Met dit filter worden de pixels in een selectie door elkaar geschud, zodat de selectie er minder scherp uitziet, al naar gelang de geselecteerde optie: als u Normaal kiest, worden de pixels willekeurig verplaatst en worden de kleurwaarden genegeerd. Als u Alleen donkerder kiest, worden lichte pixels door donkere pixels vervangen. Als u Alleen lichter kiest, worden donkere pixels door lichte pixels vervangen. Als u Niet-isotropisch kiest, worden alle pixels zachter gemaakt.
Hiermee zorgt u dat een selectie naar voren komt of er gestempeld uitziet door de vulkleur in grijs te veranderen en de randen in de oorspronkelijke vulkleur te tekenen. U kunt de hoek en de hoogte van het reliëf instellen en u kunt een percentage opgeven voor de hoeveelheid kleur in de selectie.
-
Grootte
Met deze optie bepaalt u de lengte van de basis van het object, met een waarde van 2 tot en met 255 pixels.
Diepte
Hier geeft u met een waarde tussen 1 en 255 aan hoe ver het hoogste object uit het scherm naar buiten lijkt te komen.
Op niveaubasis
Hiermee laat u de diepte van elk object overeenstemmen met de helderheid: heldere gedeelten komen verder naar voren dan donkere gedeelten.
Met dit filter herkent u gebieden van de afbeelding met opmerkelijke overgangen en benadrukt u randen. Net als bij het filter Omtreklijn kunt u met Contrastlijn de randen van een afbeelding benadrukken met donkere lijnen tegen een witte achtergrond. Ook kunt u zo een rand rond een afbeelding tekenen.
Opmerking:
Nadat u filters zoals Contrastlijn en Omtreklijn hebt gebruikt om randen te markeren, kunt u met het filter Omkeren de randen van een kleurenafbeelding weergeven met gekleurde lijnen en de randen van een grijswaardenafbeelding met witte lijnen.
Met dit filter herkent u de randen van de kleurovergangen en geeft u ze een neon-achtige gloed. U kunt de breedte en de helderheid van de randen, alsmede de vloeiendheid instellen.
Hiermee wordt een overvloeiing tussen een negatieve en een positieve afbeelding gegenereerd, die vergelijkbaar is met het effect waarbij een foto tijdens het ontwikkelen korte tijd aan licht wordt blootgesteld.
Met het filter Tegels wordt een afbeelding verdeeld in een reeks tegels, waarbij de selectie van de oorspronkelijke positie wordt verplaatst. U kunt het aantal tegels en de maximale afstand instellen. U kunt een van de volgende opties kiezen om het gebied tussen de tegels op te vullen: Achtergrondkleur, Voorgrondkleur, Afbeelding omkeren of Ongewijzigde afbeelding, waarbij de versie met tegels op de oorspronkelijke afbeelding wordt geplaatst en een deel van de oorspronkelijke afbeelding onder de tegelranden zichtbaar is.
Met dit filter zoekt u naar de overgangen van de helderste gebieden en voorziet u deze van een dunne contour, wat een effect geeft dat vergelijkbaar is met de lijnen in een contourkaart. U kunt het niveau voor het evalueren van kleurwaarden instellen en u kunt aangeven of pixels onder (Onder) of boven (Boven) dat niveau moeten worden gebruikt voor de omtrek.
Opmerking:
In het deelvenster Info in de grijswaardenmodus kunt u een kleurwaarde identificeren waarvan u contouren wilt zien. Voer vervolgens in het tekstvak Niveau de waarde in.