Audience
Bedrijfsbeheerders met controle over computers die worden gebruikt bij workflows waarbij permanente globale variabelen (Windows en Macintosh) of aangepaste JavaScripts (alleen Windows) worden gebruikt.
Overzicht
Adobe neemt beveiliging bijzonder serieus en daarom worden geregeld wijzigingen in de bestaande functionaliteit van Acrobat en Adobe Reader aangebracht om het product nog beter bestand te maken tegen schadelijke aanvallen. Als deel van dit beleid worden met 10.1.1 wijzigingen geïntroduceerd in de JavaScript-functie waarmee globale variabelen worden opgeslagen en door gebruiker gedefinieerde scripts worden uitgevoerd.
In versies voorafgaand aan 10.1.1 kunnen eindgebruikers JavaScript-bestanden in %ApplicationData%\Adobe\(productnaam)\(versie)\JavaScripts plaatsen, en deze bestanden worden automatisch uitgevoerd bij het opstarten van de toepassing. De IT-afdeling plaatst bijvoorbeeld een JS-bestand voor het wijzigen van de productgebruikersinterface door menuopties te verbergen of toe te voegen op een Windows XP-computer in C:\Documents and Settings\(gebruikersnaam)\Application Data\Adobe\Acrobat\10.0\JavaScripts. Bovendien bevat de map glob.js en glob.settings.js, twee bestanden die het product kan lezen en waarnaar kan worden geschreven bij het opslaan van globale variabelen.
Wijzigingen voor 10.1.1
Acrobat-processen schrijven niet standaard naar de map %ApplicationData%\ Acrobat\Privileged\10.0. Bovendien mogen zandbakbestanden niet naar die map schrijven. De veiligste bewerking is dus de Beveiligde weergave in Acrobat en de Beveiligde modus in Reader te activeren en daardoor alle processen in de zandbak te plaatsen. Daarnaast worden de volgende wijzigingen in 10.1.1 geïntroduceerd:
- Nieuwe JS-locatie voor gebruiker: de JavaScript-map van de gebruiker is verplaatst van
- Vista en Windows 7:Users\(gebruikersnaam)\AppData\Roaming\Adobe\Acrobat\10.0\JavaScripts naar Users\(gebruikersnaam)\AppData\Roaming\Adobe\Acrobat\Privileged\10.0\JavaScripts. Het nieuwe pad is bijvoorbeeld C:\Users\JoeUser\AppData\Roaming\Adobe\Acrobat\Privileged\10.0\JavaScripts
- XP: Documents and Settings\(gebruikersnaam)\Application Data\Adobe\Acrobat\10.0\JavaScripts naar Documents and Settings\(gebruikersnaam)\Application Data\Adobe\Acrobat\Privileged\10.0\JavaScripts. Het nieuwe pad is bijvoorbeeld: C:\Documents and Settings\JoeUser\Application Data\Adobe\Acrobat\Privileged\10.0\JavaScripts
Opmerking: Deze wijziging geldt alleen voor Windows. De wijziging heeft ook geen invloed op het gedrag van C:\Program Files\Adobe\(productnaam en -versie)\(productnaam)\JavaScripts.
- Nieuwe indeling en locatie voor permanente globale variabelen: Variabele-instellingen die zijn opgeslagen in glob.settings.js en glob.js, bevinden zich nu in een nieuwe map op %ApplicationData%\Adobe\Acrobat\10.0\JSCache. De sleutelwaardeparen die worden gelezen van de ASCab, worden nu gebruikt om de permanente globale variabelen te initialiseren. Er worden geen instellingen als JavaScript-bestanden in deze map opgeslagen.
Wat u moet doen
Als u geen variabelen als permanente globale variabelen hebt opgeslagen of aangepaste JavaScripts in de betreffende mappen hebt geplaatst, kunt u deze wijziging negeren. Als u het bovenstaande echter wel hebt gedaan, behoudt u de integriteit van uw workflows als volgt:
Voor problemen met globale variabelen (Windows en Macintosh)
- Verifieer dat glob.js en glob.settings.js niets anders opslaan dan sleutelwaardeparen en scalaire waarden. Workflows die deze bestanden gebruiken om andere methoden op te slaan, werken niet.
- Aangezien gegevens die zich in glob.js en glob.setting.js bevinden wanneer 10.1.1 wordt toegepast, verloren gaan, behoudt u de integriteit van uw workflows als volgt:
1. Voor Acrobat kunt u een van deze twee handelingen uitvoeren:
- Kopieer het JavaScript in de bestaande bestanden glob.js en glob.setting.js van de oude JavaScripts-map en voer het script uit in de JavaScript-console in een nieuwe Acrobat-sessie. Hiermee worden de opgeslagen globale variabelen opgeslagen naar de nieuwe Acrobat-sessie. Of,
- Kopieer glob.js en glob.setting.js van de oude JavaScripts-map naar de map %Program Files%/Adobe/Reader/JavaScript en verwijder de oorspronkelijke bestanden. Start het product opnieuw op om de variabelen naar de nieuwe indeling te exporteren.
Opmerking: voor Adobe Reader kunt u alleen de tweede methode gebruiken, omdat de JavaScript-console niet beschikbaar is tenzij u deze hebt ingeschakeld zoals beschreven onder http://blogs.adobe.com/pdfdevjunkie/2008/10/how_to_use_the_javascript_debu.html.
2. Voer de JavaScript setPersistent-methode handmatig uit op alle globale variabelen om te zorgen dat ze goed zijn gemigreerd naar de nieuwe indeling. Voer bijvoorbeeld het volgende JavaScript uit in de console:
for (var name in global) global.setPersistent("global."+name, true);
Voor problemen met gebruikers-JavaScript (alleen Windows)
Kopieer alle door de gebruiker gemaakte JavaScript-bestanden van %APPDATA%\Adobe\Acrobat\10.0\JavaScripts naar %APPDATA%\Adobe\Acrobat\Privileged\10.0\JavaScripts.
Aanmelden bij je account