Handboek Annuleren

Afbeeldingsperspectief corrigeren met Geometrie

Leer hoe u de Geometrie-instellingen gebruikt om het perspectief in een afbeelding te corrigeren.

Adobe Camera Raw heeft vier voorinstellingen voor Upright die u kunt gebruiken voor het corrigeren van perspectief: Automatisch, Vlak, Verticaal, Volledig en Met hulplijnen. Nadat u een Upright-modus hebt toegepast, kunt u de afbeelding verder aanpassen door de beschikbare schuifregelaarinstellingen voor transformatie handmatig te wijzigen.

Tip:

Pas eventueel beschikbare lenscorrectieprofielen voor uw camera- en lenscombinatie toe voordat u een van de Upright-voorinstellingen gebruikt. Het lenscorrectieprofiel bereidt de afbeelding voor op een betere analyse van de vervormingscorrectie.

Lensvervorming handmatig corrigeren met de Upright-voorinstellingen

  1. Voer een van de volgende handelingen uit:

    • Open een Camera Raw-bestand.
    • Open de afbeelding in Photoshop en klik op Filter > Camera Raw-filter.
  2. (Optioneel) Ga in het dialoogvenster Camera Raw naar het deelvenster Lenscorrecties. Op het tabblad Profiel schakelt u het selectievakje Correcties lensprofiel inschakelen in.

    Opmerking:

    U wordt met klem aangeraden om lensprofielcorrectie op basis van uw camera- en lenscombinatie in te schakelen voordat u de foto verwerkt met de Upright-voorinstellingen.

  3. Selecteer een Upright-voorinstelling om uw foto te corrigeren.

    Automatischhiermee past u een set gebalanceerde perspectiefcorrecties toe.

    Vlakhiermee past u een perspectiefcorrectie toe om ervoor te zorgen dat de afbeelding vlak is.

    Verticaalhiermee past u vlaktecorrecties en verticale perspectiefcorrecties toe.

    Volledighiermee past u vlaktecorrecties, en verticale en horizontale perspectiefcorrecties toe.

    Met hulplijnenhiermee kunt u twee of meer hulplijnen tekenen op uw foto om perspectiefcorrectie aan te passen. Dat doet u als volgt:

    • Teken de hulplijnen direct op uw foto om te markeren welke gedeelten van de afbeelding met de horizontale of verticale as moeten worden uitgelijnd.
    • Nadat u ten minste twee hulplijnen hebt getekend, wordt de foto interactief getransformeerd.
    Opmerking:

    Als u de vijf Upright-modi probeert en het selectievakje Correcties lensprofiel inschakelen (Lenscorrectie > Profiel) in- of uitschakelt, klikt u op de koppeling Bijwerken onder de knoppen voor de Upright-voorinstellingen.

  4. Selecteer Uitsnijden beperken om de randen van een afbeelding na lenscorrecties automatisch bij te snijden om eventuele lege of vervormde gebieden te verwijderen. 

  5. Naast de automatische correctieopties kunt u het perspectief van een foto ook handmatig aanpassen. Gebruik de schuifregelaars om de perspectiefcorrecties te corrigeren: Verticaal, Horizontaal, Roteren, Verhouding, Schaal, Verschuiving X, Verschuiving Y.

  6. Als u het perspectief hebt aangepast met de tool Upright, kunnen er lege of transparante gebieden langs een of meer randen van de foto ontstaan. U kunt deze gebieden vullen met Generatief uitbreiden.

Verwante informatie

Krijg sneller en gemakkelijker hulp

Nieuwe gebruiker?