Retoucheer een groot gebied met het Healing Brush tool

Laatst bijgewerkt op 2 dec. 2025

Leer hoe je de Healing Brush tool in Adobe Photoshop gebruikt om grote gebieden in je afbeelding te retoucheren en te herstellen, en deze te laten overvloeien met de omliggende textuur, belichting en toon.

Selecteer het Healing Brush tool.

Stel de Grootte, Hardheid en Tussenruimte van het penseel in via het uitklapmenu met penseelopties in de Options balk.

Configureer de Healing Brush tool instellingen in de Options balk:

Modus

Selecteer een overvloeimodus voor je healing-streken:

  • Normaal: Standaardinstelling, vloeit naadloos over met omliggende pixels.
  • Vervangen: Behoudt ruis en textuur op de penseelranden.
  • Vermenigvuldigen: Maakt donkerder door de basiskleur met de overvloeiingskleur te vermenigvuldigen.
  • Bleken: Maakt lichter door de overvloeiingskleur over de basiskleur toe te passen.
  • Donkerder: Behoudt alleen de donkerdere pixels in de overvloeiing.
  • Lichter maken: Behoudt alleen de lichtere pixels in de overvloeiing.
  • Kleur: Laat kleurtoon en verzadiging overvloeien terwijl de luminantie van de basis behouden blijft.
  • Luminantie: Laat helderheid overvloeien terwijl kleurtoon en verzadiging van de basis behouden blijven.

Bron

Selecteer waar Photoshop de pixels vandaan haalt:

  • Sampled ICON: Gebruikt pixels uit de huidige afbeelding.
  • Pattern ICON: Gebruikt een gekozen patroon.Selecteer het patroon uit het paneel dat verschijnt.

Aligned ICON

Schakel het selectievakje Aligned in om te bepalen hoe Photoshop doorgaat met sampling:

  • Aan: Neemt doorlopend pixels als monster tijdens het schilderen.
  • Uit: Hergebruikt het oorspronkelijke monsterpunt telkens wanneer je begint met schilderen.

Monster

Bepaal welke lagen als bron worden gebruikt:

  • Huidige laag: Neemt alleen monsters van de actieve laag.
  • Huidig & onderliggend: Neemt monsters van de actieve laag en zichtbare onderliggende lagen.
  • Alle lagen: Neemt monsters van alle zichtbare lagen.
  • Aanpassingslagen negeren: Selecteer het aanpassingslaag ICON om aanpassingslagen uit te sluiten van sampling.

Diffusie

Bepaal hoe snel het herstelde gebied overvloeit met de omgeving:

  • Lagere waarden: Het beste voor gedetailleerde texturen en randen.
  • Hogere waarden: Het beste voor vloeiende, verloop-achtige gebieden.

Druk op Alt (Windows) of Option (macOS) en selecteer het gebied waarvan u een monster wilt nemen.Dit bepaalt de bronpixels voor retouchering.

Tip:

Maak voor gebieden met sterke randcontrasten een selectie die iets groter is dan het gebied dat u retoucheert.Dit voorkomt dat kleuren van buiten het doelgebied naar binnen vloeien.

Als u monsters neemt van één afbeelding en deze toepast op een andere, moeten beide dezelfde Kleurmodus gebruiken, tenzij één ervan Grijswaarde is.

Sleep over het gebied dat u wilt herstellen.De bemonsterde pixels vloeien vloeiend over in de omringende afbeelding.