Selecteer het pictogram Mijn foto's te openen. U kunt Cloud of Lokaal selecteren voor het openen van uw foto's.
om het deelvenster- Handboek Adobe Lightroom
- Inleiding
- Leren in de app
- Foto's toevoegen, importeren en vastleggen
- Foto's ordenen
- Foto's bewerken
- Foto's bewerken
- Foto's bewerken in Lightroom voor mobiele apparaten (iOS)
- Foto's bewerken in Lightroom voor mobiele apparaten (Android)
- Snel foto's bewerken met Snelle handelingen in Lightroom voor mobiele apparaten (Android)
- Snel foto's bewerken met Snelle handelingen in Lightroom voor mobiele apparaten (iOS)
- Voorinstellingen in Lightroom
- Voorinstellingen in Lightroom voor mobiele apparaten (Android)
- Tool Bijsnijden, Rotatie en Geometrie in Lightroom
- De tool Verwijderen in Lightroom
- De tool Verwijderen in Lightroom voor mobiele apparaten (iOS)
- De tool Verwijderen in Lightroom voor mobiele apparaten (Android)
- Deelvenster Bewerken in Lightroom
- Maskeren in Lightroom
- Vage lens in Lightroom
- Foto's samenvoegen tot HDR's, panorama's en HDR-panorama's
- HDR-foto's bewerken
- HDR-foto's bewerken in Lightroom voor mobiele apparaten (iOS)
- HDR-foto's bewerken in Lightroom voor mobiele apparaten (Android)
- Eenvoudig de afbeeldingskwaliteit verbeteren in Lightroom
- Foto's bewerken in andere apps
- Meer informatie over Content Credentials
- Content Credentials toevoegen in Lightroom voor mobiele apparaten (Android)
- Content Credentials toevoegen in Lightroom voor mobiele apparaten (iOS)
- Foto's bewerken
- Video's bewerken
- Opslaan, delen en exporteren
- Lightroom voor mobiele apparaten en op internet
- Aan de slag met Lightroom voor mobiele apparaten (iOS)
- Aan de slag met Lightroom voor mobiele apparaten (Android)
- Adobe Photoshop Lightroom op internet
- De app Lightroom voor Apple TV installeren
- Snelkoppelingen gebruiken in Lightroom voor mobiele apparaten (iOS en Android)
- Adobe Photoshop Lightroom voor mobiele apparaten en Apple TV | Veelgestelde vragen
- Lightroom-foto's en -video's weergeven op uw tv
- Voorinstellingen toevoegen/synchroniseren met mobiele apparaten
- Foto's migreren
- Problemen oplossen
Leer hoe u foto's bewerkt met de verschillende bewerkingsfuncties en voorinstellingen in Lightroom (voor desktop).
Lightroom biedt verschillende functies en tools waarmee u uw foto's kunt verfijnen. Experimenteer met de bewerkingstools in Lightroom om specifieke gebieden in uw foto's nauwkeurig aan te passen en tot een creatief resultaat te komen. U kunt uw bewerkte foto's ook delen met andere fotografen en de Lightroom-community.
Werkt u op een mobiel apparaat met Lightroom? Zie Foto's bewerken in Lightroom voor mobiele apparaten (iOS) en Foto's bewerken in Lightroom voor mobiele apparaten (Android).
Zie Video's bewerken voor meer informatie over het bewerken van video's in Lightroom.
-
Cloud
Selecteer deze optie om foto's te openen die zijn gesynchroniseerd en opgeslagen in de Lightroom-cloud.
Lokaal
Selecteer deze optie om rechtstreeks toegang te krijgen tot foto's die lokaal op uw apparaat zijn opgeslagen. U hoeft de afbeeldingen niet te importeren of te synchroniseren. De bewerkingen worden automatisch opgeslagen zodra u de lokale afbeeldingen bewerkt in Lightroom.
Tip:Meer informatie over Toegang tot foto's in Lightroom.
-
Als u zich in de weergave Fotoraster () of Raster met vierkante cellen () bevindt, selecteert u de foto die u wilt bewerken. Selecteer nu het pictogram () in de werkbalk aan de onderkant om over te schakelen naar de weergave Detail.
Als u zich al in weergave Detail () bevindt, selecteert u de foto die u wilt bewerken in de filmstrip onderin uw huidige selectie.
Opmerking:De bewerkingsfuncties zijn alleen beschikbaar in de weergave Detail. Vanaf de Lightroom-versie van oktober 2023 kunt u Puntkleur gebruiken om specifieke kleuren in een foto aan te passen.
-
Om het deelvenster Bewerken te openen in de weergave Detail, selecteert u het pictogram () in de rechterbovenhoek.
Uitknipindicatoren voor hooglichten en schaduwen
U kunt de uitknipindicatoren voor hooglichten en schaduwen in de bovenste hoeken van het histogram bekijken om te zien welke gebieden in uw foto respectievelijk te licht of te donker zijn terwijl u bewerkingen aanbrengt.
Ga als volgt te werk om de uitgeknipte hooglichten en schaduwen in uw foto weer te geven:
-
Selecteer in de weergave Detail () een foto die u wilt bewerken. Selecteer het pictogram () in de rechterbovenhoek om het deelvenster Bewerken weer te geven.
-
Selecteer in het deelvenster Bewerken het menupictogram met de drie puntjes en selecteer Histogram tonen.
-
In het histogram:
- Als de uitknipindicator linksboven oplicht (het driehoekje in de uitknipindicator is wit), is dat een teken dat schaduwen in uw foto zijn uitgeknipt. Klik op de witte indicator om de schaduwen in uw foto weer te geven. De schaduwen worden weergegeven als een blauw overlaymasker.
- Als de uitknipindicator rechtsboven oplicht (het driehoekje in de uitknipindicator is wit), is dat een teken dat hooglichten in uw foto zijn uitgeknipt. Klik op de witte indicator om de hooglichten in uw foto weer te geven. De hooglichten worden weergegeven als een rood overlaymasker.
-
Klik nogmaals op de witte uitknipindicator links- of rechtsboven om de desbetreffende uitgeknipte gedeeltes in de foto te verbergen.
Opmerking:- U kunt ook op de toets J drukken om de uitgeknipte schaduwen en hooglichten in de foto te tonen of te verbergen.
- Klik met de rechtermuisknop (Windows) of houd Cmd ingedrukt en klik (macOS) op het histogram en schakel Kleurverlies tonen in histogram uit om de uitknipindicatoren te verbergen in het histogram.
In dit artikel vindt u meer informatie over:
Voorinstellingen en profielen (inclusief aangepaste gebruikersvoorinstellingen en profielen van derden) worden automatisch gesynchroniseerd met Lightroom voor desktop en mobiele apparaten. De aangepaste gebruikersvoorinstellingen en profielen worden niet gesynchroniseerd met Lightroom Classic voor desktop.
Met profielen kunt u bepalen hoe kleuren en tinten in uw foto's worden weergegeven. De profielen in het deelvenster Profiel dienen als startpunt of basis voor het bewerken van afbeeldingen.
Als u een profiel toepast op de foto, wordt de waarde van de andere bewerkingsregelaars niet gewijzigd of overschreven. U kunt dus al uw foto's bewerken zoals u wilt en vervolgens een profiel op de bewerkte afbeelding toepassen.
Door profielen bladeren en ze toepassen
Ga als volgt te werk om naar profielen te bladeren en deze toe te passen:
-
Als u zich in de weergave Fotoraster () of Raster met vierkante cellen () bevindt, selecteert u een foto die u wilt bewerken. Klik nu op het pictogram () in de werkbalk aan de onderkant om over te schakelen naar de weergave Detail.
Als u zich al in de weergave Detail () bevindt, selecteert u een foto die u wilt bewerken in de filmstrip onder aan uw huidige selectie.
Klik op het pictogram () in de rechterbovenhoek om het deelvenster Bewerken te openen.
In het deelvenster Profiel aan de bovenkant gebruikt u het pop-upmenu Profiel om snel toegang te krijgen tot Adobe Raw-profielen. Om andere beschikbare profielen te bekijken klikt u op Bladeren.
Opmerking:Wanneer u foto's importeert, worden de profielen Adobe Color en Adobe Monochrome standaard toegepast op respectievelijk kleur- en zwart-witfoto's.
-
Vouw een van de profielgroepen (zie hieronder) uit om de beschikbare profielen in die groep te zien.
Opmerking:Terwijl u door de profielen in het deelvenster Profiel bladert, klikt u op het menu met de drie puntjes om toegang te krijgen tot de weergave- en filteropties. U kunt ervoor kiezen deze profielen weer te geven als een Lijst, als een Raster met miniaturen of als Grote miniaturen. U kunt de profielen ook filteren om te worden weergegeven als 'type': Kleur of Z-W.
Favorieten:
Geeft de profielen weer die u hebt gemarkeerd als favoriet. Zie Een profiel toevoegen aan Favorieten.
Creatieve profielen voor RAW- en niet-RAW-foto's
Creatieve profielen werken met elk bestandstype, inclusief RAW-foto's, JPEG en TIFF. Deze profielen zijn ontworpen om een bepaalde stijl of een bepaald effect toe te passen op uw foto.
Artistiek: gebruik deze profielen voor een meer opvallende kleurweergave in uw foto, met sterkere kleurverschuivingen.
Zwart-wit: gebruik deze profielen voor optimale tintgradaties in zwart-witfoto's.
Modern: gebruik deze profielen voor unieke effecten die passen bij moderne fotografische stijlen.
Vintage: gebruik deze profielen om de effecten van ouderwetse foto's te repliceren.
Profielen voor RAW-foto's
De volgende profielgroepen verschijnen wanneer u een RAW-foto bewerkt.
Adobe Raw: Adobe Raw-profielen verbeteren de kleurweergave aanzienlijk en bieden een goed uitgangspunt voor het bewerken van RAW-afbeeldingen. Adobe Color-profielen zijn ontworpen om elke afbeelding een goede kleur- en tintbalans te geven en worden standaard toegepast op de RAW-foto's die u importeert in Lightroom.
Camera Matching: geeft profielen weer op basis van het cameramerk of -model van uw RAW-foto. Gebruik Camera Matching-profielen als u de kleurweergave in uw RAW-bestanden liever wilt laten overeenkomen met wat u ziet op het scherm van uw camera.
Verouderd: geeft verouderde profielen uit eerdere versies van de Lightroom-app weer.
Opmerking:
Wanneer u een van de profielen Artistiek, Zwart-wit, Modern of Vintage toepast, verschijnt in Lightroom een extra schuifregelaar Hoeveelheid waarmee u de intensiteit van het profiel kunt instellen.
-
Plaats de muisaanwijzer boven een profiel om een voorvertoning van het effect ervan weer te geven op de foto. Klik op het profiel om het toe te passen op uw foto.
Een profiel toevoegen aan Favorieten
U voegt als volgt een profiel toe aan de profielgroep Favorieten:
- Als u in de weergave Raster of Groot door de profielen bladert, houdt u de aanwijzer boven de miniatuur van een profiel en klikt u op het sterpictogram dat in de rechterbovenhoek van de miniatuurweergave verschijnt.
- Als u in de weergave Lijst door de profielen bladert, houdt u de aanwijzer boven het profiel en klikt u op het sterpictogram dat naast de profielnaam verschijnt.
Profielen importeren
U kunt ook cameraprofielen van derden in een XMP-indeling importeren. Ga als volgt te werk:
-
Klik in het deelvenster Profiel op Bladeren.
-
Klik op het menu met de drie puntjes in de rechterbovenhoek van het deelvenster Profiel. Selecteer vervolgens de optie Profielen importeren in het pop-upmenu.
-
In het dialoogvenster Profielen importeren dat wordt weergegeven, bladert u naar het gewenste pad en selecteert u een of meerdere XMP-profielen.
-
Klik op Importeren.
Profielen beheren
Met Lightroom kunt u verschillende profielgroepen tonen of verbergen die worden weergegeven in de Profielbrowser - Adobe Raw, Camera matching, Verouderd, Artistiek, Zwart wit, Modern, Vintage, of andere profielen die u hebt geïmporteerd.
Voer de onderstaande stappen uit om profielgroepen te tonen/verbergen in Lightroom:
Opmerking:
Uw instellingen om profielgroepen te tonen/verbergen zijn specifiek voor elke computer of elk apparaat. U kunt bijvoorbeeld enkele profielgroepen verbergen in Lightroom voor desktop maar ze blijven zichtbaar in Lightroom op uw mobiele apparaat en vice versa.
-
Klik op het pictogram () in de rechterbovenhoek om het deelvenster Bewerken te openen.
Klik in het deelvenster Profiel bovenin op Bladeren.
-
Klik op het menu met de drie puntjes in de rechterbovenhoek van het deelvenster Profiel. Selecteer vervolgens de optie Profielen beheren in het pop-upmenu.
-
Selecteer onder Beheren de profielgroepen die u wilt weergeven in de Profielbrowser. Deselecteer onder Beheren de profielgroepen die u wilt verbergen in de Profielbrowser.
-
Klik op Terug om terug te keren naar de Profielbrowser.
Profielbrowser geeft nu alleen die profielgroepen weer die u hebt geselecteerd bij de optie Profielen beheren.
Met de schuifregelaars in het deelvenster Licht kunt u het algehele toonbereik van uw afbeelding aanpassen. Meer informatie over de lokale aanpassingen in de tool Licht.
Klik in het deelvenster Licht op de knop Automatisch als u wilt dat Lightroom automatisch de beste bewerkingen voor deze schuifregelaars toepast op uw foto's: Belichting, Contrast, Hooglichten, Schaduwen, Witte tinten, Zwarte tinten, Verzadiging en Levendigheid.
Het toonbereik nauwkeurig instellen met de Curve (Kleurtintcurve)
Met Curve in het deelvenster Licht hebt u meer controle over het toonbereik en contrast van uw foto.
De horizontale as vertegenwoordigt de oorspronkelijke kleurtoonwaarden (invoerwaarden), met zwart aan de linkerkant en geleidelijk lichter wordende waarden naar rechts. De verticale as vertegenwoordigt de gewijzigde kleurtoonwaarden (uitvoerwaarden), met zwart aan de onderkant en overgaand in lichtere waarden aan de bovenkant.
Wanneer een punt in de curve omhoog wordt verplaatst, wordt de tint lichter. Wordt een punt omlaag verplaatst, dan wordt de tint donkerder. Een rechte lijn van 45 graden geeft aan dat de kleurtintschaal niet is gewijzigd: de oorspronkelijke invoerwaarden komen exact overeen met de uitvoerwaarden.
Selecteer Curve en sleep deze omhoog of omlaag om de curve aan te passen. Terwijl u sleept, worden het desbetreffende gebied en de nieuwe kleurtintwaarde rechtsonder in de kleurtintcurve weergegeven.
- Kies een Puntcurve-optie: RGB-kanalen, Rood kanaal, Groen kanaal of Blauw kanaal.
- Selecteer de curve om een Controlepunt toe te voegen. Klik met de rechtermuisknop (Windows) of houd Control ingedrukt en klik (Mac OS) en kies Controlepunt verwijderen in het menu om een controlepunt te verwijderen. Sleep een punt om het te bewerken.
- (Optioneel) Selecteer een optie in het vervolgkeuzemenu Curve (rechtsonder): Lineair, Normaal contrast of Hoog contrast.
- U kunt op elk gewenst moment een lineaire curve herstellen door met de rechtermuisknop te klikken (Windows) of Control ingedrukt te houden en te klikken (macOS) op een willekeurige locatie in de grafiek en Kanaal herstellen te kiezen.
- Gebruik de schuifregelaar Verzadiging verfijnen om de verzadiging aan te passen in het RGB-kanaal.
Doelgerichte bewerkingen uitvoeren met de kleurmixer
De kleurmixer geeft u meer controle over specifieke kleuren in uw foto. Hiermee kunt u specifieke kleurmonsters van het gewenste gebied aanpassen op de plaats waar u de muisaanwijzer sleept, zodat u de kleurtoon, verzadiging of luminantie van de kleuren onder de aanwijzer kunt aanpassen.
Kleuren aanpassen met de tool Kleurmixer:
- Selecteer het pictogram Kleurtoon, Verzadiging of Luminantie.
in de zwevende werkbalk om de Kleurmixer-besturingselementen zichtbaar te maken. Kies de instelling die u wilt aanpassen: - Plaats de aanwijzer boven de kleur in de foto die u wilt aanpassen. Sleep horizontaal in de foto om de geselecteerde instelling voor de kleur te verhogen of te verlagen. Sleep naar rechts om de waarden te verhogen en naar links om ze te verlagen.
Gebruik het besturingselement Puntkleur om precieze, nauwkeurige en gedetailleerde kleurverfijningen in een foto te krijgen. U kunt nu een afzonderlijke kleur in een foto selecteren en verfijnen via Kleurtoon, Verzadiging en Luminantie. Puntkleur kan ook worden gebruikt met maskers, zodat u meer controle hebt over specifieke kleuren waarbij de levendigheid van de hele afbeelding behouden blijft.
-
Gebruik de kiezer om een specifieke kleur te selecteren in de foto of de kleurselector in het kleurveld. Er wordt een staal van de geselecteerde kleur gemaakt naast de kiezer. U kunt per keer maximaal acht stalen maken en opslaan.
-
Verfijn uw selectie in het deelvenster met de schuifregelaars Verschuiving in kleurtoon, Verschuiving in verzadiging en Verschuiving in luminantie. U kunt de voor-en-na-verschuivingen in de afbeelding bekijken op de kleurenbalk onder het kleurveld. De oorspronkelijke kleur wordt weergegeven op de eerste helft van de balk en de verschoven kleur op de tweede helft.
-
Met de schuifregelaar Bereik bepaalt u het bereik van de desbetreffende kleuren. U kunt specifieke verbeteringen aanbrengen in Kleurtoonbereik, Verzadigingsbereik en Luminantiebereik.
-
Selecteer Bereik visualiseren als u alleen de gebieden wilt weergeven die worden beïnvloed door de huidige kleurselectie.
U kunt de instellingen voor de schuifregelaars opnieuw instellen door Herstellen te selecteren of te dubbelklikken op de toegepaste instelling.
Kleurtinten toevoegen aan uw foto's met Kleurverlopen toepassen
Met de functie Kleurverlopen toepassen kunt u een kleurtint toevoegen aan de schaduwen, middentonen en hooglichten van een foto. U kunt deze optie uitproberen om uw afbeeldingen te stileren door een kleur toe te voegen uit het tegenoverliggende kleurenwiel. Schaduwen en hooglichten komen zo duidelijker naar voren.
-
Selecteer een kleur door het kleurenwiel te slepen. U kunt het kleurverloop handmatig aanpassen met de schuifregelaars Middentonen, Schaduwen en Hooglichten.
-
U kunt de drie opties selecteren door de specifieke pictogrammen in de menubalk te kiezen en nauwkeurige aanpassingen aan te brengen in de vereiste gebieden.
-
Selecteer Globaal als u een tint wilt toevoegen aan de hele afbeelding. U kunt Kleurtoon, Verzadiging en Luminantie handmatig aanpassen.
-
Speel met de schuifregelaars Overvloeien en Balans om een overgang te creëren tussen Middentonen, Schaduwen en Hooglichten.
Textuur:
Hiermee egaliseert of accentueert u details met structuur in een foto. Verplaats de schuifregelaar naar links om details te egaliseren of naar rechts om details te accentueren. Wanneer u de schuifregelaar Textuur aanpast, verandert de kleur of de tint niet.
Lokaal contrast:
Hiermee wijzigt u het contrast rondom de randen van objecten in uw foto. Verplaats de schuifregelaar naar links om randen te verzachten of naar rechts om randcontrast te verhogen.
Nevel verwijderen:
Verplaats de schuifregelaar naar links om gesimuleerde nevel toe te voegen of naar rechts om nevel te verwijderen.
Vignet:
Hiermee maakt u de buitenste randen van de foto lichter of donkerder. Pas de schuifregelaars voor vignetten aan:
- Doezelaar: Met lagere waarden wordt de verzachting tussen het vignet en de omringende pixels van het vignet gereduceerd. Hogere waarden leiden tot meer verzachting.
- Middelpunt: Met lagere waarden wordt de aanpassing Hoeveel toegepast op een groter gebied bij de hoeken vandaan. Met hogere waarden blijft de aanpassing beperkt tot een gebied dichter bij de hoeken.
- Ronding: Met lagere waarden wordt het vigneteffect ovaalvormig. Met hogere waarden wordt het vigneteffect ronder.
- Hooglichten: Hiermee bepaalt u de mate van hooglichtcontrast die behouden blijft wanneer de waarde voor Hoeveel negatief is. Geschikt voor foto's met kleine hooglichten, zoals kaarsen en lampen.
Met de schuifregelaars in het deelvenster Detail kunt u uw foto's verscherpen om de scherpte van de randen te verbeteren en de details naar voren te brengen, en afbeeldingsruis verwijderen die de kwaliteit van een foto nadelig kan beïnvloeden. Afbeeldingsruis bestaat uit luminantieruis (grijswaarden), die een afbeelding korrelig maakt, en chromaruis (kleurruis), die meestal de vorm heeft van gekleurde artefacten in de afbeelding. Foto's die zijn genomen met hoge ISO-snelheden kunnen merkbare ruis bevatten.
Verscherpen:
Verplaats de schuifregelaar naar rechts voor meer detail.
- Straal: Hiermee past u de grootte aan van de details waarop de verscherping wordt toegepast. Gebruik een lage straalinstelling voor foto's met veel details. Een grotere straal is geschikter voor foto's met grovere details. Wanneer u een te grote straal instelt, oogt het resultaat onnatuurlijk.
- Detail: Hiermee bepaalt u hoeveel vaak voorkomende gegevens worden verscherpt in de afbeelding en in hoeverre de verscherping de randen benadrukt. Bij een lagere instelling worden vooral de randen verscherpt om vervaging te verwijderen. Hogere waarden zijn vooral nuttig als u structuren in de afbeelding meer in het oog wilt doen springen.
- Masker: Hiermee bestuurt u een randmasker. Als u nul (0) kiest, worden alle aspecten van de afbeelding in dezelfde mate verscherpt. Als u 100 kiest, blijft het verscherpen grotendeels beperkt tot de gebieden bij de scherpste randen.
Ruis verminderen
Afbeeldingen met ruis automatisch corrigeren met door AI-aangedreven Ruis verminderen.
Ruisreductie:
Verplaats de schuifregelaar met de hand naar rechts voor minder luminantieruis.
- Detail: Hiermee wordt de drempel voor luminantiedetail ingesteld. Handig voor foto's met veel ruis. Hogere waarden behouden meer details, maar de resultaten kunnen meer ruis bevatten. Lagere waarden geven resultaten met minder ruis, maar verwijderen wellicht ook details.
- Contrast: Hiermee wordt het luminantiecontrast ingesteld. Handig voor foto's met veel ruis. Hogere waarden behouden het contrast, maar kunnen vlekken met ruis veroorzaken. Lagere waarden geven resultaten met minder ruis, maar wellicht ook minder contrast.
Reductie kleurruis:
Verplaats de schuifregelaar naar rechts voor minder kleurruis.
- Detail: Hiermee wordt de drempel voor kleurdetail ingesteld. Hogere waarden beschermen dunne, gedetailleerde en gekleurde randen, maar kunnen zorgen voor kleurspikkels. Lagere waarden verwijderen kleurspikkels, maar kunnen overvloeien van kleuren veroorzaken.
- Vloeiendheid: Hogere waarden zorgen voor een zachter effect op kleurspikkels.
Korrel:
Verplaats de schuifregelaar naar rechts om filmkorrel toe te voegen.
- Grootte: Hiermee bepaalt u de grootte van het partikel van de korrel. Bij een grootte van 25 of meer wordt blauw toegevoegd om het effect er beter uit te laten zien met ruisreductie.
- Ruwheid: Hiermee bepaalt u de regelmaat van de korrel. Verschuif naar links om korrels meer uniform te maken of naar rechts om de korrels meer ongelijkmatig te maken.
Cameralenzen kunnen verschillende defecten vertonen bij bepaalde brandpuntsafstanden, f-stops en focusafstanden. U kunt deze problemen oplossen en tot het minimum beperken met de opties in het deelvenster Optica.
Kleurafwijking corrigeren
Kleurafwijking heeft de vorm van een kleurenrand langs de randen van objecten. Dit wordt veroorzaakt doordat de lens niet in staat is verschillende kleuren scherp te stellen op hetzelfde punt, door afwijkingen in de microlenzen van de sensor en door de zon.
Kleurafwijking:
Schakel het selectievakje in om automatisch blauwe/gele en rode/groene randen in uw afbeelding te corrigeren.
Lenscorrecties inschakelen
Lightroom bevat een groot aantal lensprofielen die u kunt gebruiken om veel voorkomende, door de lens veroorzaakte afwijkingen (zoals geometrische vervorming en vignettering) te corrigeren. De profielen zijn gebaseerd op metagegevens die de camera en de lens identificeren waarmee de foto is vastgelegd. De profielen zorgen voor de nodige compensatie.
-
Schakel in het deelvenster Optica het selectievakje Lenscorrecties inschakelen in.
In Lightroom wordt automatisch een passend lensprofiel geselecteerd op basis van de informatie over het cameramodel, de brandpuntsafstand, de f-stop en de focusafstand in de metagegevens van uw foto.
Ondersteuning voor camera's met ingebouwd lensprofiel
Lenscorrectie voor alle Micro 4/3 (MFT)-lenzen en -camera's, waaronder Panasonic, Olympus en andere camera's (Fuji X, Leica Q en een groot aantal point-and-shoot-modellen van Canon) vindt automatisch plaats zonder dat u iets hoeft te doen.
Als uw lens automatisch wordt ondersteund, wordt in Lightroom het bericht 'Ingebouwd lensprofiel toegepast' weergegeven in het deelvenster Optica. Klik op het pictogram Info om informatie over het lensprofiel weer te geven.
-
(Optioneel) Als in Lightroom niet automatisch een passend lensprofiel wordt gevonden of als u de automatische selectie wilt wijzigen, gaat u als volgt te werk:
- Klik op het huidige lensprofiel om de automatische selectie te wijzigen of klik op Selecteer handmatig een profiel als een lensprofiel niet automatisch wordt gevonden in Lightroom.
- Selecteer in het dialoogvenster Selecteer een lensprofiel een merk, model en profiel.
Afhankelijk van of u een RAW-bestand of een bestand met een andere indeling aanpast, worden verschillende beschikbare lensprofielen weergegeven. Zie Ondersteuning van het lensprofiel voor een overzicht van ondersteunde lenzen.
-
Pas zo nodig de correctie aan die wordt toegepast met het profiel door de volgende schuifregelaars te verslepen:
Correctie vervorming:
Met de standaardwaarde 100 wordt 100% van de vervormingscorrectie in het profiel toegepast. Met waarden van meer dan 100 wordt meer correctie toegepast op de vervorming en met waarden van minder dan 100 wordt minder correctie toegepast op de vervorming.
Vignetten lens:
Met de standaardwaarde 100 wordt 100% van de vignetcorrectie in het profiel toegepast. Met waarden van meer dan 100 wordt meer correctie toegepast op vignetten en met waarden van minder dan 100 wordt minder correctie toegepast op vignetten.
Rand verwijderen
De knoppen voor Rand verwijderen helpen bij het identificeren en verwijderen van kleurafwijkingen langs contrastrijke randen. Met deze tool kunt u kleurafwijkingen in de lengte verwijderen en enkele kleurrijke artefacten verminderen die met de tool Kleurafwijking verwijderen niet kunnen worden verwijderd. Ga als volgt te werk om de tool te gebruiken:
-
Selecteer in het deelvenster Optica het pictogram Rand verwijderen in de rechterbovenhoek om de besturingselementen voor Rand verwijderen te bekijken.
-
Afhankelijk van de tint die u wilt verwijderen, selecteert u het paarse of groene keuzerondje en klikt u op de knop Rand selecteren.
-
Beweeg de muis over de gewenste tint in de foto en klik erop om deze te onderdrukken of te verwijderen.
U kunt ook de schuifregelaar Hoeveelheid gebruiken om te bepalen hoeveel van de tint u wilt onderdrukken of verwijderen en de schuifregelaar Kleurtoon om het bereik van de geselecteerde kleurtoon te bepalen.
Pas de diepte van een foto aan met de AI-functie Vage lens in Lightroom. Met de tool Vage lens kunt u de achtergrond of voorgrond vervagen door een dieptetoewijzing van de foto te maken met Adobe Sensei.
Meer informatie over het vervagen van een foto in Lightroom.
Vanaf de Lightroom-versie van december (versie 7.1) staat het deelvenster Geometrie in de tool Uitsnijden.
Een korte afstand tot het onderwerp en bepaalde typen lenzen kunnen het perspectief vervormen en ertoe leiden dat rechte lijnen gebogen, schuin of scheef in uw foto's worden weergegeven. U kunt deze afwijkingen corrigeren met de functies in het deelvenster Geometrie.
De functie Upright biedt vier opties voor automatische perspectiefcorrectie: Automatisch, Vlak, Verticaal en Volledig, plus een optie Met hulplijnen. Nadat u Upright hebt toegepast, kunt u de aanpassing verfijnen met de schuifregelaars Handmatige transformaties.
Een Upright-modus kiezen voor perspectiefcorrectie
-
Kies een foto die u wilt corrigeren.
-
(Aanbevolen) Open in de weergave Detail de functie Bewerken en navigeer naar het deelvenster Optica. Schakel het selectievakje Lenscorrecties inschakelen in.
Opmerking:U wordt aangeraden om lenscorrecties in te schakelen voordat u de foto verwerkt met de Upright-modi.
-
Navigeer naar het deelvenster Geometrie. Kies in het menu Upright een optie om de bijbehorende correctie toe te passen op de foto.
Met instructies:
Hiermee kunt u tot vier hulplijnen tekenen op uw foto om perspectiefcorrectie aan te passen.
Automatisch:
Corrigeert zowel het verticale als het horizontale perspectief waarbij de algehele balans en het zichtbare gebied van de afbeelding zo veel mogelijk behouden blijven.
Niveau:
Corrigeert horizontaal perspectief.
Verticaal:
Corrigeert verticaal perspectief.
Vol:
Combineert alle Upright-correctietypen om het perspectief automatisch te corrigeren.
Upright met hulplijnen gebruiken
Als u ervoor kiest de modus Upright te gebruiken met instructies, gaat u als volgt te werk:
1. Klik op het pictogram Upright met hulplijnen en teken vervolgens de hulplijnen rechtstreeks op uw foto.
2. Nadat u ten minste twee hulplijnen hebt getekend, wordt de foto interactief getransformeerd.
-
Doorloop de modi Upright totdat u de meest geschikte instelling hebt gevonden.
Met alle Upright-modi worden vervormings- en perspectieffouten beheerd en gecorrigeerd. De beste instelling varieert per foto. Experimenteer met de modi voordat u bepaalt welke modus het beste is voor uw foto.
-
(Optioneel) Wanneer u het perspectief van een foto corrigeert, krijgt u mogelijk witte gebieden bij de randen van de afbeelding. Als u dit wilt voorkomen, selecteert u de optie Uitsnijden behouden om de foto volgens de originele afmetingen uit te snijden.
-
Gebruik Handmatige transformaties om de perspectiefcorrecties verder te corrigeren: Vervorming, Verticaal, Horizontaal, Roteren, Aspect, Schalen, X-verschuiving, Y-verschuiving.
Lightroom stelt u in staat om de bewerkingen die u hebt aangebracht op een foto te kopiëren en plakken in meerdere foto's. U kunt ook kiezen welke bewerkinstellingen u wilt kopiëren van een foto.
-
Selecteer een foto.
Als u zich in de weergave Fotoraster () of Raster met vierkante cellen () bevindt, selecteert u een foto waarvan u de bewerkinstellingen wilt kopiëren.
Als u zich in de weergave Detail () bevindt, kunt u de bewerkinstellingen kopiëren van uw huidige foto of de gewenste foto kiezen in de filmstrip onder aan uw huidige selectie.
Opmerking:Vanaf de release van Lightroom van april 2023 (versie 6.3) kunt u ook de optie Bewerkinstellingen kopiëren onder aan het scherm selecteren om instellingen te kopiëren.
-
Kopieer alle bewerkinstellingen van de geselecteerde foto.
Ga op een van de volgende manieren te werk om de bewerkinstellingen van de actieve foto te kopiëren:
- Kies Foto > Bewerkinstellingen kopiëren op de menubalk.
- Druk op de toetsen Control + C (Win) of Command + C (Mac).
Kies de te kopiëren bewerkinstellingen van de geselecteerde foto.
Bewerkinstellingen kopiëren van de geselecteerde foto:
- Kies Foto > Selecteer bewerkinstellingen om te kopiëren op de menubalk. U kunt ook op de toetsen Ctrl + Shift + C (Win) of Shift + Command + C (Mac) drukken.
- Klik in het dialoogvenster Instellingen kopiëren dat verschijnt in het pop-upmenu Selecteren bovenaan en kies een van de volgende opties:
- Alles: selecteert alle groepen bewerkinstellingen.
- Gewijzigd: selecteert alleen de bewerkinstellingen die u hebt gewijzigd of toegepast op de geselecteerde foto.
- Standaard: selecteert de standaardset bewerkinstellingen. Instellingen voor Tools en Geometrie worden standaard uitgesloten.
- Geen: deselecteert alle bewerkinstellingen.
- U kunt ook handmatig specifieke instellingen selecteren of deselecteren door de groepen bewerkinstellingen uit te breiden.
- Kies na de selectie Kopiëren.
-
Selecteer een of meer foto's waarop u de gekopieerde bewerkinstellingen wilt plakken.
Als u zich in de weergave Fotoraster () of Raster met vierkante cellen () bevindt, selecteert u een of meer foto's waarop u de bewerkinstellingen wilt plakken.
Als u zich in de weergave Detail () bevindt, selecteert u een of meer foto's in de filmstrip.
-
Plak de gekopieerde instellingen.
Voer een van de volgende handelingen uit om de gekopieerde bewerkinstellingen te plakken op de geselecteerde foto's:
- Kies Foto > Bewerkinstellingen plakken op de menubalk.
- Druk op de toetsen Ctrl + V (Win) of Command + V (Mac).
Fotobewerkingen herstellen
Met Lightroom kunt u uw bewerkte foto herstellen naar de oorspronkelijke staat (toen u deze voor het eerst importeerde). U kunt ook uw fotobewerkingen herstellen naar de staat toen u deze voor het laatst opende in Lightroom. U moet zich bevinden in de weergave Detail om uw fotobewerkingen te herstellen.
-
De foto herstellen naar de oorspronkelijke staat
Ga op een van de volgende manieren te werk:
- Ga via de menubalk naar Foto > Herstellen naar origineel.
- Druk op Shift + R.
-
De foto herstellen naar de laatste geopende staat
Ga op een van de volgende manieren te werk:
- Ga via de menubalk naar Foto > Herstellen tot Openen.
- Druk op Shift + Command + R.
Gebruik de tool Retoucheren om onnodige vlekken, hoogspanningskabels, mensen, objecten, rode ogen of andere soortgelijke afleidingen uit een foto te verwijderen.
Klik in de loepweergave op het pictogram van het paneel Retoucheren aan de rechterkant van het scherm.
Vanaf de release van Lightroom desktop in oktober 2022 kunt u ongewenste objecten en vlekken snel verwijderen met de tool Verwijderen met behoud van inhoud.
Retoucheerpenseel
Selecteer een van de volgende tools Retoucheerpenseel:
Verwijderen met behoud van inhoud: verwijdert ongewenste vlekken en vult de selectie met gegenereerde inhoud uit het monstergebied.
Retoucheren: leent de textuur van het brongebied en past deze aan de kleur en toon van het doelgebied op de foto aan.
Klonen: hiermee dupliceert u de pixels van het brongebied in de foto naar het doelgebied.
De tools brengen de van het brongebied geleende textuur over naar het doelgebied. De tool Verwijderen met behoud van inhoud gebruikt de inhoud van een aangepaste bron. De tool Retoucheren houdt echter rekening met de kleuren en tinten rond het doelgebied en mengt alles met elkaar. Terwijl Klonen precies de pixels dupliceert van het brongebied naar het doelgebied.
Wijzig zo nodig de grootte, doezelaar of de dekking van de geselecteerde tool Retoucheerpenseel.
- Grootte. Hiermee geeft u de diameter van het penseeluiteinde op in pixels.
- Doezelaar. Hiermee bepaalt u de zachte overgang tussen het penseelgebied en de omringende pixels in het doelgebied.
- Dekking. Hiermee bepaalt u de dekking van de aanpassing die op het doelgebied is toegepast.
Als u het monstergebied dat standaard is geselecteerd wilt wijzigen, voert u een van de volgende handelingen uit:
- Automatisch: Klik op de handgreep van een geselecteerd gebied en druk op de toets met de schuine streep naar voren (/). Er wordt een monster genomen uit een nieuw gebied. Druk op de toets met de schuine streep naar voren totdat u een monstergebied vindt dat de beste overeenkomst oplevert. U kunt ook op Vernieuwen klikken om automatisch een monster van een nieuw gebied te nemen.
- Handmatig: Gebruik de handgreep van het monstergebied om een nieuw gebied te slepen en te selecteren. Dit is alleen van toepassing op Retoucheren en Klonen. Druk voor Verwijderen met behoud van inhoud op Cmd/Ctrl en sleep een gebied op de afbeelding terwijl een punt voor Verwijderen met behoud van inhoud is geselecteerd.
Als u het bron- of doelgebied wilt verplaatsen op de foto, sleept u de blauwe pin in het midden van dat gebied.
Retoucheeropties
Houd de blauwe pin in het midden van het doel- of brongebied ingedrukt om het contextmenu Retoucheeropties te openen:
- Kies Verwijderen met behoud van inhoud, Retoucheren of Klonen in het contextmenu om te schakelen tussen de tools.
- Verwijderen: hiermee verwijdert u het geselecteerde bron-doelgebiedspaar.
- Retoucheerpenseel herstellen: hiermee herstelt en verwijdert u alle aanpassingen die u met de tools Retoucheerpenseel hebt aangebracht.
Sneltoetsen en modificatietoetsen
Cirkelvormige vlek:
- Als u eenmaal klikt, maakt u een cirkel. Hierin wordt de bron automatisch gevonden.
- Houd Ctrl of Command ingedrukt en klik om een cirkelvormige vlek te maken. Sleep om de bron van de vlek in te stellen. Deze optie is alleen beschikbaar voor Retoucheren en Klonen.
- Houd Ctrl+Alt of Command+Option ingedrukt en klik om een cirkelvormige vlek te maken. Sleep om de grootte van de vlek in te stellen.
- Houd Ctrl+Alt+Shift of Command+Option+Shift ingedrukt en klik om een cirkelvormige vlek te maken. Sleep om de grootte van de vlek in te stellen.
Een geselecteerd gebied of geselecteerde vlek verwijderen:
- Selecteer een locatiepunt en druk op Delete om de aanpassing te verwijderen.
- Druk op Alt of Option en klik op een locatiepunt om dit te verwijderen.
- Druk op Alt of Option en versleep de muis om een selectiekader te tekenen en automatisch vlekken te verwijderen die binnen het selectiekader vallen.
Corrigeer snel rode ogen in een foto met de tool Rode ogen verwijderen in het deelvenster Retoucheren. U kunt een van de volgende stappen uitvoeren:
Automatisch corrigeren van rode ogen: Met de optie Automatisch corrigeren in de tool Rode ogen verwijderen worden rode ogen in een foto automatisch gecorrigeerd.
Rode ogen handmatig corrigeren: Als u rode ogen in een foto handmatig wilt corrigeren, klikt u op het pictogram Rode ogen verwijderen. Klik en sleep vanuit het midden van een oog om rode ogen te corrigeren. U kunt de bedieningselementen Pupilgrootte en Donkerder maken naar wens aanpassen.
Vanaf Lightroom 5.0 (versie van oktober 2021) zijn de volgende workflows niet meer van toepassing. Zie Maskeren in Lightroom voor de nieuwste tools voor lokale aanpassingen.
-
Selecteer een lokale aanpassingstool. U kunt het desbetreffende deelvenster weergeven.
-
Pas de geselecteerde gebieden aan met behulp van de volgende schuifregelaars in het deelvenster:
- Temperatuur Hiermee past u de kleurtemperatuur van een gedeelte van de afbeelding aan om het gedeelte warmer of kouder te maken. Met het temperatuureffect van het Gegradueerd filter kunt u de kwaliteit verbeteren van foto's die zijn vastgelegd onder gemengde belichtingsomstandigheden.
- Tint Hiermee compenseert u een groene of magenta kleurzweem
- Belichting Hiermee stelt u de algemene helderheid van de afbeelding in. Het toepassen van een lokale Belichting-correctie leidt tot resultaten die vergelijkbaar zijn met traditioneel tegenhouden en doordrukken.
- Contrast Hiermee wordt het afbeeldingscontrast aangepast, met name de middentonen
- Hooglichten Hiermee worden de details in overbelichte hooglichtgebieden in een afbeelding hersteld
- Schaduwen Hiermee worden de details in onderbelichte schaduwgebieden in een afbeelding hersteld
- Witte tinten Hiermee past u de witte punten in een foto aan
- Zwarte tinten Hiermee past u de zwarte punten in een foto aan
- Textuur Hiermee egaliseert of accentueert u details met structuur in een foto. Verplaats de schuifregelaar naar links om details te egaliseren of naar rechts om details te accentueren. Wanneer u de schuifregelaar Structuur aanpast, verandert de kleur of de tint niet.
- Helderheid Hiermee voegt u diepte toe aan een afbeelding door het plaatselijke contrast te verhogen
- Nevel verwijderen Hiermee versterkt of verzwakt u de bestaande nevel in een foto
- Kleurtoon Hiermee wijzigt u de kleuren in specifieke gebieden zonder dat dit invloed heeft op de rest van de selectie. Houd Fijnafstelling gebruiken geselecteerd als u kleine kleurdetails zoals huidskleur corrigeert.
- Verzadiging Hiermee wordt de levendigheid van de kleur aangepast
- Scherpte Hiermee verbetert u de definitie van randen, zodat details in een foto meer in het oog springen. Een negatieve waarde resulteert in vervaging van details.
- Ruis Hiermee wordt de luminantieruis gereduceerd die kan optreden wanneer schaduwgebieden worden verhelderd.
- Moiré Hiermee worden moiréobjecten of kleuraliasing verwijderd
- Rand verwijderen Hiermee verwijdert u kleuren langs de randen
- Vullen met kleur Hiermee wordt een kleurtint toegepast op het gebied waarop de lokale correctie van toepassing is. Selecteer de kleurtoon door op de kleurstaal te klikken. Het kleureffect blijft behouden als u de foto omzet in zwart-wit. Gebruik de schakelknop om deze schuifregelaar in te schakelen.
Opmerking:De schuifregelaar Kleurtoon is toegevoegd in Lightroom 3.3 (versie van juni 2020). Met Kleurtoon kunt u objecten eenvoudig lokaal kleuren en subtiele aanpassingen aanbrengen, zoals het afstemmen van de huidskleur, zonder dat dit invloed heeft op de kleuren in de rest van uw foto.
- Temperatuur Hiermee past u de kleurtemperatuur van een gedeelte van de afbeelding aan om het gedeelte warmer of kouder te maken. Met het temperatuureffect van het Gegradueerd filter kunt u de kwaliteit verbeteren van foto's die zijn vastgelegd onder gemengde belichtingsomstandigheden.
-
Schuif de regelaar naar links voor een lagere waarde of naar rechts voor een hogere waarde.
- Sinds de release van Lightroom voor desktop van juni 2023 (versie 6.4) hebt u via het zijpaneelmenu toegang tot het deelvenster Versies.
Met Versies kunt u snel verschillende bewerkingen bekijken en vergelijken die op dezelfde foto zijn toegepast. U kunt automatisch gemaakte versies bekijken en ook versies maken. Volg hiervoor deze stappen:
-
Open een foto in de detailweergave en pas de gewenste bewerkingen toe vanuit het deelvenster Bewerken.
-
Selecteer het pictogram Versies in het zijpaneel.
-
Selecteer in het deelvenster Versies het tabblad Met naam. Op dit tabblad kunt u uw eigen versies opslaan. Op het tabblad Automatisch vindt u een lijst met versies die automatisch voor u zijn opgeslagen vanuit elke bewerkingssessie.
-
Als u een versie wilt maken op het tabblad Met naam, klikt u op Versie maken, voert u de naam in en klikt u op Maken. Er wordt een versie van uw laatste bewerkingen toegevoegd aan het tabblad Met naam in het deelvenster Versies. U kunt nog meer bewerkingen op uw foto toepassen en op deze manier meerdere versies maken.
-
Als u de bewerkingen in een versie wilt bekijken, houdt u de muisaanwijzer boven een versie op het tabblad Met naam of Automatisch om de voorvertoning in uw foto te bekijken.
-
Als u op het tabblad Met naam een versie wilt verwijderen of een andere naam wilt geven, klikt u op de drie puntjes.
-
Als u een automatische versie wilt opslaan op het tabblad Met naam, klikt u op de drie puntjes naast de versie op het tabblad Automatisch en selecteert u Opslaan als versie met naam. In het menu met de drie puntjes vindt u ook een optie om de versie te verwijderen.
Algemene vragen
Aangepaste voorinstellingen en profielen van derden installeren
Doe meer met Lightroom
Lightroom is de complete fotoservice voor zowel professionals als liefhebbers. Maak en bewerk foto's eenvoudig met Lightroom-voorinstellingen of pas ze aan uw wensen aan met beheer voor foto-opslag in de cloud.