Handboek Annuleren

Tool Verwijderen in Lightroom voor mobiele apparaten (Android)

 

Leer hoe u afleidende en ongewenste objecten in een foto kunt verwijderen.

Adobe Lightroom-deeplink

Probeer het in de app
Verwijder objecten uit een foto in slechts een paar stappen.

Met Generatief verwijderen, aangedreven door de generatieve AI van Adobe Firefly, kunt u gemakkelijk ongewenste objecten en storende elementen zoals toeristen uit complexe achtergronden verwijderen. 

Bovendien hebt u toegang tot:

  • De tool Verwijderen : hiermee kunt u een gebied op uw foto leegmaken en vullen met gegenereerde inhoud.
  • De tool Klonen: hiermee dupliceert u de pixels van het brongebied naar het doelgebied. 
  • De tool Retoucheren: houdt rekening met de kleuren en tinten rond het doelgebied, gebruikt andere inhoud en laat alles in elkaar overvloeien. 
Opmerking:
  • Identificeer snel objecten die u uit een foto wilt verwijderen met de AI-functie Objecten detecteren.
  • Het deelvenster Retoucheren in Lightroom heet nu Verwijderen.

Afleidende elementen wissen met de tool Verwijderen in Lightroom voor mobiele apparaten

De gebruikersinterface van de tool Verwijderen in Lightroom voor mobiele apparaten.
De AI-tools Verwijderen in Lightroom voor mobiele apparaten (Android).

Objecten detecteren

Met de functie Objecten detecteren beweegt u over het object dat u uit een foto wilt verwijderen of omcirkelt u het. Zorg ervoor dat u het hoofdobject en alle bijbehorende belichtingselementen, zoals schaduwen en reflecties, dekt. Lightroom detecteert en verwijdert automatisch het object en vult het gebied met de gegenereerde inhoud.

Generatief verwijderen

Met de functie Generatief verwijderen kunt u eenvoudig afleidingen en ongewenste elementen in een foto verwijderen, zoals borden, toeristen en objecten. Veeg in de afbeelding over het object dat u wilt verwijderen of retoucheren. Adobe Firefly verwijdert het automatisch en genereert een opvulling die perfect overvloeit in de rest van de afbeelding. 

Verfijnen na verwijderen

Al u het object hebt verwijderd met Generatief verwijderen en Objecten detecteren, selecteert u   of Verfijnen om meer opties te zien: 

  • Variaties: kies uit de verschillende opties die worden gegenereerd met behulp van generatieve AI. Selecteer   om een afwijking te Rapporteren of Verwijderen.
  • Dekking: hiermee bepaalt u de dekking van de aanpassing die op het doelgebied is toegepast.
  • Herstellen: hiermee verwijdert u de selectie.

U kunt kiezen uit de gewenste variaties of Gereed selecteren om verder te gaan met de geselecteerde variatie. U kunt ook Herstellen   selecteren om de gegenereerde variaties te verwijderen.

In het deelvenster Verfijnen verwijderen worden de wisselknop Generatieve AI, en de knoppen Variaties, Dekking en Herstel weergegeven.
Selecteer de pijl Variaties om de variaties die worden gegenereerd te beoordelen.

Opmerking:

Selecteer   voor meer informatie over gebruiksaanwijzing Generatieve AI.

De tool Verwijderen gebruiken

  1. Open in Lightroom voor mobiele apparaten een foto in de weergave Bewerken en selecteer Verwijderen  .

    Standaard is Generatieve AI ingeschakeld. Schakel de optie uit voordat u Objecten detecteren gebruikt. 

  2. Schakel de optie Objecten detecteren in en beweeg vervolgens in uw foto over het object dat u wilt verwijderen of retoucheren of omcirkel het. Lightroom detecteert en verwijdert het object automatisch. 

    Veeg over een object om het handmatig te selecteren. 

  3. Wijzig de grootte of dekking naar behoefte.

    • Penseelgrootte: hiermee geeft u de diameter van het penseeluiteinde op in pixels.

    Selecteer de knop Verfijnen om meer opties te zien: 

    • Vernieuwen: vult het penseelgebied met een andere broninhoud.
    • Dekking: hiermee bepaalt u de dekking van de aanpassingen die op het doelgebied zijn toegepast.
    • Herstellen: hiermee verwijdert u de selectie.
  4. Selecteer   om de bewerkingen te bevestigen. 

    Tip:

    Druk lang op een foto om een Voor-weergave weer te geven. 

    Selecteer   of   om de bewerkingen een voor een in voorwaartse of achterwaartse richting te doorlopen.

De tool Retoucheren gebruiken

  1. Open in Lightroom voor mobiele apparaten een foto in de weergave Bewerken en selecteer Verwijderen  .

  2. Selecteer   >   Retoucheren.

  3. Wijzig de grootte of dekking naar behoefte.

    • Penseelgrootte: hiermee geeft u de diameter van het penseeluiteinde op in pixels.

    Als de tool Retoucheren is geselecteerd, veegt u over het object dat u wilt verwijderen of retoucheren in uw foto. Selecteer en teken over de imperfectie of het object dat u wilt verwijderen. Lightroom neemt automatisch een monster van de nabijgelegen pixels uit om het gebied te mengen. 

  4. Selecteer de knop Verfijnen om meer opties te zien: 

    • Doezelaar: hiermee bepaalt u de zachte overgang tussen het penseelgebied en de omringende pixels in het doelgebied.
    • Dekking: hiermee bepaalt u de dekking van de aanpassing die op het doelgebied is toegepast.
    • Herstellen: hiermee verwijdert u de selectie. 

    U kunt ook de grootte wijzigen om het vlektype aan te passen. 

  5. Selecteer   om de bewerkingen te bevestigen. 

    Tip:

    Druk lang op een foto om een Voor-weergave weer te geven. 

    Selecteer   of   om de bewerkingen een voor een in voorwaartse of achterwaartse richting te doorlopen.

De tool Klonen gebruiken

  1. Open in Lightroom voor mobiele apparaten een foto in de weergave Bewerken en selecteer Verwijderen  .

  2. Selecteer   >   Klonen.

  3. Wijzig de grootte of dekking naar behoefte.

    • Penseelgrootte: hiermee geeft u de diameter van het penseeluiteinde op in pixels.

    Als de tool Klonen is geselecteerd, veegt u over het object dat u wilt verwijderen of retoucheren in uw foto. U ziet twee witte selectiekaders nadat u over het object in de afbeelding hebt geveegd. Het selectiekader met ononderbroken lijnen over het object waarover u hebt geveegd, geeft het doelgebied aan. De stippellijnen geven het brongebied aan.

  4. Selecteer de knop Verfijnen om meer opties te zien: 

    • Doezelaar: hiermee bepaalt u de zachte overgang tussen het penseelgebied en de omringende pixels in het doelgebied.
    • Dekking: hiermee bepaalt u de dekking van de aanpassing die op het doelgebied is toegepast.
    • Herstellen: hiermee verwijdert u de selectie. 

    U kunt ook de grootte wijzigen om het vlektype aan te passen. 

  5. Selecteer   om de bewerkingen te bevestigen. 

    Tip:

    Druk lang op een foto om een Voor-weergave weer te geven. 

  6. Selecteer   of   om de bewerkingen een voor een in voorwaartse of achterwaartse richting te doorlopen.

Hebt u een vraag of idee?

Vragen aan de community

Als u een vraag wilt stellen of een idee wilt delen, sluit u dan aan bij de Adobe Lightroom-community. We horen graag van u!

Krijg sneller en gemakkelijker hulp

Nieuwe gebruiker?