Wanneer u een bitmap in Flash Professional importeert, kunt u de bitmap wijzigen en op verschillende manieren gebruiken in uw Flash Professional-document.
Als een geïmporteerde bitmap in een Flash Professional-document een formaat groter wordt weergegeven dan het origineel, is de afbeelding mogelijk vervormd. Controleer geïmporteerde bitmaps om er zeker van te zijn dat afbeeldingen correct worden weergegeven.
Wanneer u een bitmap in het werkgebied selecteert, worden in Eigenschapcontrole de symboolnaam en de pixelafmetingen en -positie in het werkgebied weergegeven. Met Eigenschapcontrole kunt u een instantie van een bitmap omwisselen. Met andere woorden, u kunt de instantie vervangen door een instantie van een andere bitmap in het huidige document.
De volgende videozelfstudie beschrijft het gebruik van bitmaps in Flash Professional:
U kunt anti-aliasing op een geïmporteerde bitmap toepassen om de randen in de afbeelding vloeiender te maken. U kunt ook een compressieoptie selecteren om de grootte van het bitmapbestand te verkleinen voor weergave op het web.
-
Foto (JPEG)
De afbeelding wordt gecomprimeerd in JPEG-indeling. Als u de standaardcompressiekwaliteit wilt gebruiken die voor de geïmporteerde afbeelding is opgegeven, selecteert u Standaarddocumentkwaliteit gebruiken. Als u een nieuwe kwaliteitsinstelling voor compressie wilt opgeven, heft u de selectie van Standaarddocumentkwaliteit gebruiken op en voert u in het tekstveld Kwaliteit een waarde in tussen 1 en 100. (Een hogere instelling resulteert in een hogere afbeeldingskwaliteit, maar levert ook een groter bestand op.)
Zonder verlies (PNG/GIF)
De afbeelding wordt zonder verlies gecomprimeerd en er worden geen gegevens van de afbeelding genegeerd.
Opmerking: Gebruik fotocompressie voor afbeeldingen met complexe kleur- of tintvariaties, zoals foto's of afbeeldingen met verlopende vullingen. Gebruik een compressie zonder verlies voor afbeeldingen met eenvoudige vormen en relatief weinig kleuren.
Opmerking:
De instellingen voor JPEG-kwaliteit in het dialoogvenster Publicatie-instellingen hebben geen invloed op geïmporteerde JPEG-bestanden. Geef in het dialoogvenster Bitmapeigenschappen een kwaliteitsinstelling op voor elk geïmporteerd JPEG-bestand.
Met de optie Bitmaps wisselen kunt u symbolen en bitmaps omwisselen voor geselecteerde symbolen of bitmaps.
Als u bitmaps tijdens uitvoering wilt toevoegen aan een document, gebruikt u de ActionScript® 2.0- of ActionScript 3.0-opdracht BitmapData. Geef hiervoor een koppelings-id op voor de bitmap. Zie Koppelingen toewijzen aan elementen in de bibliotheek in ActionScript 2.0 leren in Adobe Flash of Bibliotheeksymbolen voor ActionScript exporteren in de ActionScript 3.0-ontwikkelaarsgids voor meer informatie.
-
Selecteer Koppeling in het menu Deelvenster in de rechterbovenhoek van het deelvenster.
Klik met de rechtermuisknop (Windows) of houd de Control-toets ingedrukt en klik (Macintosh) op de naam van de bitmap in het deelvenster Bibliotheek en selecteer Eigenschappen in het contextmenu.
Als de koppelingseigenschappen niet worden weergegeven in het dialoogvenster Eigenschappen klikt u op Geavanceerd.
Als u een bitmap als vulling wilt toepassen op een grafisch object, gebruikt u het deelvenster Kleur. Wanneer u een bitmap toepast als een vulling, wordt het object gevuld met tegels van de bitmap. Met het gereedschap Verlooptransformatie kunt u een afbeelding en de bitmapvulling schalen, roteren of scheeftrekken.
Als u een Fireworks PNG-bestand wilt bewerken dat is geïmporteerd als een afgevlakte afbeelding, moet u het PNG-bronbestand voor de bitmap bewerken, indien beschikbaar.
Opmerking:
U kunt geen bitmaps uit Fireworks PNG-bestanden bewerken die zijn geïmporteerd als bewerkbare objecten in een extern beeldbewerkingsprogramma.
Wanneer u QuickTime 3 of hoger, of een andere beeldbewerkingstoepassing op uw systeem hebt geïnstalleerd, kunt u de toepassing vanuit Flash Professional starten om een geïmporteerde bitmap te bewerken.
Opmerking:
Als u Flash Pro CS5.5 gebruikt, moet u Photoshop CS5.1 gebruiken om deze functie toegankelijk te maken.
Als u in het werkgebied een bitmap splitst, wordt de werkgebiedafbeelding gescheiden van het bibliotheekelement en wordt dit van een bitmapinstantie omgezet in een vorm. Wanneer u een bitmap splitst, kunt u de bitmap wijzigen met de teken- en schildergereedschappen in Flash Professional. Als u het gereedschap Toverstaf gebruikt, kunt u gebieden van de bitmap selecteren die dezelfde of gelijkaardige kleuren bevatten.
Als u wilt schilderen met een gesplitste bitmap, selecteert u de bitmap met het pipet en past u de bitmap als vulling toe met het emmertje of een ander tekengereedschap.
-
Selecteer het gereedschap Toverstaf in het deelvenster Gereedschappen. Als het gereedschap Toverstaf niet zichtbaar is, klikt u op het gereedschap Lasso en selecteert u het gereedschap Toverstaf in het pop-upmenu. Stel in de Eigenschapcontrole de volgende opties in:
Voer bij Drempel een waarde tussen 1 en 200 in om te bepalen in welke mate de kleur van naastgelegen pixels moet overeenkomen om te worden opgenomen in de selectie. Bij een hogere waarde wordt een groter kleurbereik opgenomen. Wanneer u 0 invoert, worden alleen pixels geselecteerd die exact dezelfde kleur hebben als het eerste pixel waarop u klikt.
Selecteer bij Effenen een optie om te bepalen in welke mate de randen van de selectie vloeiend moeten worden gemaakt.
Met de opdracht Bitmap overtrekken wordt een bitmap omgezet in een vectorafbeelding met bewerkbare, discrete kleurgebieden. U bewerkt de afbeelding als een vectorafbeelding en u kunt de bestandsgrootte beperken.
Wanneer u een bitmap omzet in een vectorafbeelding, wordt de koppeling tussen de vectorafbeelding en het bitmapsymbool in het deelvenster Bibliotheek verbroken.
Opmerking:
Als de geïmporteerde bitmap complexe vormen en een groot aantal kleuren bevat, is het bestand met de omgezette vectorafbeelding mogelijk groter dan het bestand met de oorspronkelijke bitmap. Probeer verschillende instellingen in het dialoogvenster Bitmap overtrekken om een balans te vinden tussen bestandsgrootte en afbeeldingskwaliteit.
U kunt een bitmap ook splitsen om de afbeelding te wijzigen met de teken- en schildergereedschappen in Flash Professional.
-
Als u de bitmap wilt toepassen als een vulling, klikt u met het verfemmertje op een bestaand grafisch object.
Selecteer het gereedschap Ovaal, Rechthoek of Pen en teken een nieuw object. Het object wordt gevuld met de gesplitste bitmap.
Als u de bitmapvulling wilt schalen, roteren of schuintrekken, gebruikt u het gereedschap Vrije transformatie.