Voer een van de volgende handelingen uit:
Beëindiging van 3D-functies in Photoshop
De 3D-functies van Photoshop worden in toekomstige updates verwijderd. Gebruikers die met 3D werken wordt aangeraden om de nieuwe Substance 3D-collectie van Adobe te verkennen, de volgende generatie 3D-tools van Adobe. Hier vindt u meer informatie over het beëindigen van de 3D-functies van Photoshop: Photoshop 3D | Algemene vragen over de 3D-functies die niet meer beschikbaar zijn.
In Photoshop CS6 maakte de 3D-functionaliteit deel uit van Photoshop Extended. Alle functies van Photoshop Extended maken deel uit van Photoshop. Photoshop kent geen afzonderlijke Extended-versie.
Inzicht in 3D-bestanden en ze weergeven
U kunt in Photoshop 3D-modellen plaatsen en animeren, structuren en belichting bewerken en kiezen uit verschillende rendermodi.
3D-basisbegrippen
3D-bestanden bestaan uit de volgende onderdelen:
Netten
Netten zorgen voor de onderliggende structuur van een 3D-model. Een net wordt vaak weergegeven als een draadframe. Dit is een skeletachtige structuur die uit duizenden afzonderlijke veelhoeken bestaat. Een 3D-model heeft minstens één net en kan een combinatie van meerdere netten zijn. In Photoshop kunt u netten in allerlei rendermodi weergeven en netten onafhankelijk van elkaar manipuleren. U kunt de feitelijke veelhoeken in een net niet bewerken, maar de oriëntatie en transformatie van een net kunnen wel worden gewijzigd door het net langs verschillende assen te schalen. U kunt ook uw eigen 3D-netten maken met behulp van de meegeleverde vormen of door bestaande 2D-lagen om te zetten. Zie Instellingen 3D-net.
U dient een 3D-programma te gebruiken om het veelhoeknet van het 3D-model zelf te bewerken.
Materialen
Aan een net kunnen een of meer materialen worden gekoppeld. Deze materialen bepalen de vormgeving van het gehele of een deel van het net. Het materiaal is gestoeld op de subonderdelen, structuurafbeeldingen genoemd. Het cumulatieve effect bepaalt de vormgeving van een materiaal. De structuurafbeelding is een 2D-afbeeldingsbestand voor diverse kwaliteiten, zoals kleur, patroon, glans en reliëf. Een Photoshop-materiaal kan uit negen verschillende typen structuurafbeeldingen bestaan waarmee de algemene vormgeving wordt bepaald. Zie Instellingen voor 3D-materialen.
Lichten
Tot de typen lichten behoren Oneindig, Spotlicht, Puntlicht en de op afbeeldingen gebaseerde lichten die een scène omringen. U kunt de kleur en intensiteit van bestaande lichten verplaatsen en aanpassen en nieuwe lichten aan een 3D-scène toevoegen. Zie Instellingen 3D-lichten.
Een 3D-bestand openen
Photoshop kan de volgende 3D-indelingen openen: DAE (Collada), OBJ, 3DS, U3D en KMZ (Google Earth).
-
Als u een 3D-bestand afzonderlijk wilt openen, kiest u Bestand > Openen en selecteert u het gewenste bestand.
Als u een 3D-bestand als een laag wilt toevoegen aan een geopend bestand, kiest u 3D > Nieuwe laag uit 3D-bestand en selecteert u het 3D-bestand. De nieuwe laag past zich aan de afmetingen van het geopende bestand aan en plaatst het 3D-model op een transparante achtergrond.
3D-prestatie- en weergavevoorkeuren
-
Kies Bewerken > Voorkeuren > 3D (Windows) of Photoshop > Voorkeuren > 3D (Mac OS).
-
Als u informatie wilt over de opties, plaatst u de aanwijzer boven de opties en leest u de beschrijving onder in het dialoogvenster.
3D-object- en cameratools
De 3D-objecttool en de 3D-cameratools worden actief wanneer er een 3D-laag wordt geselecteerd. Met de 3D-objecttools wijzigt u de positie of schaal van een 3D-model en met de 3D-cameratools wijzigt u de weergave van de scène. Als uw systeem OpenGL ondersteunt, kunt u het 3D-model en de 3D-camera ook met de 3D-as bewerken. Zie De 3D-as gebruiken.
Een model verplaatsen, roteren of schalen met 3D-objecttools
Met de 3D-objecttools kunt u een model roteren, verplaatsen of schalen. Tijdens het manipuleren van het 3D-model blijft de cameraweergave ongewijzigd.
Voor elke 3D-tool kunt u info weergeven door het deelvenster Opties in het menu van het deelvenster Info te kiezen en Knopinfo tonen te selecteren. Klik op een tool en plaats de cursor in het afbeeldingsvenster om informatie over de tool weer te geven in het deelvenster Info.
A. Oorspronkelijke objectpositie herstellen B. Roteren C. Draaien om de z-as D. Pannen E. Schuiven F. Schalen G. Het menu Positie H. Huidige positie opslaan I. Huidige positie verwijderen J. Positiecoördinaten
-
Klik in het deelvenster Tools op een 3D-objecttool en houd de muisknop ingedrukt om een van de volgende typen te selecteren:
Opmerking:Houd Shift tijdens het slepen ingedrukt om het roteren, pannen, schuiven of schalen te beperken tot één richting.
Roteren
Sleep omhoog of omlaag om het model rond de x-as te roteren of sleep van de ene naar de andere zijde om het model rond de y-as te roteren. Houd Alt (Windows) of Option (Mac OS) tijdens het slepen ingedrukt om het model rond de z-as te roteren.
Draaien om de z-as
Sleep van de ene naar de andere zijde om het model om de z-as te roteren.
Pannen
Sleep van de ene naar de andere zijde om het model horizontaal te verplaatsen of sleep omhoog of omlaag om het model verticaal te verplaatsen. Houd Alt (Windows) of Option (Mac OS) tijdens het slepen ingedrukt om in de x- of z-richting te verplaatsen.
Schuiven
Sleep van de ene naar de andere zijde om het model horizontaal te verplaatsen of sleep omhoog of omlaag om het model verder weg of juist dichterbij te verplaatsen. Houd Alt (Windows) of Option (Mac OS) tijdens het slepen ingedrukt om in de x- of y-richting te verplaatsen.
Schalen
Sleep omhoog of omlaag om het model groter of kleiner te schalen. Houd Alt (Windows) of Option (Mac OS) tijdens het slepen ingedrukt om in de z-richting te schalen.
Klik op Terug naar standaardweergave op de optiebalk om de oorspronkelijke weergave van het model te herstellen.
Typ rechts van de optiebalk waarden als u de positie, rotatie of schaling op numerieke wijze wilt aanpassen.
De 3D-camera verplaatsen
U kunt de 3D-cameratools gebruiken om het gezichtspunt van de camera te verplaatsen terwijl de positie van het 3D-object ongewijzigd blijft.
Voor elke 3D-tool kunt u info weergeven door Deelvensteropties in het menu van het deelvenster Info te kiezen en Knopinfo tonen te selecteren. Klik op een tool en plaats de cursor in het afbeeldingsvenster om informatie over de tool weer te geven in het deelvenster Info.
A. Oorspronkelijke camerapositie herstellen B. Roteren C. Draaien om de z-as D. Pannen E. Lopen F. Zoomen G. Het menu Weergave H. Huidige cameraweergave opslaan I. Huidige cameraweergave verwijderen J. Coördinaten van camerapositie
-
Klik in het deelvenster Tools op een 3D-cameratool en houd de muisknop ingedrukt om een van de volgende typen te selecteren:
Opmerking:Houd Shift tijdens het slepen ingedrukt om het roteren, pannen of lopen te beperken tot één richting.
Roteren
Sleep om de camera in de x- of y-richting te draaien. Houd Alt (Windows) of Option (Mac OS) tijdens het slepen ingedrukt om de camera om de z-as te draaien.
Draaien om de z-as
Sleep om de camera om de z-as te draaien.
Pannen
Sleep om de camera in de x- of y-richting te pannen. Houd Alt (Windows) of Option (Mac OS) tijdens het slepen ingedrukt om in de x- of z-richting te pannen.
Lopen
Sleep om de camera te laten lopen (z-bewerking en y-rotatie). Houd Alt (Windows) of Option (Mac OS) tijdens het slepen ingedrukt om in de z- of x-richting te lopen (z-bewerking en x-rotatie).
Zoomen
Sleep om het gezichtspunt van de 3D-camera te wijzigen. Het maximale gezichtsveld is 180.
Perspectiefcamera (alleen zoomen)
Geeft parallelle lijnen weer die samenkomen in perspectiefpunten.
Orthografische camera (alleen zoomen)
Zorgt ervoor dat parallelle lijnen niet samenkomen Geeft het model zonder vervorming van het perspectief in een nauwkeurige schaalweergave weer.
Scherptediepte (alleen zoomen)
Hiermee stelt u de scherptediepte in. Met Afstand bepaalt u hoe ver het veld waarop wordt scherpgesteld zich van de camera bevindt. Met Vervagen vervaagt u de rest van de afbeelding.
Opmerking:Voorzie de scherptediepte van animatie om de scherpstellingseffecten van camera's te simuleren.
Op de optiebalk tonen numerieke waarden de x-, y- en z-positie van de 3D-camera. U kunt de cameraweergave wijzigen door deze waarden handmatig te wijzigen.
3D-cameraweergaven wijzigen of maken
-
Voer een van de volgende handelingen uit:
Selecteer een vooraf ingestelde cameraweergave van het model in het menu Weergeven.
Opmerking:Alle vooraf ingestelde cameraweergaven gebruiken orthografische projectie.
Als u een aangepaste weergave wilt toevoegen, plaatst u de 3D-camera met behulp van de 3D-cameratools in de gewenste positie en klikt u op Opslaan op de optiebalk.
Opmerking:U keert terug naar de standaardcameraweergave door een 3D-cameratool te selecteren en te klikken op het pictogram Oorspronkelijke camerapositie herstellen op de optiebalk.
3D-as
De 3D-as laat de huidige richting van de X-, Y- en Z-as van de modellen, camera's, lichten en netten in de 3D-ruimte zien. De richting wordt zichtbaar wanneer u een willekeurige 3D-tool selecteert, zodat u over een tweede methode voor het bewerken van het geselecteerde item beschikt.
A. Geselecteerde tool B. De 3D-as minimaliseren of maximaliseren C. Item langs de as verplaatsen D. Item roteren E. Item comprimeren of verlengen F. Omvang van item wijzigen
OpenGL moet zijn ingeschakeld om de 3D-as te kunnen weergeven.
De 3D-as tonen of verbergen
Kies Weergave > Tonen > 3D-as.
De 3D-as minimaliseren, herstellen, verplaatsen of vergroten/verkleinen
-
Ga met de aanwijzer over de 3D-as om de balk met besturingselementen weer te geven.
-
Voer een van de volgende handelingen uit:
U verplaatst de 3D-as door de balk met besturingselementen te slepen.
U minimaliseert de 3D-as door op het pictogram Minimaliseren te klikken.
U herstelt de normale grootte van de as door op de geminimaliseerde 3D-as te klikken.
U vergroot of verkleint de 3D-as door het zoompictogram te slepen.
Items verplaatsen, roteren of schalen met de 3D-as
U gebruikt de 3D-as door de muisaanwijzer boven een besturingselement van de as te plaatsen om het te markeren, en vervolgens te slepen:
De beschikbare besturingselementen van de as zijn afhankelijk van de actieve bewerkingsmodus (object, camera, net of licht).
U verplaatst het geselecteerde item langs de X-, Y- of Z-as door de kegelvormige punt van een willekeurige as te markeren. Sleep in een van de richtingen langs de as.
U roteert het item door op het gebogen rotatiesegment net binnen een aspunt te klikken. Er verschijnt een gele cirkel die het rotatievlak aangeeft. Sleep met de wijzers van de klok mee of tegen de wijzers van de klok in rond het midden van de 3D-as. U roteert geleidelijker door de muis verder van het midden van de 3D-as te verplaatsen.
U vergroot of verkleint het item door de middenkubus in de 3D-as omhoog of omlaag te slepen.
U maakt het item korter of langer langs een as door een van de gekleurde transformatiekubussen naar of van de middenkubus te slepen.
U beperkt de verplaatsing van een objectvlak door de muisaanwijzer te verplaatsen in het gebied waar twee assen elkaar snijden, vlakbij de middenkubus. Tussen twee assen komt een geel vlakpictogram te staan. Sleep in een van de richtingen. U kunt het vlakpictogram ook activeren door de aanwijzer over het onderste deel van de middenkubus te verplaatsen.