In Adobe Bridge kunt u een voorbeeld van de afbeeldingen weergeven in het deelvenster Voorvertoning, in Voorvertoning op volledig scherm en in de revisiemodus. In het deelvenster Voorvertoning worden maximaal negen miniatuurafbeeldingen weergegeven zodat u die snel kunt vergelijken. In Voorvertoning in volledig scherm worden de afbeeldingen op het volledige scherm weergegeven. In de revisiemodus worden afbeeldingen weergegeven in een volledige scherm waarin u door de afbeeldingen kunt bladeren, uw selectie kunt verfijnen, afbeeldingen een label en beoordeling kunt geven en kunt roteren en afbeeldingen kunt openen in Camera Raw.
Met de opdracht Diavoorstelling kunt u miniaturen weergeven als een presentatie die op het volledige scherm wordt weergegeven. Dit is een eenvoudige manier om met grote versies van alle afbeeldingsbestanden in een map te werken. Tijdens een diavoorstelling kunt u afbeeldingen pannen en op afbeeldingen in- en uitzoomen, en u kunt opties instellen voor de weergave van de diavoorstelling, inclusief de overgangen en bijschriften.
Weergaveopties:
Hier kunt u extra beeldschermen verduisteren, de diavoorstelling herhalen of in- en uitzoomen.
Diaopties:
Hier kunt u de weergaveduur van de dia's, onderschriften en de diaschaal opgeven.
Overgangsopties:
Hier kunt u de stijl en de snelheid van de overgang opgeven.
Opmerking: Als u meerdere afbeeldingen selecteert voordat u naar Voorvertoning op volledig scherm gaat, doorloopt u met de Pijl-rechts en Pijl-links de geselecteerde afbeeldingen.
De revisiemodus is een speciale schermvullende weergave waarin u door een selectie van foto's kunt bladeren, de selectie kunt verfijnen en elementaire bewerkingen kunt verrichten. In de revisiemodus worden de afbeeldingen weergegeven in een draaiende 'caroussel', waardoor u interactief kunt bladere.n
Klik op de knoppen met de pijl naar links of rechts in de linkerbenedenhoek van het scherm of druk op de toets Pijl-links of Pijl-rechts op het toetsenbord om naar de vorige of de volgende afbeelding te gaan.
Sleep de voorgrondafbeelding naar rechts of links om de vorige of volgende afbeelding naar voren te halen.
Klik op een afbeelding op de achtergrond om deze naar voren te halen.
Sleep een afbeelding van de onderkant van het scherm af om deze uit de selectie te verwijderen. U kunt ook op de knop met de pijl omlaag in de linkerbenedenhoek van het scherm klikken.
Klik met de rechtermuisknop (Windows) of terwijl u Control ingedrukt houdt (Mac OS) op een afbeelding om er een waardering aan toe te kennen, er een label op toe te passen, de afbeelding te roteren of om de afbeelding te openen.
Druk op ] om de voorgrondafbeelding 90° met de wijzers van de klok mee te roteren. Druk op [ om de afbeelding 90° tegen de wijzers van de klok in te roteren.
Als u de revisiemodus wilt afsluiten, drukt u op Esc of klikt u op de X-knop in de rechterbenedenhoek van het scherm.
Klik op de knop Nieuwe verzameling in de rechterbenedenhoek van het scherm om een verzameling te maken van de geselecteerde afbeeldingen en de revisiemodus af te sluiten.
Als u sneltoetsen wilt weergeven voor gebruik in de revisiemodus, drukt u in de revisiemodus op H.
Met het vergrootglas kunt u een gedeelte van een afbeelding uitvergroten. Het vergrootglas is beschikbaar in het deelvenster Voorbeeld en op de voorste of de geselecteerde afbeelding in de revisiemodus. Als de afbeelding met minder dan 100% wordt weergegeven, vergroot het gereedschap Vergrootglas tot 100%. U kunt één vergrootglas per afbeelding weergeven.
Selecteer deze optie als diavoorstellingen of afbeeldingen niet goed worden weergegeven in het deelvenster Voorvertoning, in Voorvertoning op volledig scherm of in de revisiemodus. Als u softwarerendering gebruikt voor voorbeelden, worden voorbeelden correct weergegeven, maar neemt de weergavesnelheid neemt af en kunnen zich andere beperkingen voordoen.
Softwarerendering wordt automatisch ingeschakeld op computers met minder dan 64 MB VRAM en op systemen met twee monitoren met minder dan 128 MB VRAM.
U moet mogelijk het opnametijdstip van uw afbeeldingsbestanden wijzigen als u naar een andere tijdzone reist en u niet de datum of tijdinstelling van uw camera aanpast voordat u foto's begint te maken. Met Bridge kunt u het opnametijdstip van de JPEG- en RAW-afbeeldingsbestanden wijzigen.
Om het opnametijdstip te wijzigen, selecteert u een of meerdere afbeeldingsbestanden en volgt u onderstaande stappen:
Het dialoogvenster Opnametijdstip bewerken wordt weergegeven, zoals u hieronder kunt zien:
In het dialoogvenster Opnametijdstip bewerken, in het gedeelte Type aanpassing, geeft u het volgende op:
Klik op Wijzigen, om de wijzigingen in de geselecteerde bestanden toe te passen.
Om het oorspronkelijke opnametijdstip terug te zetten, selecteert u de afbeelding en doet u een van het volgende:
Aanmelden bij je account