Inkt overvullen
Wanneer bij een als offset afgedrukt document meerdere inkten op dezelfde pagina worden gebruikt, moet elke inkt worden afgedrukt in register (perfect uitgelijnd) met andere inkten waaraan de inkt grenst, zodat er tussen de inkten geen tussenruimten ontstaan. Het is echter onmogelijk een exacte registratie te maken voor elk object op elk blad papier dat door de drukpers gaat. Er kan zich dus een verkeerde registratie van inkten voordoen. Bij verkeerde registratie ontstaat er een onverwachte tussenruimte tussen de inkten.
U compenseert een verkeerde registratie door een object iets te vergroten zodat het een ander gekleurd object overlapt. Dit wordt overvullen genoemd. Door een inkt op een andere inkt te plaatsen, worden standaard de onderliggende inkten uitgenomen of verwijderd, zodat de kleuren zich niet vermengen. Bij overvullen moeten inkten echter worden overgedrukt of over elkaar worden afgedrukt, zodat de kleuren enigszins overlappen.
Bij de meeste overvullingen ontstaat verspreiding, dat wil zeggen dat een licht object iets doorloopt in een donker object. Omdat de donkerste kleur van twee aangrenzende kleuren bepalend is voor de zichtbare rand van het object of de tekst, blijft de rand zichtbaar als het lichtere object iets doorloopt in het donkere object.
Adobe In-RIP-overvulling
Acrobat kan kleurendocumenten automatisch overvullen met het Adobe In-RIP-overvullingsprogramma, dat beschikbaar is voor Adobe PostScript-apparaten die Adobe In-RIP-overvulling ondersteunen.
Met Adobe In-RIP-overvulling kunnen de noodzakelijke aanpassingen aan de randen van tekst en afbeeldingen in het hele document exact worden berekend en toegepast. Er kunnen effectieve overvullingstechnieken worden toegepast op verschillende delen van één afzonderlijk object, zelfs als het object meerdere achtergrondkleuren overlapt. De aanpassingen voor overvullingen worden automatisch gemaakt. U kunt overvulvoorinstellingen definiëren voor de vereisten voor overvullen van bepaalde paginabereiken. De effecten worden alleen weergegeven op kleurscheidingen die worden gegenereerd door het overvullingsprogramma. De resultaten zijn in het programma dus niet op het scherm te zien.
Met het overvullingsprogramma wordt bepaald waar overvulling wordt toegepast doordat contrasterende kleurranden worden gedetecteerd. Vervolgens worden overvullingen gemaakt op basis van de neutrale densiteit (lichtheid of donkerheid) van aangrenzende kleuren, meestal door lichte kleuren te laten overlopen in aangrenzende donkerdere kleuren. Met de overvulinstellingen die u in het palet Voorinstellingen overvulling opgeeft, wordt het resultaat van het overvulprogramma gewijzigd.
Vereisten
Voor Adobe In-RIP-overvulling is de volgende software en hardware vereist:
Een PPD-bestand (PostScript Printer Description) dat Adobe In-RIP-overvulling ondersteunt. U moet deze PPD met behulp van het stuurprogramma van het besturingssysteem kiezen.
Een Adobe PostScript 2-uitvoerapparaat of hoger dat een RIP gebruikt die Adobe In-RIP overvulling ondersteunt. Als u wilt nagaan of een PostScript-uitvoerapparaat Adobe In-RIP-overvulling ondersteunt, kunt u het beste contact opnemen met de fabrikant of met het afdrukservicebureau.
Een PDF overvullen
Overvullen is een complex proces dat afhankelijk is van de interactie van diverse kleur-, inkt- en afdrukfactoren. Welke instellingen correct zijn, is afhankelijk van de afdrukomstandigheden. Wijzig de standaardvoorinstellingen voor overvulling alleen na overleg met het afdrukservicebureau.
-
Kies indien nodig Gereedschappen > Afdrukproductie > Voorinstellingen overvulling om een voorinstelling voor overvulling te maken die is afgestemd op het document en de specifieke afdrukomstandigheden.
-
Wijs de overvulvoorinstelling aan een paginabereik toe.
-
Kies Bestand > Afdrukken om het dialoogvenster Afdrukken te openen en klik op Geavanceerd.
-
Kies Uitvoer in de lijst links.
-
Voor Kleur kiest u In-RIP-scheidingen.
-
Voor Overvulling kiest u Adobe In-RIP.Opmerking:
Deze optie werkt alleen als er wordt afgedrukt op een printer die Adobe In-RIP-overvulling ondersteunt.
-
Klik op Inktbeheer. Selecteer indien nodig een inkt, geef de volgende opties op (alleen als het afdrukservicebureau u aanraadt om de instellingen te wijzigen), en klik op OK:
Type
Kies een inkttype dat de geselecteerde inkt beschrijft.
Neutrale dichtheid
Typ een waarde die afwijkt van de standaard.
Volgorde overvulling
Typ een waarde om de volgorde in te stellen waarin de inkten worden afgedrukt.
-
Geef de overige afdrukopties op en klik op OK om het document af te drukken.
Instellingen opgeven met behulp van voorinstellingen voor overvulling
Een voorinstelling voor overvulling is een verzameling voorinstellingen voor overvulling die u kunt toepassen op pagina's in een PDF. In het dialoogvenster Voorinstellingen overvulling kunt u voorinstellingen voor overvulling opgeven en een verzameling instellingen opslaan als een voorinstelling voor overvulling. Als u geen voorinstelling voor overvulling toepast op een paginabereik voor overvulling, worden voor dat paginabereik de standaard overvullingsinstellingen gebruikt die worden toegepast op alle pagina's in een nieuw document.
In Acrobat worden voorinstellingen voor overvulling en de toewijzing ervan alleen op het document toegepast terwijl het is geopend. De voorinstellingen worden niet in de PDF opgeslagen. Dit werkt anders dan in InDesign, waar voorinstellingen voor overvulling en de toewijzingen ervan worden opgeslagen in het InDesign-document.
Een voorinstelling voor overvulling maken of wijzigen
-
Kies Gereedschappen > Afdrukproductie > Voorinstellingen overvulling.
-
Selecteer een bestaande voorinstelling en klik vervolgens op Maken.
-
Geef de volgende opties op en klik op OK.
Naam
Typ een naam voor de voorinstelling. U kunt de naam van de twee ingebouwde voorinstellingen niet wijzigen: [Geen voorinstelling voor overvulling] en [Standaardwaarde].
Breedte overvulling
Typ waarden om de hoeveelheid overlapping van inktkleuren op te geven.
Weergave overvulling
Geef opties op om de samenvoeging en eindpunten van de overvullingen te bepalen.
Afbeeldingen
Geef instellingen op om de overvulling van afbeeldingen te bepalen.
Drempelwaarden overvulling
Typ waarden om op te geven onder welke voorwaarden overvulling wordt uitgevoerd. Veel variabelen zijn van invloed op de waarden die u hier invoert. Neem voor meer informatie contact op met het afdrukservicebureau of raadpleeg de andere onderwerpen over overvulling.
Een voorinstelling voor overvulling verwijderen
-
Selecteer de voorinstellingen in het dialoogvenster Voorinstellingen overvulling en klik op de knop Verwijderen.Opmerking:
U kunt de twee ingebouwde voorinstellingen niet verwijderen: [Geen voorinstelling voor overvulling] en [Standaardwaarde].
Een voorinstelling voor overvulling toewijzen aan pagina's
U kunt een overvulvoorinstelling toewijzen aan een document of aan een aantal aaneengesloten pagina's in een document. Pagina's zonder aangrenzende kleuren worden sneller afgedrukt als u het overvullen op deze pagina's uitschakelt. Het overvullen wordt pas bij het afdrukken van het document actueel.
-
Klik in het dialoogvenster Voorinstellingen overvulling op Toewijzen.
-
Kies bij Voorinstelling overvulling de voorinstelling die u wilt toepassen.
-
Selecteer de pagina's waarop u de voorinstelling voor overvulling wilt toepassen.
-
Klik op Toewijzen.Opmerking:
Als u wel op OK maar niet op Toewijzen klikt, wordt het dialoogvenster gesloten zonder dat de overvultoewijzingen worden gewijzigd. De overvultoewijzingen die eerder zijn gemaakt met de knop Toewijzen, blijven van kracht.
-
Klik op OK nadat u voorinstellingen voor overvulling hebt toegewezen.
Overvulling op pagina's uitschakelen
-
Klik in het dialoogvenster Voorinstellingen overvulling op Toewijzen.
-
Selecteer de pagina's waarvoor u overvulling wilt uitschakelen en kies in het menu Voorinstelling overvulling de optie [Geen voorinstelling voor overvulling].
-
Klik op Toewijzen.
-
Klik op OK nadat u de gewenste wijzigingen hebt aangebracht in het dialoogvenster.
Opties voor voorinstellingen voor overvullen
U kunt opties voor voorinstellingen voor overvullen wijzigen wanneer u een voorinstelling voor overvullen maakt of bewerkt. In Acrobat en InDesign zijn dezelfde opties voor voorinstellingen voor overvullen beschikbaar. In Acrobat kunt u voorinstellingen voor overvullen bekijken als u Gereedschappen > Afdrukproductie > Voorinstellingen overvulling kiest. In InDesign kiest u Venster > Uitvoer > Voorinstellingen overvulling.
Overvulbreedten
De overvulbreedte is de mate van overlap voor elke overvulling. Doordat de eigenschappen van het papier, schermregels en de instellingen van de drukpers kunnen verschillen, zijn ook verschillende overvulbreedten vereist. Voor correcte overvulbreedten neemt u contact op met een drukker.
Standaard
Geeft de overvulbreedte in punten op voor overvulling van alle kleuren, uitgezonderd de kleuren met effen zwart. De standaardwaarde is 0p0,25.
Zwart
Geeft de afstand aan waarmee de inkten moeten overlopen in effen zwart, of de belemmeringshoeveelheid. Dit is de afstand tussen de zwarte randen en de onderliggende inkten voor het overvullen van verzadigde zwarte kleuren. De standaardwaarde is 0p0,5. Voor deze instelling wordt vaak een waarde opgegeven van anderhalf tot tweemaal de waarde van de standaardovervulbreedte.
In InDesign bepaalt de waarde die u instelt voor Zwarte kleur, de waarde voor een effen zwart of een verzadigd zwart, een zwarte procesinkt (K) die wordt gemengd met kleureninkten zodat deze meer dekkend en verzadigd wordt.
(InDesign) Als u in de toepassing ingebouwde overvulling kiest en u een standaardovervulbreedte of een Zwart-overvulbreedte opgeeft van meer dan 4 punten, blijft de resulterende overvulbreedte beperkt tot 4 punten. De waarde die u hebt opgegeven, blijft echter op het scherm staan, want als u schakelt naar Adobe In‑RIP-overvulling, worden overvullingen van groter dan 4 punten toegepast, zoals u hebt opgegeven.
Weergave overvulling
Een samenvoeging is de plaats waar twee overvullingen elkaar bij een bepaald punt raken. U kunt de vorm van de buitenste samenvoeging van twee overvulsegmenten en het snijpunt van drie overvullingen bepalen.
Stijl samenvoeging
Bepaalt de vorm van de buitenste samenvoeging van twee overvulsegmenten. U kunt kiezen uit Afknot, Rond of Schuine rand. De optie Verstek is standaard geselecteerd. Deze komt overeen met eerdere overvulresultaten en bewaart dus de compatibiliteit met eerdere versies van de Adobe-overvulengine.
Stijl einde
Bepaalt het snijpunt van drieweg-overvullingen. Bij de standaardoptie Afknot wordt het einde van de overvulling zo gevormd dat dit niet bij het snijdende object in de buurt komt. De overlapping beïnvloedt de vorm van de overvulling die wordt gegenereerd door het lichtste, neutrale densiteitsobject dat twee of meer donkerdere objecten doorsnijdt. Het einde van de lichtste overvulling wikkelt zich rond het punt waar de drie objecten elkaar snijden.
Drempelwaarden overvulling
Stap
Hiermee geeft u de drempel voor de kleurovergang op waarboven een overvulling wordt gemaakt. Voor bepaalde afdruktaken is uitsluitend een overvulling van de meest extreme kleurvariaties vereist, terwijl bij andere taken een overvulling is vereist voor subtielere kleurvariaties. De waarde voor Stap geeft de mate aan waarin componenten (zoals CMYK-waarden) van aangrenzende kleuren moeten verschillen voordat wordt overgevuld.
Om te wijzigen hoe de inkten in aangrenzende kleuren kunnen verschillen voordat die kleuren worden overgevuld, moet u de waarde voor Stap in het dialoogvenster Nieuwe voorinstelling overvulling en Opties voorinstelling overvulling wijzigen verhogen of verlagen. De standaardwaarde is 10%. Een waarde tussen 8% en 20% geeft het beste resultaat. Als u een lager percentage instelt, wordt de gevoeligheid voor kleurverschillen groter. Dit resulteert in meer overvullingen.
Kleur zwart
Hiermee geeft u de minimale hoeveelheid zwarte inkt op die is vereist voordat de breedte-instelling voor de overvulling Zwart wordt toegepast. De standaardwaarde is 100%. Een waarde van 70% of meer geeft het beste resultaat.
Dichtheid zwart
Bepaalt de waarde voor de neutrale densiteit waarbij of waarboven een inkt als zwart wordt beschouwd. Als u bijvoorbeeld bij een donkere steuninkt de breedte-instelling voor de overvulling Zwart wilt gebruiken, voert u hier de neutrale densiteitswaarde in. Deze waarde wordt doorgaans ingesteld op een waarde in de buurt van de standaardwaarde 1,6.
Verschuivende overvulling
Hiermee bepaalt u wanneer het overvulprogramma wordt gestart om de middellijn van de kleurgrens te laten overlopen. De waarde verwijst naar de verhouding van de waarde voor de neutrale densiteit van de lichtste kleur ten opzichte van die voor de neutrale densiteit van een aangrenzende kleur die donkerder is. Als u 70% opgeeft voor Graduele overvulling, wordt de positie van de overvulling verschoven zodat de middellijn over begint te lopen wanneer de neutrale densiteit van de lichtste kleur meer dan 70% is van de neutrale densiteit van de donkerste kleur (de neutrale densiteit van de lichtste kleur gedeeld door de neutrale densiteit van de donkerste kleur > 0,70). Voor kleuren met een identieke neutrale densiteit worden de overvullingen altijd nauwkeurig rond de middellijn geplaatst, tenzij Graduele overvulling is ingesteld op 100%.
Overvulkleur verminderen
Hiermee bepaalt u de mate waarin met componenten van aangrenzende kleuren de overvulkleur wordt verminderd. Met deze instelling kunt u vermijden dat bepaalde aangrenzende kleuren (zoals pastelkleuren) een lelijke overvulling maken die donkerder is dan de beide kleuren. Als u een waarde voor Overvulkleur verminderen opgeeft die lager is dan 100%, wordt de kleur van de overvulling lichter. Bij een instelling van 0% krijgt de overvulling een neutrale densiteit die gelijk is aan de neutrale densiteit van de donkerste kleur.
Geïmporteerde afbeeldingen overvullen
U kunt een overvulvoorinstelling maken waarmee u overvullingen in afbeeldingen en overvullingen tussen bitmapafbeeldingen (zoals foto's en afbeeldingen in PDF-rasterbestanden) en vectorobjecten (zoals objecten uit een tekenprogramma en PDF-vectorbestanden) kunt controleren. Elke overvulengine behandelt geïmporteerde afbeeldingen op een andere manier. Het is belangrijk dat u zich bewust bent van deze verschillen bij het instellen van opties voor overvullen.
Positie overvulling
Hier kunt u aangeven waar de overvulling moet worden geplaatst wanneer de overvulling van vectorobjecten (inclusief in InDesign getekende objecten) op bitmapafbeeldingen moet worden toegepast. Met uitzondering van de optie Neutrale densiteit geven alle opties een visueel consistente rand. Met Gecentreerd maakt u een overvulling waarbij de rand tussen objecten en afbeeldingen wordt verdeeld. Met Onderdrukken overlappen de objecten de aangrenzende afbeelding. Met Neutrale densiteit past u dezelfde overvulinstellingen toe die overal in het document gelden. Als u met de optie Neutrale densiteit een object naar een foto overvult, kan dit in duidelijk zichtbare ongelijkmatige randen resulteren wanneer de overvulling van de ene kant van de rand naar de andere verschuift. Bij Spreiden overlapt de bitmapafbeelding het aangrenzende object.
Objecten naar afbeeldingen overvullen
Hiermee zorgt u ervoor dat vectorobjecten (zoals kaders die als sleutellijnen worden gebruikt) naar afbeeldingen worden overgevuld met behulp van de instellingen van de optie Positie overvulling. Als vectorobjecten de afbeeldingen in een paginabereik voor overvulling niet overlappen, schakelt u deze optie uit zodat de toepassing van de overvulling voor dit paginabereik sneller verloopt.
Afbeeldingen naar afbeeldingen overvullen
Hiermee schakelt u overvullen langs de randen van overlappende of aangrenzende bitmapafbeeldingen in. Deze functie is standaard ingeschakeld.
Afbeeldingen intern overvullen
Hiermee schakelt u de overvulling tussen kleuren binnen elke bitmapafbeelding afzonderlijk in (dus niet alleen waar deze aan vectorafbeeldingen en tekst grenzen). Gebruik deze optie voor paginabereiken die alleen eenvoudige afbeeldingen met een hoog contrast bevatten, zoals schermopnamen of striptekeningen. Selecteer deze optie niet voor afbeeldingen met verlopende tonen of andere ingewikkelde afbeeldingen, omdat anders de overvullingen van slechte kwaliteit zijn. De overvulling verloopt sneller als deze optie is uitgeschakeld.
1-bits afbeeldingen overvullen
Met deze optie wordt voor 1-bits afbeeldingen en aangrenzende objecten een overvulling toegepast. Deze optie maakt geen gebruik van de instellingen voor de positie van de afbeeldingsovervulling, omdat 1-bits afbeeldingen slechts één kleur bevatten. U kunt deze optie doorgaans het beste ingeschakeld laten. In bepaalde situaties, zoals bij 1-bits afbeeldingen met veel ruimte tussen de pixels, resulteert het inschakelen van deze optie vaak in een donkerdere afbeelding en een trage overvulling.
Zwart overvullen
Bij het maken of bewerken van voorinstellingen bepaalt de waarde die u opgeeft voor Kleur zwart (Kleur zwart in InDesign), wat wordt beschouwd als effen zwart en verzadigd zwart. Een verzadigde zwarte kleur is een zwarte kleur die gebruikmaakt van een steunraster, waarmee extra percentages van een of meer procesinkten worden toegevoegd om de zwarte kleur te versterken.
De instelling Zwarte kleur (Kleur zwart in Acrobat) is handig wanneer u zeer grote puntvergrotingen moet compenseren, als u bijvoorbeeld papier van lage kwaliteit gebruikt. In zulke situaties worden zwartpercentages van minder dan 100% afgedrukt als effen zones. Door het raster van zwarte of verzadigde zwarte kleuren (tinten effen zwart) in te stellen en de standaardinstelling 100% voor Zwarte kleur (Kleur zwart in Acrobat) te verlagen, kunt u de puntvergroting compenseren en ervoor zorgen dat de overvulengine de correcte overvulbreedte en -plaatsing op zwarte objecten toepast.
Wanneer een kleur de waarde van Zwarte kleur (Kleur zwart in InDesign) bereikt, wordt de waarde van de overvulbreedte voor Zwart toegepast op alle aangrenzende kleuren en worden overvullingen voor het behouden van de afstand gebruikt voor de verzadigde zwarte kleur op basis van de breedtewaarde voor Zwart.
Als de steunrasters helemaal tot aan de rand van een zwarte zone reiken, zal elke foutieve overeenstemming ervoor zorgen dat de randen van de steunrasters zichtbaar worden, zodat een ongewenst effect ontstaat. Het overvulprogramma gebruikt een afstandsbewaring, of belemmeringsplaatsing, voor verzadigde zwarte kleuren, zodat de steunrasters op een vaste afstand worden gehouden van de randen van omgekeerde of lichte objecten op de voorgrond. De lichte objecten behouden zo hun scherpte. U bepaalt zelf de afstand tussen de steunrasters van de randen van een zwarte zone door een breedtewaarde voor de overvulling Zwart op te geven.
Als het element dat u overvult een dun element is, zoals een zwarte lijn rond illustraties, wordt de instelling voor de overvulbreedte Zwart genegeerd en wordt de overvulling beperkt tot de helft van de breedte van het dunne element.
Waarden voor de neutrale dichtheid van inkt bijstellen
U kunt de ND-waarden van inkt (neutrale densiteit) die door de geselecteerde overvulengine worden gebruikt, aanpassen en zo de exacte plaatsing van overvullingen bepalen. De standaard ND-waarden voor procesinkten zijn gebaseerd op de neutrale-densiteitwaarden van procesinktstalen volgens de verschillende nationale industriestandaarden. De taalversie bepaalt welke standaard wordt toegepast. Zo komen de ND-waarden voor de Amerikaanse en Canadese versie overeen met de densiteitswaarden voor effen inktkleuren volgens de SWOP (Specifications for Web Offset Publications) van de Graphic Arts Technical Foundation of North America. U kunt de neutrale densiteit van procesinkten aanpassen zodat deze overeenstemmen met de standaarden van de offsetindustrie die in andere landen gelden.
De overvulengine ontleent de ND-waarden voor een steunkleur aan het CMYK-equivalent van die kleur. Voor de meeste steunkleuren zijn de ND-waarden van hun CMYK-equivalenten nauwkeurig genoeg voor een correcte overvulling. Voor steunkleuren die niet gemakkelijk kunnen worden gesimuleerd met behulp van proceskleuren, zoals metallic inkten en vernissen, moeten de ND-waarden worden aangepast zodat de overvulengine deze kleuren op de juiste manier kan overvullen. Door nieuwe waarden in te voeren, zorgt u ervoor dat een inkt die waarneembaar donkerder of lichter is ook op die manier door de overvulengine wordt weergegeven. De juiste overvulling wordt dan automatisch toegepast.
Neem contact op met een drukker voor de correcte ND-waarde voor een bepaalde inktkleur. De meest nauwkeurige methode voor het bepalen van de ND-waarde van een inkt is het meten van een staal van de inkt met een professionele densitometer. Meet de 'V-waarde' (visuele densiteit) van de inktkleur (gebruik geen procesfilters). Als de waarde verschilt van de standaardinstelling, typt u de nieuwe waarde in het tekstvak ND.
Als u de neutrale densiteit van een steunkleur wijzigt, heeft dit alleen effect op de manier waarop de overvulling van de kleur wordt toegepast. Het heeft geen enkel effect op de weergave van deze kleur in het document.
Houd u aan de volgende richtlijnen als u ND-waarden gaat aanpassen:
Metallic en ondoorzichtige inkten
Metallic inkten zijn doorgaans donkerder dan hun CMYK-equivalenten, terwijl dekkende inktkleuren ervoor zorgen dat de onderliggende inkten donkerder worden gemaakt. U moet de ND-waarden voor beide steunkleuren veel hoger dan hun standaardwaarden instellen om te voorkomen dat deze steunkleuren worden uitgestreken.
Als u in het menu Type van Inktbeheer een inktkleur instelt op Ondoorzichtig of Dekking negeren (Dekkend negeren in InDesign), loopt een dekkende inktkleur niet door in de andere kleuren, tenzij een andere dekkende inktkleur een hogere ND-waarde heeft.
Pastelinkten
Deze inkten zijn gewoonlijk lichter dan hun equivalente proceskleuren. Voor deze inkten kunt u het beste de ND-waarde lager instellen dan hun standaardwaarden om ervoor te zorgen dat deze overlopen in de aangrenzende donkerdere kleuren.
Andere steunkleurinkten
Bepaalde steunkleurinkten, zoals turquoise of lichtgevend oranje, zijn beduidend donkerder of lichter dan hun CMYK-equivalenten. U kunt nagaan of dit werkelijk zo is door de afgedrukte stalen van de corresponderende steuninkten te vergelijken met de afgedrukte stalen van hun CMYK-equivalenten. U kunt de ND-waarde van de steunkleurinkt zo hoog of zo laag als nodig instellen.
Overvullen voor speciale inkten aanpassen
Bij bepaalde inkten moet u er rekening mee houden dat er op een andere manier moet worden overgevuld. Als u bijvoorbeeld een vernis gebruikt, wilt u niet dat deze invloed heeft op de overvullingsberekeningen. Gaat u echter bepaalde zones overdrukken met een volledig dekkende inkt, dan hoeft u geen overvulling voor de onderliggende items te maken. In dergelijke gevallen kunt u de inktopties gebruiken. Wijzig de standaardinstellingen alleen na overleg met uw prepress-bureau.
De speciale inkten en vernissen die in het document worden gebruikt, kunnen zijn gemaakt door twee steunkleurinkten te mengen of door een steunkleurinkt met een of meer procesinkten te mengen.
-
Open Inktbeheer en selecteer de inkt waarvoor een speciale behandeling nodig is.
-
Kies onder Type een van de volgende opties en klik op OK:
Normaal
Gebruik deze optie voor traditionele proceskleurinkten en de meeste steunkleurinkten.
Transparant
Gebruik deze optie voor heldere inkten om overvulling van onderliggende items toe te passen. Gebruik deze optie voor vernissen en verfinkten.
Ondoorzichtig
Gebruik deze optie voor zware, niet-transparante inkten zodat er voor onderliggende kleuren geen overvulling wordt toegepast, maar langs de randen van de inkt wel. Gebruik deze optie voor metallic inkten.
Dekking negeren
Gebruik deze optie voor zware niet-transparante inkten om ervoor te zorgen dat er geen overvulling wordt toegepast op onderliggende kleuren en langs de randen van de inkt. Gebruik deze optie voor metallic inkten en vernissen die een ongewenste reactie met andere inkten geven.
De volgorde van overvulling aanpassen
De overvulvolgorde komt overeen met de volgorde waarin inkten op de drukpers worden afgedrukt, maar niet met de volgorde waarin scheidingen worden geproduceerd op het uitvoerapparaat.
De overvulvolgorde is vooral van belang wanneer u met meerdere dekkende kleuren gaat afdrukken, zoals metallic inkten. Dekkende inkten met een lager volgordenummer worden uitgestreken onder dekkende inkten met een hoger volgordenummer. Zo voorkomt u dat de inkt die het laatst is aangebracht, wordt uitgestreken en behoudt u toch een naadloze overvulling.
Wijzig de standaardinktvolgorde niet zonder eerst contact te hebben opgenomen met uw prepress-bureau.
-
Open Inktbeheer. De huidige overvulvolgorde staat in de kolom Volgorde van de inktlijst.
-
Selecteer een inkt, typ een waarde voor Volgorde overvulling en druk op Tab. Het volgordenummer van de geselecteerde inkt wordt gewijzigd, waarna de volgordenummers van de andere inkten overeenkomstig worden gewijzigd.
-
Herhaal de vorige stap voor alle inkten waarvan u de volgorde wilt aanpassen en klik op OK.