Handboek Annuleren

Tools, opties en taakbalken in Photoshop

Meer informatie over het deelvenster Tools en de bijbehorende opties, die in de contextgevoelige optiebalk worden weergegeven.

Adobe Photoshop-dieplink

Probeer het in de app
Leer het deelvenster Tools te gebruiken in een paar eenvoudige stappen.

Het deelvenster Tools verschijnt links in het applicatiescherm van Photoshop. Deze tools hebben meer opties die op de contextgevoelige optiebalk worden weergegeven. Selecteer het kleine driehoekje rechtsonder bij het pictogram Tools om toegang te krijgen tot deze opties.

Bekijk hun naam en andere gegevens door de muisaanwijzer erop te plaatsen. 

Een screenshot van de werkbalk van Adobe Photoshop gemarkeerd. De interface toont een afbeelding van een moderne woonkamer met grote ramen die uitzicht bieden op een stad.
Werkbalk van Photoshop voor desktop

Een visueel overzicht van de verschillende tools in Photoshop vindt u in Toolgalerieën.

Contextuele taakbalk in Photoshop

De Contextuele taakbalk is een zwevend menu met de meest relevante volgende stappen in uw workflow.

Als bijvoorbeeld een object wordt geselecteerd, wordt de Contextuele taakbalk weergegeven op het canvas met meer geselecteerde opties voor de volgende stap, zoals Selecteren en maskeren, Doezelaar, Omkeren, Aanpassingslaag maken of Selectie vullen.

Ga naar Venster > Contextuele taakbalk om deze functie uit te schakelen, aangezien deze standaard is ingeschakeld.

Momenteel kunt u deze balken weergeven en gebruiken met de volgende workflows:

Verbeterde contextuele taakbalk voor verlopen

Wanneer de contextuele taakbalk actief is, kunt u:

  • Voorinstellingen voor het verloop selecteren en in-/uitschakelen
  • het verlooptype selecteren, wijzigen, in-/uitschakelen en bewerken
  • kleurinstelling voor het verloop omkeren
  • kleur en/of dekking wijzigen
Selecteer voorinstellingen voor het verloop, bewerk het verlooptype, keer de kleurinstelling voor het verloop om en wijzig kleur en dekking op de contextuele taakbalk wanneer de tool Verloop actief is
Voorinstellingen voor het verloop selecteren, het verlooptype bewerken en de kleur en dekking wijzigen op de contextuele taakbalk wanneer de tool Verloop actief is

Verbeterde contextuele taakbalk voor Vormen

Wanneer de verbeterde contextuele taakbalk actief is, kunt u vulkleur, lijnkleur, lijnbreedte en lijntype selecteren.

De lijnkleur, lijnbreedte en opties kiezen of bewerken via de contextuele taakbalk wanneer de tool Vormen actief is
De lijnkleur, lijnbreedte en opties kiezen of bewerken via de contextuele taakbalk wanneer de tool Vormen actief is

Verbeterde contextuele taakbalk voor Transformeren

Wanneer de verbeterde contextuele taakbalk actief is, kunt u objecten rechtsom en linksom draaien op het canvas en de afbeelding horizontaal en verticaal omdraaien.

De contextuele taakbalk voor Transformeren gebruiken om objecten rechtsom en linksom te draaien op het canvas
De contextuele taakbalk voor Transformeren gebruiken om objecten rechtsom en linksom te draaien op het canvas

Nieuwe documentworkflow

Deze balk wordt weergegeven wanneer u een nieuw, leeg document opent vanuit het Photoshop-startscherm of vanuit Bestand > Nieuw.

Nieuwe documentworkflow - Contextuele taakbalk

Workflow voor afbeelding/bestand openen

Deze balk wordt weergegeven wanneer u een afbeelding of bestand opent vanuit het startscherm (d.w.z. geen nieuw, leeg document) of via Bestand > Openen.

Onderwerp selecteren en Achtergrond verwijderen met de contextuele taakbalk in Photoshop

Workflow voor tool Tekst

Deze balk wordt weergegeven wanneer u het tooltype selecteert op de werkbalk en een tekstvak op het canvas tekent.

De tool Tekst op de contextuele taakbalk in Photoshop

Workflow voor selecties

Deze balk wordt weergegeven met opties om een selectie te verfijnen of een masker te maken nadat u een selectie hebt gemaakt. 

U hebt ook de mogelijkheid om de functie Generatief vullen te gebruiken zodra uw selectie is gemaakt.

De workflow voor selecties op de contextuele taakbalk in Photoshop

Menu met meer opties

Selecteer het pictogram met de drie puntjes om toegang te krijgen tot het menu met extra opties om de taakbalken te verbergen, opnieuw in te stellen en vast te zetten. Deze handelingen worden toegepast op alle balken, dus als u een balk vastzet, worden alle toekomstige balken in uw workflow vastgezet. Als u een balk verbergt, worden alle balken verborgen totdat deze opnieuw worden geopend.

Het menu Meer opties op de contextuele taakbalk in Photoshop

  • Balk verbergen: verwijder alle contextuele taakbalken van uw scherm. U kunt ze ook opnieuw openen door te navigeren naar Venster > Contextuele taakbalk.
  • Balkpositie opnieuw instellen: de contextuele taakbalk beweegt mee terwijl u aan het canvas werkt, zodat relevante tools binnen handbereik blijven. Gebruik het menu Meer opties om de positie van de balk opnieuw in te stellen.
  • Balk vastzetten: maak de contextuele taakbalk desgewenst vast of los in het menu Meer opties. Bij het vastzetten blijft uw balk (en alle volgende balken) staan op de plaats waar u deze hebt vastgezet. Deselecteer Balk vastzetten in het menu Meer opties om een balk los te maken.

Met de release van Photoshop 25.0 worden er nieuwe functies toegevoegd aan contextuele taakbalk, zodat u met gemak kunt werken aan uw workflows voor maskeren en Generatief uitbreiden.

Workflow voor maskeren

Deze balk wordt altijd weergegeven wanneer u de werkruimte Selecteren en maskeren opent, een masker maakt op basis van een selectie of een miniatuur van een laagmasker selecteert.

Gebruik deze balk om uw masker te verfijnen door aan het gemaskeerde gebied toe te voegen of eruit te verwijderen, weergaveopties te bekijken en opties voor dichtheid en de doezelaar aan te passen.

Workflow voor maskeren op de contextuele taakbalk in Photoshop

Workflow voor Generatief uitbreiden

Deze balk wordt weergegeven wanneer de tool Uitsnijden wordt gebruikt en bevat opties voor het rechttrekken en beeldverhouding.

U hebt ook de mogelijkheid om de functie Generatief uitbreiden te gebruiken als het canvas wordt uitgebreid in plaats van uitgesneden.

Workflow voor uitsnijden op de contextuele taakbalk in Photoshop

Meer tekstbewerkingsmogelijkheden rechtstreeks via de contextuele taakbalk

Maak uw creatieve workflows eenvoudiger en gestroomlijnd met de geavanceerde tekstbewerkingsfuncties van Photoshop die u rechtstreeks via de contextuele taakbalk kunt openen.

U kunt eigenschappen van lettertypen (type, grootte en kleur), tekstuitlijning, regelafstand en spatiëring bewerken via de contextuele taakbalk.

U kunt de zelfs de lettertypestijl (vet, cursief en onderstrepen) rechtstreeks via de contextuele taakbalk aanpassen.

Meer tekstbewerkingsmogelijkheden rechtstreeks via de contextuele taakbalk in Photoshop
Meer tekstbewerkingsmogelijkheden rechtstreeks via de contextuele taakbalk

Tools selecteren en weergeven

Een tool selecteren

Voer een van de volgende handelingen uit: 

  • Selecteer een tool in het deelvenster Tools. Als u rechts onder de tool een driehoekje ziet, houdt u de muisknop ingedrukt om de verborgen toolknoppen weer te geven. Selecteer de tool waarmee u wilt werken.

Of, 

  • Druk op de sneltoets voor de tool. De sneltoets wordt weergegeven in de knopinfo. Selecteer bijvoorbeeld de tool Verplaatsen door op 'V' te drukken.

Meer informatie over de sneltoetsen in Photoshop leest u hier.

Opmerking:

Als u een sneltoets ingedrukt houdt, kunt u tijdelijk overschakelen op een tool. Als u de sneltoets weer loslaat, wordt de tool die u voor de tijdelijke overstap gebruikte weer geactiveerd.

Verborgen tools doorlopen

Standaard kunt u de verborgen tools doorlopen door Shift ingedrukt te houden en meerdere malen op een sneltoets voor een tool te drukken.

Als u de tools liever doorloopt zonder Shift ingedrukt te houden, kunt u deze voorkeur uitschakelen.

  1. Kies Bewerken > Voorkeuren > Algemeen (Windows) of Photoshop > Voorkeuren > Algemeen (macOS).

  2. Schakel Shift-toets voor wisselen van tool uit.

Aanwijzers van tools wijzigen

Elke standaardaanwijzer heeft zijn eigen hotspot, de plaats waar een effect of handeling in de afbeelding begint. Bij de meeste tools kunt u overschakelen op precisiecursors waarvan het dradenkruis de hotspot is.

In de meeste gevallen is de aanwijzer van een tool identiek aan het pictogram van die tool, u ziet die aanwijzer als u de tool selecteert. De standaardaanwijzer voor de selectiekadertools is het dradenkruis , de standaardaanwijzer voor de tool Tekst is de i-vormige aanwijzer  en de standaardaanwijzer voor de tekentools is het pictogram Penseelgrootte.

  1. Kies Bewerken > Voorkeuren > Cursors (Windows) of Photoshop > Voorkeuren > Cursors (macOS).

  2. Kies de gewenste aanwijzerinstellingen voor Tekencursors of Andere cursors en selecteer OK.

    • Standaard: Hiermee worden aanwijzers als toolpictogrammen weergegeven
    • Precisie: Hiermee worden aanwijzers als een dradenkruis weergegeven
    • Standaardpenseeluiteinde: De rand van de aanwijzer correspondeert met ongeveer 50% van het gebied waar de tool invloed op heeft. Deze optie toont de pixels die zichtbaar worden beïnvloed
    • Penseeluiteinde van volledige grootte: De rand van de aanwijzer correspondeert met ongeveer 100% van het gebied dat de tool beïnvloedt, of bijna alle pixels die worden beïnvloed
    • Dradenkruis tonen in penseeluiteinde: Geeft het dradenkruis weer in het midden van het penseel
    • Alleen dradenkruis tonen tijdens tekenen: Verbetert de prestaties met grote penselen

    De opties bij Tekencursors bepalen de aanwijzers voor deze tools: 

    • Gummetje
    • Potlood
    • Penseel
    • Retoucheerpenseel
    • Kloonstempel
    • Patroonstempel
    • Snelle selectie
    • Natte vinger
    • Vervagen
    • Verscherpen
    • Tegenhouden
    • Doordrukken
    • Spons

    De opties bij Andere cursors bepalen de aanwijzers voor deze tools:

    • Selectiekader
    • Lasso
    • Veelhoeklasso
    • Toverstaf
    • Uitsnijden
    • Segment
    • Repareren
    • Pipet
    • Pen
    • Verloop
    • Lijn
    • Emmertje
    • Magnetische lasso
    • Magnetische pen
    • Pen voor vrije vorm
    • Meetlat
    • Kleurenpipet
Opmerking:

Gebruik Caps Lock op uw toetsenbord om te schakelen tussen standaardcursors en precisiecursors in sommige toolaanwijzers.

Visueel het formaat of de hardheid van de tekencursors wijzigen

U kunt het formaat of de hardheid van een tekencursor wijzigen door in de afbeelding te slepen. Tijdens het slepen geeft de tekencursor een voorvertoning van uw wijzigingen weer. (Voor voorvertoningen is OpenGL vereist.)

Klik met de rechtermuisknop en houd Alt ingedrukt (Windows) of houd Control en Option ingedrukt (macOS) en sleep naar links of rechts om het formaat van een cursor te wijzigen. Sleep omhoog of omlaag om de hardheid te wijzigen.

Balk met toolopties

De balk met toolopties verschijnt onder de menubalk boven in de werkruimte. De optiebalk is contextgevoelig. Dit houdt in dat deze verandert als u verschillende tools selecteert. Bepaalde instellingen in de optiebalk (zoals tekenmodi en dekking) worden gebruikt voor verschillende tools, terwijl andere instellingen specifiek zijn bedoeld voor één tool.

Met behulp van de greep kunt u de optiebalk in de werkruimte verplaatsen en aan de onder- of bovenkant van het scherm koppelen. Wanneer u de aanwijzer op een tool plaatst, wordt er knopinfo voor de tool weergegeven. Kies Venster > Opties om de optiebalk te tonen of te verbergen.

Optiebalk voor selectiekader in Photoshop
De optiebalk voor het selectiekader in Photoshop met Nieuwe selectie geactiveerd

Om de standaardinstellingen van tools te herstellen, klikt u met de rechtermuisknop (Windows) of houdt u Control ingedrukt en klikt u (macOS) op het toolpictogram op de optiebalk en kiest u Tool herstellen of Alle tools herstellen in het contextmenu.

Voor meer informatie over instellingsopties voor een bepaalde tool kunt u de naam van de tool opzoeken in de Help bij Photoshop.

Zoek andere interessante onderwerpen in het deelvenster Photoshop ontdekken.

Voorinstellingen voor tools

Met voorinstellingen voor tools kunt u toolinstellingen opslaan en hergebruiken. U kunt bibliotheken met voorinstellingen voor tools maken, laden en bewerken met de voorinstellingenkiezer voor tools op de optiebalk, met het deelvenster Voorinstellingen voor tools en met Beheer voorinstellingen.

Als u een voorinstelling voor een tool wilt kiezen, selecteert u de voorinstellingenkiezer voor tools in de optiebalk en selecteert u een voorinstelling in het pop-updeelvenster. U kunt ook Venster > Voorinstellingen tool kiezen en vervolgens een voorinstelling selecteren in het deelvenster Voorinstellingen voor tools.

Voorinstellingen voor een tool maken

  1. Kies een tool en selecteer de opties die u als voorinstelling wilt opslaan in de optiebalk.
  2. Voer een van de volgende handelingen uit:
    • Selecteer de knop Voorinstelling voor tool naast de tool, links op de optiebalk.

    Of, 

    • Kies Venster > Voorinstellingen tool om het deelvenster Voorinstellingen tool weer te geven.
  3. Voer een van de volgende handelingen uit:
    • Selecteer de knop Nieuwe voorinstelling voor tool maken .

    Of, 

    • Kies Nieuwe voorinstelling tool in het deelvenstermenu.
  4. Geef een naam op voor de voorinstelling voor de tool en selecteer OK.

De lijst met voorinstellingen voor tools wijzigen

Selecteer het driehoekje om het pop-upmenu van het deelvenster Voorinstellingen tool te openen en kies een van de volgende opties:

  • Alle voorinstellingen voor tools tonen: Toont alle geladen voorinstellingen
  • Sorteren op tool: De voorinstellingen worden per tool gesorteerd
  • Voorinstellingen huidige tool tonen: Toont alleen de geladen voorinstellingen voor de actieve tool. U kunt ook de optie Alleen huidige tool selecteren in het pop-updeelvenster Voorinstellingen voor tools
  • Alleen tekst, Kleine lijst of Grote lijst: Bepaalt hoe voorinstellingen worden weergegeven in het pop-updeelvenster

Zie Werken met Beheer voorinstellingen voor informatie over het maken, laden en beheren van bibliotheken met voorinstellingen voor tools.

Tijdelijke toetsen voor tools om snel tussen tools te wisselen

Maak snel bewerkingen in Photoshop met tijdelijke sneltoetsen voor tools.

Met de functie voor tijdelijke toetsen voor tools kunt u overschakelen op een andere tool wanneer u de sneltoets ingedrukt houdt (als u de tool Verplaatsen wilt gebruiken als een tijdelijke toets, houdt u V op het toetsenbord ingedrukt). De standaardtijd is 200 milliseconden, maar u kunt deze aanpassen via Voorkeuren > Tools.

Toetsen voor tijdelijke activatie in Photoshop
Toetsen voor tijdelijke activatie in Photoshop

Nadat u de bewerkingen hebt uitgevoerd, laat u de toets los en kunt u weer verder werken met de tool die u eerder hebt gebruikt.

Krijg sneller en gemakkelijker hulp

Nieuwe gebruiker?