Handboek Annuleren

Clips bijsnijden

  1. Handboek voor Adobe Premiere Elements
  2. Inleiding tot Adobe Premiere Elements
    1. Nieuw in Premiere Elements
    2. Systeemvereisten | Adobe Premiere Elements
    3. Beginselen van de werkruimte
    4. Modus met instructies
    5. Gebruik pannen en zoomen om een video-achtig effect te creëren
    6. GPU-versnelde rendering
  3. Werkruimte en workflow
    1. Het startscherm leren kennen
    2. Automatisch gemaakte collages, diavoorstellingen en meer bekijken en delen
    3. Beginselen van de werkruimte
    4. Bronmonitor en programmamonitor
    5. Voorkeuren
    6. Tools
    7. Sneltoetsen
    8. Audioweergave
    9. Wijzigingen ongedaan maken
    10. Sneltoetsen aanpassen
    11. Werkschijven gebruiken
  4. Werken met projecten
    1. Een project maken
    2. Instellingen en voorinstellingen voor projecten aanpassen
    3. Projecten opslaan en een reservekopie maken
    4. Films voorvertonen
    5. Een videocollage maken
    6. Highlight Reel maken
    7. Een videoverhaal maken
    8. Instant films maken
    9. Clipeigenschappen weergeven
    10. De bestanden van een project weergeven
    11. Projecten archiveren
    12. GPU-versnelde rendering
  5. Media importeren en toevoegen
    1. Media toevoegen
    2. Richtlijnen voor het toevoegen van bestanden
    3. De duur instellen voor geïmporteerde stilstaande beelden
    4. 5.1 audio importeren
    5. Werken met offline bestanden
    6. Bestanden delen tussen Adobe Premiere Elements en Adobe Photoshop Elements
    7. Speciale clips maken
    8. Werken met hoogte-breedteverhoudingen en velden
  6. Clips rangschikken
    1. Clips rangschikken in de tijdlijn van de Professionele weergave
    2. Clips groeperen, koppelen en uitschakelen
    3. Clips rangschikken op de tijdlijn van de Snelle weergave
    4. Werken met clip- en tijdlijnmarkeertekens
    5. Reeksinstellingen
  7. Clips bewerken
    1. Ruis reduceren
    2. Object selecteren
    3. Spontane momenten
    4. Kleuren afstemmen
    5. Smart Trim
    6. De snelheid en duur van een clip wijzigen
    7. Clips splitsen
    8. Frames stilzetten en vasthouden
    9. Helderheid, contrast en kleur aanpassen - Bewerken met instructies
    10. Videobeelden stabiliseren met Shake Stabilizer
    11. Beeldmateriaal vervangen
    12. Werken met bronclips
    13. Ongewenste frames bijsnijden - Bewerken met instructies
    14. Clips bijsnijden
    15. Frames bewerken met Automatische slimme tint
    16. Artistieke effecten
  8. Kleurcorrectie en Kleurverloop
    1. Kleurcorrectie en -verloop (LUT's)
    2. Deelvenster Kleurcorrectie
    3. Instellingen voor kleurcorrectie
  9. Overgangen toepassen
    1. Overgangen toepassen op clips
    2. Basisbeginselen van overgangen
    3. Overgangen aanpassen
    4. Overgangen toevoegen tussen videoclips - Bewerken met instructies
    5. Speciale overgangen maken
    6. Een Luma-overgangseffect met vervaging creëren - Bewerken met instructies
  10. Basisbeginselen speciale effecten
    1. Effectenreferentie
    2. Effecten toepassen en verwijderen
    3. Maak een zwart-witvideo met een opvallend kleuraccent - Bewerken met instructies
    4. Tijd opnieuw toewijzen - Bewerken met instructies
    5. Basis voor effecten
    6. Werken met voorinstellingen voor effecten
    7. Effecten vinden en rangschikken
    8. Frames bewerken met Automatische slimme tint
    9. Frame vullen - Bewerken met instructies
    10. Een timelapsevideo maken - Bewerking met instructies
    11. Aanbevolen procedures voor het maken van een timelapsevideo
  11. Speciale effecten toepassen
    1. Gebruik pannen en zoomen om een video-achtig effect te creëren
    2. Transparantie en objecten op elkaar plaatsen
    3. Clips verplaatsen, schalen of roteren met het effect Beweging
    4. Een effectenmasker toepassen op uw video
    5. Temperatuur en tint aanpassen
    6. Een glaspaneeleffect creëren - Bewerking met instructies
    7. Een beeld-in-beeld-bedekking maken
    8. Effecten toepassen aan de hand van aanpassingslagen
    9. Titel toevoegen aan uw film
    10. Nevel verwijderen
    11. Een Beeld-in-beeld maken - Bewerken met instructies
    12. Een effect Vignettering maken
    13. Een effect Gesplitste tint toevoegen
    14. FilmLooks-effecten toevoegen
    15. Een HSL-tunereffect toevoegen
    16. Frame vullen - Bewerken met instructies
    17. Een timelapsevideo maken - Bewerking met instructies
    18. Geanimeerde lucht - Bewerken met instructies
    19. Object selecteren
    20. Geanimeerde mattes - Bewerken met instructies
    21. Dubbele belichting - Bewerken met instructies
  12. Speciale audio-effecten
    1. Audio mixen en het volume aanpassen met Adobe Premiere Elements
    2. Audio-effecten
    3. Geluidseffecten toevoegen aan een video
    4. Muziek toevoegen aan videoclips
    5. Verhalen maken
    6. Soundtracks gebruiken
    7. Muziek remix
    8. Verhaal toevoegen aan uw film - Bewerken met instructies
    9. Muziek toevoegen aan uw film - Bewerken met instructies
  13. Filmtitels
    1. Titels maken
    2. Vormen en afbeeldingen aan titels toevoegen
    3. Kleur en schaduwen toevoegen aan titels
    4. Verlopen toepassen
    5. Titels en MOGRT's maken
    6. Responsive design toevoegen
    7. Tekst bewerken en opmaken
    8. Objecten uitlijnen en transformeren
    9. Bewegingstitels
    10. Uiterlijk van tekst en vormen
    11. Titels exporteren en importeren
    12. Objecten in titels rangschikken
    13. Titels voor televisie ontwerpen
    14. Stijlen toepassen op tekst en afbeeldingen
    15. Een video toevoegen in de titel
  14. Schijfmenu's
    1. Schijfmenu's maken
    2. Werken met menumarkeertekens
    3. Typen schijven en menuopties
    4. Menu's voorvertonen
  15. Uw films delen en exporteren
    1. Uw video's exporteren en delen
    2. Exportinstellingen
    3. Een video delen om op een computer af te spelen
    4. Basisprincipes compressie en gegevenssnelheden
    5. Gemeenschappelijke instellingen voor delen
Opmerking:

De functionaliteit en de interface van de functie SmartTrim zijn verbeterd in Adobe Premiere Elements 2018. Het bijbehorende artikel voor SmartTrim in Adobe Premiere Elements 2018 is beschikbaar via deze koppeling.

Clips bijsnijden en terughalen

Bij het samenstellen van een film hebt u bijna nooit een hele clip nodig. U stelt de frames die u wilt gebruiken in met behulp van in- en uit punten. Het inpunt is het eerste frame van de clip dat u wilt gebruiken. Het uitpunt is het laatste frame van de clip dat u wilt gebruiken.

Bij het instellen van in- en uitpunten worden frames niet van de harde schijf verwijderd. In plaats daarvan wordt het deel van de clip dat in de film moet worden opgenomen, geïsoleerd. In- en uitpunten fungeren als een venster voor de clip, waarin alleen de frames tussen het inpunt en het uitpunt worden weergegeven. U kunt in- en uitpunten naar wens verplaatsen om bijgesneden frames in de selectie op te nemen.

In- en uitpunten fungeren als een venster voor een clip

A. Inpunt B. Bijgesneden frames C. Uitpunt 

U kunt frames aan het begin of einde van een clip bijsnijden. Als u frames uit het midden van een clip wilt bijsnijden, splitst u eerst de clip (door twee onderdelen van de oorspronkelijke clip te maken). Vervolgens snijdt u de ongewenste frames bij vanaf het einde van de eerste nieuwe clip of het begin van de tweede.

U kunt een clip bijsnijden in het Voorvertoningsvenster, het deelvenster Monitor, de tijdlijn van de Snelle weergave of de tijdlijn van de Professionele weergave. U kunt frames ophalen uit bronclips (clips die nog niet in de tijdlijn van de Snelle weergave of de tijdlijn van de Professionele weergave zijn geplaatst) met behulp van het Voorvertoningsvenster. U kunt frames ophalen uit clips in de tijdlijn van de Snelle weergave of de tijdlijn van de Professionele weergave.

Slim bijsnijden

U kunt hoogwaardige, goed afgewerkte videobestanden maken door ongewenste gedeelten te verwijderen. U kunt in Adobe Premiere Elements op efficiënte wijze vage, schokkerige en ongewenste slechte gedeelten in uw videobestand verwerken. U kunt de videobestanden eenvoudig en snel bewerken en tot in detail aanpassen.

Met SmartTrim kunt u gedeelten van slechte kwaliteit uit een videobestand verwijderen. SmartTrim kan zowel handmatig als automatisch worden uitgevoerd. U kunt clips uit de tijdlijn van de Snelle weergave of de tijdlijn van de Professionele weergave bijsnijden.

Slim bijsnijden kan automatisch of handmatig worden toegepast. De modus voor handmatig slim bijsnijden is de standaardmodus. In deze modus kunt u de opties opgeven waarmee de bij te snijden gedeelten worden bepaald. In de Smart Trim-modus bepaalt Premiere Elements automatisch de bij te snijden gedeelten. U kunt aangeven of u deze wilt verwijderen of behouden.

Smart Trim

Handmatig slim bijsnijden

  1. Om SmartTrim in te schakelen, klikt u op de Actiebalk en selecteert u SmartTrim in het deelvenster Gereedschappen. Standaard is de modus voor handmatig slim bijsnijden ingeschakeld.
    Opmerking:

    In de modus voor handmatig slim bijsnijden wordt boven het deelvenster Monitor het volgende weergegeven: Modus Smart Trim: De gemarkeerde secties bijsnijden of verwijderen. U ziet eveneens de knop Opties voor Smart Trim.

  2. (Optioneel) Klik op de knop Opties voor SmartTrim bovenaan. In het dialoogvenster Opties voor Smart Trim:

    • Gebruik de Schuifregelaar om het Kwaliteitsniveau in te stellen. De waarden die u hier instelt, bepalen de bij te snijden gedeelten. Als u hier geen opties instelt, worden standaardinstellingen gebruikt.
    • Gebruik de Interesseschuifregelaar om het Interesseniveau op te geven. De waarde die hier is ingesteld bepaalt de focus op gezichtsgegevens en audio.

    Premiere Elements analyseert de clip en markeert de gedeelten van de clip die moeten worden bijgesneden. De gemarkeerde gedeelten zijn afhankelijk van de waarden die zijn ingesteld voor de Kwaliteitsniveau-opties. De bij te snijden gedeelten worden gemarkeerd met streepjespatronen. Met de combinatie van de kwaliteits- en interesseschuifregelaars krijgt u een veel betere uitvoer.

  3. (Optioneel) U kunt de tags met een laag kwaliteitsniveau die door Adobe Premiere Elements op de bij te snijden gedeelten zijn toegepast, weergeven door de muis boven het Smart Trim-gedeelte van de clip te houden.

  4. Voer een van de volgende handelingen uit om bij te snijden gedeelten in een clip te selecteren:
    • Dubbelklik op de clip in de tijdlijn van de Professionele weergave om alle bij te snijden gedeelten in één clip te selecteren.

    • Sleep een selectiekader rond de geselecteerde clips in de tijdlijn van de Professionele weergave om alle bij te snijden gedeelten in meerdere clips te selecteren. Klik met de rechtermuisknop of houd Ctrl ingedrukt en klik op de bij te snijden gedeelten en kies Alles selecteren.

      • Als u alle bij te snijden gedeelten in meerdere clips in de tijdlijn van de Snelle weergave of de tijdlijn van de Professionele weergave wilt selecteren, selecteert u Ctrl-A. Klik met de rechtermuisknop of houd Ctrl ingedrukt en klik op een gedeelte > Alles selecteren.

    De geselecteerde bij te snijden gedeelten worden gemarkeerd. Als u een bij te snijden gedeelte selecteert, krijgen alle bij te snijden gedeelten een blauw streepjespatroon.

    Let op: Als u geselecteerde bijsnijdsecties in meerdere clips wilt kiezen, selecteert u eerst de clips en vervolgens de bijsnijdsecties.

     

  5. Klik met de rechtermuisknop of houd Ctrl ingedrukt en klik op een bij te snijden gedeelte (het gebied met het blauwe streepjespatroon). De volgende opties worden weergegeven:

    Bijsnijden

    Hiermee kunt u het geselecteerde bij te snijden gedeelte bijsnijden.

    Behouden

    Hiermee kunt u het geselecteerde bij te snijden gedeelte behouden.

    Alles selecteren

    Hiermee selecteert u alle bij te snijden gedeelten in de huidige selectie.

    Opties voor slim bijsnijden

    Hiermee geeft u de opties voor slim bijsnijden weer.

  6. Selecteer Bijsnijden om het bij te snijden gedeelte bij te snijden of selecteer Behouden om het bij te snijden gedeelte te behouden. U kunt clips ook bijsnijden met de Delete-toets op het toetsenbord.
  7. (Optioneel) Als u de vorige bijsnijdbewerking ongedaan wilt maken, klikt u met de rechtermuisknop op de clip of houdt u Ctrl ingedrukt en klikt u op de clip in de tijdlijn van de Professionele weergave. Daarna selecteert u SmartTrim ongedaan maken.

    Als u de SmartTrim-modus wilt sluiten, klikt u op de knop Gereed.

Automatische SmartTrim

  1. Om automatische SmartTrim in te schakelen, klikt u op de Actiebalk en selecteert u SmartTrim in het deelvenster Gereedschappen.
  2. Klik op de SmartTrim-opties boven het deelvenster Monitor.
  3. Selecteer Automatisch in het dialoogvenster SmartTrim-opties.
  4. (Optioneel) Klik op de knop Opties voor SmartTrim bovenaan. In het dialoogvenster Opties voor Smart Trim:

    • Gebruik de Schuifregelaar om het Kwaliteitsniveau in te stellen. De waarden die u hier instelt, bepalen de bij te snijden gedeelten. Als u hier geen opties instelt, worden standaardinstellingen gebruikt.
    • Gebruik de Interesseschuifregelaar om het Interesseniveau op te geven. De waarde die hier is ingesteld bepaalt de focus op gezichtsgegevens en audio.
  5. Klik op Opslaan.

    Premiere Elements analyseert de clip en markeert de gedeelten van de clip die moeten worden bijgesneden. Het bevestigingsdialoogvenster voor automatisch slim bijsnijden wordt weergegeven.

    Opmerking:

    Als een clip niet is geselecteerd, worden streepjespatronen gebruikt om de SmartTrim-gedeelten van de clip te markeren.

Opties voor slim bijsnijden

Voor Smart Trim worden kwaliteitsfactoren zoals helderheid, vervaging, schokkerig, contrast en interessefactoren zoals gezicht, beweging en dialoog gebruikt als criteria voor het bijsnijden van de clips. U kunt de kwaliteits- en interesseniveaus instellen voordat u de clips bijsnijdt.

Kwaliteitsniveau

Hiermee kunt u de niveaus van de kwaliteitsfactoren instellen die Premiere Elements gebruikt bij het bepalen van de bij te snijden gedeelten. Tot de kwaliteitsfactoren behoren vervagen, schokken, helderheid, scherpstelling en contrast. Als u de schuifregelaar helemaal naar rechts verplaatst, worden alle gedeelten van lage kwaliteit gemarkeerd als bij te snijden gedeelten. Naarmate u de schuifregelaar verder naar links verschuift, neemt het aantal bij te snijden gedeelten af. Als u de schuifregelaar volledig naar links verschuift, worden alleen gedeelten met een laag kwaliteitsniveau gemarkeerd als bij te snijden gedeelten.

Interesseniveau

Hiermee kunt u de interessefactoren instellen die Premiere Elements gebruikt. Tot de interessefactoren behoren gezichtsgegevens en audio. Als u de schuifregelaar helemaal naar rechts verplaatst, is daar meer focus op gezichtsgegevens en audio.

Toegang tot de opties voor slim bijsnijden

Als u toegang wilt krijgen tot de SmartTrim-optie, schakelt u SmartTrim in en voert u een van de volgende handelingen uit:

  • Klik op de knop SmartTrim-opties boven in het deelvenster Monitor.
  • Klik met de rechtermuisknop of houd Ctrl ingedrukt en klik op een bij te snijden gedeelte en selecteer SmartTrim-opties.

Een clip van de tijdlijn van de Snelle weergave bijsnijden

U kunt clips in de tijdlijn van de Snelle weergave rechtstreeks bijsnijden.

  1. Selecteer de clip in de tijdlijn van de Snelle weergave.
  2. Plaats de aanwijzer op de rand van de clip die u wilt bijsnijden totdat het juiste pictogram wordt weergegeven:
    • Het pictogram Inpunt bijsnijden voor het bijsnijden van het begin van een clip.

    • Het pictogram Uitpunt bijsnijden voor het bijsnijden van het einde van een clip.

  3. Sleep de handgrepen voor het bijsnijden naar het gewenste frame. In het deelvenster Monitor worden de frames tijdens het slepen weergegeven, evenals het frame van de aangrenzende clip (indien van toepassing). Aangrenzende clips in de track worden in de tijd verschoven om de bewerking te compenseren, maar de duur van de clips blijft ongewijzigd

Frames verwijderen uit het midden van een clip

U kunt materiaal aan het begin en eind van een clip voor uw film behouden, maar materiaal in het midden verwijderen. Splits de clip vlak voordat het ongewenste gedeelte begint om twee clips te maken. Snijd vervolgens het ongewenste materiaal vanaf het begin van de tweede clip bij.

  1. In de tijdlijn van de Snelle weergave selecteert u de clip dat ongewenst materiaal bevat. De clip wordt weergegeven in het deelvenster Monitor.
  2. Sleep de huidige-tijdindicator in de tijdlijn van de Snelle weergave naar het frame waar het ongewenste materiaal begint.
  3. Klik op de knop Schaar op de huidige-tijdindicator.

    De oorspronkelijke clip wordt gesplitst in twee clips in de tijdlijn van de Snelle weergave.

  4. Dubbelklik rechts van de splitsing op de clip. Hierdoor wordt de clip geopend in het voorvertoningsvenster.
  5. Sleep in het voorvertoningsvenster de huidige-tijdindicator naar het frame net na het laatste frame met ongewenst materiaal,
  6. Klik op de knop Inpunt instellen. Hierdoor wordt het ongewenste materiaal bijgesneden van het begin van de tweede clip en wordt de clip ingekort in de tijdlijn van de Snelle weergave, waardoor ruimte ontstaat tussen de clip en de clip ervoor.

    Het ongewenste materiaal wordt verwijderd vanaf het begin van de tweede clip (of het einde van de eerste clip, als u ervoor hebt gekozen die clip te bewerken). De ruimte tussen de eerste en tweede clip wordt automatisch verwijderd.

  7. Klik met de rechtermuisknop of houd Ctrl ingedrukt en klik op de tussenruimte in de tijdlijn van de Snelle weergave. Klik vervolgens op Tussenruimte verwijderen en sluiten.

Frames ophalen in het deelvenster Monitor

  1. Dubbelklik op een clip in de tijdlijn van de Snelle weergave.

    De begin- en eindpunten van de clip zijn zichtbaar in het Voorvertoningsvenster van het deelvenster Monitor.

  2. Voer een van de volgende handelingen uit in het voorvertoningsvenster:
    • Als u frames wilt terughalen aan het begin van de clip, sleept u de greep voor het inpunt naar links.

    • Als u frames wilt terughalen aan het einde van de clip, sleept u de greep voor het uitpunt naar rechts.

Bijsnijden in de tijdlijn van de Professionele weergave

U kunt aan beide uiteinden van een clip bijgesneden frames verwijderen of terughalen door de rand van de clip in de tijdlijn van de Professionele weergave te slepen. In het deelvenster Monitor wordt het frame weergegeven bij de wijziging van het in- of uitpunt van de clip tijdens het slepen, zodat u het gewenste frame gemakkelijker kunt vinden. Wanneer een andere clip grenst aan de rand die u bijsnijdt, worden in het deelvenster Monitor de frames van beide clips naast elkaar weergegeven.

Het frame aan de linkerkant (het uitpunt) bevindt zich op een eerder moment en het frame aan de rechterkant (het inpunt) bevindt zich op een later moment. Volgende clips, en blokken met lege ruimte, in de tijdlijn van de Professionele weergave worden verschoven wanneer u de rand van de clip sleept.

Tijdens het bijsnijden wordt in een knopinfo het aantal frames dat u bijsnijdt, weergegeven. Dit venster bevat een negatieve waarde als u de rand van de clip naar het begin van de film sleept.

Het geeft een positief getal weer als u in de richting van het einde van de film sleept. Aan de hand van een klein grijs driehoekje in de bovenhoek van het begin of het einde van de clip in de tijdlijn van de Professionele weergave kunt u controleren of de clip al dan niet is bijgesneden. Het driehoekje geeft aan dat die rand niet is bijgesneden.

Wanneer bij gekoppelde clips (video met een soundtrack) de rand van een clip wordt gesleept, worden de in- of uitpunten van beide clips gewijzigd. Het kan voorkomen dat u gekoppelde clips afzonderlijk wilt bijsnijden om gesplitste bewerkingen te maken (ofwel L-cuts en J-cuts). Als u tijdens het bijsnijden Alt ingedrukt houdt, kunt u de in- en uitpunten van de video en audio afzonderlijk instellen.

Clips bijsnijden in de tijdlijn van de Professionele weergave

  1. Plaats de aanwijzer op de rand van de clip die u wilt bijsnijden totdat het juiste pictogram wordt weergegeven:
    • Pictogram Inpunt bijsnijden voor het bijsnijden van het begin van een clip.

    • Pictogram Uitpunt bijsnijden voor het bijsnijden van het einde van een clip.

  2. Sleep de rand naar het gewenste frame. In het deelvenster Monitor worden de frames tijdens het slepen weergegeven, evenals het frame van de aangrenzende clip (indien van toepassing). Aangrenzende clips in de track worden in de tijd verschoven om de bewerking te compenseren, maar de duur van de clips blijft ongewijzigd.
    Opmerking:

    U kunt het inpunt van een clip niet verder naar links slepen dan de rand van een aangrenzende clip.

Frames verwijderen uit het midden van een clip in de tijdlijn van de Professionele weergave

U kunt inhoud aan het begin en einde van een clip voor uw film behouden en inhoud uit het midden ervan verwijderen. Splits de clip voor het begin van het ongewenste gedeelte en snijd vervolgens het ongewenste materiaal weg uit het begin van de tweede clip die is ontstaan door de splitsing.

  1. Sleep de huidige-tijdindicator in de tijdlijn van de Professionele weergave naar het frame waar het ongewenste gedeelte van een clip begint.

    Het frame wordt weergegeven in het deelvenster Monitor.

  2. Klik op de knop Clip splitsen op de huidige-tijdindicator.

    Hierdoor wordt de clip bij het geselecteerde punt gesplitst.

  3. Dubbelklik rechts van de splitsing op de clip. Hierdoor wordt de clip geopend in het voorvertoningsvenster.
    Opmerking:

    U kunt ook de clip links van de splitsing openen en de volgende bewerkingen uitvoeren door een nieuw uitpunt in te stellen.

  4. Sleep in het voorvertoningsvenster de huidige-tijdindicator naar het frame net na het laatste frame met ongewenst materiaal.
  5. Klik op de knop Inpunt instellen. Hierdoor wordt het ongewenste materiaal bijgesneden van het begin van de tweede clip en wordt de clip ingekort in de tijdlijn van de Professionele weergave, waardoor ruimte ontstaat tussen de clip en de clip ervoor.
  6. Klik met de rechtermuisknop of houd Ctrl ingedrukt en klik op de tussenruimte in de tijdlijn van de Professionele weergave. Klik vervolgens op Tussenruimte verwijderen en sluiten.

Frames ophalen in de tijdlijn van de Professionele weergave

  1. Plaats de aanwijzer in de tijdlijn van de Professionele weergave op de rand van de clip die u wilt bijsnijden totdat het juiste pictogram wordt weergegeven:
    • Het pictogram Inpunt bijsnijden voor het terughalen van frames vanaf het begin van een clip.

    • Het pictogram Uitpunt bijsnijden voor het terughalen van frames vanaf het einde van een clip.

  2. Sleep de rand naar het gewenste frame.
    Opmerking:

    Als u het in- of uitpunt van alleen de video of audio van een gekoppelde clip wilt wijzigen, houdt u Alt ingedrukt en sleept u de rand. U kunt de Alt-toets loslaten wanneer u begint te slepen.

Audio uitbreiden vóór of na gekoppelde video

U kunt audio vóór de video laten beginnen of na de video uitbreiden naar de volgende clip (of vice versa). Het afzonderlijk bijsnijden van gekoppelde audio en video wordt een gesplitste bewerking genoemd. Wanneer u een gesplitste bewerking in een clip maakt, moet u meestal een bewerking maken in de aangrenzende clip, zodat ze elkaar niet overlappen.

U kunt twee soorten gesplitste bewerkingen maken:

  • Een J-cut, of audio lead, waarin audio start vóór gekoppelde video of waarin video doorgaat na de audio.

  • Een L-cut, of video lead, waarin video start vóór gekoppelde audio of waarin audio doorgaat na de video.

  1. Selecteer de clip in de tijdlijn van de Professionele weergave.
  2. Als de clip zich naast een andere clip bevindt, houdt u Alt ingedrukt en sleept u het audiodeel naar een aparte track, zodat er lege ruimte ontstaat naast de clip.
  3. (Optioneel) Verplaats de huidige-tijdindicator naar het videoframe dat u wilt bijsnijden en zorg ervoor dat Magnetisch is ingeschakeld. Dit wordt aangegeven met een vinkje. (Als dit niet het geval is, kiest u Tijdlijn > Magnetisch.)
  4. Plaats de aanwijzer op de rand van de videoclip die u wilt bijsnijden en voer een van de volgende handelingen uit:
    • Zodra het pictogram Inpunt bijsnijden wordt weergegeven, drukt u op Alt en sleept u de rand naar het gewenste frame als u het begin van de clip wilt bijsnijden. (U kunt de Alt-toets loslaten zodra u begint te slepen.) De video blijft uitgelijnd met de vorige clip.

    • Zodra het pictogram Uitpunt bijsnijden wordt weergegeven, drukt u op Alt en sleept u de rand naar het gewenste frame als u het einde van de clip wilt bijsnijden. (U kunt de Alt-toets loslaten zodra u begint te slepen.) Op het frame volgende clips in de track worden naar links verplaatst.

      Tip: Wanneer u een clip sleept terwijl u Alt ingedrukt houdt, wordt de koppeling tussen de clips tijdelijk verbroken. Selecteer de clips nogmaals als u ze samen wilt verplaatsen of bewerken.

  5. Herhaal stap 3 voor de aangrenzende audioclip als u een aangrenzende clip dient bij te snijden om te voorkomen dat de bijbehorende audio de gekoppelde clips overlapt die u net hebt bijgesneden.

Bijsnijden In het voorvertoningsvenster

U kunt een voorvertoning van elke gewenste clip weergeven en nieuwe in- en uitpunten voor de clip instellen voordat u de clip toevoegt aan de tijdlijn van de Professionele weergave of de tijdlijn van de Snelle weergave. U kunt bijvoorbeeld de clips bekijken om de kwaliteit ervan te bepalen of om de onbruikbare gedeelten bij te snijden voordat u ze bij andere clips voegt. U kunt clips voorvertonen en bijsnijden in het voorvertoningsvenster.

Door het bijsnijden van een clip in het Voorvertoningsvenster worden de in- en uitpunten van die clip voor alle volgende exemplaren in de tijdlijn van de Professionele weergave of de tijdlijn van de Snelle weergave ingesteld. Hierbij blijven de in- en uitpunten van exemplaren van de clip die zich al in de tijdlijn van de Professionele weergave of de tijdlijn van de Snelle weergave bevinden, ongewijzigd. Als u wilt dat alle exemplaren van een clip dezelfde in- en uitpunten gebruiken, stelt u deze in voordat u de clip in een van de tijdlijnen plaatst.

Voorvertoningsvenster

A. Zoomregelaar B. Inpunt van clip C. Huidige tijd D. Besturingselementen voor afspelen E. Huidige-tijdindicator F. Uitpunt van clip G. Clipduur 

Een voorvertoning van een clip weergeven in het voorvertoningsvenster

  1. In het deelvenster Projectelementen dubbelklikt u op een clip en voert u een van de volgende handelingen uit in het Voorvertoningsvenster:
    • Klik op de knop Afspelen als u de clip wilt afspelen.

    • Klik op de knop Stap terug of de knop Stap naar voren als u één frame terug of naar voren wilt gaan.

    • De tijdcode scrubben.

Een clip bijsnijden in het voorvertoningsvenster

U kunt een clip bijsnijden in het voorvertoningsvenster voordat u de clip in de tijdlijn van de Professionele weergave plaatst. Het bijsnijden in het voorvertoningsvenster heeft geen invloed op exemplaren van de clip die al in de tijdlijn van de Professionele weergave of de tijdlijn van de Snelle weergave staan.

Als een clip zich in een film bevindt, kunt u deze opnieuw openen in het Voorvertoningsvenster om de in- en uitpunten te wijzigen voor volgende exemplaren. U kunt eerder bijgesneden frames terughalen of extra frames bijsnijden.

  1. Dubbelklik op een clip in het deelvenster Projectelementen. Het voorvertoningsvenster wordt weergegeven.
  2. Voer in het voorvertoningsvenster een van de volgende handelingen uit om de clip bij te snijden:
    • Sleep de greep voor het inpunt of de huidige-tijdindicator naar de gewenste locatie en klik op de knop Inpunt instellen om een nieuw inpunt in te stellen.

    • Sleep de greep voor het uitpunt of de huidige-tijdindicator naar de gewenste locatie en klik op de knop Uitpunt instellen om een nieuw uitpunt in te stellen.

  3. Klik op de knop Sluiten in het voorvertoningsvenster.

Volgende exemplaren van de clip die u naar de tijdlijn van de Professionele weergave of de tijdlijn van de Snelle weergave sleept, nemen de in- en uitpunten van de bijgesneden clip over.

Frames ophalen in het voorvertoningsvenster

  1. Dubbelklik op een clip in het deelvenster Projectelementen. Het voorvertoningsvenster wordt weergegeven.
  2. Voer een van de volgende handelingen uit in het voorvertoningsvenster:
    • Verplaats de huidige-tijdindicator naar het frame dat u als het eerste frame van de clip wilt instellen, ook als dit links van het huidige inpunt ligt. Klik op de knop Inpunt instellen.

    • Verplaats de huidige-tijdindicator naar het frame dat u als het laatste frame van de clip wilt instellen, ook als dit rechts van het huidige uitpunt ligt. Klik op de knop Uitpunt instellen.

    • Sleep de greep voor het in- of uitpunt naar het gewenste frame.

 Adobe

Krijg sneller en gemakkelijker hulp

Nieuwe gebruiker?