- Illustrator Handboek
- Kennismaken met Illustrator
- Inleiding tot Illustrator
- Werkruimte
- Basisbeginselen van de werkruimte
- Documenten maken
- Sneller leren met het deelvenster Ontdekken van Illustrator
- Workflows versnellen met de contextuele taakbalk
- Werkbalk
- Standaardsneltoetsen
- Sneltoetsen aanpassen
- Inleiding in tekengebieden
- Tekengebieden beheren
- De werkruimte aanpassen
- Deelvenster Eigenschappen
- Voorkeuren instellen
- Werkruimte voor aanraken
- Ondersteuning voor Microsoft Surface Dial in Illustrator
- Bewerkingen ongedaan maken en ontwerpgeschiedenis beheren
- Weergave draaien
- Linialen, rasters en hulplijnen
- Toegankelijkheid in Illustrator
- Illustraties weergeven
- De Touch Bar gebruiken met Illustrator
- Bestanden en sjablonen
- Gereedschappen in Illustrator
- Overzicht van gereedschappen
- Selectiegereedschappen
- Navigatiegereedschappen
- Schildergereedschappen
- Tekstgereedschappen
- Tekengereedschappen
- Bewerkingsgereedschappen
- Generatieve AI (niet beschikbaar op het vasteland van China)
- Snelle actie
- Illustrator op de iPad
- Inleiding in Illustrator op de iPad
- Werkruimte
- Documenten
- Objecten selecteren en rangschikken
- Tekenen
- Tekst
- Werken met afbeeldingen
- Kleur
- Clouddocumenten
- Basisbeginselen
- Problemen oplossen
- Inhoud toevoegen en bewerken
- Tekenen
- Basisbeginselen van tekenen
- Paden bewerken
- Pixel-perfecte illustraties tekenen
- Tekenen met de pen, het potlood of het gereedschap Kromming
- Eenvoudige lijnen en vormen tekenen
- Rechthoekige rasters en poolrasters tekenen
- Flakkeringen tekenen en bewerken
- Afbeeldingen overtrekken
- Een pad vereenvoudigen
- Symboolgereedschappen en symboolsets
- Padsegmenten aanpassen
- Een bloem ontwerpen in 5 eenvoudige stappen
- Een perspectiefraster maken en bewerken
- Objecten op een perspectiefraster tekenen en wijzigen
- Objecten gebruiken als symbolen voor herhaald gebruik
- Paden met pixeluitlijning tekenen voor webworkflows
- Metingen
- 3D-objecten en materialen
- Kleur
- Schilderen
- Objecten selecteren en rangschikken
- Objecten selecteren
- Lagen
- Objecten uitbreiden, groeperen en degroeperen
- Objecten verplaatsen, uitlijnen en verdelen
- Objecten op een pad uitlijnen, rangschikken en verplaatsen
- Objecten magnetisch uitlijnen met glyphs
- Objecten uitlijnen met Japanse glyphs
- Objecten stapelen
- Objecten vergrendelen, verbergen en verwijderen
- Objecten kopiëren en dupliceren
- Objecten roteren en spiegelen
- Objecten verstrengelen
- Realistische mock-ups maken
- Objecten omvormen
- Afbeeldingen uitsnijden
- Objecten transformeren
- Objecten combineren
- Objecten knippen, splitsen en verkleinen
- Marionet verdraaien
- Objecten schalen, schuintrekken en vervormen
- Objecten laten overvloeien
- Omvormen met omhulsels
- Objecten omvormen met effecten
- Nieuwe vormen maken met de gereedschappen Shaper en Vormen maken
- Werken met actieve hoeken
- Verbeterde workflows voor omvormen met ondersteuning voor aanraking
- Uitknipmaskers bewerken
- Actieve vormen
- Vormen maken met het gereedschap Vormen maken
- Algemene bewerking
- Tekst
- Tekst toevoegen en werken met tekstobjecten
- Reflow-viewer
- Genummerde lijsten en lijsten met opsommingstekens maken
- Tekstgebied beheren
- Lettertypen en typografie
- Tekst in afbeeldingen omzetten in bewerkbare tekst
- Basisopmaak toevoegen aan tekst
- Geavanceerde opmaak toevoegen aan tekst
- Tekst importeren en exporteren
- Alinea's opmaken
- Speciale tekens
- Tekst op een pad maken
- Teken- en alineastijlen
- Tabs
- Ontbrekende lettertypen toevoegen vanuit Adobe Fonts
- Arabische en Hebreeuwse tekst
- Lettertypen | Veelgestelde vragen en tips voor probleemoplossing
- Creatieve typografische ontwerpen
- Tekst schalen en roteren
- Regelafstand en tekenafstand
- Woordafbreking en regeleinden
- Spelling- en taalwoordenboeken
- Aziatische tekens opmaken
- Composers voor Aziatische schriften
- Tekstontwerpen maken met overvloeiobjecten
- Een tekstposter maken met Afbeeldingen overtrekken
- Speciale effecten maken
- Webafbeeldingen
- Tekenen
- Importeren, exporteren en opslaan
- Importeren
- Creative Cloud Libraries in Illustrator
- Opslaan en exporteren
- Afdrukken
- Voorbereiden op afdrukken
- Afdrukken
- Taken automatiseren
- Problemen oplossen
- Opgeloste problemen
- Bekende problemen
- Crashproblemen
- Bestanden herstellen na een crash
- Veilige modus
- Problemen met bestanden
- Ondersteunde bestandsindelingen
- Problemen met GPU-stuurprogramma's
- Problemen met Wacom-apparaten
- Problemen met DLL-bestanden
- Geheugenproblemen
- Problemen met voorkeurenbestanden
- Lettertypeproblemen
- Printerproblemen
- Foutrapport delen met Adobe
- De prestaties van Illustrator verbeteren
- Opgeloste problemen
Lees hoe u handelingen kunt maken en gebruiken om veelvoorkomende taken te automatiseren in Illustrator, zodat u sneller en efficiënter kunt werken.
Handelingen
Een handeling is een reeks taken die u kunt toepassen op één bestand of op een reeks bestanden: menuopdrachten, deelvensteropties, acties van gereedschappen enzovoort. U kunt bijvoorbeeld een handeling maken waarmee de grootte van een afbeelding wordt gewijzigd, een effect op de afbeelding wordt toegepast en het bestand vervolgens in de gewenste indeling wordt opgeslagen.
Handelingen kunnen stappen bevatten waarin u een taak uitvoert die niet kan worden opgenomen (zoals het gebruik van een tekengereedschap). Handelingen kunnen ook modale besturingselementen bevatten (die de tussenkomst van de gebruiker vereisen). Dit houdt in dat u waarden in een dialoogvenster invoert tijdens het afspelen van een handeling.
Illustrator wordt geleverd met vooraf gedefinieerde handelingen die u helpen bij het uitvoeren van veelvoorkomende taken. U kunt deze handelingen ongewijzigd gebruiken, ze aanpassen aan uw eisen of nieuwe handelingen maken.
Overzicht van het deelvenster Handelingen
U kunt in het deelvenster Handelingen (Venster > Handelingen) afzonderlijke handelingen opnemen, afspelen, bewerken en verwijderen. In dit deelvenster kunt u ook bestanden met handelingen opslaan en laden.
A. Handelingenset B. Handeling C. Opgenomen opdracht D. Verwijderen E. Nieuwe handelingen maken F. Nieuwe set maken G. Huidige selectie afspelen H. Opname starten I. Afspelen/opnemen stoppen J. Modaal besturingselement (in- of uitschakelen) K. Ingesloten opdracht
GebruikKnoppenmodus als u alleen de naam van handelingen wilt weergeven.
dit deelvenster om alle handelingen in een set of alle opdrachten in een handeling uit of samen te vouwen. Als u een handeling afspeelt, worden de opgenomen opdrachten van de handeling in het actieve document uitgevoerd. U kunt bepaalde opdrachten uitsluiten van een handeling of slechts één opdracht afspelen. Als u een handeling voor een bestand wilt afspelen, selecteert u het bestand en selecteert u . Selecteer
- In de knopmodus kunt u geen afzonderlijke opdrachten of sets bekijken.
- Als u in de knopmodus op een knop klikt, wordt de hele handeling uitgevoerd, hoewel vooraf uitgesloten opdrachten niet worden uitgevoerd.
Een handeling opnemen
Wanneer u een nieuwe handeling maakt, worden alle opdrachten en gereedschappen die u gebruikt aan de handeling toegevoegd totdat u de opname stopt.
-
Open een bestand.
-
Selecteer Nieuwe handeling maken in het deelvenster Handelingen.
-
Voer een naam in voor de handeling, selecteer een handelingenset en stel de gewenste opties in.
Functietoets: Wijs een sneltoets toe aan de handeling. U kunt elke toetsencombinatie van een functietoets, de Ctrl-toets (Windows) of Cmd-toets (macOS) en de Shift-toets kiezen (bijvoorbeeld Ctrl+Shift+F3), met de volgende uitzonderingen: in Windows kunt u de F1-toets niet gebruiken en kunt u de toets F4 of F6 niet gebruiken in combinatie met de Ctrl-toets.
Kleur: Wijs een kleur toe voor de weergave in de knopmodus.
Opmerking:Als u een handeling toewijst aan een sneltoets die al voor een opdracht wordt gebruikt, voert de sneltoets de handeling uit en niet de opdracht.
-
Selecteer Opname starten. De knop Opname starten in het deelvenster Handelingen wordt rood .
Opmerking:Wanneer u de opdracht Opslaan als gebruikt, mag u de bestandsnaam niet wijzigen. Als u een nieuwe bestandsnaam invoert, wordt die nieuwe naam opgenomen en gebruikt telkens wanneer u de handeling uitvoert. Als u naar een andere map navigeert voordat u het bestand opslaat, kunt u een andere locatie opgeven zonder een bestandsnaam te moeten opgeven.
-
Voer de bewerkingen en opdrachten uit die u wilt opnemen.
Niet alle taken kunnen rechtstreeks worden opgenomen. De meeste taken die u niet rechtstreeks kunt opnemen, kunt u wel invoegen met behulp van de opdrachten in het menu van het deelvenster Handelingen
. -
Selecteer Afspelen/opnemen stoppen om de opname te stoppen.
Als u de opname in dezelfde handeling wilt hervatten, kiest u Opname starten in het menu van het deelvenster Handelingen.
Taken die niet kunnen worden opgenomen, invoegen in handelingen
U kunt niet alle taken rechtstreeks opnemen in handelingen. U kunt bijvoorbeeld de opdrachten in de menu's Effecten en Weergave niet opnemen, evenmin als opdrachten waarmee deelvensters worden getoond of verborgen. Ook het gebruik van het selectiegereedschap en de gereedschappen Pen, Penseel, Potlood, Verloop, Net, Pipet, Emmertje voor actieve verf en Schaar kan niet worden opgenomen.
Gebruik het deelvenster Handelingen om te controleren welke taken niet kunnen worden opgenomen. Als de naam van de opdracht of het gereedschap niet wordt weergegeven nadat u de taak hebt uitgevoerd, kunt u de taak mogelijk wel toevoegen met behulp van de opdrachten in het menu van het deelvenster Handelingen .
Als u een taak die niet kan worden opgenomen, wilt invoegen nadat u een handeling hebt gemaakt, selecteert u in de handeling het item waarachter u de taak wilt invoegen. Kies vervolgens de desbetreffende opdracht in het menu van het deelvenster Handelingen.
Een niet-opneembare menuopdracht invoegen
-
Selecteer Menu-optie invoegen in het menu van het deelvenster Handelingen .
-
Selecteer de opdracht in het desbetreffende menu of typ de eerste letters van de naam van de opdracht in het tekstvak en selecteer Zoeken.
-
Selecteer OK.
Een pad invoegen
-
Selecteer het pad en kies Pad selecteren invoegen in het menu van het deelvenster Handelingen .
De selectie van een object invoegen
-
Typ een naam voor het object in het vak Tekstblok in het deelvenster Kenmerken voordat u de handeling opneemt. (Selecteer Tekstblok tonen in het menu van het deelvenster Kenmerken om het vak Tekstblok weer te geven.)
-
Wanneer u de handeling opneemt, kiest u Object selecteren in het menu van het deelvenster Handelingen .
-
Voer een naam in voor het object en selecteer OK.
Een stop invoegen
U kunt stops in een handeling opnemen, zodat u een taak kunt uitvoeren die niet kan worden opgenomen (bijvoorbeeld als u een tekengereedschap wilt gebruiken). Nadat u de taak hebt voltooid, selecteert u de knop Afspelen in het deelvenster Handelingen om de handeling te voltooien.
U kunt ook een kort bericht weergeven wanneer de handeling de stop bereikt, zodat u weet wat er moet gebeuren voordat u doorgaat met de handeling. U kunt de knop Doorgaan toevoegen aan het berichtvenster als u verder niets hoeft te doen.
-
Kies op een van de volgende manieren de plaats waar de stop moet komen:
Selecteer de naam van een handeling als u een stop wilt invoegen na de handeling.
Selecteer een opdracht als u een stop wilt invoegen na de opdracht.
-
Kies Stop invoegen in het menu van het deelvenster Handelingen .
-
Typ het bericht dat moet verschijnen.
-
Als u de mogelijkheid wilt hebben om de handeling te vervolgen zonder te stoppen, selecteert u Doorgaan toestaan.
-
Selecteer OK.
Stops kunnen tijdens of na de opname van een handeling worden ingevoegd.
Instellingen wijzigen bij het afspelen van een handeling
Standaard worden handelingen voltooid met de waarden die bij de oorspronkelijke opname van de handelingen zijn opgegeven. Als u de instellingen voor een opdracht binnen een handeling wilt wijzigen, kunt u een modaal besturingselement invoegen. Met een modaal besturingselement kunt u een handeling onderbreken, zodat u waarden kunt invoeren in een dialoogvenster of een model venster kunt gebruiken. (Bij een modaal venster moet u op Enter of Return drukken om het bijbehorende effect toe te passen. Nadat u op Enter of Return hebt gedrukt, worden de taken van de handeling voortgezet.)
Een modaal besturingselement wordt aangeduid met het pictogram van een dialoogvenster links van een opdracht, handeling of set in het deelvenster Handelingen. geeft een handeling of set aan waarin sommige, maar niet alle opdrachten modaal zijn. In de knopmodus kunt u geen modaal besturingselement instellen.
Als u een modaal besturingselement wilt inschakelen voor een opdracht in een handeling, selecteert u het vakje links van de opdrachtnaam. Selecteer het vakje nogmaals om het modale besturingselement uit te schakelen.
Als u modale besturingselementen voor alle opdrachten in een handeling wilt in- of uitschakelen, selecteer u het vakje links van de naam van de handeling.
Als u modale besturingselementen voor alle handelingen in een set wilt in- of uitschakelen, selecteert u het vakje links van de naam van de set.
Opdrachten uitsluiten van een handeling
U kunt opdrachten uitsluiten als u deze niet wilt afspelen als deel van een opgenomen handeling. U kunt geen opdrachten uitsluiten in de knopmodus.
-
Vouw zo nodig de lijst met opdrachten in de handeling uit door in het deelvenster Handeling te klikken op links van de naam van de handeling.
-
Voer een van de volgende stappen uit:
Als u één opdracht wilt uitsluiten, schakelt u het selectievakje
links van de opdrachtnaam uit. Klik nogmaals op het selectievakje om de taak weer op te nemen.
Als u alle opdrachten of handelingen in een handeling of set wilt uitsluiten of opnemen, klikt u op het vinkje
links van de naam van de handeling of de set.
- Als u alle opdrachten behalve de geselecteerde opdracht wilt uitsluiten of opnemen, klikt met ingedrukte Alt- (Windows) of Options-toets (macOS) op het vinkje ervan .
Het vinkje van de bovenliggende handeling wordt gedimd om aan te geven dat sommige opdrachten in de handeling zijn uitgesloten.
De afspeelsnelheid opgeven
U kunt de afspeelsnelheid van een handeling aanpassen of deze pauzeren om een handeling op fouten te kunnen controleren.
-
Kies Afspeelopties in het menu van het deelvenster Handelingen .
-
Selecteer een snelheid en selecteer OK.
Versneld
Speelt de handeling op een normale snelheid af (de standaardinstelling).
Stap voor stap
Voltooit iedere opdracht en tekent de afbeelding opnieuw voordat u doorgaat naar de volgende opdracht in de handeling.
Pauzeren gedurende __ seconden
Geeft aan hoe lang er moet worden gewacht tussen het uitvoeren van twee opdrachten in de handeling.
Opmerking:Wanneer u een handeling versneld afspeelt, wordt het scherm mogelijk niet snel genoeg bijgewerkt en kan het gebeuren dat bestanden worden geopend, gewijzigd, opgeslagen en gesloten zonder dat dit op het scherm zichtbaar is. Zo kan de handeling sneller worden uitgevoerd. Als u de bestanden op het scherm wilt zien terwijl de handeling wordt uitgevoerd, moet u de optie Stap voor stap kiezen.
Handelingen bewerken en opnieuw opnemen
U kunt handelingen heel eenvoudig bewerken en aanpassen. U kunt de instellingen van elke opdracht in een handeling aanpassen, opdrachten aan een bestaande handeling toevoegen of een volledige handeling stap voor stap doorlopen en een bepaalde instelling of alle instellingen wijzigen.
Opdrachten toevoegen aan een handeling
-
Voer een van de volgende stappen uit:
Selecteer de naam van de handeling als u een nieuwe opdracht wilt invoegen aan het eind van de handeling.
Selecteer een opdracht in de handeling als u na de handeling een opdracht wilt invoegen.
-
Selecteer de knop Opname starten.
-
Neem de aanvullende opdrachten op.
-
Als u klaar bent, selecteert u de knop Spelen/opnemen stoppen in het deelvenster Handelingen.
Als u de volgorde van opdrachten binnen een handeling wilt wijzigen, sleept u een opdracht naar de nieuwe locatie binnen dezelfde of een andere handeling in het deelvenster Handelingen. Laat de muisknop los zodra de markeringslijn op de gewenste plaats staat.
Een handeling opnieuw opnemen
-
Selecteer een handeling en kies Opnieuw opnemen in het menu van het deelvenster Handelingen .
-
Als er een modaal venster wordt weergegeven, gebruikt u dit om de instellingen te wijzigen en drukt u op Enter of Return. Als u dezelfde instellingen wilt behouden, drukt u gewoon op Enter of Return.
-
Als er een dialoogvenster wordt weergegeven, wijzigt u de instellingen en selecteert u OK om deze op te nemen. Als u dezelfde waarden wilt gebruiken, selecteert u Annuleren.
Eén taak opnieuw opnemen
-
Selecteer een object van hetzelfde type waarvoor u de handeling opnieuw wilt opnemen. Als een taak bijvoorbeeld alleen beschikbaar is voor vectorobjecten, moet u bij het opnieuw opnemen een vectorobject selecteren.
-
Dubbelklik op de opdracht in het deelvenster Handelingen.
-
Voer de nieuwe waarden in en selecteer OK.
Handelingensets beheren
U kunt sets met handelingen die betrekking hebben op een bepaalde taak maken en ordenen. U kunt deze sets op schijf opslaan en overzetten naar andere computers.
Alle handelingen die u maakt, worden automatisch in het deelvenster Handelingen weergegeven, maar als u een handeling wilt opslaan en niet het risico wilt lopen dat deze handeling verloren gaat als u het bestand met uw voorkeuren (Illustrator) of het bestand van het deelvenster Handelingen (Photoshop) verwijdert, moet u de handeling opslaan als deel van een handelingenset.
Een set handelingen opslaan
-
Selecteer een set.Opmerking:
Als u één handeling wilt opslaan, moet u eerst een handelingenset maken en de handeling naar de nieuwe set verplaatsen.
-
Kies Handelingen opslaan in het menu van het deelvenster Handelingen .
-
Voer een naam in voor de set, kies een locatie en selecteer Opslaan.
U kunt het bestand op de gewenste locatie opslaan. U kunt alleen de volledige inhoud van een set in het deelvenster Handelingen opslaan. Afzonderlijke handelingen kunnen niet worden opgeslagen.
Een set handelingen laden
-
Kies Handelingen laden in het menu van het deelvenster Handelingen .
-
Zoek en selecteer het bestand met de handelingenset en klik op Openen.
De standaardset met handelingen herstellen
-
Kies Handelingen herstellen in het menu van het deelvenster Handelingen .
-
Selecteer OK om de huidige handelingen in het deelvenster Handelingen te vervangen door de standaardset of selecteer Toevoegen om de set standaardhandelingen toe te voegen aan de huidige handelingen in het deelvenster Handelingen.
Handelingensets ordenen
U kunt uw handelingen beter organiseren door ze onder te brengen in sets die u opslaat op een schijf. U kunt handelingensets maken voor verschillende soorten werk, bijvoorbeeld drukwerk en online publicaties, en deze sets kopiëren naar andere computers.
- Als u een nieuwe set handelingen wilt maken, selecteert u de knop Nieuwe set maken in het deelvenster Handelingen, voert u de naam van de set in en selecteert u OK.
- Als u een handeling naar een nieuwe set wilt verplaatsen, sleept u de handeling naar de desbetreffende set. Laat de muisknop los zodra de markeringslijn op de gewenste plaats staat.
- Als u de naam van de handelingenset wilt wijzigen, kiest u Setopties in het menu van het deelvenster Handelingen , voert u de nieuwe naam van de set in en selecteert u OK.
- Als u alle handelingen in het deelvenster Handelingen wilt vervangen door een nieuwe set, kiest u Handelingen vervangen in het menu van het deelvenster Handelingen . Selecteer een handelingenbestand en selecteer Openen.
- Als u een nieuwe handeling wilt maken en deze in een nieuwe set wilt onderbrengen, maakt u eerst de nieuwe set. De nieuwe set wordt vervolgens in het pop-upmenu voor sets weergegeven wanneer u de nieuwe handeling maakt.
- Met de opdracht Handelingen vervangen vervangt u alle sets handelingen in het huidige document. Voordat u deze opdracht gebruikt, wordt het aangeraden een kopie van de huidige set handelingen op te slaan via de opdracht Handelingen opslaan.
Een handeling uitvoeren op een batch bestanden
Met de opdracht Batch kunt u een handeling uitvoeren op alle bestanden en alle submappen in een map. U kunt de opdracht Batch ook gebruiken om een sjabloon voor gegevensgestuurde afbeeldingen te vullen met verschillende sets gegevens.
-
Kies Batch in het menu van het deelvenster Handelingen.
-
Selecteer bij Afspelen de handeling die u wilt afspelen.
-
Kies bij Bron de map waarvoor de handeling moet worden uitgevoerd of selecteer Gegevenssets als u de handeling wilt afspelen voor elke gegevensset in het huidige bestand.
Als u een map selecteert, kunt u aanvullende opties voor het afspelen van de handeling instellen.
-
Geef bij Bestemming op wat er met de verwerkte bestanden moet gebeuren. U kunt de bestanden geopend laten zonder de wijzigingen op te slaan (Geen), de bestanden sluiten en opslaan op de huidige locatie (Opslaan en sluiten) of de bestanden op een andere locatie opslaan (Map).
Afhankelijk van de optie die u selecteert voor Bestemming, kunt u aanvullende opties instellen voor het opslaan van de bestanden.
-
Geef aan wat er bij de batchverwerking moet worden gedaan als er fouten optreden. Als u Fouten opslaan naar bestand selecteert, selecteert u Opslaan als en geeft u het foutbestand een naam.
-
Selecteer OK.
Opmerking:Als u meerdere handelingen in een batch wilt verwerken, maakt u een nieuwe handeling en neemt u de opdracht Batch op voor iedere handeling die u wilt gebruiken. Met deze techniek kunt u ook meerdere mappen in één batch verwerken. Als u meerdere mappen in een batch wilt verwerken, maakt u aliassen in een map naar de andere mappen die u wilt verwerken.
Als u bij Bron de optie Map selecteert, kunt u de volgende opties instellen:
"Openen"-opdrachten van handelingen negeren |
Hiermee worden de bestanden uit de opgegeven map geopend en worden eventuele Openen-opdrachten genegeerd die zijn opgenomen als onderdeel van de oorspronkelijke handeling. |
Inclusief alle submappen |
Hiermee verwerkt u alle bestanden en mappen in de opgegeven map. |
Als de handeling opdrachten voor opslaan of exporteren bevat, kunt u de volgende opties instellen:
"Opslaan"-opdrachten van handelingen negeren |
Hiermee slaat u de verwerkte bestanden op in de opgegeven doelmap en niet op een locatie die is opgenomen in de handeling. Selecteer Kiezen om de doelmap op te geven. |
"Exporteren"-opdrachten van handelingen negeren |
Hiermee exporteert u de verwerkte bestanden naar de opgegeven doelmap en niet naar een locatie die is opgenomen in de handeling. Selecteer Kiezen om de doelmap op te geven. |
Als u Gegevenssets kiest voor Bron, kunt u een optie instellen voor het genereren van bestandsnamen als de opdrachten Opslaan en Exporteren worden genegeerd:
Bestand en nummer |
Hiermee genereert u de bestandsnaam door de bestandsnaam van het oorspronkelijke document te nemen, de extensie ervan te verwijderen en vervolgens een nummer van drie cijfers toe te voegen dat correspondeert met de gegevensset. |
Bestand en naam gegevensset |
Hiermee genereert u de bestandsnaam door de bestandsnaam van het oorspronkelijke document te nemen, de extensie ervan te verwijderen en vervolgens een onderstrepingsteken en de naam van de gegevensset toe te voegen. |
Naam gegevensset |
Hiermee genereert u de bestandsnaam door de naam van de gegevensset te gebruiken. |
Verwante bronnen
Praat met ons
Als u een vraag hebt of een idee wilt delen, sluit u dan aan bij de Adobe Illustrator-community. Wij horen graag van u.