Deelvensters zijn zowel in Photoshop Elements als in de Elements Organizer beschikbaar; het gedrag van de deelvensters is in beide werkruimten echter iets anders. Deelvensters helpen u bij het beheren, bijhouden en wijzigen van afbeeldingen. Sommige deelvensters hebben menu's met extra opdrachten en opties. In de modus Expert kunt u deelvensters in de standaardwerkruimte en in de aangepaste werkruimte rangschikken. U kunt deelvensters opslaan in het deelvenstervak, zodat ze niet in de weg staan, maar wel snel toegankelijk zijn.
Deelvenstermenu's
Sommige opdrachten staan zowel in het deelvenstermenu als in de menubalk. Andere opdrachten staan alleen in deelvenstermenu's. Klik in het deelvenstermenu om de verschillende opdrachten in elk deelvenster weer te geven.
Pop-upregelaars in deelvensters
Sommige deelvensters en dialoogvensters hebben instellingen die met een pop-upregelaar kunnen worden gewijzigd (bijvoorbeeld de optie Dekking in het deelvenster Lagen). Als er naast het tekstvak een driehoekje staat, kunt u de pop-upregelaar activeren door op het driehoekje te klikken. Plaats de aanwijzer op het driehoekje naast de instelling, houd de muisknop ingedrukt en sleep de regelaar of hoekstraal naar de gewenste waarde. Als u het vak met de regelaar wilt sluiten, klikt u buiten het vak of drukt u op Enter. Als u wijzigingen wilt annuleren, drukt u op Escape.
Als u in het geopende vak van de pop-upschuifregelaar de waarden wilt verhogen of verlagen in veelvouden van 10%, houdt u Shift ingedrukt en drukt u op de toets pijl-omhoog of pijl-omlaag.
A. Schijf B. Klik om venster te openen C. Tekstvak D. Menupijl E. Miniregelaar F. Selectievakje G. Sneltoets H. Driehoekje pop-upregelaar
Deelvensters bevatten eigenschappen, informatie of functies die in logische groepen zijn gegroepeerd, zodat u snel en gemakkelijk kunt werken. Het deelvenstervak staat aan de rechterkant van Photoshop Elements. U ziet hier tabbladen en deelvensters, afhankelijk van de modus waarin u werkt of van het type elementen waarmee u wilt werken. In het deelvenstervak ziet u het volgende:
In de modus Expert kunnen de deelvensters op twee manieren worden weergegeven: in de basiswerkruimte en in de aangepaste werkruimte.
Basiswerkruimte
Standaard wordt de basiswerkruimte weergegeven. In deze weergave staan de knoppen voor de meestgebruikte deelvensters in de taakbalk. Deze werkruimte bevat de knoppen Lagen, Effecten, Afbeeldingen en Favorieten. Als u bijvoorbeeld op de knop Lagen klikt, worden alle aan lagen gerelateerde opties weergegeven. Als u alle andere beschikbare tabbladen wilt weergeven of geopende tabbladen wilt sluiten, klikt u op Meer.
Aangepaste werkruimte
Als u deelvensters in een lay-out met tabbladen in het deelvenstervak wilt weergeven, klikt u op de pijl naast Meer en selecteert u Aangepaste werkruimte. Klik op Meer om een lijst met alle beschikbare tabbladen weer te geven en selecteer een tabblad in de pop-uplijst. Het geselecteerde tabblad wordt weergegeven. U kunt de veelgebruikte deelvensters in de aangepaste werkruimte open houden. U kunt deelvensters groeperen of één deelvenster aan de onderzijde van een ander deelvenster koppelen. U kunt de titelbalk van het tabblad naar de lay-out met tabbladen slepen, of u kunt het dialoogvenster Tabbladen naar de lay-out met tabbladen slepen.
Sleep een deelvenster uit het Deelvenstervak om het uit het Deelvenstervak te verwijderen en open te houden.
Ga als volgt te werk in het deelvenstervak (aangepaste werkruimte):
Voer een of meer van de volgende handelingen uit om deelvensters buiten het deelvenstervak in de Aangepaste werkruimte te gebruiken:
Onder aan Photoshop Elements ziet u op de taakbalk knoppen voor de meestgebruikte deelvensters en de meest uitgevoerde handelingen tijdens het bewerken en wijzigen van afbeeldingen. U kunt de knoppen Fotovak en Toolopties gebruiken om te schakelen tussen de weergave van miniaturen en toolopties. U kunt de bewerkingen snel ongedaan maken en opnieuw uitvoeren, afbeeldingen roteren of de lay-out wijzigen. U kunt ook op de knop Organizer klikken om Photoshop Elements Organizer te starten. Met de knop Beginscherm krijgt u toegang tot het beginscherm. In de modus Expert klikt u op de pijl naast de knop Meer. U ziet dan de optie waarmee u kunt schakelen tussen de werkruimten Standaard en Aangepast.
Onder aan het Photoshop Elements-venster ziet u vlak boven de taakbalk het fotovak met miniaturen van geopende foto's. Het is handig als u wilt schakelen tussen meerdere geopende foto's in uw werkruimte. Met de opties in het fotovak kunt u afbeeldingen openen of sluiten, afbeeldingen verbergen, door geopende afbeeldingen navigeren, een bepaalde afbeelding als bovenste afbeelding weergeven, een afbeelding dupliceren, een afbeelding roteren of de bestandsinformatie weergeven. U kunt geopende afbeeldingen gemakkelijk overbrengen naar de modus Snel om ze te bewerken. Uit meerdere pagina's bestaande projecten die worden gemaakt met behulp van het tabblad Maken worden geopend in het deelvenster Maken.
Als u een verborgen afbeelding weer wilt tonen, dubbelklikt u op de miniatuur in het fotovak. U kunt ook met de rechtermuisknop op de miniatuur klikken en Herstellen in het contextmenu kiezen.
Aanmelden bij je account