Verklarende woordenlijst

3GP

Derde-generatieplatform. Een bestandsindeling voor videobeelden die zijn opgenomen met mobiele telefoons.

16:9

De hoogte-breedteverhouding van breedbeeldtelevisie.

AC3

ADC (analoog-naar-digitale-converter)

De hardware waarmee een analoog audio- of videosignaal wordt omgezet in een digitaal signaal dat u kunt verwerken met een computer.

AGP-aansluiting

Aansluiting voor AGP (de poort voor accelerated graphics). Een aansluiting op het moederbord van een computer voor gebruik met een GPU-kaart. Zie GPU.

aliasing

Ongewenste gekartelde of hoekige weergave van schuine lijnen in een afbeelding, grafiek of tekst.

alfakanaal

Hiermee wordt een kleurmasker (ook wel een matte genoemd) opgeslagen waarmee de transparante gebieden van een computerafbeelding of clip worden gedefinieerd. De kleurgegevens worden opgeslagen in drie kanalen: rood, groen en blauw (RGB). Zie ook kanaal.

analoge video

Video die uit een continu elektrisch signaal bestaat. De meeste televisietoestellen en videorecorders zijn analoge apparaten. Als u analoge videogegevens wilt opslaan en bewerken op een computer, moet u de gegevens eerst omzetten in digitale video.

antialiasing

Effening van randen in een afbeelding, grafiek of tekst. Randen met antialiasing zien er van dichtbij een beetje vaag uit, maar van een gewone afstand zijn de randen vloeiend. Antialiasing is belangrijk voor hoogkwalitatieve afbeeldingen die u wilt gebruiken voor uitzendingen.

artefact

Vervorming van een afbeelding of geluidssignaal. Bij digitale video ontstaan artefacten doordat het invoerapparaat te veel signalen tegelijkertijd moet verwerken of door een excessieve of onjuiste compressie.

hoogte-breedteverhouding

De verhouding tussen de hoogte en de breedte van een afbeelding. Een standaardvideo heeft bijvoorbeeld een hoogte-breedteverhouding van 4:3. Bij de meeste speelfilms wordt de bredere verhouding 16:9 gebruikt. Zie ook breedbeeld.

audiolead

Zie J-cut.

audiosamplefrequentie

Het aantal samples dat per seconde wordt opgenomen om geluid digitaal te reproduceren. Hoe hoger de frequentie, hoe hoger de kwaliteit van het digitale audiosignaal. De geluidskwaliteit van cd's is geproduceerd met een frequentie van 44.100 samples. Hiermee worden alle geluiden vastgelegd die binnen het menselijk gehoor liggen.

AVI

Audio Video Interleave. De ongecomprimeerde standaardindeling voor videobestanden op het platform Microsoft® Windows®.®

AV/DV-converter

Een elektronisch apparaat waarmee analoge videosignalen worden omgezet in digitale videosignalen. Vergelijk met DV/AV-converter.

bitdiepte

Bitdiepte wordt gebruikt bij digitale afbeeldingen en videobeelden en staat voor het aantal kleuren dat in een afbeelding kan worden weergegeven. Een zwart-witafbeelding met een hoog contrast (zonder grijswaarden) bestaat uit 1 bit. Een dergelijke afbeelding kan 'aan' of 'uit' zijn, wit of zwart. Naarmate de bitdiepte toeneemt, zijn er meer kleuren beschikbaar. Bij een 24-bits afbeelding kunnen miljoenen kleuren worden weergegeven.

Zo staat de bitdiepte van een digitaal audiosignaal voor het aantal bits per sample. Hoe hoger het getal, hoe beter de geluidskwaliteit.

bitmap

Een grafische afbeelding die is samengesteld uit individuele pixels. Elke pixel bevat waarden voor helderheid en kleur.

Blu-ray

Een optischeschijfindeling die vijf keer zoveel opslagcapaciteit heeft als dvd´s. U kunt 25 GB opslaan op een schijf met één laag, of 50 GB op een schijf met een dubbele laag. De naam is afgeleid van de blauwviolette laser die wordt gebruikt (in tegenstelling tot de rode laser die wordt gebruikt door andere optische schijven).

bluescreen

Zie keying.

camcorder

Een digitale videocamera: een apparaat waarmee reeksen van opeenvolgende beelden worden opgenomen en waarmee een signaal wordt geproduceerd voor de weergave of overdracht van video-opnamen.

vastleggen

Het proces van het overdragen van een bronvideo van een camcorder of tapedeck naar een computer. Als de bronvideo analoog is, wordt de video door het vastlegproces omgezet in digitale gegevens.

opnamekaart

Wordt ook wel een opname- of videokaart genoemd. Een kaart wordt in een computer geïnstalleerd en gebruikt om video te digitaliseren. Of het apparaat zet het bestand gewoon over naar de harde schijf, bij een video die al is gedigitaliseerd.

kanaal

Hierop worden de kleurgegevens van een computerafbeelding opgeslagen. Elke afbeelding bevat drie kanalen (rood, groen en blauw) die afzonderlijk kunnen worden ingesteld. Alfakanalen zijn extra kanalen die u kunt toevoegen om transparante gebieden te definiëren.

chroma

Een kortere term voor chrominantie.

chromakey

Een video-effect waarmee een gebied met een specifieke kleur wordt verwijderd. Dit effect wordt vaak bij nieuwsuitzendingen gebruikt om een weerkaart achter een weerkundige te projecteren.

chrominantie

De kleurgegevens in een videosignaal, bestaand uit de kleurtoon (fasehoek) en verzadiging (amplitude).

Cinepak®

Een veelgebruikte codec voor compressie van videobestanden op cd-rom. Cinepak biedt tijdelijke en ruimtelijke compressie en beperking van gegevenssnelheid.

clip

Een gedigitaliseerd of vastgelegd gedeelte van video, audio of beide.

codec

Een kortere term voor compressor/decompressor. Een apparaat of programma dat met algoritmen video- en geluidsbestanden comprimeert. Hierdoor kunnen de bestanden gemakkelijker worden bewerkt en opgeslagen, en worden bestanden gedecomprimeerd zodat ze kunnen worden afgespeeld. Met algemene codecs worden analoge videosignalen omgezet in gecomprimeerde digitale videobestanden (bijvoorbeeld MPEG) of worden analoge geluidssignalen omgezet in digitale geluidsbestanden (bijvoorbeeld RealAudio®). Zie ook compressie.

kleurenbalken

kleurcorrectie

Het proces waarmee videokleuren worden gewijzigd die niet onder ideale omstandigheden zijn opgenomen, bijvoorbeeld met te weinig licht.

samenstellen

Beelden combineren om een 'samengesteld' beeld te maken.

compressie

Gegevens in bijvoorbeeld een geluids- of videobestand reduceren naar een vorm die minder ruimte vereist.

huidige-tijdindicator

In Adobe Premiere Elements is dit een grijze aanwijzer met een rode lijn in de tijdlijn en in het venster Eigenschappen, en een grijze aanwijzer met een grijze lijn in het venster Monitor. U sleept deze indicator om clips te doorlopen en specifieke frames te identificeren.

montage

Het eenvoudigste type overgang, waarbij het laatste frame van een clip wordt gevolgd door het eerste frame van de volgende clip.

D1

Afkorting van Digital 1, een digitale-videoindeling met een breedte-hoogteverhouding voor frames van 4:3 en een breedte-hoogteverhouding voor pixels van 0,9:1. D1-pixels zijn rechthoekig (niet-vierkant). Dit in tegenstelling tot analoge pixels die vierkant zijn. D1 is een internationale televisiestandaard: D1-NTSC gebruikt een framegrootte van 720 x 486 pixels en D1-PAL een framegrootte van 720 x 576 pixels. Zie ook digitale video en beeldmateriaal met vierkante pixels.

datasnelheid

De hoeveelheid gegevens die in een bepaalde tijdsperiode wordt verplaatst (bijvoorbeeld 10 MB per seconde). Hiermee wordt vaak de capaciteit van een harde schijf voor het ophalen en afleveren van gegevens beschreven.

decoderen

Een gecodeerd videosignaal in afzonderlijke componenten verdelen. Zie ook coderen.

interliniëring ongedaan maken

Artefacten verwijderen die het resultaat zijn van geïnterlinieerde video. Zie ook interliniëring.

digitale video

Video die bestaat uit een binair signaal, gecodeerd als een reeks nullen en enen. Computers verwerken alleen digitale gegevens, dus analoge videogegevens dienen eerst te worden omgezet in digitale videogegevens voordat ze op een computer kunnen worden bewerkt. Zie ook analoge video, AV/DV-converter en DV/AV-converter.

digitaliseren

Analoge video of audio converteren naar digitale vorm.

verspreiden

Een fade van de ene clip naar een andere.

dithering

Gebruik afwisselend de kleuren van aangrenzende pixels om tussenliggende kleuren weer te geven. (Bijvoorbeeld door de aangrenzende blauwe en gele pixels weer te geven om groen te benaderen.) Met dithering kunnen beeldschermen kleuren nabootsen die ze niet kunnen weergeven.

Dolby Digital

Standaardaudio-indeling met verlies voor dvd-video. Ondersteunt mono en stereo, maar wordt meestal gebruikt voor het comprimeren van 5.1 surround met de AC-3-codec. Zie ook met verlies.

dropframe

Een aanpassing in de tijdcode waardoor bepaalde frames worden verwijderd ter compensatie van de oneven indeling van 29,97 frames per seconde van kleurenvideo. De tijdcode van dropframes is erg belangrijk bij toepassingen voor uitzendingen. Zie ook niet-dropframe en gedropte frames.

drop-out

Een gebied op magnetische tape waarin gegevens ontbreken. Drop-outs kunnen worden veroorzaakt door stof, overmatig gebruik of fysieke schade. In de betreffende frames kunnen willekeurige, flitsende kleurpixels voorkomen. U kunt drop-outs voorkomen door regelmatig de opnamekop van de camcorder te reinigen met schoonmaaktape.

gedropte frames

Ontbrekende frames die tijdens de digitalisatie of het vastleggen van de video verloren zijn gegaan. Een harde schijf met lage snelheid voor gegevensoverdracht kan ervoor zorgen dat frames verloren gaan.

DV/AV-converter

Een elektronisch apparaat waarmee digitale videosignalen worden omgezet in analoge videosignalen. Vergelijk met AV/DV-converter.

DTV

Digitale televisie. 'Digitale televisie' wordt soms gebruikt als verwijzing naar bureaubladvideo.

DV

DV staat gewoonlijk voor digitale video, maar DV verwijst ook naar de soort compressie die in DV-systemen en -indelingen wordt toegepast. DV staat ook voor de tape die in DV-camcorders en -tapedecks wordt gebruikt.

DV-in

De DV-invoer op een camcorder.

DV via USB

Mogelijkheid waarmee DV-camcorders videogegevens kunnen overbrengen via USB 2.0.

Dvd

Afkorting van 'digital video disc' en 'digital versatile disc'. Dvd's zien er hetzelfde uit als cd's, maar hebben een veel grotere opslagcapaciteit: ruim voldoende voor een speelfilm die is gecomprimeerd met MPEG-2. Voor het afspelen van dvd's zijn speciale schijfstations vereist.

Dvd-indelingen

Dvd-branders ondersteunen een of meer van de volgende schijfindelingen: DVD-R, DVD-RW, DVD+R, DVD+RW, DVD+R DL en DVD-R DL. (Let op: -R en +R zijn twee verschillende indelingen. Hetzelfde geldt voor -RW en +RW.) Bij R-schijven kunt u eenmalig opnemen op de schijf. Bij RW-schijven kunt u meerdere malen opnemen. DL-schijven hebben twee lagen. R-schijven bieden de hoogste compatibiliteit. Niet alle dvd-spelers kunnen RW-schijven lezen.

Dvd-markeringen

EBU-tijdcode

Het tijdcodesysteem van de European Broadcasting Union, dat is gebaseerd op SECAM- of PAL-videosignalen.

coderen

Het samenvoegen van de individuele videosignalen (bijvoorbeeld rood, groen en blauw) in een gecombineerd signaal of het converteren van een videobestand naar een andere indeling via een codec.

FCC

De Federal Communications Commission, de regulerende instantie voor radio- en televisie-uitzendingen in de Verenigde Staten.

velden

De afwisselende sets met horizontale lijnen waarmee de geïnterlinieerde afbeeldingen op het televisiescherm worden verkregen. Een volledig televisieframe bestaat uit twee velden: de oneven lijnen van veld één zijn geïnterlinieerd met de even lijnen van veld twee. Zie ook interliniëring.

eindmontage

De uiteindelijke videoproductie bestaat uit kwalitatief hoogstaande clips en en is klaar om te worden geëxporteerd naar de geselecteerde media. Vergelijk met ruwe montage.

FireWire

De handelsnaam van Apple® Computer voor IEEE 1394.

fps

Frames per seconde. Dit is de standaardmaat voor het afspelen van videobeelden. Bij 15 fps en lager kan het menselijke oog afzonderlijke frames waarnemen, waardoor de video schokkerig lijkt.

frame

Een enkel stilstaand beeld in een reeks afbeeldingen die, wanneer de reeks snel wordt afgespeeld, de illusie van beweging geeft. Hoe meer frames per seconde (fps), hoe vloeiender de film wordt weergegeven.

framesnelheid

Het aantal frames dat per seconde wordt weergegeven.

frames per seconde

Zie fps.

frequentie

Het aantal audiocycli per seconde, uitgedrukt in Hertz (Hz). De frequentie bepaalt de toonhoogte van een geluid.

kleurengamma

Het bereik van kleuren of helderheidswaarden die zijn toegestaan voor een videosignaal. Als er waarden buiten het gamma vallen, ontstaat er vervorming.

grijswaarden

De reeks visuele kleurtinten die loopt van puur zwart naar puur wit. Bij videotoepassingen wordt de grijsschaal meestal uitgedruktin 10 stappen.

GPU

GPU is de afkorting van 'Graphics Processing Unit'. Dit is een microprocessor met ingebouwde functies, waardoor driedimensionale afbeeldingen beter worden verwerkt dan door een CPU (Central Processing Unit).

HDTV

HDTV is de afkorting van 'High-Definition Television'. Dit is een indeling waardoor films met een hogere resolutie kunnen worden uitgezonden dan met de traditionele indelingen NTSC, PAL en SECAM.

HDV

HDV is de afkorting van 'High-Definition Video'. De indeling waarmee videocamcorders opnamen van HDTV-kwaliteit maken.

kleurtoon

Het onderscheid tussen kleuren (bijvoorbeeld rood, geel en blauw). Wit, zwart en grijswaarden zijn geen kleurtonen.

IEEE 1394

De interfacestandaard waardoor de rechtstreekse overdracht van digitale videogegevens tussen apparaten mogelijk wordt, bijvoorbeeld tussen een DV-camcorder en een computer. IEEE 1394 verwijst ook naar de kabels en connectoren die gebruikmaken van deze standaard. IEEE 1394 wordt ook FireWire of i.LINK genoemd. Zie ook USB.

i.LINK

De handelsnaam van Sony® voor IEEE 1394.

beeldstabilisator

Wordt ook wel elektronische beeldstabilisator genoemd. Een techniek die wordt gebruikt om de bewegingen te verwijderen die worden veroorzaakt door het trillen van de camera.

interframecompressie

Een compressieschema, zoals MPEG, waarmee de hoeveelheid videogegevens wordt verkleind doordat alleen de verschillen tussen een bepaald frame en de voorgaande frames worden opgeslagen.

interliniëring

Een systeem dat vroeg in de ontwikkeling van de televisie is ontworpen en dat nog steeds wordt toegepast in standaardtelevisietoestellen. Met een elektronenkanon wordt de fosforcoating aan de binnenkant van het televisiescherm belicht, waarbij eerst de even lijnen en vervolgens de oneven, horizontale lijnen op het scherm worden getekend. Wanneer de even lijnen donkerder worden, worden de oneven lijnen belicht. Het menselijk oog neemt deze geïnterlinieerde velden waar als volledige afbeeldingen.

interpolatie

Een methode voor het bepalen van nieuwe gegevenspunten tussen bekende gegevenspunten.

J-cut

Een bewerking waarbij de audio voor de video wordt gestart, zodat de video een dramatische introductie krijgt. Dit wordt ook wel 'audio lead' genoemd.

JPEG

JPEG is de afkorting van 'Joint Photographic Experts Group'. JPEG is ook een bestandsindeling voor het comprimeren van stilstaande beelden, die is gedefinieerd door deze groep. Omdat video-opnamen bestaan uit een reeks stilstaande afbeeldingen, kan JPEG-compressie ook worden toegepast op video. Zie ook MJPEG.

key

Een methode voor het verkrijgen van transparantie, zoals een blauwschermkey of chromakey.

hoofdframes

Het begin- en eindpunt voor geanimeerde effecten. In Adobe Premiere Elements worden de frames tussen hoofdframes automatisch gegenereerd om een vloeiende beweging te krijgen. Zie ook interpolatie en tweening.

keying

Het vervangen van een gedeelte van een televisiebeeld met video van een ander beeld. Dit wordt ook 'blauw scherm' genoemd. Zie ook chromakey.

L-cut

Een bewerking waarbij de audio later eindigt dan de videobeelden. Hiermee krijgt u een subtiele overgang tussen twee scènes. Als u een L-cut wilt instellen in het tijdlijnvenster, houdt u de toets Alt ingedrukt en sleept u de rechterrand van de video naar links. Het resultaat lijkt op de letter L.

letterbox

Een techniek waarmee de oorspronkelijke hoogte-breedteverhouding van een bioscoopfilm behouden blijft wanneer deze op televisie wordt getoond. Bij deze techniek worden zwarte balken boven en onder aan het scherm toegevoegd.

zonder verlies

Een compressieschema waarbij de signaalkwaliteit niet wordt beïnvloed, zoals bij de overdracht van digitale video via een IEEE 1394-verbinding.

met verlies

Een compressieschema waarbij de signaalkwaliteit wordt verminderd. Bij algoritmen met verlies worden digitale gegevens gecomprimeerd door de gegevens te verwijderen waarvoor het menselijke oog het minst gevoelig is. Deze algoritmen bieden de hoogst beschikbare compressieverhouding.

luminantie

Het effect van de gecombineerde waarden voor helderheid en contrast.

Machinima

Een methode voor het maken van films waarin traditionele filmmethoden, animaties en virtuele 3D-gamingtechnologie worden gecombineerd. Machinima is een samentrekking van “machine/cinema” of “machine/animatie”.

markereingen

Dvd-markeertekens verwijzen naar hoofdstukken, scènes en stoppunten voor een dvd-menu. In Premiere Elements worden dvd-markeertekens ook wel scènemarkeertekens genoemd. Met clipmarkeertekens worden belangrijke punten in een clip aangegeven. Met tijdlijnmarkeertekens worden scènes, locaties voor titels of andere belangrijke punten binnen een volledige film aangegeven. Met clipmarkeertekens en tijdlijnmarkeertekens kunt u de positie van clips bepalen en clips bijsnijden.

masker

Zie matte.

matte

Het transparante gedeelte van een beeld, meestal gedefinieerd door een grafische vorm of een achtergrond op basis van een blauw scherm. Wordt ook een masker genoemd.

MIDI

Musical Instrument Digital Interface. Een standaard die wordt gebruikt om gegevens te delen tussen elektronische muziekapparatuur en computers.

minitijdlijn

Een tijdlijn die onder in het deelvenster Monitor verschijnt wanneer de scènelijn wordt weergegeven. (Zie ook tijdlijn.)

MJPEG

Motion JPEG. Een compressiestandaard waarmee elk videoframe wordt omgezet in een gecomprimeerde JPEG-afbeelding. MJPEG is het meest geschikt voor video van uitzendkwaliteit en verdient de voorkeur boven MPEG voor opnamen waarop veel beweging te zien is. Zie ook MPEG.

menu Beweging

Een dvd-menu met een bewegend in plaats van een stilstaand achtergrondbeeld, geanimeerde knoppen of beide.

MP3

MPEG-1 Audio Layer 3. Zowel een compressiestandaard als een bestandsindeling voor digitaal geluid.

MPEG

Motion Pictures Expert Group. Ook een type compressie en een video-indeling. Bij JPEG-compressie worden individuele frames gecomprimeerd, maar bij MPEG-compressie worden alleen de verschillen tussen het ene frame en het voorafgaande frame berekend en gecodeerd.

MPEG-1

De compressiestandaard waarmee analoge videogegevens worden omgezet voor gebruik in digitale toepassingen. Deze standaard is ontworpen om video van bijna- uitzendkwaliteit te leveren via een cd-rom met standaardsnelheid. De compressieverhouding is ongeveer 100:1.

MPEG-2

Een uitbreiding van de MPEG-1-standaard. MPEG-2 is speciaal ontworpen om te voldoen aan de uitzendvereisten van televisiestudio's. MPEG-2 is video van uitzendkwaliteit die wordt gebruikt op dvd's en wordt afgespeeld met behulp van een decoder.

MPEG-3

Ontwikkeld voor HDTV, maar deze standaard wordt niet meer gebruikt omdat MPEG-2 blijkt te voldoen aan de HDTV-vereisten. Vaak verward met MP3.

MPEG-4

Deze standaard is gebaseerd op de voorafgaande MPEG-standaarden, maar bevat ondersteuning voor videostreaming en verbeterde compressieschema's. Wordt vaak gebruikt voor videopodcasting.

bewerking in oorspronkelijke toepassing

Verwijst naar het bewerken van oorspronkelijk vastgelegde clips, zowel DV als HDV, en verwijst naar de oorspronkelijke, ongecomprimeerde kwaliteit.

neutrale kleuren

De reeks grijswaarden, van zwart tot wit, die kleurloos zijn. Bij neutrale-kleurgebieden zijn de RGB-waarden gelijk.

ruis

Vervorming van een audio- of videosignaal, gewoonlijk veroorzaakt door interferentie.

ruisreductie

De reductie van ruis tijdens het opnemen of afspelen.

niet-dropframe

Een tijdcodemethode waarbij de beeldfrequentie van een kleurentelevisie wordt gebruikt (29,97 fps). Tijdcode zonder frameverlies heeft de voorkeur voor toepassingen van niet-uitzendkwaliteit en voor de meeste indelingen met lage kwaliteit voor videotapes. Vergelijk met dropframe.

niet-lineaire bewerking

Hierbij zijn alle video- en audiogegevens op een computer toegankelijk voor bewerking, waarbij elk willekeurig punt in de tijdlijn kan worden bewerkt. De traditionele bewerkapparatuur voor videotape is lineair, omdat de video in een vaste volgorde van begin tot einde moet worden bewerkt.

NTSC

NTSC is de afkorting van National Television Standards Committee. De norm voor uitzendingen op kleurentelevisie in Noord-Amerika, Japan, Midden-Amerika en sommige landen in Zuid-Amerika. NTSC werkt met een geïnterlinieerde weergave van 60 velden per seconde en 29,97 frames per seconde (fps).

NTSC-kleurenbalken

Het patroon van acht kleurenbalken van gelijke breedte waarmee de transmissiepaden, opnamekwaliteit, afspeelkwaliteit en schermuitlijning voor uitzendingen worden gecontroleerd.

NTSC-RGB

Geïnterlinieerde rode, groene en blauwe videosignalen die voldoen aan de NTSC-standaarden en die staan voor de primaire kleuren van een beeld.

offline bewerken

Hierbij wordt een ruwe montage met kwalitatief minder goede clips bewerkt, waarna de eindmontage wordt geproduceerd met kwalitatief hoogstaande clips, gewoonlijk met een geavanceerder bewerkingssysteem.

online bewerken

Hierbij worden alle bewerkingen (inclusief de ruwe montage) uitgevoerd op dezelfde clips die worden gebruikt voor de eindmontage.

PAL

PAL staat voor 'Phase Alternating Line'. Deze tv-standaard wordt gebruikt in de meeste Europese en Zuid-Amerikaanse landen. PAL werkt met een geïnterlinieerde weergave van 50 velden per seconde en 25 frames per seconde.

PCI-slot

Een aansluitingsslot voor uitbreidingskaarten die in de meeste computers wordt toegepast. Voor de meeste kaarten voor video-opname is een PCI-slot vereist.

piekbestand

Een cachebestand met de golfvormafbeelding van een audiobestand. Met behulp van piekbestanden kunnen audiobestanden in een programma sneller worden geopend, opgeslagen en vernieuwd, aangezien de golfvormgegevens niet telkens opnieuw hoeven te worden gelezen wanneer het audiobestand wordt geopend of weergegeven. Piekbestanden (*.PK) kunnen worden verwijderd zonder invloed op de oorspronkelijke audiobestanden.

pixel

Een afkorting van picture element. Dit is het kleinste weergave-element op een computerscherm: een punt met een bepaalde kleur en lichtintensiteit. In grafische programma's worden vierkante pixels gebruikt. De videopixels van NTSC en PAL zijn echter rechthoekig. Hierdoor worden computerafbeeldingen op een televisiescherm onjuist weergegeven (een cirkel wordt bijvoorbeeld een ovaal), tenzij de hoogte-breedteverhouding van de afbeelding wordt ingesteld op videoweergave.

pixelshader

Een programma voor 3D-graphics dat door een GPU wordt gebruikt om de belichting en de kleur van afzonderlijke pixels te renderen, zodat realistisch ogende oppervlakken worden verkregen. (Niet alle GPU's bieden ondersteuning voor pixelshaders.) Pixelshaders worden vaak gebruikt bij het maken van graphics voor computerspelletjes.

plug-in

Een softwaremodule waarmee de functies van een softwaretoepassing worden uitgebreid. In Adobe Premiere Elements kunt u bijvoorbeeld audio-effecten toevoegen via VST-plug-ins.

podcasting

Het verzenden van audio- of videobestanden via internet naar mobiele apparaten.

posterframe

Een enkel frame van een clip, geselecteerd als miniatuur om de inhoud van de clip aan te duiden.

voorvertoningsbestanden

Bestanden met informatie over de tracks en effecten in een project. Voorvertoningsbestanden worden tijdens het renderingsproces gemaakt en opgeslagen op de harde schijf. Tijdens het exporteren van een film besparen ze tijd doordat de videobewerkingstoepassing de gegevens in deze bestanden kan gebruiken en de clips dus niet opnieuw hoeft te renderen.

afdrukken naar tape

Een digitaal videobestand opnemen op videotape.

projectvoorinstellingen

Een vooraf gedefinieerde verzameling waarden die kunnen worden gebruikt als projectinstellingen.

QuickTime (MOV)

Apple Computer-indeling voor video, geluid en 3D-media.

raster

Een raster van pixels waarmee een afbeelding wordt gevormd op een televisie- of computerscherm.

ruw beeldmateriaal

Origineel, onbewerkt film- of videomateriaal.

real time

Onmiddellijke gegevensverwerking. Bij video staat real time voor effecten en overgangen die u vooraf kunt bekijken zonder het renderingsproces te storen.

regionale codering

Een dvd-functie waardoor dvd's alleen in een bepaalde regio kunnen worden afgespeeld.

renderen

Het proces waarbij bewerkingen, effecten en overgangen worden toegepast op videoframes.

resolutie

Het aantal pixels in elk videoframe (bijvoorbeeld 640 x 480). Bij gelijkwaardige omstandigheden leidt een hogere resolutie tot een betere beeldkwaliteit.

RGB

Rood, groen, blauw. De drie primaire kleuren. Hiermee worden alle kleuren op een televisie- of computerscherm weergegeven.

ripplebewerking

De automatische voorwaartse of achterwaartse verplaatsing van clips in de tijdlijn in relatie tot een ingevoegde of verwijderde clip.

rolbewerking

De automatische wijziging van de duur van een aangrenzende clip wanneer een clip wordt ingevoegd of verwijderd, of wanneer de duur van een clip wordt gewijzigd.

ruwe montage

Een voorlopige versie van een videoproductie. Deze is vaak samengesteld uit clips met lagere kwaliteit dan de clips die worden gebruikt voor de eindmontage.

samplefrequentie

Het aantal samples per seconde in digitale audio. Hoe hoger het getal, hoe beter de geluidskwaliteit.

verzadiging

De sterkte of puurheid van een kleur. Met verzadiging wordt de hoeveelheid grijs aangegeven in verhouding tot de kleurtoon, gemeten als percentage van 0% (grijs) tot 100% (volledig verzadigd).

scènedetectie

Automatisch detectie van scèneveranderingen in videoclips. U kunt scènedetectie gebruiken bij het vastleggen van video (maar niet tijdens het vastleggen van HDV), of op vastgelegde clips. Premiere Elements ondersteunt scènedetectie op basis van afbeeldingen.

scènemarkeringen

Scènelijn

Biedt een visuele indeling van mediaclips zodat u uw clips snel kunt ordenen en titels, overgangen en effecten kunt toevoegen.

scrubben

Geluids- of videomateriaal naar voren of achteren shuttlen tijdens een voorvertoning.

SECAM

Systeme Electronique Couleur Avec Memoire, een televisie-indeling die vooral in Oost-Europa, Rusland en Afrika wordt gebruikt. In deze landen ondersteunen televisies zowel SECAM als PAL, maar DV-camcorders en dvd-spelers gebruiken alleen PAL. Daarom moeten gebruikers van Adobe Premiere Elements in deze landen de PAL-voorinstelling gebruiken voor projecten en dvd's.

signaal/ruisverhouding (S/N)

De verhouding van ruis met betrekking tot het gewenste video- of geluidssignaal, uitgedrukt in decibel (dB). Hoe hoger de waarde, hoe duidelijker het beeld en geluid.

schuifbewerking

Een bewerkingsfunctie waarmee het uitpunt van de vorige clip en het inpunt van de volgende clip worden aangepast zonder de tussenliggende clip of de programmaduur te wijzigen. Vergelijk met slipbewerking.

slipbewerking

Een bewerking waarmee de in- en uitpunten van een clip worden aangepast zonder de aangrenzende clips of de programmaduur te wijzigen. Vergelijk met schuifbewerking.

sneeuw

Willekeurige ruis op een beeldscherm, vaak het resultaat van een vuile videotapekop of slechte tv-ontvangst.

bronbeeldmateriaal

Onbewerkte videobeelden die zijn opgenomen door een camera.

ruimtelijke compressie

Een compressiemethode waarmee de gegevens binnen een enkel videoframe worden verminderd door de gebieden met dezelfde kleur te identificeren en de redundantie te elimineren. Zie ook codec.

gesplitst scherm

Een speciaal effect waarmee twee of meer scènes tegelijkertijd worden weergegeven op verschillende delen van het scherm.

beeldmateriaal met vierkante pixels

Beeldmateriaal met een breedte-hoogteverhouding voor pixels van 1:1, meestal analoge videobeelden. De meeste computerafbeeldingen hebben een breedte-hoogteverhouding voor pixels van 1:1. Zie ook D1.

stilstaand beeld

Een videoframe dat wordt herhaald, zodat het lijkt alsof er geen beweging is.

storyboard

Een reeks afbeeldingen voor elke clip in een film. U kunt de volgorde van deze afbeeldingen wijzigen om de clips in een andere volgorde weer te geven. In Adobe Premiere Elements wordt in storyboardstijl bewerkt vanaf de scènelijn. (Raadpleeg Scènelijn.)

straight cut

De meest algemene bewerking: opeenvolgende clips die achter elkaar in het tijdlijnvenster zijn geplaatst. Straight cuts verdienen de voorkeur boven overgangen wanneer scènes op elkaar lijken en u niet wilt dat de bewerkingen opvallen.

streaming

Het proces waarbij videobeelden worden afgespeeld terwijl deze worden ontvangen vanaf het web. U hoeft dus niet te wachten totdat een geheel bestand is gedownload.

striping

Een tape voorbereiden voor bewerking door een videosignaal (bijvoorbeeld zwart) op te nemen met een controletrack en tijdcode om ervoor te zorgen dat de video goed wordt afgespeeld. Wordt ook 'black stripe' genoemd.

boven elkaar plaatsen

Beelden combineren waarbij een of meer lagen transparant zijn. Zie ook samenstellen.

S-Video

Super-Video. Een technologie waarmee video wordt uitgezonden door de videogegevens in twee aparte signalen te verdelen: een voor luminantie (helderheid) en een voor chrominantie (kleur).

tijdelijke compressie

Een compressiemethode waarmee vergelijkbare gebieden in verschillende videoframes worden geïdentificeerd, waarna overbodige gegevens worden verwijderd. Zie ook codec.

tijdcode

Een tijdsindeling waarmee de videogegevens worden gemeten in uren, minuten, seconden en frames (bijvoorbeeld 1:20:24:09), zodat de videogegevens zeer nauwkeurig kunnen worden bewerkt. Zie ook dropframe en niet-dropframe.

tijdlijn

Het grafische element in een videobewerkingsprogramma waarop videobeelden, geluid en grafische clips worden gerangschikt. (Zie ook mini-tijdlijn.)

transcoderen

Het converteren van een bestand van de ene bestandsindeling naar de andere, dus de gegevens opnieuw coderen.

transformeren

De positie van objecten (bijvoorbeeld tekst of afbeeldingen) wijzigen door de objecten te verplaatsen, te roteren, uit te lijnen of te distribueren.

overgang

Een overgang van een clip naar een andere clip in de video. Vaak gaat een visuele overgang gepaard met effecten waarbij elementen van beide clips worden gemengd.

transparantie

Dekkingspercentage van een videoclip of -element.

bijsnijden

Het verwijderen van frames aan het begin, midden of einde van een clip.

tussenvoegen

Een functie waarmee de frames tussen twee afbeeldingen worden ingevuld, zodat de beweging vloeiender lijkt. Zie ook hoofdframes.

ongecomprimeerde video

Ruwe gedigitaliseerde videogegevens die in de oorspronkelijke grootte worden weergegeven of opgeslagen.

USB

USB is de afkorting van 'Universal Serial Bus'. Dit is de interfacestandaard waardoor Plug en Play mogelijk wordt gemaakt. Hierbij kunt u een nieuw apparaat aansluiten op de computer zonder dat u een adapterkaart hoeft te installeren of andere elementen hoeft te configureren. Zie ook IEEE 1394.

vertexshader

Een programma voor driedimensionale beelden waarmee een GPU effecten op realistische wijze te renderen in verhouding tot de positie van een object in de ruimte. (Niet alle GPU's bieden ondersteuning voor vertexshaders.) Vertexshaders worden vaak gebruikt bij het maken van graphics voor computerspelletjes.

video-opnamekaart

video-indeling

Een standaard waarmee wordt bepaald hoe een videosignaal wordt vastgelegd op videotape. Standaarden zijn onder andere DV, 8-mm, Beta en VHS.

VOB

Staat voor 'Dvd Video Object'. De indeling VOB wordt vaak gebruikt om films op dvd's uit te brengen: de video, audio, titelstreams en menu-inhoud zijn gecombineerd in één bestand. De videostream is normaal gesproken MPEG-2.

breedbeeld

Elke hoogte-breedteverhouding voor film en video die breder is dan de standaardindeling 4:3. Breedbeeld werd voorheen ook gebruikt als verwijzing naar films in bioscoopformaat. Nu verwijst breedbeeld vooral naar de indeling 16:9, een standaardbreedbeeld voor dvd, omdat deze hoogte-breedteverhouding van toepassing is op HDTV.

zoomen

De focus van een camera dichter naar het onderwerp toe of er juist verder vandaan verplaatsen tijdens het maken van een opname.

Krijg sneller en gemakkelijker hulp

Nieuwe gebruiker?