Datasets en label options

Laatst bijgewerkt op 12 dec. 2025

Ontdek hoe het structureren van je gegevens en het opmaken van labels in Illustrator je kan helpen bij het maken van duidelijke, nauwkeurige grafieken.

Grafiek labels

Grafiek labels zijn woorden of getallen die de datasets identificeren die je vergelijkt en de categorieën die voor vergelijking worden gebruikt.

Het venster Grafiekgegevens toont drie gelabelde elementen voor grafiekinstelling: Dataset labels, lege cel en categorielabels.

A. Labels voor gegevenssets B. Lege cel C. Categorielabels 

Element

Beschrijving

Labels voor gegevenssets

Labels voor de verschillende datasets in de eerste rij cellen. Deze labels worden weergegeven in de legenda.

Lege cel

Linkerbovencel in de gegevenstabel. Laat deze leeg om legendegeneratie mogelijk te maken.

Categorielabels

Labels voor de categorieën in de linkerkolom van cellen.

Gegevenssets

Elk grafiektype, kolom, staaf, lijn, spreiding, cirkel, radar en vlak, vertegenwoordigt specifieke datasets en labelwaarden. Selecteer de Kolomgrafiek tool en kies een grafiektype om toegang te krijgen tot verschillende grafieken.

Het tool panel toont de volgende graph tool options: Kolomgrafiek, Gestapelde kolomgrafiek, staafdiagram, Gestapelde staafgrafiek, lijndiagram, Vlakgrafiek, Spreidingsgrafiek, Cirkeldiagram en Radargrafiek.
Selecteer een grafiektype om een grafiek te maken op basis van je gegevens.

 

Grafiektype

Gegevensweergave

Waarden

Kolomgrafiek

Kolomhoogte vertegenwoordigt de waarde.

Alle waarden moeten positief of negatief zijn. Negatieve waarden verschijnen als omgekeerde kolommen.

Gestapelde kolomgrafiek

Kolomhoogte vertegenwoordigt de waarde, met gestapelde segmenten voor elke dataset.

Alle waarden moeten positief of negatief zijn.

Staafdiagram

Staaflengte vertegenwoordigt de waarde.

Alle waarden moeten positief of negatief zijn. Negatieve staven strekken zich uit naar links.

Gestapelde staafgrafiek

Staaflengte toont waarden, waarbij gestapelde segmenten elke dataset vertegenwoordigen.

Alle waarden moeten positief of negatief zijn.

Lijndiagram

Elke gegevenskolom komt overeen met één lijn.

Alle waarden moeten positief of negatief zijn.

Vlakgrafiek

Elke gegevensrij komt overeen met een gevuld gebied.

Alle waarden moeten positief of negatief zijn.

Spreidingsdiagram

Beide assen tonen numerieke waarden. De Y-as vertegenwoordigt gegevens uit de eerste kolom en de X-as vertegenwoordigt gegevens uit de tweede kolom.

Alle waarden moeten positief of negatief zijn.

Cirkeldiagram

Elke rij vertegenwoordigt een cirkeldiagram, waarvan de grootte wordt bepaald door het totaal. Één rij creëert één cirkel en meerdere rijen creëren meerdere cirkels.

Alle waarden moeten positief of negatief zijn. Categorielabels bepalen de namen van de grafieken.

Radardiagram

Elke as vertegenwoordigt een variabele. Waarden worden op de assen uitgezet en verbonden om een web te vormen.

Alle waarden moeten positief of negatief zijn.