De dekking van een laag bepaalt de mate waarin de laag eronder wordt verborgen of weergegeven. Een laag met een dekking van 1% is nagenoeg transparant, terwijl een laag met een dekking van 100% ondoorzichtig is. Transparante gebieden blijven transparant, ongeacht de instelling voor de dekking.
Aan de hand van overvloeimodi kunt u instellen hoe een laag overvloeit in de pixels in de lagen eronder. U kunt overvloeimodi gebruiken om allerlei speciale effecten te maken.
Er bestaat een wisselwerking tussen de dekking en de overvloeimodus van een laag en de dekking en overvloeimodus van tekengereedschappen. Stel bijvoorbeeld dat een laag de modus Verspreiden bij een dekking van 50% gebruikt. U tekent nu op deze laag met het Penseel dat is ingesteld op de modus Normaal en een dekking van 100%. De verf wordt dan in de modus Verspreiden weergegeven bij een dekking van 50%. Als een laag beschikt over de modus Normaal en een dekking van 100% en u het gereedschap Gummetje gebruikt met een dekking van 50%, wordt slechts 50% van de laag verwijderd tijdens het gummen.
A. Bamboelaag en kaderlaag B. Bamboelaag met 100% dekking en modus Kleur doordrukken C. Bamboelaag met 50% dekking en modus Kleur doordrukken
(Windows) Vlak nadat u een overvloeimodus hebt gekozen, kunt u op de toetsen pijl-omhoog en pijl-omlaag drukken om de andere opties voor overvloeimodi in het menu te kiezen.
U kunt snel alle dekkende gebieden op een laag selecteren. Dat is handig als u transparante gebieden wilt uitsluiten van een selectie.
De transparantie in een laag wordt aan de hand van een schaakbordraster weergegeven. U kunt de vormgeving van dit raster wijzigen. Wijzig het raster echter niet in effen wit, omdat u anders het verschil niet meer ziet tussen dekkend (wit) en transparant (schaakbord).
Aanmelden bij je account