Handboek Annuleren

Exportinstellingen

  1. Handboek voor Adobe Premiere Elements
  2. Inleiding tot Adobe Premiere Elements
    1. Nieuw in Premiere Elements
    2. Systeemvereisten | Adobe Premiere Elements
    3. Beginselen van de werkruimte
    4. Modus met instructies
    5. Gebruik pannen en zoomen om een video-achtig effect te creëren
    6. GPU-versnelde rendering
  3. Werkruimte en workflow
    1. Het startscherm leren kennen
    2. Automatisch gemaakte collages, diavoorstellingen en meer bekijken en delen
    3. Beginselen van de werkruimte
    4. Bronmonitor en programmamonitor
    5. Voorkeuren
    6. Tools
    7. Sneltoetsen
    8. Audioweergave
    9. Wijzigingen ongedaan maken
    10. Sneltoetsen aanpassen
    11. Werkschijven gebruiken
  4. Werken met projecten
    1. Een project maken
    2. Instellingen en voorinstellingen voor projecten aanpassen
    3. Projecten opslaan en een reservekopie maken
    4. Films voorvertonen
    5. Een videocollage maken
    6. Highlight Reel maken
    7. Een videoverhaal maken
    8. Instant films maken
    9. Clipeigenschappen weergeven
    10. De bestanden van een project weergeven
    11. Projecten archiveren
    12. GPU-versnelde rendering
  5. Media importeren en toevoegen
    1. Media toevoegen
    2. Richtlijnen voor het toevoegen van bestanden
    3. De duur instellen voor geïmporteerde stilstaande beelden
    4. 5.1 audio importeren
    5. Werken met offline bestanden
    6. Bestanden delen tussen Adobe Premiere Elements en Adobe Photoshop Elements
    7. Speciale clips maken
    8. Werken met hoogte-breedteverhoudingen en velden
  6. Clips rangschikken
    1. Clips rangschikken in de tijdlijn van de Professionele weergave
    2. Clips groeperen, koppelen en uitschakelen
    3. Clips rangschikken op de tijdlijn van de Snelle weergave
    4. Werken met clip- en tijdlijnmarkeertekens
    5. Reeksinstellingen
  7. Clips bewerken
    1. Ruis reduceren
    2. Object selecteren
    3. Spontane momenten
    4. Kleuren afstemmen
    5. Smart Trim
    6. De snelheid en duur van een clip wijzigen
    7. Clips splitsen
    8. Frames stilzetten en vasthouden
    9. Helderheid, contrast en kleur aanpassen - Bewerken met instructies
    10. Videobeelden stabiliseren met Shake Stabilizer
    11. Beeldmateriaal vervangen
    12. Werken met bronclips
    13. Ongewenste frames bijsnijden - Bewerken met instructies
    14. Clips bijsnijden
    15. Frames bewerken met Automatische slimme tint
    16. Artistieke effecten
  8. Kleurcorrectie en Kleurverloop
    1. Kleurcorrectie en -verloop (LUT's)
    2. Deelvenster Kleurcorrectie
    3. Instellingen voor kleurcorrectie
  9. Overgangen toepassen
    1. Overgangen toepassen op clips
    2. Basisbeginselen van overgangen
    3. Overgangen aanpassen
    4. Overgangen toevoegen tussen videoclips - Bewerken met instructies
    5. Speciale overgangen maken
    6. Een Luma-overgangseffect met vervaging creëren - Bewerken met instructies
  10. Basisbeginselen speciale effecten
    1. Effectenreferentie
    2. Effecten toepassen en verwijderen
    3. Maak een zwart-witvideo met een opvallend kleuraccent - Bewerken met instructies
    4. Tijd opnieuw toewijzen - Bewerken met instructies
    5. Basis voor effecten
    6. Werken met voorinstellingen voor effecten
    7. Effecten vinden en rangschikken
    8. Frames bewerken met Automatische slimme tint
    9. Frame vullen - Bewerken met instructies
    10. Een timelapsevideo maken - Bewerking met instructies
    11. Aanbevolen procedures voor het maken van een timelapsevideo
  11. Speciale effecten toepassen
    1. Gebruik pannen en zoomen om een video-achtig effect te creëren
    2. Transparantie en objecten op elkaar plaatsen
    3. Clips verplaatsen, schalen of roteren met het effect Beweging
    4. Een effectenmasker toepassen op uw video
    5. Temperatuur en tint aanpassen
    6. Een glaspaneeleffect creëren - Bewerking met instructies
    7. Een beeld-in-beeld-bedekking maken
    8. Effecten toepassen aan de hand van aanpassingslagen
    9. Titel toevoegen aan uw film
    10. Nevel verwijderen
    11. Een Beeld-in-beeld maken - Bewerken met instructies
    12. Een effect Vignettering maken
    13. Een effect Gesplitste tint toevoegen
    14. FilmLooks-effecten toevoegen
    15. Een HSL-tunereffect toevoegen
    16. Frame vullen - Bewerken met instructies
    17. Een timelapsevideo maken - Bewerking met instructies
    18. Geanimeerde lucht - Bewerken met instructies
    19. Object selecteren
    20. Geanimeerde mattes - Bewerken met instructies
    21. Dubbele belichting - Bewerken met instructies
  12. Speciale audio-effecten
    1. Audio mixen en het volume aanpassen met Adobe Premiere Elements
    2. Audio-effecten
    3. Geluidseffecten toevoegen aan een video
    4. Muziek toevoegen aan videoclips
    5. Verhalen maken
    6. Soundtracks gebruiken
    7. Muziek remix
    8. Verhaal toevoegen aan uw film - Bewerken met instructies
    9. Muziek toevoegen aan uw film - Bewerken met instructies
  13. Filmtitels
    1. Titels maken
    2. Vormen en afbeeldingen aan titels toevoegen
    3. Kleur en schaduwen toevoegen aan titels
    4. Verlopen toepassen
    5. Titels en MOGRT's maken
    6. Responsive design toevoegen
    7. Tekst bewerken en opmaken
    8. Objecten uitlijnen en transformeren
    9. Bewegingstitels
    10. Uiterlijk van tekst en vormen
    11. Titels exporteren en importeren
    12. Objecten in titels rangschikken
    13. Titels voor televisie ontwerpen
    14. Stijlen toepassen op tekst en afbeeldingen
    15. Een video toevoegen in de titel
  14. Schijfmenu's
    1. Schijfmenu's maken
    2. Werken met menumarkeertekens
    3. Typen schijven en menuopties
    4. Menu's voorvertonen
  15. Uw films delen en exporteren
    1. Uw video's exporteren en delen
    2. Exportinstellingen
    3. Een video delen om op een computer af te spelen
    4. Basisprincipes compressie en gegevenssnelheden
    5. Gemeenschappelijke instellingen voor delen

Gedetailleerde verwijzing naar alle exportinstellingen die beschikbaar zijn in Premiere Elements.

Video

De instellingen voor video's variëren afhankelijk van de opgegeven exportindeling. Elke indeling heeft unieke vereisten die bepalen welke instellingen beschikbaar zijn. Zie Ondersteunde bestandsindelingen voor meer informatie.

Opmerking:

Bepaalde software voor opnamekaarten en plug-ins beschikken over eigen dialoogvensters met specifieke opties. Raadpleeg de documentatie voor uw opnamekaart of plug-in als deze opties verschillen van de opties die hier worden beschreven.

Basisvideo-instellingen

Met de optie Identieke bron kunt u de exportinstellingen automatisch afstemmen op de broninstellingen.

Identieke bron
Identieke bron

Indelingen die ondersteuning bieden voor Identieke bron:

  • GIF-animatie
  • BMP
  • GIF
  • H.264
  • MPEG-2
  • PNG
  • QuickTime
  • JPEG
Opmerking:

Als de huidige indeling geen exacte overeenkomst met de instellingen van de bron ondersteunt, wordt een waarde gebruikt die het beste overeenkomt met de instellingen van de bron.

Voorinstellingen voor Identieke bron

Voorinstellingen voor Identieke bron zijn handig als u enkele videokenmerken uit de bron wilt doorgeven en specifieke waarden voor de andere kenmerken wilt selecteren. U kunt de instelling Identieke bron opslaan als een nieuwe voorinstelling en deze toepassen op elke bron.

Standaard bevat Premiere Elements in het menu Voorinstellingen enkele adaptieve voorinstellingen voor Identieke bron voor de H.264-indeling:

  • Identieke bron - Adaptieve hoge bitsnelheid
  • Identieke bron - Adaptieve gemiddelde bitsnelheid
  • Identieke bron - Adaptieve lage bitsnelheid

Deze voorinstellingen komen over het algemeen overeen met de broninstellingen en passen de bitsnelheid aan op basis van de framegrootte van de bron. Hiermee kunt u video's van hogere kwaliteit maken en tegelijkertijd kleinere bestandsgrootten en exporttijden behouden.

Voorinstellingen voor Identieke bron (Rewrap)

Bepaalde indelingen zoals QuickTime bevatten een voorinstelling voor Identieke bron (Rewrap) waarmee videoframes door de exportworkflow kunnen gaan zonder opnieuw te coderen vanuit de bron. Dit zorgt voor snellere exports zonder verlies van videokwaliteit.

Opmerking:

Rewrap-voorinstellingen kunnen alleen worden toegepast op bronnen die overeenkomen met de codec van de voorinstelling.

Het menu Framegrootte bevat een lijst met veelgebruikte videoframeformaten waaruit u kunt kiezen:

  • 4K
  • UHD
  • Quad HD
  • Full HD
  • HD
  • SD NTSC breed
  • SD NTSC

De exacte pixelafmetingen worden weergegeven voor elke instelling (breedte x hoogte)

U kunt ook Aangepast kiezen om uw eigen breedte en hoogte voor het geëxporteerde bestand in te stellen. Sleep de besturingselementen voor hot-text om snel de instellingen Breedte en Hoogte aan te passen, of klik in elk veld om uw eigen waarden in te voeren. Als u de beeldverhouding wilt behouden terwijl u de framegrootte aanpast, zorgt u ervoor dat het slotpictogram is ingeschakeld.

Opmerking:

Bepaalde indelingen en codecs bieden alleen ondersteuning voor een beperkt aantal framegrootten.

Framesnelheid bepaalt hoeveel videoframes per seconde worden weergegeven tijdens het afspelen. Over het algemeen resulteert een hogere framesnelheid in vloeiendere beweging, maar het kiezen van een framesnelheid die afwijkt van de framesnelheid van de bronmedia kan ongewenste bewegingsartefacten veroorzaken. Houd er rekening mee dat sommige indelingen en codecs alleen ondersteuning bieden voor een specifieke set framesnelheden.

Geeft aan of het geëxporteerde bestand progressieve frames of frames die zijn gemaakt van geïnterlinieerde velden bevat.

  • Progressief is de voorkeursinstelling voor digitale televisie, online content en film.
  • Wanneer u exporteert naar geïnterlinieerde indelingen, zoals NTSC of PAL, kiest u Bovenste eerst of Onderste eerst om de weergavevolgorde van geïnterlinieerde velden in te stellen.

Premiere Elements stelt deze waarde automatisch in om overeen te stemmen met de veldvolgorde van de bron wanneer deze op Identieke bron is ingesteld.

De pixelverhouding van de video. De pixelverhouding (PAR) beschrijft de verhouding tussen de breedte en de hoogte van één videopixel. Digitale video-indelingen zoals HD, 4 K UHD en 8 K hebben doorgaans vierkante pixels (PAR 1.0), terwijl analoge indelingen zoals NTSC en PAL rechthoekige pixels hebben. Als u exporteert met een andere PAR dan de PAR van de bronmedia, dan kan het videobeeld vervormd worden.

Renderen met maximale diepte rendert effecten met de hoogste bitdiepte die door de huidige indeling wordt ondersteund (in de meeste gevallen 32-bits float-verwerking).

Meer kleurgegevens van de bronvideo behouden kan helpen bij het reduceren van banding-artefacten in gebieden met vloeiend kleurverloop en het behouden van meer details in gebieden met heldere lichtpunten en donkere schaduwen.

In sommige gevallen kan het inschakelen van Renderen met maximale diepte leiden tot langere coderingstijden.Bovendien worden in systemen met GPU-versnelling effecten altijd gerenderd met de hoogst beschikbare bitdiepte, ongeacht deze instelling.

Deze optie helpt bij het behouden van details en het voorkomen van aliasing wanneer u schaalt naar een framegrootte die niet overeenkomt met de framegrootte van uw bronmedia, bijvoorbeeld bij het exporteren van een reeks met een hoge resolutie van 4 K naar een HD- of SD-indeling met een lagere resolutie. Het kan ook beïnvloeden hoe schaal, rotatie en positietransformaties worden gerenderd in reeksen.Deze optie inschakelen, kan de kwaliteit verbeteren, maar houd rekening met het volgende:

  • De exporttijd kan sterk toenemen, vooral op systemen zonder ondersteunde GPU.
  • In systemen met ondersteunde GPU-hardware wordt automatisch de maximale renderkwaliteit gebruikt als de renderer is ingesteld op Metal, CUDA of OpenCL.

Deze optie kan worden gebruikt voor bronnen die een alfakanaal bevatten. Wanneer het alfakanaal is ingeschakeld, wordt alleen dit gerenderd in de uitvoervideo en wordt een voorvertoning van het alfakanaal in grijswaarden weergegeven. Deze instelling is handig wanneer u exporteert naar indelingen die geen transparantie ondersteunen. U kunt het alfakanaal voor alleen uitvoer gebruiken om transparante gebieden van uw video in toepassingen van derden te definiëren.

Tijd-interpolatie komt in beeld wanneer de framesnelheid van uw geëxporteerde media afwijkt van de framesnelheid van uw bronmedia. Als de bronreeks bijvoorbeeld met 30 fps is maar u deze wilt exporteren met 60 fps. Tijd-interpolatie genereert of verwijdert frames op de volgende manieren:

  • Sampling van frames: dupliceert of verwijdert frames om de gewenste framesnelheid te bereiken. Met deze optie kunnen sommige beelden traag of hortend worden weergegeven.
  • Overvloeien van frames: voegt frames toe of verwijdert frames door deze te laten overvloeien in aangrenzende frames, waardoor het afspelen vloeiender kan worden.
  • Optische stroom: voegt frames toe of verwijdert frames door de beweging van pixels uit omringende frames te interpoleren. Deze optie resulteert gewoonlijk in de meest vloeiende weergave, al kunnen er artefacten ontstaan als er een groot verschil is tussen frames. Probeer een van de andere instellingen voor interpolatietijden als dit probleem optreedt.

Instellingen voor codering

U kunt de video voorbereiden voor uitvoer door voorkeursindelingen op te geven.

(Alleen H.264) – Hardwareversnelling is de standaardoptie, waardoor Premiere Elements wordt gevraagd beschikbare hardware op uw systeem te gebruiken om de coderingstijden te versnellen.

  • Hardwareversnelling is afhankelijk van de configuratie van uw systeem.
  • Als uw systeem bepaalde exportinstellingen niet ondersteunt, schakelt het menu Prestaties automatisch om naar Alleen software.

Gemeenschappelijke h.264-bestanden zijn onder andere:

  • Basislijn: het eenvoudigste deelvenster dat wordt gebruikt bij video- conferenties en vergelijkbare apparaten die hoge decoderingssnelheden vereisen.
  • Hoofd: een veelgebruikt profiel dat vooral in SD-uitzendingen wordt gebruikt.
  • Hoog : een breed ondersteund profiel dat door de meeste HD-apparaten wordt gebruikt.
  • Hoog10 : een uitbreiding van het hoog profiel dat ondersteuning biedt voor 10-bits decodering.

Hiermee beperkt u het bereik van beschikbare opties voor Framesgrootte, Framesnelheid, Veldvolgorde, Verhouding, bitsnelheid, chroma en andere compressie-instellingen. In het algemeen worden hogere instellingen ondersteund voor grotere videoresoluties.

Opmerking:

Als u niet zeker weet welk indeling en niveau u wilt gebruiken, schakelt u Bron afstemmen in zodat Premiere Elements de beste instelling kiest op basis van de eigenschappen van uw bronmedia.

De kleurruimte die wordt gebruikt voor het geëxporteerde bestand.Staat standaard op Rec. 709 voor de meeste voorinstellingen.

Opmerking: voor sommige indelingen moet u andere exportregelaars inschakelen om toegang te krijgen tot aanvullende opties voor Kleurruimte te exporteren:

  • H.264: Stel het profiel in op Hoog 10
  • QuickTime - Apple ProRes: Schakel het selectievakje Renderen bij maximale diepte in

HDR Graphics Wit beschrijft de doelluminantie voor het weergeven van een effen witte kleur in een HDR-scène. Omdat HDR veel helderder kan zijn dan SDR, zijn aanbevelingen voor luminantie gebaseerd op het gevoel van de kijker.

HDR Graphics Wit wordt soms ook diffuus wit genoemd. Voor camera-belichting in HLG-productie raadt ITU aan camera's te belichten zodat een wit kaartje het 75% IRE-markeerteken op de golfvorm bereikt. Hierdoor blijft ruimte voor spiegelende highlights die daarboven gaan en wordt een afbeelding geproduceerd die niet te helder is voor een comfortabele weergave.

Solid witte graphics elementen, zoals tekst, moet ook worden ingesteld op 75% van het HLG-signaal: hier krijgt de instelling de naam Graphics Wit. Als u wit tekst instelt op luminantie van 100% (1000 Nits voor HLG of 10.000 Nits voor PQ), kunnen er oncomfortabele helderheidsniveaus voor de kijker optreden.

Dit is het kleurengamma van de HDR-monitor dat wordt gebruikt tijdens het graderen van uw inhoud. U bereikt deze waarde door de technische specificaties voor uw monitor te lezen. Er is een vervolgkeuzelijst met drie opties. De mogelijke waarden zijn: Rec. 709, P3D65 (standaard), Rec. 2020.

Dit is de minimale luminantie van de HDR-monitor die wordt gebruikt tijdens het graderen van uw inhoud. Kies dit nummer door de technische specificaties voor uw monitor te lezen. Dit is een numerieke invoer met scrubbable hot-text. De standaardwaarde is 0,0050. Het bereik is 0,0005 - 0,05.

Dit is de maximale luminantie van de HDR-monitor die wordt gebruikt tijdens het graderen van uw inhoud. U kunt dit nummer vinden door de technische specificaties van uw monitor te lezen. Dit is een numerieke invoer met scrubbable populaire tekst. De standaardwaarde is 1000. Het bereik is 100 - 4 000.

Dit is de maximale luminantie van de inhoud in uw programma. Voer de luminantie in van het felste gedeelte van uw programma. Hoewel de HDR 10-standaard rekening houdt voor luminantiebereik, helemaal tot en met 10 000 nits, zijn er geen consumentenvensters die deze helderheid kunnen bieden. Het wordt doorgaans aanbevolen om de luminantie voor HDR 10-inhoud bij of onder de 4.000 nits te behouden. De HDR-weergave gebruikt deze waarde om uw programma in het bereik van de weergave met een toonmap toe te passen, zodat er geen highlights worden geknipt. Dit is het maximumniveau van licht. Het lijkt op Luminantie Max.

Dit is het maximale gemiddelde niveau van licht per frame.De HDR-weergave gebruikt deze waarde als toonmap van uw programma om dit in het weergavebereik van de display in te stellen, zodat uw programma er hetzelfde uitziet als toen u het programma beheerde. Met deze waarde kunt u het uiterlijk van uw inhoud aanzienlijk wijzigen en u kunt het testen op de bedoelde display om zeker te zijn dat alles er uitziet zoals gewenst.

Instellingen voor bitsnelheid

Bitsnelheid is de hoeveelheid gegevens in een video- of audiosignaal die wordt gemeten in bits per seconde. Over het algemeen produceren hogere bitsnelheden betere video- en audiokwaliteit, terwijl lagere bitsnelheden media maken die gemakkelijker af te spelen zijn via tragere internetverbindingen.

Hiermee bepaalt u de coderingsmethode die wordt gebruikt om het video- of audiosignaal te comprimeren.

  • CBR (Constant Bit Rate): hiermee stelt u een constante waarde voor de gegevenssnelheid in. Met deze optie kunt u de exporttijd verkorten, maar u kunt de kwaliteit van complexe frames ook beïnvloeden.
  • VBR (variabele bitsnelheid): hiermee past u de gegevenssnelheid dynamisch aan op basis van de complexiteit van het video- of audiosignaal. Met deze optie krijgt u een hogere algemene kwaliteit met kleinere bestandsgrootten, maar neemt de exporttijd wel af.
    • VBR 1 pass versus 2 pass – Met de codering voor 1 pass wordt het volledige mediabestand van begin tot einde geanalyseerd om een variabele bitsnelheid te berekenen. Met de codering 2 Pass worden twee overgangen gemaakt door het bestand, van begin tot eind en vervolgens van eind tot begin. Met de tweede pass verlengt u de coderingstijd, maar zorgt u voor een grotere coderingsefficiëntie en produceert u vaak een betere kwaliteit.
Opmerking:

Wanneer CBR- en VBR-bestanden met dezelfde inhoud en bestandsgrootte met elkaar worden vergeleken, wordt een CBR-bestand wellicht beter afgespeeld op een groter aantal systemen, omdat een vaste gegevenssnelheid een lagere belasting voor een mediaspeler en een computerprocessor vormt. Een VBR-bestand levert echter vaak betere beelden op, aangezien VBR de hoeveelheid compressie aanpast aan de inhoud van de afbeelding.

Hiermee stelt u de algemene bitsnelheid voor het gecodeerde bestand in. Video wordt gemeten in megabits per seconde [Mbps], terwijl audio wordt gemeten in kilobits per seconde [kbps].

Geavanceerde instellingen

De afstand tussen hoofdframes: schakel deze optie in om op te geven hoe vaak hoofdframes (ook wel I-frames) worden ingevoegd in uw geëxporteerde video. Een lagere hoofdframewaarde resulteert meestal in een video van hogere kwaliteit, maar kan de bestandsgrootte vergroten. Wanneer uitgeschakeld is, kiest Premiere Elements de juiste hoofdframeafstand op basis van het exportindeling en de framesnelheid.

Audio

Instellingen audio-indeling

Formaten zoals H.264 en MPEG2-DVD ondersteunen meerdere audio-indelingen.Voor deze indelingen wordt een menu weergegeven waarmee u kunt exporteren naar andere audio-indelingen.

Basis-audio-instellingen

Hiermee geeft u de codec voor audiocompressie op. Bepaalde bestandstypen en opnamekaarten ondersteunen alleen niet-gecomprimeerde audio, die de hoogste kwaliteit biedt maar meer schijfruimte inneemt. Sommige indelingen bieden slechts één codec, terwijl u met andere indelingen kunt kiezen uit een lijst met meerdere codecs.

De frequentie waarmee audio wordt omgezet in discrete digitale waarden, wordt gemeten in Hertz (Hz). Audio die met een hogere samplefrequentie is opgenomen, levert een betere kwaliteit op, maar vereist grotere bestandsgrootten. Voor de beste resultaten moet u audio met dezelfde samplefrequentie exporteren waarmee deze is opgenomen. Als u exporteert met een hogere samplefrequentie, verbetert u de kwaliteit niet en is resampling vereist, waardoor de exporttijden kunnen toenemen.

Hiermee bepaalt u het aantal audiokanalen in het geëxporteerde bestand. Als u minder kanalen kiest dan in de mixtrack van uw reeks of mediabestand, wordt de audio in Premiere Elements gedownmixt. De algemene kanaalinstellingen omvatten Mono (een kanaal), Stereo (twee kanalen) en 5.1 (zeskanaals surroundgeluid).

Downmixing werkt alleen voor specifieke kanaliseringscombinaties, zoals 5.1 naar stereo of stereo naar mono. Het werkt niet voor N-Channel naar stereo of mono.

Instellingen voor bitsnelheid

De Bitsnelheid [kbps] is de bitsnelheid van de uitvoer van de audio. Over het algemeen leiden hogere bitsnelheden tot grotere bestanden van betere kwaliteit.

Multiplexer

Indelingen zoals H.264 en MPEG bevatten een Multiplexer-sectie waarmee u bepaalt hoe video- en audiogegevens worden samengevoegd in één stream (ook wel 'muxen' genoemd). Wanneer Multiplexing is ingesteld op Geen, worden video- en audiostreams als afzonderlijke bestanden geëxporteerd.

Zie de relevante MPEG-specificaties voor MPEG-4 (ISO/IEC 14496) en MPEG-2 (ISO/IEC 13818) en de website van Wikipedia voor meer informatie over MPEG-opties.

De instelling waarmee video- en audiostreams worden gemultiplext. De keuzes variëren afhankelijk van de gekozen indeling. Met sommige MPEG2-indelingen kunt u ook bitsnelheid, pakketgrootte en buffergrootte aanpassen.

Hiermee geeft u het type apparaat op waarop de media wordt afgespeeld (alleen H.264-indeling). Standaard is de standaardinstelling.

Deze opties bepalen hoe XMP-metadata wordt opgeslagen met het geëxporteerde bestand.

 

Algemeen

Wanneer deze optie is ingeschakeld, exporteert Premiere Elements met behulp van de voorbeeldbestanden die al zijn gegenereerd voor uw Premiere-reeks in plaats van nieuwe media te renderen. Deze optie kan exporttijden versnellen, maar kan de kwaliteit beïnvloeden afhankelijk van de gekozen voorvertoningsindeling.

Krijg sneller en gemakkelijker hulp

Nieuwe gebruiker?