Uitsnijden

Leer hoe u met de tool Uitsnijden in Photoshop Elements kunt werken.

Een afbeelding uitsnijden

Met de tool Uitsnijden verwijdert u het gedeelte van een afbeelding rond de selectie. U kunt de afbeelding uitsnijden om afleidende achtergrondelementen te verwijderen en de focus op het gewenste onderwerp in uw afbeelding te leggen. Als u een afbeelding uitsnijdt, blijft de resolutie standaard dezelfde als die van de originele afbeelding.

Een afbeelding uitsnijden om de afleidende achtergrond gedeeltelijk te verwijderen.

  1. Selecteer de tool Uitsnijden .

  2. U kunt een van de volgende opties uit de vervolgkeuzelijst links van het deelvenster Toolopties kiezen om een uitsnijdverhouding te kiezen die afwijkt van die van de originele foto, of gepersonaliseerde waarden invoeren in de velden Breedte en Hoogte in de optiebalk:

    Geen beperking

    Hiermee kunt u elke gewenste afmeting voor de afbeelding instellen.

    Fotoverhoudingen gebruiken

    Kies deze optie om de oorspronkelijke beeldverhouding van de foto weer te geven tijdens het uitsnijden. In de velden Breedte en Hoogte staan de waarden die worden gebruikt voor de uitgesneden afbeelding. Gebruik het veld Resolutie om de afbeeldingsresolutie te wijzigen.

    Opmerking:

    Wanneer u de waarden invoert voor de Breedte en Hoogte van de tool Uitsnijden, wordt in de vervolgkeuzelijst Aangepast als geselecteerd optie getoond.

  3. Sleep over het deel van de afbeelding dat u wilt behouden. Wanneer u de muisknop loslaat, verschijnt er een uitsnijdkader met grepen aan de hoeken en zijkanten.

  4. (Optioneel) Voer een van de volgende handelingen uit om het uitsnijdkader aan te passen:
    • Kies waarden in de vervolgkeuzelijst links in het deelvenster Toolopties om de verhouding te wijzigen.
    • Als u het selectiekader wilt verplaatsen, plaatst u de aanwijzer in het kader, klikt u en begint u te slepen. U kunt het selectiekader ook verplaatsen met de pijltoetsen.
    • Als u het formaat van het selectiekader wilt aanpassen, sleept u een greep. Als u Geen beperking kiest in de vervolgkeuzelijst, kunt u de verhoudingen tijdens het schalen behouden door Shift ingedrukt te houden wanneer u een hoekgreep sleept.
    • Als u de waarden voor Breedte en Hoogte wilt omwisselen, klikt u op het pictogram Wisselen  op de optiebalk.
    • Als u het selectiekader wilt roteren, plaatst u de aanwijzer buiten het selectiekader (de aanwijzer verandert in een gekromde pijl ) en sleept u. (U kunt het selectiekader van de tool Uitsnijden niet roteren in afbeeldingen in de bitmapmodus.)

      Opmerking: U kunt de kleur en dekking van het uitsnijdschild (het uitgesneden gebied rond de afbeelding) wijzigen door de voorkeuren voor de tool Uitsnijden aan te passen. Kies Bewerken > Voorkeuren > Weergave & cursors en geef een nieuwe waarde op voor Schildkleur en dekking in het gedeelte Uitsnijden van het dialoogvenster Voorkeuren. Schakel Schild gebruiken uit als u geen gekleurd schild wilt weergeven tijdens het uitsnijden.

  5. Selecteer de groene knop Vastleggen  in de rechterbenedenhoek van het selectiekader of dubbelklik op het omsluitend kader om het uitsnijden te voltooien. Selecteer de rode knop Annuleren  of druk op Esc om het uitsnijden te annuleren.

Uitsnijden in overeenstemming met een selectiegrens

Met de tool Uitsnijden kunt u de gebieden verwijderen die buiten de huidige selectie vallen. Wanneer u uitsnijdt in overeenstemming met een selectiegrens, wordt de afbeelding door Photoshop Elements verkleind totdat deze in het omsluitend kader met de selectie past. (Selecties met een onregelmatige vorm, zoals selecties die zijn gemaakt met Lasso, worden uitgesneden naar een rechthoekig omsluitend kader dat de selectie bevat.) Als u de opdracht Uitsnijden gebruikt zonder een selectie te maken, wordt de afbeelding door Photoshop Elements met 50 pixels vanaf elke zichtbare rand bijgesneden.

  1. Selecteer met een van de selectietools, zoals de tool Rechthoekig selectiekader, het gedeelte van de afbeelding dat u wilt behouden.

  2. Selecteer Afbeelding > Uitsnijden.

Suggesties voor automatisch uitsnijden

De tool Uitsnijden en de techniek ervan zijn essentiële elementen van de workflow voor het bewerken van foto's. Vanaf Photoshop Elements 13 en hoger worden bij de tool Uitsnijden automatisch vier suggesties weergegeven die u direct kunt gebruiken. U kunt hieruit een suggestie kiezen die voor uw situatie het meest geschikt is. U kunt ook doorgaan en net zoveel uitsnijden als u wilt, nadat u een van de vier suggesties hebt gekozen of alle vier hebt genegeerd.

Een afbeelding uitsnijden

Ga als volgt te werk als u de automatische suggesties voor uitsnijden wilt gebruiken:

  1. Open een foto in Photoshop Elements.

  2. Selecteer Uitsnijden. Er worden vier miniaturen met de automatische suggesties weergegeven in het deelvenster Toolopties.

  3. Selecteer de miniatuur die u het beste kunt gebruiken. U kunt ook meer suggesties bekijken wanneer u een andere hoogte-breedteverhouding in de vervolgkeuzelijst in het deelvenster Toolopties selecteert.

Opmerking:

Houd de muisaanwijzer boven Suggesties voor uitsnijden in het deelvenster Toolopties voor een voorvertoning van de uitsnijdsuggestie.

Gebruik rasters voor betere uitsnijdresultaten

Rasteroverlay

Hiermee plaatst u een raster op de afbeelding. Gebruik het raster om objecten te positioneren voordat u de afbeelding uitsnijdt.

De tool Uitsnijden met perspectief

Geïntroduceerd in Photoshop Elements 15

Met de tool Uitsnijden met perspectief kunt u het perspectief in een afbeelding transformeren tijdens het uitsnijden. Dit is vooral handig wanneer uw afbeelding wat vervorming bevat. Vervorming treedt op wanneer een object niet vanuit een rechtstreekse hoek wordt gefotografeerd of wanneer een groothoeklens wordt gebruikt voor het fotograferen van een groot vlak van een object. Als u bijvoorbeeld een foto maakt van een hoog gebouw vanaf de grond, lijkt het of de randen van het gebouw aan de bovenkant dichter bij elkaar staan dan aan de onderkant.

  1. Open een afbeelding in Photoshop Elements.

  2. Selecteer in de Geavanceerde modus de tool Uitsnijden met perspectief in de sectie Wijzigen van de werkbalk.

  3. Teken een selectiekader of grens om het object waarvan u tijdens het uitsnijden van de foto het perspectief wilt corrigeren en snijd dat gebied uit.

    Selectiekader getekend met de tool Uitsnijden met perspectief.

  4. Gebruik de hoeken van de selectie om de vorm van het selectiekader aan te passen. Houd de muisaanwijzer op een van de hoeken, wacht tot de aanwijzer wit is, klik en verplaats de hoek.

    Opmerking:

    Voor de beste resultaten verplaatst u de hoeken zo dat de verticale rand van het selectiekader is uitgelijnd met een verticaal patroon of object in de foto.

    Wijzig de vorm van het selectiekader om de verticale lijnen in de foto uit te lijnen.

  5. U kunt de velden voor de breedte (B) en hoogte (H) en de resolutie ook in het deelvenster Toolopties invullen. De uiteindelijke afbeelding wordt getransformeerd volgens de gespecificeerde hoogte, breedte en resolutie.

    Opties van de tool Uitsnijden met perspectief

  6. Klik op om het perspectief te transformeren en de afbeelding uit te snijden naar het gebied van het selectiekader.

    Afbeelding na perspectiefcorrectie.

Met de tool Koekjesvorm kunt u een foto uitsnijden tot een door u gekozen vorm. Selecteer een vorm en sleep deze op uw foto om de foto in die vorm uit te snijden. U kunt het selectiekader ook verplaatsen en vergroten of verkleinen om het gewenste uitsnijdgebied te maken.

Met de tool Koekjesvorm snijdt u een foto in een grappige vorm.

  1. Selecteer Uitsnijden in de Geavanceerde modus.

  2. Klik op het Koekjesvorm-pictogram in het deelvenster Toolopties en selecteer een vorm. Als u andere bibliotheken wilt weergeven, selecteert u een andere bibliotheek in de vervolgkeuzelijst Vormen.

  3. Dubbelklik op een vorm om deze te selecteren.
  4. Sleep in de afbeelding om de grens van de vorm in te stellen en verplaats de vorm naar de gewenste locatie in de afbeelding.

  5. Selecteer de knop Vastleggen  of druk op Enter om het uitsnijden te voltooien. Selecteer de knop Annuleren  of druk op Esc om het uitsnijden te annuleren.

De afmetingen van het canvas wijzigen

Het canvas is de werkruimte rondom een bestaande afbeelding in het afbeeldingsvenster. Het is het volledig bewerkbare gebied van een afbeelding. U kunt het canvas aan elke zijde van een afbeelding groter of kleiner maken. Het toegevoegde canvas verschijnt in de momenteel geselecteerde achtergrondkleur op de achtergrondlaag (standaard) of in de kleur voor canvasuitbreiding die is geselecteerd in het venster Canvasgrootte. In andere lagen wordt het toegevoegde canvas transparant.

Het canvas groter maken om een gekleurd kader te kunnen toevoegen

  1. Selecteer Afbeelding > Vergroten/verkleinen > Canvasgrootte.

  2. Voer een van de volgende handelingen uit:
    • Geef de volledige afmetingen van het nieuwe canvas op in de velden Breedte en Hoogte. Kies de gewenste maateenheden in de aangrenzende keuzemenu's.
    • Selecteer Relatief en voer de hoeveelheid in waarmee u het canvas wilt vergroten of verkleinen. Voer een negatieve waarde in om de grootte van het canvas te verkleinen. Gebruik deze optie als u het canvas wilt vergroten met een opgegeven hoeveelheid, zoals aan elke kant 5 centimeter.
  3. Selecteer een pijl op het Anker-pictogram om de gewenste positie op het canvas aan te geven.

  4. Als u de kleur van het toegevoegde canvas wilt wijzigen, kiest u een van de opties in het menu Kleur canvasuitbreiding en selecteert u OK.

Een afbeelding rechttrekken

Beweging van de camera kan ervoor zorgen dat een afbeelding niet juist wordt uitgelijnd. Zo kan de horizon in een foto van een zonsondergang bijvoorbeeld niet helemaal horizontaal zijn. In Photoshop Elements kunt u de foto opnieuw uitlijnen, zodat de horizon perfect horizontaal wordt. Met de tool Rechttrekken (P) kunt u een afbeelding verticaal of horizontaal opnieuw uitlijnen. U kunt ook automatisch de grootte van het canvas wijzigen en het canvas uitsnijden om het rechttrekken van de foto te vergemakkelijken.

  • Teken in de modus Snel, terwijl de tool Rechttrekken (P) is geactiveerd, een simpele lijn langs de horizon (indien zichtbaar). Als de horizon niet zichtbaar is, tekent u een lijn die volgens u de horizontale as van de foto vertegenwoordigt.
    De foto wordt rechtgetrokken. Afhankelijk van de gekozen optie worden lege randen die ontstaan automatisch opgevuld.

Een afbeelding handmatig rechttrekken in de modus Expert

  1. Selecteer de tool Rechttrekken.

  2. Kies een van de beschikbare optieknoppen:

    Canvas passend maken

    Hiermee vergroot of verkleint u het canvas om dit aan te passen aan de geroteerde afbeelding. Met rechttrekken vallen hoeken van de afbeelding buiten het actieve canvas. De rechtgetrokken afbeelding bevat gebieden met een lege achtergrond, maar er zijn geen pixels bijgeknipt.

    Uitsnijden om achtergrond te verwijderen

    Hiermee snijdt u de afbeelding uit en verwijdert u de lege gebieden op de achtergrond die zichtbaar worden nadat u de afbeelding hebt rechtgetrokken. Sommige pixels worden bijgesneden.

    Uitsnijden naar oorspronkelijke grootte

    Met deze optie is het canvas net zo groot als de originele afbeelding. De rechtgetrokken afbeelding bevat gebieden met een lege achtergrond en sommige pixels worden bijgeknipt.

    Rechttrekken en uitsnijden om de achtergrond te verwijderen

    Opmerking:

    De drie opties voor Rechttrekken worden ingeschakeld wanneer de optie Alle lagen roteren is ingeschakeld.

  3. Voer een van de volgende handelingen uit om de afbeelding recht te trekken:
    • Voor horizontaal uitlijnen, tekent u een horizontale lijn langs de rand. Stel dat u een foto hebt van een trein met een niet goed uitgelijnde horizon. Teken een horizontale lijn parallel aan de trein.

    • Voor verticaal uitlijnen, tekent u een verticale lijn langs de rand. Stel dat u een foto hebt van een toren die niet goed is uitgelijnd. Teken een verticale lijn parallel aan de toren.

Lege randen automatisch vullen

De tool Rechttrekken is een verbeterde optie voor het automatisch en slim vullen van de randen met relevante afbeeldingsgegevens in plaats van deze te vullen met de achtergrondkleur of transparante pixels.

De optie Randen automatisch vullen is alleen beschikbaar in de modus Vergroten of verkleinen en Oorspronkelijke grootte. Voordat u een lijn tekent om een afbeelding recht te trekken, schakelt u Randen automatisch vullen in. Wanneer u de lijn tekent, worden eventuele tussenruimten langs de randen van de foto automatisch en op intelligente wijze gevuld.

Een afbeelding handmatig rechttrekken in de modus Snel

  1. Selecteer de tool Rechttrekken.

  2. Kies een van de beschikbare optieknoppen:

    Canvasgrootte bijhouden

    Hiermee vergroot of verkleint u het canvas om dit aan te passen aan de geroteerde afbeelding. Met rechttrekken vallen hoeken van de afbeelding buiten het actieve canvas. De rechtgetrokken afbeelding bevat gebieden met een lege achtergrond, maar er zijn geen pixels bijgeknipt.

    Afbeeldingsgrootte bijhouden

    Hiermee wijzigt u de grootte van de afbeelding en verwijdert u de lege gebieden op de achtergrond die zichtbaar worden nadat u de afbeelding hebt rechtgetrokken. Sommige pixels worden bijgesneden.

  3. Voer een van de volgende handelingen uit om de afbeelding recht te trekken:
    • Voor horizontaal uitlijnen, tekent u een horizontale lijn langs de rand. Stel dat u een foto hebt van een trein met een niet goed uitgelijnde horizon. Teken een horizontale lijn parallel aan de trein.
    • Voor verticaal uitlijnen, tekent u een verticale lijn langs de rand. Stel dat u een foto hebt van een toren die niet goed is uitgelijnd. Teken een verticale lijn parallel aan de toren.

Lege randen automatisch vullen

De tool Rechttrekken is een verbeterde optie voor het automatisch en slim vullen van de randen met relevante afbeeldingsgegevens in plaats van deze te vullen met de achtergrondkleur of transparante pixels.

Voordat u een lijn tekent om een afbeelding recht te trekken, schakelt u Randen automatisch vullen in. Wanneer u de lijn tekent, worden eventuele tussenruimten langs de randen van de foto automatisch en op intelligente wijze gevuld.

Een afbeelding automatisch laten rechttrekken

  • Kies Afbeelding > Roteren > Afbeelding rechttrekken als u de afbeelding automatisch wilt laten rechttrekken en het canvas rond de afbeelding wilt behouden. De rechtgetrokken afbeelding bevat gebieden met een lege achtergrond, maar er zijn geen pixels bijgeknipt.
  • Als u de afbeelding automatisch wilt laten rechttrekken en uitsnijden, kiest u Afbeelding > Roteren > Afbeelding rechttrekken en uitsnijden. De rechtgetrokken afbeelding bevat geen gebieden met een lege achtergrond, maar enkele pixels zijn bijgeknipt.

Een gescande afbeelding met meerdere foto's verdelen

Als u meerdere foto's tegelijk scant in één bestand, kunt u de gescande afbeelding automatisch rechttrekken en verdelen in de verschillende foto's. De foto's moeten hiervoor duidelijk van elkaar zijn gescheiden.

Op één pagina gescande afbeeldingen scheiden in drie aparte afbeeldingen

  1. Selecteer Afbeelding > Gescande foto's verdelen. Photoshop Elements verdeelt de afbeelding automatisch en plaatst elke foto in een apart bestand.

    Opmerking:

    Bij afbeeldingen met wit rond het kader (afbeeldingen met een lichte hemel, sneeuw en dergelijke) werkt deze opdracht het best als u de afbeelding op de scanner bedekt met een donker stuk papier.

Krijg sneller en gemakkelijker hulp

Nieuwe gebruiker?