Kies Bewerken > Voorkeuren (Windows) of Lightroom Classic > Voorkeuren (Mac OS).
Met de voorkeuren Extern bewerken kunt u de bestandsindeling opgeven en andere opties voor het bewerken van Camera Raw- en DNG-bestanden in Photoshop Elements en externe toepassingen voor beeldbewerking die de mozaïek-sensorgegevens in Camera Raw-bestanden niet kunnen lezen. De opties die u opgeeft bij de voorkeuren Extern bewerken, worden ook gebruikt door Photoshop wanneer u Camera Raw- en DNG-bestanden uit Lightroom Classic in Photoshop opslaat. Ten slotte kunt u de voorkeuren Extern bewerken ook gebruiken voor het selecteren van externe toepassingen voor beeldbewerking.
Kies Bewerken > Voorkeuren (Windows) of Lightroom Classic > Voorkeuren (Mac OS).
Lightroom Classic opent Camera Raw- en DNG-bestanden rechtstreeks in Photoshop CS3 (10.0.1) of later. Lightroom Classic moet echter TIFF- of PSD-kopieën van Camera Raw- en DNG-bestanden naar Photoshop Elements en andere externe editors sturen die Raw-gegevens niet kunnen lezen. In de voorkeuren Extern bewerken geeft u de bestandsindeling, kleurruimte, bitdiepte en compressie op voor de TIFF- en PSD-bestanden die Lightroom Classic naar deze editors stuurt. 16-bits ProPhoto RGB wordt aanbevolen; dan blijven de kleurdetails in foto's die vanuit Lightroom Classic worden verzonden het beste behouden. Als u Camera Raw-bestanden uit Lightroom Classic rechtstreeks opent in Photoshop en ze daar opslaat, gebruikt Photoshop de instellingen die u in Lightroom bij de voorkeuren Extern bewerken hebt opgegeven.
Bestandsindeling
Hiermee worden Camera Raw-afbeeldingen opgeslagen in de TIFF- of PSD-indeling. Zie Ondersteunde bestandsindelingen.
Kleurruimte
Hiermee zet u de foto's om in de kleurruimte sRGB, AdobeRGB of ProPhoto RGB en tagt u de foto's met het kleurprofiel. Zie Hoe Lightroom Classic kleur beheert.
Bitdiepte
Hiermee slaat u foto's op met een bitdiepte van 8 of 16 bits per kleurkanaal (rood, groen en blauw). 8-bits bestanden zijn kleiner en bieden betere compatibiliteit met andere toepassingen, maar er blijven minder kleurdetails behouden dan in 16-bits bestanden.
Compressie
(Alleen TIFF) Hiermee wordt geen compressie of ZIP-compressie toegepast op foto's. ZIP is een compressiemethode zonder verlies die vooral geschikt is voor afbeeldingen met grote gebieden met een effen kleur.
Sjabloon
Hiermee wordt de door u opgegeven sjabloon gebruikt om het bestand een naam te geven. Selecteer een sjabloon en geef aangepaste tekst of het beginnummer voor de bestandsnaam op. Zie De Bestandsnaamsjablooneditor en de Tekstsjablooneditor.
In het voorkeurenvenster Extern bewerken kunt u een toepassing aanwijzen die als externe editor moet worden gebruikt. Na het kiezen van een toepassing kunt u altijd de Voorkeuren gebruiken om een andere toepassing te kiezen.
u kunt ook een externe editor selecteren door Foto > Bewerken in andere toepassing te kiezen in de module Bibliotheek of Ontwikkelen. U wordt dan gevraagd naar de gewenste toepassing te navigeren en deze te selecteren. Nadat u een externe editor hebt gekozen, wordt de naam van de toepassing weergegeven bij Bewerken in [Naam van toepassing] in het menu Foto.
In het voorkeurenvenster Extern bewerken kunt u voorinstellingen voor externe editors maken. Met voorinstellingen voor externe editors kunt u meerdere toepassingen instellen als externe editors en verschillende fotobewerkingsopties instellen voor meermalig gebruik met een of meerdere externe editors.
De nieuwe voorinstelling wordt toegevoegd aan het menu Voorinstelling.
Het achtervoegsel '(bewerkt)' wordt toegevoegd aan de naam van de voorinstelling.
Kies Voorinstelling > Huidige instellingen opslaan als nieuwe voorinstelling om een nieuwe voorinstelling te maken. Typ een naam voor de nieuwe voorinstelling en klik op Maken.
Kies Voorinstelling > Voorinstelling "[naam voorinstelling]" bijwerken om de bestaande voorinstelling te overschrijven met uw wijzigingen.
Aanmelden bij je account