Open een foto in Photoshop Elements.
- Photoshop Elements Handboek
- Kennismaken met Photoshop Elements
- Werkruimte en omgeving
- Kennismaken met het beginscherm
- Basisbeginselen van de werkruimte
- Voorkeuren
- Tools
- Deelvensters en vakken
- Bestanden openen
- Linialen, rasters en hulplijnen
- De verbeterde modus Snel
- Uitleg over bestandsinformatie
- Voorinstellingen en bibliotheken
- Ondersteuning voor multi-aanraking
- Werkschijven, plug‑ins en updates van de applicatie
- Handelingen ongedaan maken, opnieuw uitvoeren en annuleren
- Afbeeldingen weergeven
- Foto's corrigeren en verbeteren
- Afbeeldingen vergroten/verkleinen
- Uitsnijden
- Camera Raw-afbeeldingsbestanden verwerken
- Vervaging toevoegen, kleuren vervangen en gedeelten van een afbeelding klonen
- Schaduwen en licht aanpassen
- Foto's retoucheren en corrigeren
- Foto's combineren
- Foto's verscherpen
- Transformeren
- Automatische slimme tint
- Opnieuw samenstellen
- Handelingen gebruiken om foto's te verwerken
- Photomerge-compositie
- Een panorama maken
- Bewegende overlays
- Bewegende elementen
- Tekst en vormen toevoegen
- Snelle handelingen
- Bewerkingen met instructies, effecten en filters
- Modus Met instructies
- Filters
- Modus Met instructies: Photomerge-bewerkingen
- Modus Met instructies - Basisbewerkingen
- Aanpassingsfilters
- Effecten
- Modus Met instructies: Grappige bewerkingen
- Modus Met instructies - Speciale bewerkingen
- Artistieke filters
- Modus Bewerken met instructies: Kleurbewerkingen
- Modus Met instructies: Zwart-wit-bewerkingen
- Vervagingsfilters
- Penseelstreekfilters
- Vervormingsfilters
- Overige filters
- Ruisfilters
- Renderingsfilters
- Schetsfilters
- Stileerfilters
- Structuurfilters
- Pixelfilters
- Werken met kleuren
- Werken met selecties
- Werken met lagen
- Fotoprojecten maken
- Foto's opslaan, afdrukken en delen
- Afbeeldingen opslaan
- Foto's afdrukken
- Foto's online delen
- Afbeeldingen optimaliseren
- Afbeeldingen optimaliseren voor de JPEG-indeling
- Dithering in webafbeeldingen
- Bewerken met instructies: Deelvenster Delen
- Webafbeeldingen vooraf bekijken
- Transparantie en matte gebruiken
- Afbeeldingen optimaliseren voor de GIF- of PNG-8-indeling
- Afbeeldingen optimaliseren voor de PNG-24-indeling
- Sneltoetsen
- Toetsen voor het selecteren van tools
- Toetsen voor het selecteren en verplaatsen van objecten
- Toetsen voor het deelvenster Lagen
- Toetsen voor het tonen of verbergen van deelvensters (modus Expert)
- Toetsen voor tekenen en penselen
- Toetsen voor het gebruik van tekst
- Toetsen voor het filter Uitvloeien
- Toetsen voor het transformeren van selecties
- Toetsen voor het deelvenster Kleurstalen
- Toetsen voor het dialoogvenster Camera Raw
- Toetsen voor de Filtergalerie
- Toetsen voor het gebruik van overvloeimodi
- Toetsen voor het weergeven van afbeeldingen (modus Expert)
Gezichtskenmerken aanpassen
Bij de workflow Gezichtskenmerken aanpassen wordt gebruikgemaakt van gezichtsdetectietechnologie voor het vaststellen en aanpassen van gezichtskenmerken van de personen in een foto. U kunt een portretfoto maken en vervolgens gezichtskenmerken zoals de kaaklijn, neus, lippen en ogen aanpassen met gebruiksvriendelijke schuifregelaars om een effect te versterken of te verzwakken.
-
Opmerking:
U bereikt de beste resultaten met Gezichtskenmerken aanpassen als de foto die u gebruikt een of meerdere gezichten bevat.
-
Selecteer Verbeteren > Gezichtskenmerken aanpassen.
-
In het dialoogvenster Gezichtskenmerken aanpassen ziet u dat het gezicht van de persoon is voorzien van een cirkelvormige markering. Hiermee wordt aangegeven dat de gezichtsdetectiefunctie een gezicht in de foto heeft gevonden.
Opmerking:Meerdere gezichten in de afbeelding? Als de foto meer dan één gezicht bevat, ziet u meerdere cirkelvormige markeringen die aangeven waar Photoshop Elements gezichten heeft herkend. Klik op een cirkel of een gezicht om de kenmerken van dat gezicht aan te passen.
-
U kunt de volgende kenmerken van een geselecteerd gezicht aanpassen met de beschikbare schuifregelaars:
Gezichtskenmerk
Eigenschappen
Lippen
Glimlach, hoogte, breedte, bovenlip, onderlip
Ogen
Hoogte, breedte, grootte, hoek, afstand
Neus
Hoogte, breedte
Gezichtsvorm
Breedte, hoogte van voorhoofd, kaaklijn, kinhoogte
Gezicht kantelen
Hoek, links en rechts, omhoog en omlaag
Opmerking:- Gezicht kantelen wordt geïntroduceerd in Photoshop Elements 2021.
- Selecteer de schakelknop Voor/Na om de wijzigingen te controleren nadat u de schuifregelaars naar links of rechts hebt verplaatst.
-
(Optioneel) Als u de bewerkingen van een specifieke eigenschap wilt herstellen, dubbelklikt u op de schuifregelaar. De wijzigingen voor de desbetreffende eigenschap worden dan geannuleerd.
-
Voer een van de volgende handelingen uit:
- Selecteer Herstellen om de reeks wijzigingen voor de gezichtskenmerken te annuleren.
- Selecteer OK om de wijzigingen van de gezichtskenmerken toe te passen.
Rode ogen nauwkeurig verwijderen
Rode ogen is een veelvoorkomend probleem dat optreedt wanneer het netvlies van het onderwerp van uw foto door de flitser van de camera wordt belicht. U ziet dit vooral bij foto's die zijn genomen in een donkere ruimte, omdat de iris dan vergroot is. U voorkomt rode ogen door de camerafunctie voor het verminderen van rode ogen (indien beschikbaar) te gebruiken.
Bij het importeren van foto's naar de Elements Organizer kunnen rode ogen automatisch worden gecorrigeerd als de optie Rode ogen automatisch corrigeren in het dialoogvenster Foto's ophalen is ingeschakeld. Ook kunt u de rode ogen corrigeren in foto's die in de Fotobrowser zijn geselecteerd.
-
Als u rode ogen handmatig wilt corrigeren, selecteert u de tool Rode ogen verwijderen in de modus Snel of Geavanceerd.
-
Stel in de balk met toolopties de schuifregelaars Pupilgrootte en Hoeveel donkerder in.
-
Voer een van de volgende bewerkingen op de foto uit:
- Selecteer een rood gedeelte van een oog.
- Teken een selectie over het ooggebied.
Wanneer u de muisknop loslaat, zijn de ogen niet meer rood.
Opmerking:U kunt rode ogen ook automatisch corrigeren door Automatisch corrigeren in de optiebalk voor de tool Oog te selecteren.
Het dierenogeneffect verwijderen
Met de tool Oog kunt u de rode gloed in de ogen verwijderen die ontstaat doordat licht wordt gereflecteerd (als gevolg van laag omgevingslicht of het gebruik van een flitser). Voor dieren geldt dat de ogen een witte, groene, rode of gele gloed kunnen hebben. Met de veelgebruikte tools voor het verwijderen van rode ogen kunt u dit effect mogelijk niet goed corrigeren.
Het dierenogeneffect corrigeren:
-
Selecteer in de modus Snel of Geavanceerd de tool Oog.
-
Schakel op de balk met toolopties het selectievakje Dierenogen in.
-
Voer een van de volgende handelingen uit:
- Teken een rechthoek rondom de ogen.
- Selecteer het oog in de afbeelding.
Opmerking:Wanneer u het selectievakje Dierenogen selecteert, wordt de knop Automatisch corrigeren uitgeschakeld.
Dichte ogen openen
Verbeterd in Photoshop Elements 2019
Met de functie Dichte ogen openen kunt u gesloten ogen in uw foto's openen. U kunt de ogen van iemand openen door de ogen uit een andere foto op uw computer of uit de Elements Organizer-catalogus te gebruiken.
-
Open een foto in Photoshop Elements.
-
Voer in de modus Snel of Expert een van de volgende handelingen uit:
- Selecteer de tool Oog en klik op de knop Dichte ogen openen in de optiebalk voor de tool.
- Selecteer Verbeteren > Dichte ogen openen.
In het dialoogvenster Dichte ogen openen kunt u zien dat het gezicht van de persoon is voorzien van een cirkelvormige markering. Hiermee wordt aangegeven dat de gezichtsdetectiefunctie een gezicht in de foto heeft gevonden.
-
(Optioneel) Er worden een paar voorbeelden weergegeven in de lijst Probeer voorbeeldogen. U kunt een gezicht kiezen dat nauw aansluit bij de hoofdfoto. Photoshop Elements gebruikt het geselecteerde gezicht om de dichte ogen in de hoofdfoto te vervangen.
-
Voer een van de volgende handelingen uit:
- Selecteer Computer om een bronfoto op uw computer te selecteren.
- Selecteer Organizer om een bronfoto uit de Elements Organizer te selecteren.
- Selecteer het fotovak om een van de momenteel geopende bestanden als bronfoto te selecteren.
Opmerking:U kunt desgewenst meerdere bronfoto's selecteren. Photoshop Elements gebruikt gezichten uit deze bronfoto's om de dichte ogen op de hoofdfoto te vervangen. U kunt experimenteren met verschillende ogen voor het beste resultaat.
-
Selecteer een gezicht in de hoofdfoto waarin u ogen wilt openen en klik vervolgens op een van de gezichten in de bronfoto's. Probeer verschillende gezichten uit voor het beste resultaat.
Opmerking:Als de bronfoto een andere huidskleur heeft, stemt Photoshop Elements de huidskleur rond de ogen af op de hoofdfoto.
-
(Optioneel) Selecteer Voor/Na om het resultaat te vergelijken met de originele foto.
-
(Optioneel) Selecteer Opnieuw instellen als u niet tevreden bent met het resultaat. U kunt het met een andere bronfoto proberen voor een beter resultaat.
-
Selecteer OK.
-
Sla de foto met de wijzigingen op.
Objecten verplaatsen en de positie hiervan wijzigen
Met de tool Verplaatsen met behoud van inhoud kunt u een object in uw foto selecteren en de selectie naar een andere locatie verplaatsen of deze uitbreiden.
-
Selecteer de tool Verplaatsen met behoud van inhoud.
-
Kies een modus om op te geven of u een object wilt verplaatsen of een kopie van het object wilt maken.
Verplaatsen
Hiermee kunt u objecten naar een andere locatie in de afbeelding verplaatsen.
Uitbreiden
Hiermee kunt u het object meerdere malen repliceren.
-
Kies het type selectie dat u wilt maken:
Nieuw
Sleep met de muis om het object heen dat u wilt verplaatsen of uitbreiden, als u een nieuwe selectie wilt maken.
Toevoegen
Elke selectie die u maakt, wordt toegevoegd aan de vorige selectie.
Verwijderen
Wanneer u een nieuwe selectie maakt over een bestaande selectie heen, wordt het overlappende gedeelte verwijderd uit de resulterende selectie.
Doorsnede
Wanneer u een nieuwe selectie maakt over een bestaande selectie heen, blijft alleen het gemeenschappelijke gebied geselecteerd waarin de oude en nieuwe selectie elkaar overlappen.
-
Sleep de muisaanwijzer () over de afbeelding en selecteer het object dat u wilt verplaatsen of uitbreiden.
-
Als u een selectie hebt gemaakt, verplaatst u het object naar een nieuwe locatie. Als u dit wilt doen, selecteert en sleept u het object naar een nieuwe positie.
Het gebied waaruit de selectie wordt verplaatst, wordt automatisch gevuld op basis van de afbeeldingsinhoud om het gebied heen.
-
Transformeer uw selectie op de nieuwe locatie. Kies een van de volgende opties:
- Roteren Hiermee kunt u de selectie onder een andere hoek in de afbeelding roteren.
- Schalen Hiermee kunt u de grootte van de selectie aanpassen.
- Schuintrekken Hiermee kunt u het perspectief van de selectie in de afbeelding wijzigen.
-
Als het automatisch gevulde gebied niet correct wordt weergegeven, schakelt u het selectievakje Monster nemen van alle lagen in en verschuift u de schuifregelaar Retoucheren.
Vlekken en ongewenste objecten verwijderen
Photoshop Elements bevat verschillende tools waarmee u kleine onvolkomenheden, zoals vlekken of ongewenste objecten, uit uw afbeeldingen kunt verwijderen.
- Tool Verwijderen
- Tool Snel retoucheerpenseel
- Tool Retoucheerpenseel
Maak kennis met de nieuwe tool Verwijderen op basis van AI in Photoshop Elements 2025 en hoger. Deze tool maakt gebruik van kunstmatige intelligentie (AI) om het verwijderen van ongewenste objecten uit uw foto's te stroomlijnen. U kunt het object selecteren dat u wilt verwijderen met een penseelstreek. De omringende achtergrond wordt op intelligente wijze gevuld waarbij deze naadloos overvloeit. Op deze manier blijven de algehele kwaliteit, diepte en details van uw afbeelding behouden, zelfs bij complexe achtergronden.
De tool is beschikbaar in de snelle en geavanceerde weergave onder Tools. Selecteer de balkmet tools in het linkerdeelvenster van de applicatie om deze tool te gebruiken. Deze tool is het op twee na laatste pictogram in de weergave Snel en in de weergave Geavanceerd de tweede optie in de categorie Verbetertools.
-
Selecteer de tool Verwijderen in de toolbox.
-
Kies een penseelgrootte. Een penseel dat iets groter is dan het gebied dat u wilt corrigeren, is het meest geschikt. U kunt dan het hele gebied met één klik bedekken.
-
Kies de opties Toevoegen en Verwijderen in de toolopties.
Opmerking:Klik op Monster nemen van alle lagen om de wijziging toe te passen op alle lagen van de afbeelding.
-
Klik op het gedeelte van de afbeelding dat u wilt corrigeren, of selecteer en sleep over een groter gebied.
Vlekken en kleine onvolkomenheden verwijderen
Met het Snel retoucheerpenseel verwijdert u snel vlekken en andere onvolkomenheden uit uw foto's. Klik eenmaal op een vlek of sleep om onvolkomenheden in een gebied weg te halen.
-
Selecteer de tool Snel retoucheerpenseel .
-
Kies een penseelgrootte. Een penseel dat iets groter is dan het gebied dat u wilt corrigeren, is het meest geschikt. U kunt dan het hele gebied met één klik bedekken.
-
Kies op de balk met toolopties een van de volgende Tekstopties.
Afstemmen op omgeving
Bij deze methode worden de pixels langs de rand van de selectie gebruikt om te zoeken naar een gedeelte dat kan worden gebruikt voor het herstellen van het geselecteerde gedeelte. Als deze optie geen afdoende oplossing biedt, kiest u Bewerken > Ongedaan maken en probeert u de optie Structuur maken.
Structuur maken
Hierbij worden alle pixels in de selectie gebruikt om een structuur te maken voor het corrigeren van het gebied. Als de structuur niet werkt, probeert u nogmaals door het gebied te slepen.
Opmerking:Klik op Monster nemen van alle lagen om de wijziging toe te passen op alle lagen van de afbeelding.
-
Klik op het gedeelte van de afbeelding dat u wilt corrigeren, of selecteer en sleep over een groter gebied.
Ongewenste objecten verwijderen via retoucheren, waarbij de inhoud behouden blijft
U kunt ongewenste objecten of figuren uit uw foto's verwijderen zonder de foto's te verknoeien. Gebruik de optie Inhoud behouden met de tool Snel retoucheerpenseel om geselecteerde objecten uit een foto te verwijderen. Photoshop Elements vergelijkt de nabijgelegen inhoud van de afbeelding om de selectie naadloos te vullen, waardoor belangrijke details zoals schaduwen en randen van objecten op realistische wijze behouden blijven.
Ga als volgt te werk om een ongewenst object te verwijderen:
-
Selecteer de tool Snel retoucheerpenseel .
-
Selecteer Inhoud behouden op de balk met toolopties.
-
Teken over het object dat u uit de afbeelding wilt verwijderen.
Het retoucheerpenseel werkt het beste op kleine objecten. Als de afbeelding die u bewerkt, groot is en een groot ongewenst object bevat, is het raadzaam hiervoor een krachtige computer te gebruiken. U kunt de Systeemvereisten voor Photoshop Elements raadplegen voor informatie over de aanbevolen computerconfiguratie.
Als u problemen ondervindt met grote afbeeldingen, kunt u de volgende handelswijzen toepassen:
- Teken met kleinere penseelstreken.
- Verlaag het aantal pixels in de afbeelding.
- Verhoog het toegewezen RAM en start de toepassing opnieuw op.
Grote onvolkomenheden corrigeren
Met het Retoucheerpenseel corrigeert u grote gebieden met onvolkomenheden door eroverheen te slepen. U kunt met dit penseel ook tegen een uniforme achtergrond geplaatste objecten verwijderen, zoals een object in een grasveld.
-
Selecteer de tool Retoucheerpenseel .
-
Kies een penseelgrootte op de balk met toolopties en stel opties voor het retoucheerpenseel in.
Modus
Hiermee bepaalt u hoe de bron of het patroon wordt gemengd met bestaande pixels. Met Normaal worden nieuwe pixels over de oorspronkelijke pixels heen gelegd. Bij Vervangen blijven de filmkorrel en de structuur aan de randen van de penseelstreek behouden.
Bron
Hiermee stelt u de bron in voor het repareren van de pixels. Met Monster worden pixels uit de huidige afbeelding gebruikt. Met Patroon worden pixels gebruikt uit het patroon dat is opgegeven in het deelvenster Patroon.
Uitgelijnd
Hiermee worden doorlopend pixels in een monster opgenomen, zonder dat het huidige monsterpunt verloren gaat, zelfs niet als u de muisknop loslaat. Schakel Uitgelijnd uit als u de pixelmonsters vanaf het eerste monsterpunt steeds wilt hergebruiken als u het tekenen onderbreekt en hervat.
Monster nemen van alle lagen
Kies Monster nemen van alle lagen om monsters te nemen van gegevens in de huidige laag, de huidige laag en de onderliggende lagen of alle zichtbare lagen.
-
Plaats de aanwijzer in een geopende afbeelding en druk op Alt (of Option in Mac OS) terwijl u klikt om een monster te nemen van gegevens.Opmerking:
Als u pixelmonsters uit de ene afbeelding in een andere wilt toepassen, moeten beide afbeeldingen dezelfde kleurmodus hebben, tenzij een van de afbeeldingen in de grijswaardenmodus staat.
-
Sleep over de onvolkomenheid in de afbeelding als u bestaande pixels wilt laten samensmelten met de monstergegevens. Telkens als u de muisknop loslaat, smelten de pixelmonsters samen met de bestaande pixels.Opmerking:
Als er een sterk contrast is bij de randen van het gebied dat u wilt retoucheren, maakt u een selectie voordat u het Retoucheerpenseel gebruikt. De selectie moet groter zijn dan het gebied dat u wilt retoucheren, maar nauwkeurig de grenzen van de contrasterende pixels volgen. Als u tekent met het Retoucheerpenseel, voorkomt u met de selectie dat kleuren van buiten naar binnen aflopen.
Cameravervorming corrigeren
In het dialoogvenster Cameravervorming corrigeren kunt u veel voorkomende problemen met betrekking tot lensvervorming oplossen, zoals donkere randen die worden veroorzaakt door lensfouten, of onjuiste lensschaduwen. In een bij weinig licht gemaakte foto van de lucht kan het bijvoorbeeld gebeuren dat de afbeelding in de hoeken donkerder is dan in het midden. Door de instellingen voor vignet en de middentonen te wijzigen corrigeert u deze vervorming.
Vervormingen die te wijten zijn aan een verticaal of horizontaal gekantelde camera corrigeert u met de besturingselementen voor perspectief. Roteer een afbeelding of verbeter het perspectief van de afbeelding om vervormingen te corrigeren. Met het filterafbeeldingsraster voor Cameravervorming corrigeren kunt u eenvoudig en nauwkeurig aanpassingen aanbrengen.
-
Selecteer Filter > Cameravervorming corrigeren.
-
Schakel het selectievakje Voorvertoning in.
-
Stel de volgende opties in om uw afbeelding te corrigeren en selecteer OK.
Vervorming verwijderen
Hiermee worden vervormingen als korrelvorming en speldenkusseneffect gecorrigeerd. Typ een getal in het vak of verplaats de schuifregelaar om de horizontale en verticale lijnen die naar het middelpunt van de afbeelding toe of er juist bij vandaan buigen, recht te trekken.
Mate van vignet
Hiermee stelt u de mate in waarin de randen van een afbeelding lichter of donkerder worden gemaakt. Typ een getal in het vak of verplaats de schuifregelaar om de afbeelding geleidelijk donkerder te maken.
Middelpunt van vignet
Hiermee geeft u de breedte op van het gebied dat wordt aangepast door de schuifregelaar Hoeveelheid. Verplaats de schuifregelaar of typ een lager getal als u een groter gedeelte van de afbeelding wilt beïnvloeden. Als u een groter getal opgeeft, blijft het effect beperkt tot de randen van de afbeelding.
Verticaal perspectief
Hiermee corrigeert u het perspectief van de afbeelding dat is veroorzaakt doordat de camera onder een hoek naar boven of beneden is gehouden. Typ een getal in het vak of gebruik de schuifregelaar om de verticale lijnen in een afbeelding parallel te laten lopen.
Horizontaal perspectief
Typ een getal in het vak of gebruik de schuifregelaar om het perspectief te corrigeren door de horizontale lijnen in een afbeelding parallel te laten lopen.
Hoek
Hiermee wordt de afbeelding geroteerd om de camerahoek te corrigeren of om na het corrigeren van het perspectief aanpassingen aan te brengen. Typ een getal in het vak of sleep de hoekschijf om de afbeelding linksom of rechtsom te roteren.
Schaal
Hiermee past u de afbeeldingsschaal naar boven of beneden aan. De pixelafmetingen van de afbeelding worden niet gewijzigd. Typ een getal in het vak of gebruik de schuifregelaar om lege gebieden uit de afbeelding te verwijderen die zijn veroorzaakt door speldenkussen-, rotatie- of perspectiefcorrecties. Omhoog schalen resulteert in het uitsnijden van de afbeelding en interpolatie tot de oorspronkelijke pixelafmetingen.
Raster tonen
Als deze optie is ingeschakeld, wordt het raster getoond. Als deze optie is uitgeschakeld, wordt het raster niet weergegeven.
Zoomen
Zoom in voor een gedetailleerdere weergave en zoom uit voor een algemenere weergave.
Kleur
Hiermee geeft u de rasterkleur op.
Nevel automatisch verwijderen
Nevel, mist of smog uit een foto verwijderen
U kunt nu het effect van atmosferische omstandigheden of de omgeving op foto's (bijvoorbeeld van landschappen) verwijderen. Met de functie Automatisch nevel verwijderen kunt het maskerende effect van nevel, mist of smog beperken.
De functie Automatisch nevel verwijderen gebruiken:
- Open een afbeelding in Photoshop Elements in de modus Snel of Expert.
- Open de afbeelding en klik op Verbeteren > Automatisch nevel verwijderen.
De afbeelding wordt verwerkt en de effecten van wolken of mist worden verminderd. Herhaal stap 2 om de foto verder te bewerken.
Automatisch nevel verwijderen werkt beter bij niet-gecomprimeerde afbeeldingen of Raw-afbeeldingen.
Nevel handmatig verwijderen
Een alternatief voor het automatisch verwijderen van nevel
-
Open een afbeelding in Photoshop Elements in de weergave Snel of Geavanceerd.
-
Selecteer Verbeteren > Nevel verwijderen.
-
Gebruik de schuifregelaars Nevelreductie en Gevoeligheid om de gewenste nevelreductie te bereiken.
Opmerking:Bedenk wel dat wanneer u met de schuifregelaars te veel nevel verwijdert, dit kan resulteren in een afbeelding met een hoog contrast of een afbeelding waarin bestaande kleine onvolkomenheden zijn uitvergroot. Probeer beide schuifregelaars uit totdat u het gewenste resultaat bereikt.
-
Gebruik de schakelknop Voor/Na om het effect van de functie Nevelreductie op de foto te bekijken.
-
Selecteer OK wanneer u klaar bent. Klik op Annuleren om de wijzigingen die u met Nevel verwijderen hebt aangebracht te annuleren.