Selecteer de laag of het gebied dat je wilt transformeren.
Laatst bijgewerkt op
2 dec. 2025
Leer hoe je Transformatie in Adobe Photoshop kunt gebruiken om lagen of selecties te schalen, roteren, schuintrekken, vervormen, perspectief toe te voegen of te verbuigen.
Transformaties helpen je het uiterlijk van geselecteerde objecten te wijzigen, zoals het aanpassen van de grootte, roteren of het wijzigen van perspectief.Photoshop biedt flexibele Tools om deze wijzigingen direct toe te passen op lagen, tekst, vormen of selecties.
Een object of Laag transformeren
Opmerking:
Je kunt alleen de actieve laag of selectie transformeren.Om een achtergrondlaag te transformeren, moet je deze eerst converteren naar een gewone laag door het slot pictogram ernaast in het Lagen paneel te selecteren.
Ga naar Bewerken > Transformatie en selecteer vervolgens een transformatietype:
- Schalen om de grootte aan te passen
- Roteren om te draaien
- Schuintrekken om schuin te zetten
- Vervormen om uit te rekken
- Perspectief om diepte te verschuiven
- Verbuigen om vrij te buigen en krommen
Druk op Enter (Windows), Return (macOS) of selecteer Gereed om de transformatie te bevestigen.
Een transformatie herhalen
Je moet ten minste één transformatie toepassen met Transformatie of Vrije transformatie voordat Opnieuw beschikbaar wordt.
Selecteer de laag of het object dat je opnieuw wilt transformeren.
Selecteer Bewerken > Transformatie > Opnieuw in de menubalk.
Druk op Enter (Windows), Return (macOS) of selecteer Gereed.
