Met het filter Egaliseren wijzigt u de verdeling van de helderheidswaarden van de pixels in een afbeelding, zodat het volledige bereik van helderheidsniveaus beter door de pixels wordt weergegeven. Wanneer u deze opdracht toepast, zoekt Photoshop Elements de lichtste en donkerste waarden in de samengestelde afbeelding. Het programma wijst deze waarden opnieuw toe, zodat de helderste waarde wit en de donkerste waarde zwart vertegenwoordigt. Vervolgens wordt de helderheid geëgaliseerd. Daarbij worden de tussenliggende pixelwaarden evenredig verdeeld over de grijswaarden.
Met het filter Verloop toewijzen wijst u het grijswaardenbereik van een afbeelding toe aan de kleuren van een opgegeven verloopvulling.

Met het filter Omkeren keert u de kleuren in een afbeelding om. U kunt deze opdracht bijvoorbeeld gebruiken om een positieve zwart-witafbeelding negatief te maken of om een positief te maken van een gescand zwart-witnegatief.
Opmerking: Omdat kleurenfilms een oranje masker in de basis hebben, kunnen met de opdracht Omkeren geen nauwkeurige positiefafbeeldingen worden gemaakt van gescande kleurennegatieven. Let erop dat u de juiste instellingen voor kleurennegatieven gebruikt wanneer u films scant op diascanners.
Wanneer u een afbeelding omkeert, wordt de helderheidswaarde van elke pixel omgezet in de tegengestelde waarde op de schaal met 256 kleurwaarden. Een pixel in een positieve afbeelding met een waarde van 255 wordt bijvoorbeeld omgezet in 0.
Met het filter Waarden beperken kunt u het aantal toonniveaus (of helderheidswaarden) voor elk kanaal in een afbeelding opgeven. Vervolgens worden de pixels aan het dichtstbijzijnde overeenkomende niveau toegewezen. Als u bijvoorbeeld twee toonniveaus kiest in een RGB-afbeelding, resulteert dit in zes kleuren: twee voor rood, twee voor groen en twee voor blauw.
Deze opdracht is handig voor het maken van speciale effecten, zoals grote, platte gebieden in een foto. De effecten van deze opdracht zijn het duidelijkst wanneer u het aantal grijsniveaus in een grijswaardenafbeelding verkleint. De opdracht kan echter ook interessante effecten produceren in kleurenafbeeldingen.
Opmerking:
Als u een specifiek aantal kleuren wilt gebruiken in een afbeelding, zet u de afbeelding om in grijswaarden en geeft u het gewenste aantal niveaus op. Zet de afbeelding vervolgens terug in de vorige kleurmodus en vervang de verschillende grijstonen door de gewenste kleuren.
Met het filter Drempel zet u afbeeldingen met grijswaarden of kleur om in zwart-witafbeeldingen met veel contrast. U kunt een bepaald niveau opgeven als drempel. Alle pixels lichter dan de drempelwaarde worden omgezet in wit, en alle pixels donkerder dan de drempel worden omgezet in zwart. De opdracht Drempel is handig voor het bepalen van de lichtste en donkerste gebieden van een afbeelding.
De opdracht Fotofilter bootst de techniek na waarbij een gekleurd filter voor de cameralens wordt geplaatst. Een gekleurd filter past de kleurbalans en de kleurtemperatuur van het licht aan dat door de lens wordt doorgelaten en dat de film belicht. Met de opdracht Fotofilter kunt u een vooraf ingestelde kleur kiezen om een kleurtoonaanpassing toe te passen op een afbeelding. Als u een aangepaste kleuraanpassing wilt toepassen, kunt u via de opdracht Fotofilter een kleur opgeven met de Kleurkiezer van Adobe.

-
Als u de filterkleur wilt kiezen, voert u een van de volgende handelingen uit in het dialoogvenster Fotofilter:
Warm filter (85) en Koel filter (80)
Kleuromzetfilters waarmee de witbalans van een afbeelding wordt ingesteld. Als een afbeelding is gefotografeerd met een lagere kleurtemperatuur voor licht (gelig), maakt u de kleuren van de afbeelding blauwer met Koel filter (80) om zo de lagere kleurtemperatuur van het omgevingslicht te compenseren. Omgekeerd geldt dat als de foto is genomen met een hogere kleurtemperatuur voor licht (blauwig), u de kleuren van de afbeelding warmer maakt met Warm filter (85) om zo de hogere kleurtemperatuur van het omgevingslicht te compenseren.
Warm filter (81) en Koel filter (82)
Balansfilters voor kleine aanpassingen in de kleurkwaliteit van een afbeelding. Met Warm filter (81) maakt u een afbeelding warmer (geler) en met Koel filter (82) maakt u een afbeelding koeler (blauwer).
Afzonderlijke kleuren
Pas een kleurtoonaanpassing toe op de afbeelding afhankelijk van de vooraf ingestelde kleur die u kiest. De keuze voor een kleur hangt af van de manier waarop u de opdracht Fotofilter gebruikt. Als de foto een kleurzweem heeft, kunt u een complementaire kleur kiezen om de kleurzweem te neutraliseren. U kunt ook kleuren toepassen voor speciale kleureffecten of nadruk. De kleur Onderwater simuleert bijvoorbeeld de groen-blauwe kleurzweem van onderwaterfoto's.
- Selecteer de optie Kleur, klik op het kleurvakje en gebruik de Kleurkiezer van Adobe om de kleur op te geven van een aangepast kleurenfilter.