Getal
Zorg dat u bekend bent met de installatieworkflow, de architectuur, de gegevensstroom, de telefonieadapters en de Edge-servers voordat u Adobe Connect installeert.
Technisch overzicht Adobe Connect
Een Adobe Connect-installatie bestaat uit verschillende onderdelen afhankelijk van wat de gebruiker heeft geselecteerd op het installatiescherm: Adobe Connect Central Application Server, Adobe AEM, Adobe Media Server, Adobe Connect, Adobe Media Gateway (Universal Voice), een database, Adobe Connect Telephony Service en telefonieadapters voor audioconferenties.
Adobe Connect Central Application Server is gebouwd op een J2EE-webtoepassing die wordt uitgevoerd op de Tomcat-servletengine. Deze component, ook wel de toepassingsserver genoemd, wordt gebruikt voor het beheer van gebruikers, groepen, on-demand-inhoud en clientsessies. Tot de taken van de toepassingsserver behoren toegangsbeheer, beveiliging, quota en licenties, evenals controle- en beheerfuncties zoals clustering, overname bij storing en replicatie. De server transcodeert bovendien media, waaronder het converteren van Microsoft PowerPoint en audio. De toepassingsserver verwerkt vergaderingsaanvragen en verzoeken tot overdracht van inhoud (dia's, HTTP-pagina's, SWF-bestanden en bestanden in de pod voor gedeelde bestanden) via een HTTP- of HTTPS-verbinding.
Bepaalde componenten van Flash Media Server (AMS), ook wel de vergaderingsserver genoemd, worden geïnstalleerd als onderdeel van Adobe Connect en verwerkt in realtime audio- en videostreaming, gegevenssynchronisatie en interactieve multimedia-inhoud, waaronder Adobe Connect-vergaderinteracties. Tot de taken van Adobe Media Server behoren het opnemen en afspelen van vergaderingen, de timing van de synchronisatie van audio en video, en de transcodering (dit is het omzetten en comprimeren van gegevens voor schermdeling en interactie in realtime). Adobe Media Server verlaagt eveneens de serverbelasting en wachttijden door veel gebruikte webpagina's, streams en gedeelde inhoud in een cache op te nemen. Adobe Media Server streamt audio, video en daarbij behorende vergaderingsgegevens via het geavanceerde Real‑Time Messaging Protocol (RTMP of RTMPS) van Adobe.
Adobe Media Gateway integreert Adobe Connect met uw SIP/RTP-infrastructuur. Adobe Media Gateway ontvangt audiogegevens van een SIP-server en verzendt deze naar de vergaderruimten van Adobe Connect. Adobe Media Gateway streamt video en audio van apparaten voor videoconferenties naar de pod Videotelefonie. Deze oplossing wordt Universal Voice genoemd.
Voor Adobe Connect is een database nodig voor permanente opslag van transactie- en toepassingsspecifieke metagegevens, waaronder gegevens over gebruikers, groepen, inhoud en rapporten. U kunt de ingesloten database-engine (SQL Server 2016 Express Edition) gebruiken die is opgenomen in het installatieprogramma van Adobe Connect, maar u kunt ook een ondersteunde Microsoft SQL Server Enterprise Edition aanschaffen en installeren. Zie Technische specificaties voor Adobe Connect voor informatie over ondersteunde databases.
Adobe Connect ondersteunt verschillende telefonieadapters om audioconferenties mogelijk te maken. Tijdens de installatie kunt u kiezen om een of meer adapters te installeren.
Gegevensstroom
In het onderstaande diagram wordt de gegevensstroom weergegeven tussen een clienttoepassing en Adobe Connect.
De gegevensstroom is mogelijk via een niet-gecodeerde of een gecodeerde verbinding.
Niet-gecodeerde verbinding
Niet-gecodeerde verbindingen worden tot stand gebracht via HTTP en RTMP en volgen het pad dat in de tabel wordt beschreven. De cijfers in de tabel komen overeen met de cijfers in het gegevensstroomdiagram.
|
Beschrijving |
---|---|
1 |
De clientwebbrowser vraagt om een vergaderings- of inhouds-URL via HTTP:80. |
2 |
De webserver reageert en brengt de inhoud over of stuurt de client gegevens voor het tot stand brengen van een verbinding met de vergadering. |
3 |
De client vraagt om een verbinding met de vergadering via RTMP:1935. |
3a |
De client vraagt om een verbinding met de vergadering, maar kan alleen een verbinding tot stand brengen via RTMP:80. |
4 |
Adobe Media Server reageert en opent een permanente verbinding voor het stroomsgewijs verzenden van Adobe Connect-verkeer. |
4a |
Adobe Media Server reageert en opent een getunnelde verbinding voor het stroomsgewijs verzenden van Adobe Connect-verkeer. |
Gecodeerde verbinding
Gecodeerde verbindingen worden tot stand gebracht via HTTPS en RTMPS en volgen het pad dat in de tabel wordt beschreven. De letters in de tabel komen overeen met de letters in het gegevensstroomdiagram.
Letter |
Beschrijving |
---|---|
A |
De clientwebbrowser vraagt om een vergaderings- of inhouds-URL via een veilige verbinding op HTTPS:443. |
B |
De webserver reageert en brengt de inhoud over via een veilige verbinding of stuurt de client gegevens voor het op veilige wijze tot stand brengen van een verbinding met de vergadering. |
C |
De client vraagt om een veilige verbinding met Adobe Media Server via RTMPS:443. |
D |
Adobe Media Server reageert en opent een veilige, permanente verbinding voor het stroomsgewijs verzenden van Adobe Connect-verkeer. |
Telefoniegegevensstroom
In het onderstaande diagram ziet u de gegevensstroom tussen telefonieservices en Adobe Connect.
A. Permanente verbinding. B. Servicebeheer en failover, serviceverbinding en session brokering, en levering van en toegang tot gebruikersgegevens. C. Systeemeigen opdrachten en gebeurtenissen met eigen API's van leveranciers voor conferentiebesturing. D. Opdrachten en gebeurtenissen met RPC-aanroepen. E. Levering. F. Telefonieserviceverzoek. G. Telefonieopdrachten en status. H. HTML-client I. ACTS
Installatieworkflow
In de onderstaande stappen worden het samenstellen, installeren en configureren van een Adobe Connect-systeem beschreven. Bij sommige stappen moet u een beslissing nemen, bij andere een taak uitvoeren. Elke stap bevat verwijzingen naar achtergrondinformatie over de beslissing of taak.
Kies welke database u wilt gebruiken.
Zie Een database selecteren voor meer informatie.
Als u in stap 1 SQL Server hebt geselecteerd, dient u deze component te installeren.
Raadpleeg de documentatie van SQL Server voor meer informatie.
N.B. Sla deze stap over als u de ingesloten database installeert.
(Optioneel) Verzamel en selecteer benodigde informatie voor het installeren van telefonieadapters.
Indien u een of meer geïntegreerde telefonieadapters installeert, verzamel dan de informatie die nodig is voor het installatieprogramma. Zie voor meer informatie Ervoor kiezen om geïntegreerde telefonieadapters te installeren.
Installeer Adobe Connect en de geselecteerde onderdelen.
Tijdens de installatie van Adobe Connect kunt u ook Adobe AEM-auteur- en publicatieservers, de ingesloten database-engine, een of meer telefonieadapters, Adobe Connect Transmuxing Service (ACTS) en Adobe Media Gateway (Universal Voice) installeren. Zie Adobe Connect installeren.
Controleer of Adobe Connect en geselecteerde onderdelen correct zijn geïnstalleerd.
Zie De installatie controleren voor meer informatie.
Implementeer Adobe Connect.
Zie Adobe Connect implementeren voor meer informatie.
(Optioneel) Integreer Adobe Connect met uw infrastructuur.
U kunt Adobe Connect op vele manieren integreren met de bestaande infrastructuur van uw bedrijf. Het is raadzaam om na de configuratie van elk van deze functies te controleren of Adobe Connect goed functioneert.
Integreren met Adobe Omniture
Adobe Connect 9 gebruikt Adobe Omniture-technologie om gedetailleerde analyserapporten van gebeurtenissen te maken. Door de integratie van Adobe SiteCatalyst moeten de aanmeldingsgegevens voor de Adobe Omniture-website worden opgegeven in de Adobe Connect-configuratie. Voor meer informatie neemt u contact op met de ondersteuning van Omniture op http://www.omniture.com/en/contact/support.
Integreren met een SIP-provider
Voor vloeiende audioconferenties integreert u Adobe Connect met de SIP-server van uw organisatie of een externe SIP-provider (ook wel VoIP-provider genoemd). Zie Universal Voice inzetten.
Integreren met een LDAP-directory
Integreer Adobe Connect met de LDAP-directoryserver van uw onderneming om te vermijden dat u meerdere directory's voor gebruikers moet beheren. Zie Integreren met een directoryservice.
Een Secure Sockets Layer configureren
Voer alle Adobe Connect-communicaties nauwgezet uit.
Inhoud opslaan op NAS-/SAN-apparaten
Gebruik netwerkapparaten om de taken voor inhoudsopslag te delen. Zie Gedeelde opslag configureren.
Adobe Connect-desktoptoepassing hosten
Gebruikers kunnen de Adobe Connect-desktoptoepassing via de pagina Downloads gemakkelijk downloaden. Wanneer het beveiligingsbeleid van uw onderneming echter geen externe downloads toestaat, kunt u de toepassing op uw eigen server hosten zonder dat dit nadelige gevolgen heeft voor de gebruikers. Zie Adobe Connect-toepassing hosten.
(Optioneel) Bepaal of u Adobe Connect in een cluster wilt installeren.
Zie Ervoor kiezen Adobe Connect te implementeren in een cluster voor meer informatie.
(Optioneel) Bepaal of u Edge-servers wilt installeren.
Zie Ervoor kiezen Connect Adobe Edge Server te implementeren voor meer informatie.
Ervoor kiezen Adobe Connect te implementeren in een cluster
Hoewel het mogelijk is om alle Adobe Connect-onderdelen, waaronder de database, op één server te installeren, wordt deze systeemconfiguratie aangeraden voor testdoeleinden, niet voor productiedoeleinden.
Een groep met elkaar in verbinding staande servers, die allemaal voor dezelfde taak verantwoordelijk zijn, wordt een cluster genoemd. Bij een Adobe Connect-cluster wordt dezelfde kopie van Adobe Connect op elke server in de cluster geïnstalleerd.
als u Adobe Connect in een cluster installeert, moet u SQL Server gebruiken en op een aparte computer installeren.
Wanneer één host in de cluster uitvalt, kan een andere host in de cluster de taak overnemen en als host fungeren voor dezelfde vergadering. Gebruik hardware of software van derden voor de taakverdeling in de cluster. Hardware voor taakverdeling kan in veel gevallen ook als SSL-versneller worden ingezet.
In de toepassingsbeheerconsole kunt u gedeelde opslag zo configureren dat inhoud wordt opgeslagen op externe apparaten en in een cachegeheugen wordt vastgelegd op de Adobe Connect-server. Voor een nieuwe installatie, kunt u ook NAS configureren.
Betrouwbare netwerksystemen beschikken over redundante componenten. Dit betekent dat, wanneer één component uitvalt, een andere, identieke (redundante) component de taak van de uitgevallen component kan overnemen. Wanneer een component uitvalt en een redundante component de taak overneemt, is sprake van failover, ofwel overname bij storing.
In het ideale geval zou niet alleen Adobe Connect, maar elke component in een systeem redundant moeten zijn. Zo zou u bijvoorbeeld meerdere apparaten voor taakverdeling (zoals BIG-IP van F5 Networks), een cluster met servers die fungeren als host voor Adobe Connect en SQL Server-databases op meerdere externe computers kunnen gebruiken. Stel uw systeem samen met de hoogst mogelijke mate van redundantie en breid uw systeem in de loop van de tijd uit.
A. Een cluster met netwerktaakverdelingssoftware (NLB-software) en twee externe databases B. BIG-IP-hardware voor taakverdeling, cluster en twee externe databases C. Twee BIG-IP-apparaten voor taakverdeling, cluster en twee externe databases
Een database kiezen
Adobe Connect gebruikt een database voor het opslaan van gegevens over gebruikers, inhoud, cursussen, vergaderingen en rapporten. U kunt de ingesloten database-engine gebruiken (die deel uitmaakt van het installatieprogramma) of een ondersteunde SQL-server installeren (die u apart moet aanschaffen).
De ingesloten database-engine in Adobe Connect 9.5 is Microsoft SQL Server 2016 Express Edition.
Ingesloten database
De ingesloten database-engine wordt aanbevolen voor test- en ontwikkelingsdoeleinden. Deze versie gebruikt dezelfde gegevensstructuren als SQL Server 2012 Enterprise Edition, maar is minder krachtig.
Voor de ingesloten database-engine gelden de volgende beperkingen:
Vanwege licentiebeperkingen moet de ingesloten database-engine worden geïnstalleerd op de computer waarop ook Adobe Connect is geïnstalleerd. De computer mag slechts één processor bevatten.
De database mag maximaal 2 GB groot zijn.
De ingesloten database-engine heeft een opdrachtregelinterface in plaats van een grafische gebruikersinterface.
Externe database
Het installatieprogramma voor Adobe Connect bevat en installeert de Microsoft SQL Server 2016 Express Edition. Voor productieomgevingen raadt Adobe echter Microsoft SQL Server 2016 Enterprise Edition aan, aangezien dit een beter schaalbaar databasebeheersysteem is, dat is ontworpen voor veel gelijktijdige gebruikers. SQL Server 2012 Standard Edition biedt bovendien een grafische gebruikersinterface voor het beheren van de database en het opvragen van informatie uit de database.
U kunt SQL Server 2012 Standard Edition installeren op dezelfde computer als Adobe Connect of op een andere computer. Als u SQL Server op een andere computer installeert, dient u de computers te synchroniseren op basis van dezelfde tijdbron.
Installeer SQL Server in de gemengde aanmeldingsmodus zodat u SQL-verificatie kunt gebruiken. Stel de database in op niet-hoofdlettergevoelig.
Gebruik SQL Server wanneer sprake is van de volgende scenario's:
U wilt de database installeren op een computer waarop Adobe Connect niet is geïnstalleerd.
Adobe Connect wordt geïmplementeerd in een cluster.
Adobe Connect wordt geïnstalleerd op computers met meerdere processors en met Hyper-Threading-technologie.
Ervoor kiezen om geïntegreerde telefonieadapters te installeren
Tijdens de installatie van Adobe Connect kunt u een of meer telefonieadapters installeren.
Voor iedere adapter is bepaalde informatie vereist. Indien u deze informatie hebt, kunt u de adapter tijdens de aanvankelijke installatie van Adobe Connect configureren. Indien gewenst, kunt u de adapter installeren zonder hem te configureren. Wanneer u gereed bent om de adapter te configureren, voert u het installatieprogramma opnieuw uit. Zie voor meer informatie Installatie van geïntegreerde telefonieadapters voorbereiden.
Ervoor kiezen om Adobe Connect Edge Server te implementeren
Wanneer u Adobe Connect Edge Server implementeert in uw netwerk, maken clients verbinding met de Edge-server en verbindt de Edge-server met Adobe Connect (ook wel de oorspronkelijke server genoemd). Deze verbindingen worden transparant tot stand gebracht. Voor gebruikers lijkt het alsof ze rechtstreeks verbonden zijn met de oorspronkelijke server waarop de vergadering wordt gehost.
Edge-servers bieden de volgende voordelen:
Kortere wachttijden in het netwerk
Edge-servers slaan on-demand-inhoud (zoals opgenomen vergaderingen en presentaties) op in een cachegeheugen en splitsen live streams, waardoor het verkeer naar de oorspronkelijke server afneemt. Edge-servers plaatsen bronnen op een kortere afstand van clients.
Beveiliging
Edge-servers vormen een extra laag tussen de client-internetverbinding en de oorsprong.
Wanneer uw licentie dit toestaat, kunt u een cluster met Edge-servers installeren en configureren. Het inzetten van Edge-servers in een cluster heeft de volgende voordelen:
Overname bij storing
Wanneer een Edge-server uitvalt, worden clients omgeleid naar een andere Edge-server.
Ondersteuning voor grote evenementen
Wanneer voor een vergadering meer dan 500 gelijktijdige verbindingen nodig zijn, heeft één Edge-server niet voldoende sockets. In een cluster zijn meer verbindingen met dezelfde vergadering mogelijk.
Taakverdeling
Bij meer dan 100 gelijktijdige vergaderingen heeft één Edge-server mogelijk onvoldoende geheugen. Edge-servers kunnen worden opgenomen in een cluster achter een taakverdelingsmechanisme.
Hoe Edge-servers werken
Edge-servers verifiëren gebruikers en autoriseren hun aanvragen voor webservices zoals Adobe Connect Meeting, in plaats van elke aanvraag naar de oorspronkelijke server door te sturen en de bronnen van de server met deze taken te verbruiken. Als de aangevraagde gegevens worden gevonden in het cachegeheugen van de Edge-server, worden de gegevens geretourneerd naar de client die deze heeft aangevraagd zonder dat Adobe Connect wordt aangeroepen.
Worden de aangevraagde gegevens niet gevonden in het cachegeheugen van de Edge-server, dan stuurt de Edge-server de aanvraag van de client door naar de oorspronkelijke server, waar de gebruiker wordt geverifieerd en de aanvraag voor services wordt geautoriseerd. De oorspronkelijke server retourneert de resultaten naar de Edge-server die de aanvraag heeft doorgestuurd, en de Edge-server stuurt de resultaten naar de client die de aanvraag heeft ingediend. De Edge-server slaat deze gegevens ook op in het cachegeheugen, zodat andere geverifieerde gebruikers hier toegang tot hebben.
Voorbeeld van het inzetten van een Edge-server
Hieronder wordt een voorbeeld gegeven van het inzetten van een Edge-server:
Clients in de vestiging in Chicago gebruiken de oorspronkelijke server in een datacenter in Chicago. De Edge-servers in Boston en San Francisco verzamelen aanvragen van lokale clients en sturen deze door naar de oorspronkelijke server. De Edge-servers ontvangen de antwoorden van de oorspronkelijke server in Chicago en sturen deze door naar clients in hun zones.
VMWare-omgevingen maken en optimaliseren
U installeert Adobe Connect op dezelfde manier in VMWare als op een fysieke computer. Zie de documentatie over het uitvoeren van Connect in een virtuele omgeving voor informatie over hardware-, software- en configuratievereisten.
Opties voor audio- en videoconferenties in Adobe Connect
Adobe Connect biedt ondersteuning voor twee manieren om verbinding te maken met audioconferentieproviders: Universal Voice en geïntegreerde telefonieadapters. Beide oplossingen bieden verschillende voordelen. U kunt één oplossing of beide oplossingen configureren voor één audioconferentieprovider. Voor een Adobe Connect-account kunt u zoveel audioconferentieproviders configureren als u wilt.
Met Universal Voice kan Adobe Connect audio verzenden naar en ontvangen van elke audioconferentieprovider. U kunt de audio met uw webconferentie opnemen en de audio streamen naar VoIP-deelnemers.
Gebruik Universal Voice om apparaten voor videotelefonie te integreren die SIP/H.264 ondersteunen. Adobe Connect biedt officieel ondersteuning voor de Tandberg 990MXP- en Edge 95-apparaten voor videoconferenties, maar ook andere Tandberg H.264-apparaten zouden goed moeten werken. Bezoek de website van Tandberg voor meer informatie.
De oplossing Universal Voice gebruikt de component Adobe Media Gateway, die wordt geïnstalleerd met Adobe Connect. Adobe Media Gateway ontvangt audiogegevens van een SIP-server en verzendt deze via RTMP naar Connect. Als u Universal Voice wilt gebruiken, moet u als host voor uw eigen SIP-server fungeren of een account bij een SIP-provider hebben. Zie Universal Voice inzetten voor informatie over het configureren van Adobe Media Gateway.
Als u Universal Voice hebt geïmplementeerd, kunnen accountbeheerders informatie voor audioconferenties configureren met Adobe Connect Central. Zie Audioproviders configureren voor Universal Voice voor meer informatie.
Geïntegreerde telefonieadapters zijn Java-extensies waarmee kan worden gecommuniceerd tussen Adobe Connect en specifieke audioconferentieproviders. Geïntegreerde telefonieadapters bieden verbeterde mogelijkheden voor het beheren van oproepen. Tijdens de installatie van Adobe Connect kunt u een of meer telefonieadapters installeren. Zie voor meer informatie Ervoor kiezen om geïntegreerde telefonieadapters te installeren.
U kunt ook de Adobe Connect Telephony Java API gebruiken om een geïntegreerde telefonieadapter voor een audioconferentieprovider te ontwikkelen.
In de volgende tabel worden de functies van beide oplossingen beschreven:
|
Universal Voice-audioprovider |
Geïntegreerde telefonieadapter |
Audio uitzenden voor VoIP-deelnemers |
Ja |
Nee (tenzij adapter is geconfigureerd voor Universal Voice) |
Verbeterd gespreksbeheer. Bijvoorbeeld dempen en in de wacht plaatsen |
Nee |
Ja |
Audio opnemen met Adobe Connect Meeting |
Ja |
Ja |
Adobe Media Gateway vereist (meegeleverd bij het Adobe Connect-installatieprogramma) |
Ja |
Nee (tenzij adapter is geconfigureerd voor Universal Voice) |