Frames gebruiken

Opmerking:

De gebruikersinterface van Dreamweaver CC en hoger is vereenvoudigd. Daarom zijn sommige opties die in dit artikel worden beschreven, niet beschikbaar in Dreamweaver CC en hoger. Meer informatie vindt u in dit artikel.

De werking van frames en framesets

Een frame is een gebied in een browservenster waarin een HTML-document kan worden weergegeven onafhankelijk van alles wat er in de rest van het browservenster wordt weergegeven. Met frames kunt u een browservenster zodanig in meerdere gebieden verdelen dat er in elk gebied een ander HTML-document kan worden weergegeven. Bij de meest gebruikte techniek wordt er in één frame een document met navigatiefuncties weergegeven, terwijl er in een ander frame een document met inhoud wordt weergegeven.

Een frameset is een HTML-bestand waarin de lay-out en eigenschappen van een set frames wordt gedefinieerd (zoals het aantal frames, de grootte en plaats ervan en de URL van de pagina die aanvankelijk in elk frame verschijnt). Het framesetbestand zelf bevat geen HTML-inhoud die in een browser wordt weergegeven, behalve in de noframes-sectie. Het framesetbestand levert informatie aan de browser over hoe een set frames eruit moet zien en welke documenten hierin moeten worden weergegeven.

Als u een set frames in een browser wilt weergeven, geeft u de URL van het framesetbestand op. De relevante documenten worden dan in de browser geopend voor weergave in de frames. Het framsetbestand voor een site heeft vaak de naam index.html, zodat het standaard wordt weergegeven als een bezoeker geen bestandsnaam opgeeft.

In het volgende voorbeeld wordt een framelay-out met drie frames getoond: één smal frame aan de zijkant dat een navigatiebalk bevat, één frame langs de bovenkant met het logo en de naam van de website en één groot frame waarin de rest van de pagina met de hoofdinhoud is opgenomen. In elk van deze frames wordt een apart HTML-document weergegeven.

Framelay-out

In dit voorbeeld wordt het document in het bovenste frame nooit gewijzigd wanneer een bezoeker door de site navigeert. De nagivatiebalk in het zijframe bevat koppelingen. Als u op een van deze koppelingen klikt, verandert de inhoud van het hoofdvenster, maar blijft de inhoud van het zijframe identiek. In het frame met de hoofdinhoud rechts wordt het document weergegeven dat hoort bij de koppeling waarop de bezoeker in het linkerframe klikt.

Een frame is geen bestand: het document dat momenteel in een frame wordt weergegeven is een integraal onderdeel van het frame, maar het document maakt feitelijk geen deel uit van het systeem. Het frame is een houder dat het document bevat.

Opmerking:

Een “pagina” verwijst naar één HTML-document of naar de volledige inhoud van een browservenster op een bepaald moment, zelfs als er meerdere HTML-documenten tegelijk worden weergegeven. Met de uitdrukking “een pagina waarin frames worden gebruikt” wordt bijvoorbeeld meestal verwezen naar een set frames en documenten die in eerste instantie in die frames worden weergegeven.

Een site die in een browser als één pagina wordt weergegeven en drie frames omvat, bestaat feitelijk uit ten minste vier HTML-documenten: het framesetbestand plus drie documenten met de inhoud die in eerste instantie in de frames wordt weergegeven. Wanneer u in Dreamweaver een pagina met framesets ontwerpt, moet u elk van deze vier bestanden opslaan om de pagina in de browser juist te laten functioneren.

Bepalen of u frames wilt gebruiken

Adobe raadt het gebruik van frames voor de indeling van webpagina's af. Enkele nadelen van het gebruik van frames zijn:

  • Het kan lastig zijn grafische elementen in verschillende frames precies uit te lijnen.

  • Het testen van de navigatiefuncties kan tijdrovend zijn.

  • De URL's van individueel geframede pagina's verschijnen niet in een browser, zodat het voor de bezoeker lastig kan zijn aan een specifieke pagina een bladwijzer toe te kennen (tenzij u een servercode biedt waarmee de bezoeker een geframede versie van een bepaalde pagina kan laden).

Voor een volledige bespreking van de redenen om frames niet te gebruiken, raadpleegt u de uitleg van Gary White op http://apptools.com/rants/framesevil.php.

Als u toch besluit om met frames te werken, is navigatie de meest voorkomende toepassing ervan. Een set frames bevat vaak één frame met een navigatiebalk en een ander frame om de inhoud van de hoofdpagina's weer te geven. Het gebruik van frames op deze wijze heeft een aantal voordelen:

  • De navigatie-elementen hoeven niet voor elke pagina steeds opnieuw in de browser van de bezoeker te worden geladen.

  • Elk frame heeft een eigen schuifbalk (als de inhoud te breed is om in een venster te passen) zodat de bezoeker de frames onafhankelijk kan verschuiven. Als bijvoorbeeld een bezoeker in een frame naar de onderkant van een lange pagina schuift, hoeft de bezoeker niet naar de bovenkant van de lange pagina terug te gaan om de navigatiebalk te gebruiken als deze laatste in een ander frame is ondergebracht.

In veel gevallen kunt u een webpagina zonder frames maken en dezelfde doelen bereiken als met een set frames. Als u bijvoorbeeld een navigatiebalk links op uw pagina wilt weergeven, kunt u uw pagina door een set frames vervangen of een navigatiebalk op elke pagina van uw site opnemen. (In Dreamweaver kunt u eenvoudig meerdere pagina's met dezelfde lay-out maken.) In het volgende voorbeeld ziet u een paginaontwerp waarvan de lay-out frames lijkt te bevatten, terwijl dat niet zo is.

Een lay-out die eruit ziet alsof deze frames bevat

Op slecht ontworpen sites worden frames vaak onnodig gebruikt en komen bijvoorbeeld framesets voor die de inhoud van navigatieframes steeds opnieuw laden wanneer de bezoeker op een navigatieknop klikt. Wanneer frames goed worden gebruikt (bijvoorbeeld om navigatie-elementen statisch in één frame onder te brengen, terwijl de inhoud van een ander frame kan veranderen), kunnen ze voor een site erg nuttig zijn.

Niet alle browsers biedt goede frameondersteuning en frames zijn soms moeilijk te navigeren voor bezoekers met een handicap, dus als u frames gebruikt, moet u altijd een noframes-sectie bieden in uw frameset, voor bezoekers die geen frames kunnen bekijken. U kunt ook een expliciete koppeling van een frameloze versie van de site opnemen.

Geneste framesets

Een frameset binnen een andere frameset wordt aangeduid als een geneste frameset. Eén framesetbestand kan meerdere, geneste framesets bevatten. Op de meeste webpagina's met frames worden feitelijk geneste frames gebruikt, en de meeste van de vooraf gedefinieerde framesets in Dreamweaver bevatten ook geneste frames. Voor elke set frames waarin verschillende aantallen frames in verschillende rijen of kolommen voorkomen, is een geneste frameset vereist.

De meest gebruikte framelay-out bevat bijvoorbeeld één frame in de bovenste rij (waarin het bedrijfslogo verschijnt) en twee frames in de onderste rij (een navigatieframe en een inhoudsframe). Voor deze lay-out is een geneste frameset nodig: een frameset met twee rijen, waarin een frameset met twee kolommen in de tweede rij is genest.

Een geneste frameset

A. Hoofdframeset B. Het menuframe en het inhoudsframe zijn binnen de hoofdframeset genest. 

Dreamweaver voert het nesten van framesets automatisch uit. Als u in Dreamweaver de framesplitsers gebruikt, hoeft u zich niet af te vragen welke frames worden genest en welke niet.

Er zijn twee manieren om framesets in HTML te nesten: de binnenste frameset kan in hetzelfde bestand worden gedefinieerd als de buitenste frameset of in een apart bestand. Voor elke frameset die in Dreamweaver vooraf is gedefinieerd, zijn alle bijbehorende framesets in hetzelfde bestand gedefinieerd.

Beide procedures voor nesten leveren dezelfde visuele resultaten op. Zonder de code te raadplegen is moeilijk te zien welke manier van nesten wordt gebruikt. De meest waarschijnlijke situatie waarin een extern framesetbestand in Dreamweaver nodig is, doet zich voor wanneer u de opdracht Openen in frame gebruikt om een framesetbestand binnen een frame te gebruiken. Dit kan problemen opleveren wanneer u doelen voor koppelingen wilt instellen. Het is meestal het eenvoudigst alle gedefinieerde framesets in één bestand onder te brengen.

Werken met framesets in het documentvenster

U kunt met Dreamweaver in één documentvenster alle documenten weergeven en bewerken die aan een set frames zijn gekoppeld. Dankzij deze aanpak kunt u tijdens het bewerken zien hoe de geframede pagina's ongeveer in een browser worden weergegeven. Sommige aspecten van deze aanpak kunnen verwarrend zijn (totdat u eraan gewend bent). In elk van deze frames wordt een apart HTML-document weergegeven. Zelfs als de documenten leeg zijn, moet u ze alle opslaan voordat u ze vooraf kunt weergeven (omdat de frameset alleen precies kan worden weergegeven als de frameset de URL bevat van het document dat in elk frame moet worden weergegeven).

Volg de volgende algemene stappen om te verzekeren dat uw frameset in alle browsers juist wordt weergegeven:

  1. Maak uw frameset en geef voor elk frame een document voor weergave op.
  2. Sla elk bestand op dat in een frame wordt weergegeven. Denk eraan dat elk frame een apart HTML-document weergeeft en dat u elk document samen met het framsetbestand moet opslaan.
  3. Stel de eigenschappen voor elk frame en voor de frameset in (inclusief een naam voor elk frame en de schuifopties).
  4. Stel de eigenschap Doel in de eigenschappencontrole in voor al uw koppelingen. Dit zorgt ervoor dat de gekoppelde inhoud in het juiste gebied verschijnt.

Frames en framesets maken

U kunt op twee manieren framesets maken in Dreamweaver: u kunt een van de vele vooraf gedefinieerde framesets selecteren of u kunt zelf een frameset ontwerpen.

Als u een vooraf gedefinieerde frameset kiest, worden alle framesets en frames geconfigureerd die vereist zijn om de lay-out te maken. Dit is de eenvoudigste manier om snel een lay-out met frames te maken. U kunt een vooraf gedefinieerde frameset alleen in de ontwerpweergave van het documentvenster invoegen.

U kunt in Dreamweaver ook uw eigen frameset ontwerpen door “splitsers” aan het documentvenster toe te voegen.

Opmerking:

Voordat u een frameset maakt of met eigen frames begint te werken, maakt u de frameranden in de ontwerpweergave van het documentvenster zichtbaar door Weergave > Visuele hulpmiddelen > Frameranden te selecteren.

Een vooraf gedefinieerde frameset maken en een bestaand document in een frame weergeven

  1. Plaats de invoegpositie in een document en voer een van de volgende handelingen uit:
    • Kies Invoegen > HTML > Frames en selecteer een vooraf gedefinieerde frameset.

    • Klik in de categorie Lay-out van het deelvenster Invoegen op de vervolgkeuzepijl van de knop Frames en selecteer een vooraf gedefinieerde frameset.

      De framesetpictogrammen geven op visuele wijze aan hoe elke frameset op het huidige document wordt toegepast. Het blauwe gebied van een framesetpictogram stelt het huidige document voor, terwijl de witte gebieden frames voorstellen waarin andere documenten worden weergegeven.

  2. Als u in Dreamweaver hebt opgegeven dat u waarschuwingen voor toegankelijkheidskenmerken wilt ontvangen, selecteert u een frame in het pop-upmenu, geeft u een naam voor het frame op en klikt u op OK. (Voor bezoekers die schermleesapparaten gebruiken: het schermleesapparaat leest deze naam wanneer het apparaat het frame op een pagina detecteert.)
    Opmerking:

    Als u op OK klikt zonder een nieuwe naam op te geven, wordt er door Dreamweaver aan het frame een naam gegeven die met de positie van het frame (linkerframe, rechterframe enzovoort) in de frameset overeenkomt.

    Opmerking:

    Als u op Annuleren klikt, verschijnt de frameset in het document, maar worden er door Dreamweaver geen toegankelijkheidstags of -kenmerken aan gekoppeld.

    Opmerking:

    Selecteer Venster > Frames om een diagram weer te geven van de frames waaraan u een naam geeft.

Een lege, vooraf gedefinieerde frameset maken

  1. Selecteer Bestand > Nieuw.
  2. Selecteer in het dialoogvenster Nieuw document de categorie Pagina uit voorbeeld.
  3. Selecteer de map Frameset in de kolom Voorbeeldmap.
  4. Selecteer een frameset in de kolom Voorbeeldpagina en klik op Maken.
  5. Als u de kenmerken voor frametoegankelijkheid in Voorkeuren hebt geactiveerd, verschijnt het dialoogvenster Toegankelijkheidskenmerken van de frametag. Vul het dialoogvenster voor elk frame in en klik op OK.
    Opmerking:

    Als u op Annuleren klikt, verschijnt de frameset in het document, maar worden er door Dreamweaver geen toegankelijkheidstags of -kenmerken aan gekoppeld.

Een frameset maken

  1. Selecteer Wijzigen > Frameset. Selecteer vervolgens in het vervolgmenu een splitsopdracht (zoals Frame links splitsen of Frame rechts splitsen).

    Het venster wordt door Dreamweaver in frames gesplitst. Als u een bestaand document had geopend, verschijnt het in een van de frames.

Een frame in kleinere frames splitsen

  • Als u het frame op de plaats van de invoegpositie wilt splitsen, selecteert u een splitsopdracht in het vervolgmenu Wijzigen > Frameset.
    • Als u een frame of set frames verticaal of horizontaal wilt splitsen, sleept u een framerand vanaf de rand naar het midden van de ontwerpweergave.

    • Als u een frame wilt splitsen met een framerand die zich niet bij de rand van de ontwerpweergave bevindt, houdt u de Alt-toets (Windows) of Option-toets (Macintosh) ingedrukt en versleept u een framerand.

    • Als u een frame in vier frames wilt verdelen, sleept u een framerand uit een van de hoeken van de ontwerpweergave naar het midden van een frame.

Opmerking:

Als u drie frames wilt maken, begint u met twee frames. Splits vervolgens een van deze frames. Omdat het niet eenvoudig is twee aangrenzende frames samen te voegen zonder de framesetcode te bewerken, is het veranderen van vier frames in drie frames moeilijker dan het veranderen van twee frames in drie frames.

Een frame verwijderen

  1. Sleep een framerand van de pagina af, of sleep de framerand naar een rand van het bovenliggende frame.

    Als de inhoud van een document in het te verwijderen frame niet is opgeslagen, wordt u in Dreamweaver gevraagd het document op te slaan.

    Opmerking:

    U kunt een frameset niet geheel verwijderen door randen te verslepen. Als u een frameset wilt verwijderen, sluit u het documentvenster waarin de frameset wordt weergegeven. Als het framesetbestand is opgeslagen, verwijdert u het bestand.

Een frame vergroten/verkleinen

  • Als u framegroottes bij benadering wilt instellen, versleept u de frameranden in de ontwerpweergave van het documentvenster.
  • Als u de groottes precies wilt instellen en wilt opgeven hoe veel ruimte in de browser aan een rij of kolom met frames wordt toegewezen wanneer frames in het browservenster niet op volledige grootte kunnen worden weergegeven, gebruikt u de eigenschappencontrole.

Frames en framesets selecteren

Als u de eigenschappen van een frame of frameset wilt wijzigen, selecteert u eerst de frame of frameset die u wilt wijzigen. U kunt een frame of frameset in het documentvenster of met het deelvenster Frames selecteren.

In het deelvenster Frames worden de frames in een frameset grafisch voorgesteld. De hiërarchie van de frameset wordt weergegeven op een manier die in het documentvenster niet altijd duidelijk is. In het deelvenster Frames wordt elke frameset met een erg dikke rand omringd. Elk frame is omringd met een dunne, grijze lijn en wordt met een framenaam aangeduid.

Het deelvenster Frames

Wanneer een frame in het ontwerpvenster van het documentvenster is geselecteerd, worden de randen van het frame door een stippellijn omgeven. Wanneer een frameset is geselecteerd, worden alle randen van de frames binnen de frameset omgeven door een licht gekleurde stippellijn.

Opmerking:

Het plaatsen van de invoegpositie in een document dat in een frame wordt weergegeven, is niet hetzelfde als het selecteren van een frame. Er zijn diverse bewerkingen (zoals het instellen van frame-eigenschappen) waarvoor u een frame moet selecteren.

Een frame of frameset in het deelvenster Frames selecteren

  1. Selecteer Venster > Frames.
  2. In het deelvenster Frames:
    • Klik op een frame om het te selecteren. (Er verschijnt een selectieomtrek rond het frame in het deelvenster Frames en in de ontwerpweergave van het documentvenster.)

    • Klik op de rand rond een frameset om de frameset te selecteren.

Een frame of frameset in het documentvenster selecteren

  • Als u een frame wilt selecteren, houdt u Shift+Alt (Windows) of Shift -Option (Macintosh) ingedrukt en klikt u binnen een frame in de ontwerpweergave.
  • Als u een frameset wilt selecteren, klikt u in de ontwerpweergave op een van de interne frameranden van de frameset. (De frameranden moeten hiervoor zichtbaar zijn. Als dat niet zo is, klikt u op Weergave > Visuele hulpmiddelen > Frameranden om de frameranden zichtbaar te maken.)
Opmerking:

Het is meestal eenvoudiger framesets te selecteren in het deelvenster Frames dan in het documentvenster. Zie de voorgaande onderwerpen voor meer informatie.

Een andere frame of frameset selecteren

  • Als u de vorige of volgende frameset op hetzelfde hiërarchische niveau als de huidige selectie wilt selecteren, drukt u op Alt+Linkerpijl of Alt+Rechterpijl (Windows) of Command+Linkerpijl of Command+Rechterpijl (Macintosh). U kunt met deze toetsen door de frames en framesets bladeren in de volgorde waarin ze in het framesetbestand zijn gedefinieerd.
  • Als u de bovenliggende frameset wilt selecteren (de frameset die de huidige selectie bevat), drukt u op Alt+Pijl-omhoog (Windows) of Command+Pijl-omhoog (Macintosh).
  • Als u het eerste onderliggende frame of de eerste onderliggende frameset van de momenteel geselecteerde frameset (dat wil zeggen de eerste in de volgorde waarin ze in het framesetbestand zijn geselecteerd) wilt selecteren, drukt u op Alt+Pijl-omlaag (Windows) of Command+Pijl-omlaag (Macintosh).

Een document in een frame openen

U kunt de eerste inhoud van een frame weergeven door nieuwe inhoud in een leeg document in een frame in te voegen, of door een bestaand document in een frame te openen.

  1. Plaats de invoegpositie in een frame.
  2. Selecteer Bestand > Openen in frame.
  3. Selecteer het document dat u in het frame wilt openen, en klik op OK (Windows) of Kies (Macintosh).
  4. (Optioneel) Als u dit document standaard in het frame wilt weergeven telkens wanneer de frameset in een browser wordt geopend, slaat u de frameset op.

Frame- en framesetbestanden opslaan

Voordat u een voorbeeld van een frameset in een browser kunt weergeven, moet u het framesetbestand en alle documenten die in de frames worden weergegeven opslaan. U kunt elk framesetbestand en geframed document apart opslaan. U kunt ook het framesetbestand en alle documenten die in frames worden weergegeven in een keer opslaan.

Opmerking:

Wanneer u een set frames met de visuele functies in Dreamweaver maakt, krijgt elk nieuw document dat in een frame verschijnt, een standaardbestandsnaam. Bijvoorbeeld het eerste framesetbestand krijgt de naam UntitledFrameset‑1, terwijl het eerste document in een frame de naam UntitledFrame‑1 krijgt.

Een framesetbestand opslaan

  1. Selecteer de frameset in het deelvenster Frames of het documentvenster.
    • Als u het framesetbestand wilt opslaan, selecteert u Bestand > Frameset opslaan.

    • Als u het framesetbestand als een nieuw bestand wilt opslaan, selecteert u Bestand > Frameset opslaan als.

    Opmerking:

    Als het framesetbestand niet eerder is opgeslagen, hebben deze opdrachten dezelfde uitwerking.

Een document opslaan dat in een frame wordt weergegeven

  1. Klik in het frame en selecteer vervolgens Bestand > Frame opslaan of Bestand > Frame opslaan als.

Alle bestanden opslaan die aan een set frames zijn gekoppeld

  1. Selecteer Bestand > Alle frames opslaan.

    Hiermee worden alle open documenten in de frameset opgeslagen, met inbegrip van het framesetbestand en alle geframede documenten. Als het framesetbestand nog niet is opgeslagen, is er in de ontwerpweergave een dikke rand zichtbaar rond de frameset (of het niet-opgeslagen frame) en kunt u een bestandsnaam selecteren.

    Opmerking:

    Als u een document met Bestand > Openen in frame hebt geopend in een frame en u slaat de frameset op, wordt het in het frame geopende document het standaarddocument voor weergave in het desbetreffende frame. Als u dat document niet tot het standaarddocument wilt maken, slaat u het framesetbestand niet op.

Eigenschappen en kenmerken van frames weergeven en instellen

U kunt met de eigenschappencontrole de meeste frame-eigenschappen (inclusief randen, marges en de weergave van schuifbalken in frames) weergeven en instellen. Als u een frame-eigenschap instelt, heeft die instelling voorrang boven de instelling voor de desbetreffende eigenschap in een frameset.

U wilt de toegankelijkheid mogelijk ook verbeteren door bepaalde framekenmerken in te stellen, zoals het titelkenmerk (wat iets anders is als het naamkenmerk), om de toegankelijkheid te verbeteren. U kunt de auteursoptie voor de toegankelijkheid van frames inschakelen om kenmerken in te stellen wanneer u frames maakt, of u kunt kenmerken instellen nadat u een frame hebt ingevoegd. Als u de toegangskenmerken van een frame wilt bewerken, gebruikt u de Tagcontrole om de HTML-code direct te bewerken.

Frame-eigenschappen weergeven of instellen

  1. Voer een van de volgende handelingen uit om een frame te selecteren:
    • Houd de Alt-toets (Windows) of de Option-Shift-toetsen (Macintosh) ingedrukt en klik in een frame in de ontwerpweergave van het documentvenster.

    • Klik in een frame in het deelvenster Frames (Venster > Frames).

  2. Klik in de eigenschappencontrole (Venster > Eigenschappen) op de uitbreidingspijl in de rechterbenedenhoek om alle frame-eigenschappen weer te geven.
  3. Stel de opties van de eigenschappencontrole voor frames in.

    Framenaam

    Hier kunt u de naam opgeven die wordt gebruikt in het target-kenmerk van een koppeling of door een script om naar het frame te verwijzen. Een framenaam moet uit één woord bestaan. Onderstrepingstekens (_) zijn toegestaan, maar koppeltekens (-), punten (.) en spaties mogen niet worden gebruikt. Een framenaam moet met een letter beginnen (niet met een cijfer). Framenamen zijn hoofdlettergevoelig. Gebruik als framenaam geen termen die in JavaScript functioneren als gereserveerde woorden (zoals top of navigator).

    Opmerking:

    Als u met een koppeling de inhoud van een ander frame wilt wijzigen, moet u een naam aan het doelframe geven. Geef elk frame dat u maakt, onmiddellijk een naam om later eenvoudiger koppelingen tussen de frames te kunnen aanbrengen.

    Bron

    Hier kunt u het brondocument opgeven dat u in het frame wilt weergeven. Klik op het mappictogram om naar een bestand te bladeren en dit te selecteren.

    Schuiven

    Hiermee kunt u opgeven of u een schuifbalk in het frame wilt weergeven. Als u deze optie instelt op Standaard, wordt er geen waarde voor het bijbehorende kenmerk ingesteld, zodat in elke browser de eigen standaardwaarde kan worden gebruikt. In de meeste browsers is Automatisch de standaardinstelling. Dit betekent dat er alleen schuifbalken worden weergegeven wanneer er in een browservenster niet genoeg ruimte beschikbaar is om de volledige inhoud van het huidige frame weer te geven.

    Formaat niet wijzigen

    Hiermee voorkomt u dat bezoekers de frameranden kunnen verslepen om het frame in een browser groter of kleiner te maken.

    Opmerking:

    U kunt in Dreamweaver frames altijd groter of kleiner maken. Deze optie is alleen van toepassing voor bezoekers die de frames in een browser weergeven.

    Randen

    Hiermee kunt u de randen van het huidige frame weergeven of verbergen wanneer het frame in een browser wordt getoond. Als u de optie Randen voor een frame instelt, worden de randinstellingen van de frameset hierdoor vervangen.

    De instellingen voor randen zijn Ja (randen weergeven), Nee (randen verbergen) en Standaard. In de meeste browsers worden randen standaard weergegeven (tenzij de optie Randen voor de bovenliggende frameset is ingesteld op Nee). Een rand wordt alleen verborgen wanneer de eigenschap Randen is ingesteld op Nee voor alle frames die de rand delen, of wanneer de eigenschap Randen van de bovenliggende frameset is ingesteld op Nee en de eigenschap Randen is ingesteld op Standaard voor de frames die de rand delen.

    Randkleur

    Hier kunt u de randkleur voor alle randen van het frame instellen. Deze kleur is van toepassing op alle frames die het frame raken en vervangt de opgegeven randkleur van de frameset.

    Breedte marge

    Hier kunt u de breedte in pixels van de linker- en rechtermarge instellen (de ruimte tussen de frameranden en de inhoud).

    Hoogte marge

    Hier kunt u de hoogte in pixels van de boven- en ondermarge instellen (de ruimte tussen de frameranden en de inhoud).

    Opmerking:

    Het instellen van de margebreedte en -hoogte voor een frame is niet hetzelfde als het instellen van marges in het dialoogvenster Wijzigen > Pagina-eigenschappen.

    Opmerking:

    Als u de achtergrondkleur van een frame wilt wijzigen, stelt u de achtergrondkleur van het document in het frame in pagina-eigenschappen in.

De toegankelijkheidswaarden voor een frame instellen

  1. Selecteer in het deelvenster Frames (Venster > Frames) een frame door de invoegpositie in een van de frames te plaatsen.
  2. Selecteer Wijzigen > Tag <frameset> bewerken.
  3. Selecteer Stijlpagina/Toegankelijkheid in de categorieënlijst links, geef de gewenste waarden op en klik op OK.

De toegankelijkheidswaarden voor een frame bewerken

  1. Ga naar de codeweergave of de code- en ontwerpweergaven voor uw document als u zich momenteel in de ontwerpweergave bevindt.
  2. Selecteer in het deelvenster Frames (Venster > Frames) een frame door de invoegpositie in een van de frames te plaatsen. Dreamweaver markeert de frametag in de code.
  3. Klik met de rechtermuisknop in de code (Windows), of houd de Command-toets ingedrukt en klik in de code. Selecteer vervolgens Tag bewerken.
  4. Maak de gewenste wijzigingen in de Tagcontrole en klik op OK.

De achtergrondkleur van een document in een frame wijzigen

  1. Plaats de invoegpositie in het frame.
  2. Selecteer Wijzigen > Pagina-eigenschappen.
  3. Klik in het dialoogvenster Pagina-eigenschappen op het menu Achtergrondkleur en selecteer een kleur.

Frameseteigenschappen weergeven en instellen

U kunt met de eigenschappencontrole de meeste frameseteigenschappen (inclusief framesettitel, randen, marges en framegrootten) weergeven en instellen.

Een titel voor een framesetdocument instellen

  1. Voer een van de volgende handelingen uit om een frameset te selecteren:
    • Klik in de ontwerpweergave van het documentvenster op een rand tussen twee frames in de frameset.

    • Klik in het deelvenster Frames (Venster > Frames) op de rand die een frameset omgeeft.

  2. Typ in het vak titel van de documentwerkbalk een naam voor het framesetdocument.

    Wanneer een bezoeker de frameset in een browser weergeeft, verschijnt de titel in de titelbalk van de browser.

Frameseteigenschappen weergeven of instellen

  1. Voer een van de volgende handelingen uit om een frameset te selecteren:
    • Klik in de ontwerpweergave van het documentvenster op een rand tussen twee frames in de frameset.

    • Klik in het deelvenster Frames (Venster > Frames) op de rand die een frameset omgeeft.

  2. Klik in de eigenschappencontrole (Venster > Eigenschappen) op de uitbreidingspijl in de rechterbenedenhoek en stel de framesetopties in.

    Randen

    Hiermee bepaalt u of er randen rond frames verschijnen wanneer het document in een browser wordt weergegeven. Als u randen wilt weergeven, klikt u op Ja. Als u dat niet wilt, selecteert u Nee. Als u de browser wilt later bepalen of er randen worden weergegeven, selecteert u Standaard.

    Randbreedte

    Hier kunt u de breedte van alle randen in de tabel opgeven.

    Randkleur

    Hier kunt u een kleur voor de randen instellen. Kies een kleur met de kleurkiezer of typ de hexadecimale waarde van een kleur.

    RowCol Selectie

    Hier kunt u de framegrootten voor de rijen en kolommen van de geselecteerde frameset instellen. Klik op een tab aan de linker- of bovenkant van het gebied RowCol Selectie. Geef vervolgens een hoogte of breedte op in het tekstvak Waarde.

    RowCol Selectie

  3. Als u wilt opgeven hoe veel ruimte de browser aan elk frame moet toewijzen, geeft u de volgende opties in het menu Eenheden op:

    Pixels

    Hiermee stelt u de grootte van de geselecteerde kolom of rij in op een absolute waarde. Kies deze opties voor een frame dat altijd even groot moet zijn (bijvoorbeeld een navigatiebalk). Aan frames met grootten die in pixels zijn opgegeven, wordt ruimte toegewezen voordat dit gebeurt voor frames met grootten die zijn opgegeven als percentages of relatief. De gebruikelijkste aanpak is om een frame aan de linkerkant op een vaste pixelbreedte in te stellen en een frame aan de rechterkant op een relatieve breedte. Hierdoor kan het rechterframe na toewijzing van de pixelbreedte zodanig worden uitgerekt dat het alle resterende ruimte opvult.

    Opmerking:

    Als al uw breedten in pixels zijn opgegeven en een bezoeker bekijkt de frameset in een browser die te breed of te smal is voor de breedte die u hebt opgegeven, worden de frames naar verhouding groter of kleiner gemaakt om de beschikbare ruimte op te vullen. Hetzelfde geldt voor hoogten die in pixels zijn opgegeven. Het is daarom raadzaam ten minste één breedte en hoogte als relatief op te geven.

    Procent

    Hier kunt u opgeven dat de hoogte of breedte van de geselecteerde kolom of rij een percentage van de totale hoogte of breedte van de bijbehorende frameset moet zijn. Aan frames met eenheden in percentages wordt ruimte toegewezen nadat dit gebeurd is voor frames met eenheden in pixels, maar voor frames met eenheden die op relatief zijn ingesteld.

    Relatief

    Hiermee kunt u opgeven dat aan de geselecteerde rij of kolom de ruimte moet worden toegewezen die overblijft nadat ruimte aan frames in pixels en percentages is toegewezen, en dat de resterende ruimte verhoudingsgewijs moet worden verdeeld tussen de frames met grootten die op relatief zijn ingesteld.

    Opmerking:

    Wanneer u in het menu Eenheden de optie Relatief selecteert, verdwijnt elk getal dat u in het veld Waarde hebt opgegeven. Als u een getal wilt opgeven, moet u het opnieuw invoeren. Als er echter niet meer dan één rij of kolom op Relatief is ingesteld, hoeft u geen getal in te voeren omdat aan de desbetreffende rij of kolom alle ruimte wordt toegewezen die overblijft nadat er ruimte aan alle andere rijen en kolommen is toegewezen. Als u zeker wilt dat de grootten volledig compatibel met alle browsers zijn, geeft u 1 op in het veld Waarde. Dat is hetzelfde als geen waarde invullen.

Als u met een koppeling in het ene frame een document in een ander frame wilt openen, moet u een doel voor de koppeling instellen. Het kenmerk target van een koppeling geeft het frame of venster aan waarin de gekoppelde inhoud wordt geopend.

Als uw navigatiebalk zich bijvoorbeeld in het linkerframe bevindt en u het gekoppelde materiaal in het frame met de hoofdinhoud wilt weergeven, moet u de naam van het frame met de hoofdinhoud opgeven als het doel voor elk van de navigatiebalkkoppelingen. Wanneer een bezoeker op een navigatiekoppeling klikt, wordt de opgegeven inhoud in het hoofdframe geopend.

  1. Selecteer in de ontwerpweergave tekst of een voorwerp.
  2. Voer een van de volgende handelingen uit in het vak Koppelingen van de eigenschappencontrole (Venster > Eigenschappen):
    • Klik op het mappictogram en selecteer het bestand dat u wilt koppelen.

    • Sleep het pictogram Wijzen naar bestand naar het deelvenster Bestanden en selecteer het bestand dat u wilt koppelen.

  3. Selecteer in het menu Doel van de eigenschappencontrole het frame of venster waarin het gekoppelde document moet verschijnen:
    • Met _blank wordt het gekoppelde document in een nieuw browservenster geopend en blijft het huidige venster ongewijzigd.

    • Met _parent wordt het gekoppelde document geopend in de bovenliggende frameset van het frame waarin de koppeling is opgenomen en wordt de volledige frameset vervangen.

    • Met _self wordt de koppeling in het huidige frame geopend en wordt de inhoud in dat frame vervangen.

    • Met _top wordt het gekoppelde document in het huidige browservenster geopend en worden alle frames vervangen.

      Framenamen worden ook in dit menu weergegeven. Selecteer een frame met een naam om het gekoppelde document in dat frame te openen.

    Opmerking:

    Framenamen worden alleen weergegeven wanneer u een document binnen een frameset bewerkt. Wanneer u een document in zijn eigen documentvenster bewerkt, verschijnen er geen framenamen in het pop-upmenu Doel. Als u een document buiten de frameset bewerkt, kunt u de naam van het doelframe in het tekstvak Doel typen.

    Opmerking:

    Als u koppelt naar een pagina buiten uw site, moet u altijd target="_top" of target="_blank" gebruiken om te voorkomen dat het lijkt alsof de pagina deel uitmaakt van uw site.

Inhoud opgeven voor browsers zonder frameondersteuning

U kunt in Dreamweaver inhoud opgeven voor weergave in een op tekst gebaseerde browser en in oudere grafische browsers zonder frameondersteuning. Deze inhoud wordt opgeslagen in het framesetbestand en afgebakend met een noframes-tag. Wanneer het framesetbestand in een browser zonder frameondersteuning wordt geladen, wordt in de browser alleen de inhoud weergegeven die is afgebakend met de noframes-tag.

Opmerking:

Inhoud in het noframes-gebied moet uit meer bestaan dan alleen de opmerking “U moet een upgrade uitvoeren naar een browser die frames ondersteunt”. Sommige sitebezoekers gebruiken systemen waarmee ze geen frames kunnen bekijken.

  1. Selecteer Wijzigen > Frameset > Inhoud zonder frames bewerken.

    Dreamweaver wist de inhoud van de ontwerpweergave en de woorden “Inhoud zonder frames” worden bovenaan in de ontwerpweergave afgebeeld.

  2. Voer een van de volgende handelingen uit:
    • Typ de inhoud (of voeg deze in) in het documentvenster op dezelfde manier als voor een gewoon document.

    • Selecteer Venster > Codecontrole, plaats de invoegpositie tussen de body-tags die in de noframes-tags worden weergegeven en typ de HTML-code voor de inhoud.

  3. Selecteer nogmaals Wijzigen > Frameset > Inhoud zonder frames bewerken om naar de normale weergave van het framesetdocument terug te gaan.

JavaScript-gedrag met frames gebruiken

Er zijn verschillende opdrachten voor JavaScript-gedrag en navigatie die erg handig voor gebruik met frames zijn:

Tekst van frame instellen

Hiermee vervangt u de inhoud en opmaak van een bepaald frame door de inhoud die u opgeeft. De inhoud kan uit iedere geldige HTML-code bestaan. Gebruik deze actie om informatie dynamisch in een frame weer te geven.

Ga naar URL

Hiermee opent u een nieuwe pagina in het huidige venster of in het opgegeven frame. Deze actie is vooral handig om de inhoud van twee of meer frames met één muisklik te wijzigen.

Snelmenu invoegen

Hiermee stelt u een menulijst met koppelingen in waarmee bestanden in een browservenster worden geopend wanneer er op de koppelingen wordt geklikt. U kunt ook een bepaald venster of frame opgeven om het document daarin te openen.

Zie JavaScript-gedrag toevoegen voor meer informatie.

Krijg sneller en gemakkelijker hulp

Nieuwe gebruiker?