

Als u de lijststructuur wilt repareren:

  1. Zoek de lijst in het deelvenster Toegankelijkheidscontrole door met de rechtermuisknop te klikken (Windows) of door Ctrl vast te houden en te klikken (Mac OS) op het mislukte element en de optie Tonen te kiezen in het deelvenster Codes.
  2. U kunt elementen maken, typen elementen wijzigen of bestaande herschikken door deze te slepen.
Opmerking:

Zie de verwante WCAG-sectie: 2.4.6 Koppen en labels. (Niveau AA). De volgorde van koppen is geen vereiste van WCAG en wordt alleen aanbevolen.

WCAG-toewijzing aan PDF/UA

WCAG 2.0 ISO 14289 -1 (Bestand) Technieken
1.1.1 Niet-tekstuele inhoud. (A)
  • 7.3 gaat over inhoud die tekstwijziging vereist.
  • 7.18.1 alinea vier is een beschrijving van besturingselementen.
  • 7.18.6.2 gaat over op tijd gebaseerde media-alternatieven. Gebruiksgevallen van Test, Sensory en CAPTCHA worden geregeld via de gebruikte technische middelen.
  • 7.1 alinea 1, zin 2 gaat over decoratie.
1.2.1 Alleen audio en alleen video (vooraf opgenomen). (A)
  • 7.18.6.2 gaat over op tijd gebaseerde media-alternatieven. Ontwerpspecifiek. Het is nodig dat ontwerpers en ontwikkelaars rekening houden met deze bepaling en op conformiteit letten.
1.2.2 Bijschriften (vooraf opgenomen). (A)
  • 7.18.6.2 gaat over op tijd gebaseerde media-alternatieven. Ontwerpspecifiek. Het is nodig dat ontwerpers en ontwikkelaars rekening houden met deze bepaling en op conformiteit letten.
1.2.3 Audio-beschrijving of media-alternatief (vooraf opgenomen). (A)
  • 7.18.6.2 gaat over op tijd gebaseerde media-alternatieven. Ontwerpspecifiek. Het is nodig dat ontwerpers en ontwikkelaars rekening houden met deze bepaling en op conformiteit letten.
1.2.4 Bijschriften (live). (AA)
  • Ontwerpspecifiek. Het is nodig dat ontwerpers en ontwikkelaars rekening houden met deze bepaling en op conformiteit letten.
1.2.5 Audio-beschrijving (vooraf opgenomen). (AA)
  • 7.18.6.2 gaat over op tijd gebaseerde media-alternatieven. Ontwerpspecifiek. Het is nodig dat ontwerpers en ontwikkelaars rekening houden met deze bepaling en op conformiteit letten.
1.2.6 Gebarentaal (vooraf opgenomen). (AAA)
  • Ontwerpspecifiek. Het is nodig dat ontwerpers en ontwikkelaars rekening houden met deze bepaling en op conformiteit letten.
 
1.2.7 Uitgebreide audiobeschrijving (vooraf opgenomen). (AAA)
  • Ontwerpspecifiek. Het is nodig dat ontwerpers en ontwikkelaars rekening houden met deze bepaling en op conformiteit letten.
 
1.2.8 Media-alternatief (vooraf opgenomen). (AAA)
  • 7.18.6.2 gaat over op tijd gebaseerde media-alternatieven. Ontwerpspecifiek. Het is nodig dat ontwerpers en ontwikkelaars rekening houden met deze bepaling en op conformiteit letten.
 
1.2.9 Alleen audio (live). (AAA)
  • Ontwerpspecifiek. Het is nodig dat ontwerpers en ontwikkelaars rekening houden met deze bepaling en op conformiteit letten.
 
1.3.1 Informatie en relaties. (Niveau A)
  • 7.1 - 7.10 en 7.20 gaan over structuur en relaties in inhoud.
  • 7.17 en 7.18 gaan over structuur en relaties in annotaties.
1.3.2 Betekenisvolle reeks. (Niveau A)
  • 7.2 alinea twee gaat over de betekenisvolle reeks van inhoud.
  • 7.17 gaat over eigenschappen van navigatie.
  • 7.18.3 gaat over tabvolgorde in annotaties.
1.3.3 Sensorische kenmerken. (Niveau A)
  • 7.1, alinea 6 en 7
1.4.1 Gebruik van kleur. (Niveau A)
  • 7.1, alinea 6
1.4.2 Audioregeling. (Niveau A)
  • Ontwerpspecifiek. Het is nodig dat ontwerpers en ontwikkelaars rekening houden met deze bepaling en op conformiteit letten.
1.4.3 Contrast (minimum). (Niveau AA)
  • 7.1, alinea 6 en opmerking 4
1.4.4 Tekst vergroten of verkleinen. (Niveau AA)
  • Niet van toepassing
1.4.5 Afbeeldingen van tekst. (Niveau AA)
  • 7.3, alinea 6
1.4.6 Contrast (uitgebreid). (Niveau AAA)
  • 7.1, alinea 6
 
1.4.7 Weinig of geen achtergrond-audio. (Niveau AAA)
  • ISO 14289 behandelt dit succescriterium niet, maar de PDF-bestanden en -lezers moeten voldoen aan ISO 14289 om aan deze norm te voldoen. De manier waarop de ontwikkelaars dit succescriterium in PDF's ondersteunen, is niet gedefinieerd in ISO 14289 of ISO 32000.
 
1.4.8 Visuele presentatie. (Niveau AAA)
  • Ontwerpspecifiek. Het is nodig dat ontwerpers en ontwikkelaars rekening houden met deze bepaling en op conformiteit letten.
 
1.4.9 Afbeeldingen van tekst (geen uitzondering). (Niveau AAA)
  • 7.3 alinea 1
 
2.1.1 Toetsenbord. (Niveau A)
  • Niet van toepassing
2.1.2 Geen toetsenbordovervulling. (Niveau A)
  • Ontwerpspecifiek. Het is nodig dat ontwikkelaars rekening houden met deze bepaling en op conformiteit letten.
2.1.3 Toetsenbord (geen uitzondering). (Niveau AAA)
  • 7.19, alinea 3
 
2.2.1 Aanpasbare timing. (Niveau A)
  • 7.19, alinea drie is van toepassing, maar meestal is deze regel ontwerpspecifiek. Het is nodig dat ontwikkelaars rekening houden met deze bepaling en op conformiteit letten.
2.2.2 Pauze, Stop, Verbergen. (Niveau A)
  • 7.19
2.2.3 Geen timing. (Niveau AAA)
  • 7.19
 
2.2.4 Onderbrekingen. (Niveau AAA)
  • 7.19
 
2.2.5 Herverificatie. (Niveau AAA)
  • Niet van toepassing
 
2.3.1 Drie instanties van Flash of onder de drempelwaarde. (Niveau A)
  • 7.1, alinea 5
2.3.2 Drie instanties van Flash.(Niveau AAA)
  • 7.1, alinea 5
 
2.4.1 Blokkeringen omzeilen. (Niveau A)
  • Niet van toepassing, tenzij PDF herhaalde echte inhoud bevat. De pagina-inhoud, zoals lopende kop- en voetteksten, moet in overeenstemming zijn met 7.8.
2.4.2 Getitelde pagina. (Niveau A)
  • 7.1, alinea 8 en 9
2.4.3 Activeringsvolgorde. (Niveau A)
  • 7.1, alinea 2, 7.18.1; alinea 2, 7.18.3
2.4.4 Verbindingsdoel (in context). (Niveau A)
  • 7.18.5
2.4.5 Meerdere manieren. (Niveau AA)
  • PDF's kunnen op verschillende manieren aan deze voorwaarde voldoen, zoals omtrekken (7.17), koppelingen (7.18.5) en paginalabels.
2.4.6 Koppen en labels. (Niveau AA)
  • 7.4
2.4.7 Focus zichtbaar. (Niveau AA)
  • Niet van toepassing
2.4.8 Locatie. (Niveau AAA)
  • 7.4, 7.17
 
2.4.9 Koppelingsdoel (alleen koppeling). (Niveau AAA)
  • 7.18.5
 
2.4.10 Sectiekoppen. (Niveau AAA)
  • 7.4
 
3.1.1 Taal van pagina. (Niveau A)
  • 7.2, alinea 3.
3.1.2 Taal van onderdelen. (Niveau AA)
  • 7.2, alinea 3.
3.1.3 Ongebruikelijke woorden. (Niveau AAA)
  • Niet behandeld in ISO 14289. Zie ISO 32000-1, sectie 14.9.5.
 
3.1.4 Afkortingen. (Niveau AAA)
  • Niet behandeld in ISO 14289. Zie ISO 32000-1, sectie 14.9.5.
 
3.1.5 Leesniveau. (Niveau AAA)
  • Geen invloed op toegankelijkheidsondersteuning. Deze regel is ontwerpspecifiek. Het is nodig dat ontwerpers van toepassingen en documenten rekening houden met deze bepaling en op conformiteit letten.
 
3.1.6 Uitspraak. (Niveau AAA)
  • PDF biedt verschillende manieren om media en andere opties in te zetten voor uitspraakhulp. Ontwerpspecifiek. Het is nodig dat ontwerpers en ontwikkelaars rekening houden met deze bepaling en op conformiteit letten.
 
3.2.1 Veld activeren. (Niveau A)
  • 7.18, alinea 2
3.2.2 Over invoer. (Niveau A)
  • 7.18, alinea 2
3.2.3 Consistente navigatie. (Niveau AA)
  • 7.1, alinea 1, 7.17
3.2.4 Consistente identificatie. (Niveau AA)
  • 7.1, alinea 1
3.2.5 Wijziging op aanvraag. (Niveau AAA)
  • 7.19, alinea 2
 
3.3.1 Foutenidentificatie. (Niveau A)
  • Ontwerpspecifiek. Het is nodig dat ontwerpers en ontwikkelaars rekening houden met deze bepaling en op conformiteit letten.
3.3.2 Labels of instructies (niveau A)  
4.1.2 Naam, rol, waarde  

Krijg sneller en gemakkelijker hulp

Nieuwe gebruiker?