Historie-deelvenster instellingen

Laatst bijgewerkt op 2 dec. 2025

Verken de instellingen van het Historie-deelvenster in Adobe Photoshop om afbeeldingsstatussen te beheren, momentopnames aan te passen en je workflow voor bewerking te verbeteren.

Met het Historie-deelvenster in Photoshop heb je snel toegang tot recente statussen van je afbeelding tijdens de huidige sessie.Elke wijziging die je aanbrengt, zoals selecteren, schilderen of roteren, wordt apart vastgelegd.Wanneer u een van de staten hebt geselecteerd, wordt de afbeelding teruggezet in de staat waarin het verkeerde toen die wijziging voor het eerst werd aangebracht. Die staat is dan het uitgangspunt voor verdere bewerkingen.

Je kunt ook statussen uit het Historie-deelvenster verwijderen en een nieuw document maken van een specifieke status of momentopname.

Photoshop-interface met het Historie-deelvenster geopend, met recente bewerkingsstatussen.
Gebruik het Historie-deelvenster om recente bewerkingen tijdens je Photoshop-sessie te bekijken, terug te draaien en te beheren.

Om het Historie-deelvenster (Window > History) effectief te gebruiken, kun je de beste praktijken volgen en aanpassingsmogelijkheden verkennen.

Best practices

  • Gebruik momentopnames om belangrijke statussen tijdens je sessie te bewaren.
  • Pas het aantal historiestaten aan onder Preferences > Performance om aan te sluiten bij je workflow.Standaard toont het Historie-deelvenster 20 statussen.Je kunt dit verhogen tot 1.000 statussen voor meer complexe bewerkingssessies.
  • Selecteer Allow Non-Linear History om vanuit elke status te bewerken zonder toekomstige statussen te verwijderen.
  • Volg bewerkingen efficiënt door de volgorde aan te houden.Oudere wijzigingen verschijnen eerst, met nieuwere die worden toegevoegd terwijl je werkt.
  • Gebruik Undo om verwijderde statussen te herstellen na het bewerken vanuit een eerdere status.Lees meer over het overzicht van Ongedaan maken en Opnieuw uitvoeren opdrachten.
Tip:

Bij het sluiten van het document worden alle historiestaten en momentopnames gewist.De momentopname van de beginstatus verschijnt als eerste in het Historie-deelvenster.Gedimd weergegeven statussen tonen bewerkingen die verloren gaan als je doorgaat vanaf een geselecteerde status.

Menuopties

Pas historiestaten en momentopnames aan via het dialoogvenster History Options.Je kunt dit openen vanuit het Historie-deelvenster (Menu > History Options).

Optie

Beschrijving

Eerste opname automatisch maken

Slaat een momentopname op van de beginstatus van de afbeelding wanneer deze wordt geopend.

Automatisch nieuwe opname maken bij opslaan

Genereert een momentopname elke keer dat u het document opslaat. Dit is standaard uitgeschakeld.

Niet-lineaire historie toestaan

Hiermee kunt u een geselecteerde staat bewerken zonder daaropvolgende staten te verwijderen.


Dialoogvenster Nieuwe opname standaard tonen

Vraagt om een naam bij het maken van momentopnamen.

Wijzigingen in zichtbaarheid laag herstelbaar maken

Registreert het in- of uitschakelen van de Laag zichtbaarheid als een Historie-stap. Schakel deze optie uit om wijzigingen in de Laag zichtbaarheid uit te sluiten.