Handboek Annuleren

Werken met opties en instellingen voor afdruktaken

  1. Handboek voor Lightroom Classic
  2. Inleiding tot Lightroom Classic
    1. Nieuwe functies in Lightroom Classic
    2. Systeemvereisten Lightroom Classic
    3. Lightroom Classic | Algemene vragen
    4. Belangrijke concepten in Lightroom Classic
    5. Lightroom Classic-zelfstudies
    6. Functieoverzicht | Lightroom CC 2015.x/Lightroom 6.x-versies
  3. Lightroom en Adobe-services
    1. Creative Cloud-bibliotheken
    2. Adobe Stock gebruiken in Creative Cloud apps
  4. Lightroom voor mobiele apparaten, tv en op internet
    1. Adobe Photoshop Lightroom voor mobiele apparaten en Apple TV | Veelgestelde vragen
    2. Synchroniseren van Lightroom Classic met Lightroom-ecosysteem
    3. Mobiele apps voor Photoshop
  5. Foto's importeren
    1. Foto's importeren van een camera of kaartlezer
    2. Foto's importeren van een map op een harde schijf
    3. Foto's automatisch importeren
    4. Foto's importeren uit Photoshop Elements
    5. Foto's importeren van een aangesloten camera
    6. Importopties opgeven
    7. Voorkeuren voor importeren instellen
    8. De Bestandsnaamsjablooneditor en de Tekstsjablooneditor
  6. Workflows
    1. Maskeren toepassen in foto's
    2. Uw foto's exporteren en als JPEG-bestanden opslaan
    3. Uw foto's exporteren en van een watermerk voorzien
    4. Uw foto's importeren
    5. Aanpassingspenseel: de basisprincipes
    6. Aanpassingen met de kleurtintcurve
    7. Geavanceerde videopresentaties
    8. De witbalans aanpassen
    9. Een contactblad maken
    10. Verbeter uw workflow met Lightroom Classic
    11. Aanpassingen met Vage lens
    12. Bewerken en exporteren in HDR
  7. Werkruimte
    1. Basisbegrippen voor werkruimten
    2. Voorkeuren instellen voor werken in Lightroom Classic
    3. De bibliotheek op een tweede beeldscherm weergeven
    4. Naamplaatjes en moduleknoppen aanpassen
    5. Voeg een watermerk toe aan uw foto's in Lightroom Classic
    6. Kleurbeheer
  8. Foto's tonen
    1. Toon foto's
    2. Door foto's bladeren en ze vergelijken
    3. Weergaveopties Bibliotheek instellen
    4. Foto's delen voor opmerkingen en feedback
    5. Slimme voorvertoningen
  9. Catalogi en bestanden beheren
    1. Veelgestelde vragen over Lightroom Classic-catalogus
    2. De manier waarop een Lightroom Classic-catalogus werkt
    3. Catalogi maken en beheren
    4. Back-up van een catalogus maken
    5. Ontbrekende foto's zoeken
    6. Mappen maken en beheren
    7. Foto's in mappen beheren
  10. Kaarten
    1. Werken met de module Kaart
  11. Foto's ordenen in Lightroom Classic
    1. Gezichtsherkenning
    2. Werken met fotoverzamelingen
    3. Foto's groeperen in stapels
    4. Foto's voorzien van vlaggen, labels en classificaties
    5. Trefwoorden gebruiken
    6. Metagegevens: Basisprincipes en handelingen
    7. Foto's zoeken in de catalogus
    8. Met video's werken in Lightroom Classic
    9. Geavanceerde handelingen voor metagegevens
    10. Het deelvenster Snel ontwikkelen gebruiken
  12. Foto's verwerken en ontwikkelen
    1. Basisbeginselen van de module Ontwikkelen
    2. Panorama's en HDR-panorama's maken
    3. Flat-field-correctie
    4. Vervormd perspectief in foto's corrigeren met Upright
    5. Afbeeldingskwaliteit verbeteren met Verbeteren
    6. Werken met tinten en kleuren van foto's
    7. Maskeren
    8. Lokale aanpassingen toepassen
    9. Foto's samenvoegen tot een HDR-afbeelding
    10. Opties in de module Ontwikkelen
    11. Foto's retoucheren
    12. Rode ogen en dierenogen corrigeren
    13. De tool Radiaalfilter gebruiken
    14. De verbeterde tool Vlekken verwijderen gebruiken
  13. Foto's exporteren
    1. Foto's exporteren naar vaste schijf of cd
    2. Foto's exporteren uit Lightroom Classic
    3. Foto's online publiceren
    4. Exporteren naar vaste schijf met behulp van Services voor publiceren
    5. Voorinstellingen voor exporteren en andere instellingen
  14. Werken met externe editors
    1. Voorkeuren voor extern bewerken
    2. Foto's van Lightroom Classic openen en bewerken in Photoshop of Photoshop Elements
  15. Presentaties
    1. Presentaties maken
    2. Deelvensters en tools in de module Presentatie
    3. De dialay-out instellen
    4. Bedekkingen toevoegen aan dia's
    5. Presentaties afspelen en exporteren
  16. Foto's afdrukken
    1. De module Afdrukken: Basiskennis
    2. Lay-outs en sjablonen van de module Afdrukken
    3. Werken met opties en instellingen voor afdruktaken
  17. Fotoboeken
    1. Fotoboeken maken
  18. Webgalerieën
    1. Webgalerieën maken
    2. De deelvensters en tools in de module Web gebruiken
    3. Lay-outs voor webgalerieën
    4. Werken met webgaleriesjablonen en instellingen
    5. Webfotogalerieën voorvertonen, exporteren en uploaden
  19. Sneltoetsen
    1. Sneltoetsen
  20. Problemen oplossen 
    1. Opgeloste problemen
    2. Bekende problemen

Opties opgeven in het deelvenster Afdruktaak

Met de optie Afdrukken in conceptmodus kunt u contactbladen en snelle concepten van een foto afdrukken. Bij het afdrukken in deze modus maakt Lightroom Classic gebruik van fotovoorvertoningen in het cachegeheugen. Wanneer u foto's selecteert die niet volledig in het cachegeheugen zijn opgenomen en u drukt deze af met de optie Afdrukken in conceptmodus, stuurt Lightroom Classic de miniatuurgegevens van de foto's naar de printer en valt de kwaliteit van de afdrukken mogelijk tegen. De besturingselementen voor verscherpen en kleurbeheer zijn niet beschikbaar wanneer Afdrukken in conceptmodus is geselecteerd.

  1. Selecteer Afdrukken in conceptmodus in het deelvenster Afdruktaak van de module Afdrukken.

U kunt foto's opslaan als JPEG-bestanden in de module Afdrukken en deze delen met een leverancier van drukbenodigdheden. Als u JPEG-bestanden in Lightroom Classic afdrukt, kunt u een resolutie kiezen, verscherping toepassen en de compressiekwaliteit instellen. U kunt ook de afmetingen van het bestand opgeven en een RGB ICC-profiel en een rendering intent toepassen.

  1. Kies in het deelvenster Afdruktaak van de module Afdrukken de optie Afdrukken naar > JPEG-bestand.

  2. Geef een resolutie (van 72 ppi tot en met 600 ppi) op in het vak Bestandsresolutie.
  3. Geef bij Afdruk verscherpen de gewenste waarde op: Laag, Standaard of Hoog.
  4. Geef de mate van compressie op met de schuifregelaar JPEG-kwaliteit. JPEG maakt gebruik van compressie met gegevensverlies, waardoor het bestand kleiner wordt. Sleep de schuifregelaar of voer een waarde in van 0 tot en met 100.
  5. Geef aangepaste bestandsafmetingen op door Aangepaste bestandsafmetingen te selecteren en de gewenste waarden in te voeren in de velden voor de hoogte en de breedte.
  6. Geef opties voor kleurbeheer op.

De afdrukresolutie instellen

De afdrukresolutie-instelling in de module Afdrukken geeft het aantal pixels per inch (ppi) van de foto aan voor de printer. Indien nodig wordt in Lightroom Classic het aantal pixels in de afbeeldingsgegevens gewijzigd op basis van de afdrukresolutie en -afmetingen. De standaardwaarde (240 ppi) is toereikend voor de meeste afdruktaken, waaronder afdrukken op geavanceerde inkjetprinters. Raadpleeg de documentatie bij uw printer om de optimale resolutie voor de printer vast te stellen.

  1. Voer een van de volgende twee handelingen uit in het deelvenster Afdruktaak van de module Afdrukken:
    • Als u de afdrukresolutie wilt aanpassen, selecteert u Afdrukresolutie en geeft u desgewenst een andere waarde op.

    • Als u de resolutie wilt gebruiken waarmee de foto is gemaakt (op voorwaarde dat deze niet lager is dan 72 ppi en niet hoger is dan 720 ppi), schakelt u Afdrukresolutie uit.

Verscherping toepassen op een foto die u wilt afdrukken

Met Afdruk verscherpen kunt u de afbeelding verscherpen voordat u deze naar de printer verstuurt. Afdruk verscherpen wordt toegepast in aanvulling op verscherpingen die u in de module Ontwikkelen toepast. De mate van verscherping die automatisch op de afdruk wordt uitgevoerd, is gebaseerd op de uitvoerresolutie en het uitvoermedium van het bestand. Als Afdrukken in conceptmodus is ingeschakeld, is Afdruk verscherpen uitgeschakeld. In de meeste gevallen kunt u bij Afdruk verscherpen de standaardoptie (Laag) gebruiken.

  1. Voer een van de volgende handelingen uit in het deelvenster Afdruktaak van de module Afdrukken:
    • (Optioneel) Selecteer Afdruk verscherpen en kies Laag, Standaard of Hoog in het pop-upmenu rechts in het deelvenster. Geef vervolgens aan of u afdrukt op het mediatype Mat of Glanzend. Mat omvat waterkleur, canvas en ander niet-glanzend papier. Glanzend omvat Luster, halfglanzend, Photo gloss en andere glanzende papiertypen.

    Opmerking:

    het papiertype dat u opgeeft in het deelvenster Afdruktaak wordt gebruikt voor het berekenen van de afdrukverscherping. Sommige printerstuurprogramma's bevatten mogelijk ook een optie voor het papiertype in het dialoogvenster Afdrukken, dat afzonderlijk moet worden ingesteld.

    • Schakel Afdruk verscherpen uit als u geen verscherping wilt toepassen in de module Afdrukken. Dit is handig wanneer de verscherping die u hebt toegepast in de module Ontwikkelen de gewenste resultaten oplevert.
  1. Selecteer 16-bits uitvoer in het deelvenster Afdruktaak als u afdrukt op een 16-bits printer via Mac OS 10.5 (Leopard) of hoger.

    Opmerking:

    Als u 16-bits uitvoer selecteert en afdrukt op een printer die dit type uitvoer niet ondersteunt, neemt het afdrukken meer tijd in beslag, maar dit is niet van invloed op de afdrukkwaliteit.

Kleurbeheer voor afdrukken instellen

U kunt bepalen of Lightroom Classic of het printerstuurprogramma tijdens het afdrukken voor het kleurbeheer zorgt. Als u een aangepast printerkleurprofiel wilt gebruiken dat voor een specifieke combinatie van printer en papier is bedoeld, is het raadzaam de kleuren te laten beheren door Lightroom Classic. In andere gevallen kunt u het kleurbeheer door de printer laten uitvoeren. Als Afdrukken in conceptmodus is ingeschakeld, worden de kleuren automatisch beheerd door de printer.

Opmerking:

voor aangepaste kleurprofielen voor printers wordt meestal gebruikgemaakt van speciale apparatuur en software waarmee de profielbestanden worden gegenereerd. Als kleurprofielen voor de printer niet op uw computer zijn geïnstalleerd of als Lightroom Classic de profielen niet kan vinden, zijn alleen de opties Beheerd door printer en Overige beschikbaar in het gebied Profiel van het deelvenster Afdruktaak.

  1. Kies in het gedeelte Kleurbeheer van het deelvenster Afdruktaak een van de volgende opties in het pop-upmenu Profiel:
    • Als u een printerkleurprofiel wilt gebruiken voor het omzetten van de afbeelding voordat u deze naar de printer stuurt, kiest u het gewenste RGB-profiel in het menu.

    Opmerking:

    Zorg ervoor dat kleurbeheer is uitgeschakeld in het printerstuurprogramma als u een aangepast printerkleurprofiel in Lightroom Classic kiest. Als u dat niet doet, worden de kleuren van uw foto's tweemaal omgezet en worden deze mogelijk niet goed afgedrukt. Raadpleeg de documentatie van uw printer voor instructies om kleurbeheer uit te schakelen in de stuurprogrammasoftware. Lightroom Classic herkent geen CMYK-printerprofielen.

    • Als u de afbeeldingsgegevens naar het printerstuurprogramma wilt sturen zonder de afbeelding eerst om te zetten op basis van een profiel, kiest u Beheerd door printer.

     

    • U selecteert de printerprofielen die u wilt weergeven in het pop-upmenu Profiel door Overige te kiezen en de gewenste kleurprofielen te selecteren in het dialoogvenster Profielen kiezen.

     

    Opmerking:

    Doorgaans kiest u deze optie als het pop-upmenu Profiel leeg is of als het profiel dat u wilt gebruiken niet wordt vermeld. Lightroom Classic probeert aangepaste afdrukprofielen te vinden op uw computer. Als er geen profielen worden aangetroffen, kiest u Beheerd door printer en laat u het kleurbeheer over aan het printerstuurprogramma.

  2. Als u een profiel opgeeft, kiest u een rendering intent om te bepalen hoe kleuren worden omgezet van de kleurruimte van de afbeelding naar de kleurruimte van de printer:

    Perceptueel

    Bij perceptuele rendering wordt geprobeerd de visuele relatie tussen kleuren te behouden. Kleuren die binnen de kleuromvang liggen, kunnen hierbij veranderen wanneer kleuren buiten de kleuromvang worden omgezet in reproduceerbare kleuren. Perceptuele rendering is vooral geschikt voor afbeeldingen met veel kleuren buiten de kleuromvang.

    Relatief

    Bij relatieve rendering worden alle kleuren binnen de kleuromvang behouden en worden kleuren buiten de kleuromvang omgezet in de kleur die het dichtst bij de te reproduceren kleur ligt. Met de optie Relatief blijft meer van de originele kleur behouden. Dit is daarom een goede keuze voor afbeeldingen met weinig kleuren buiten de kleuromvang.

    Opmerking:

    De kleurruimte van de printer is meestal kleiner dan die van de afbeelding, waardoor kleuren vaak niet kunnen worden gereproduceerd. De door u geselecteerde rendering intent probeert de kleuren die buiten de kleuromvang liggen, te compenseren.

  3. (Optioneel) Als u in de afdruk kleuren wilt gebruiken die meer overeenkomen met de heldere en verzadigde uitstraling van kleuren op het scherm in Lightroom Classic, selecteert u Afdrukaanpassing. Vervolgens versleept u de schuifregelaars Helderheid en Contrast.

    Opmerking:

    Door de schuifregelaars Helderheid en Contrast te verslepen, past u de tooncurve aan. Deze aanpassingen zijn niet als voorvertoning op het scherm te zien. Mogelijk moet u wat experimenteren om te bepalen welke instellingen het beste werken voor afzonderlijke foto's en uw specifieke printer.

Afdrukinstellingen opslaan als een afdrukverzameling

Als u afdrukinstellingen opslaat als een afdrukverzameling, kunt u nieuwe foto's aan de verzameling toevoegen. Deze nieuwe foto's krijgen automatisch ook de afdrukinstellingen. Dit geldt niet voor aangepaste sjablonen, die wel de uitvoeropties maar geen foto's bevatten. Met een afdrukverzameling worden de afdrukinstellingen toegepast op de foto's in de verzameling.

  1. Selecteer de foto's die u wilt afdrukken in de module Bibliotheek.
  2. Selecteer een sjabloon in de module Afdrukken en geef de gewenste instellingen op in de deelvensters aan de rechterkant van de module.
  3. Selecteer in de filmstrip de foto's die u wilt opnemen in het uitvoerontwerp.
  4. Klik op het plusteken (+) in het deelvenster Verzamelingen en kies Afdrukken maken.

  5. Typ een naam voor de afdrukverzameling in het dialoogvenster Afdrukken maken. Kies een verzamelingsset in het pop-upmenu Set als u de verzameling aan een bestaande set wilt toevoegen of kies Geen.

  6. Selecteer onder Opties voor afdrukken Geselecteerde foto's opnemen (contactblad) of Foto's opnemen waarnaar wordt verwezen (pakketten). Selecteer Nieuwe virtuele kopieën maken als u in plaats van de originele foto's virtuele kopieën in het uitvoerontwerp wilt opnemen.

  7. Klik op Maken.

De afdrukverzameling wordt toegevoegd aan het deelvenster Verzamelingen en krijgt een pictogram voor een paginalay-out .

 Adobe

Krijg sneller en gemakkelijker hulp

Nieuwe gebruiker?

Adobe MAX 2024

Adobe MAX
De creativiteitsconferentie

14–16 oktober Miami Beach en online

Adobe MAX

De creativiteitsconferentie

14–16 oktober Miami Beach en online

Adobe MAX 2024

Adobe MAX
De creativiteitsconferentie

14–16 oktober Miami Beach en online

Adobe MAX

De creativiteitsconferentie

14–16 oktober Miami Beach en online