Handboek Annuleren

Werken met klassieke tekst in Animate

  1. Adobe Animate-handboek
  2. Inleiding tot Animate
    1. Nieuw in Animate
    2. Visuele verklarende woordenlijst
    3. Systeemvereisten voor Animate
    4. Animate-sneltoetsen
    5. Werken met meerdere bestandstypen in Animate
  3. Animatie
    1. Grondbeginselen voor animaties in Animate
    2. Frames en hoofdframes gebruiken in Animate
    3. Frame-voor-frame-animaties in Animate
    4. Werken met klassieke tussenvoegingsanimaties in Animate
    5. De tool Penseel
    6. Hulplijnen voor bewegingen
    7. Bewegings-tween en ActionScript 3.0
    8. Over tussenvoegingsanimaties met beweging
    9. Animaties met bewegings-tweens
    10. Een animatie met bewegings-tween maken
    11. Eigenschapshoofdframes gebruiken
    12. Een positie animeren met een tween
    13. Bewegings-tweens bewerken in de Bewegingseditor
    14. Het bewegingspad van een tween-animatie bewerken
    15. Bewegings-tweens manipuleren
    16. Aangepaste versnellingen toevoegen
    17. Voorinstellingen voor beweging maken en toepassen
    18. Animatietween-reeksen instellen
    19. Werken met als XML-bestanden opgeslagen bewegings-tweens
    20. Bewegings-tweens en klassieke tweens
    21. Tussenvoegingen met vormen
    22. De tool Bone-animatie gebruiken in Animate
    23. Werken met structuren voor personages in Animate
    24. Maskeerlagen gebruiken in Adobe Animate
    25. Werken met scènes in Animate
  4. Interactiviteit
    1. Knoppen maken met Animate
    2. Animate-projecten converteren naar andere documentindelingen
    3. HTML5 Canvas-documenten maken en publiceren in Animate
    4. Interactiviteit toevoegen met codefragmenten in Animate
    5. Aangepaste HTML5-componenten maken
    6. Componenten in HTML5 Canvas gebruiken
    7. Maken van aangepaste componenten: Voorbeelden
    8. Codefragmenten voor aangepaste componenten
    9. Tips en trucs: Adverteren met Animate
    10. Ontwerp en publicatie van virtual reality
  5. Werkruimte en workflow
    1. Penselen maken en beheren
    2. Google-lettertypen gebruiken in HTML5 Canvas-documenten
    3. Creative Cloud Libraries en Adobe Animate gebruiken
    4. Het werkgebied en het deelvenster Tools voor Animate gebruiken
    5. Workflow en werkruimte in Animate
    6. Weblettertypen gebruiken in HTML5 Canvas-documenten
    7. Tijdlijnen en ActionScript
    8. Werken met meerdere tijdlijnen
    9. Voorkeuren instellen
    10. Deelvensters voor ontwerp in Animate gebruiken
    11. Tijdlijnlagen maken met Animate
    12. Animaties exporteren voor mobiele apps en game-engines
    13. Objecten verplaatsen en kopiëren
    14. Sjablonen
    15. Zoeken en vervangen in Animate
    16. Ongedaan maken, Opnieuw en het deelvenster Historie
    17. Sneltoetsen
    18. De tijdlijn gebruiken in Animate
    19. HTML-extensies maken
    20. Optimalisatieopties voor afbeeldingen en geanimeerde GIF-bestanden
    21. Exportinstellingen voor afbeeldingen en GIF-bestanden
    22. Deelvenster Elementen in Animate
  6. Multimedia en video
    1. Grafische objecten transformeren en combineren in Animate
    2. Symboolinstanties maken in Animate en ermee werken
    3. Afbeeldingen overtrekken
    4. Geluid gebruiken in Adobe Animate
    5. SVG-bestanden exporteren
    6. Videobestanden maken voor gebruik in Animate
    7. Een video toevoegen in Animate
    8. Objecten tekenen en maken met Animate
    9. Lijnen en vormen omvormen
    10. Streken, verlopen en vullingen met Animate CC
    11. Werken met Adobe Premiere Pro en After Effects
    12. Deelvensters voor kleuren in Animate CC
    13. Flash CS6-bestanden openen met Animate
    14. Werken met klassieke tekst in Animate
    15. Illustraties opnemen in Animate
    16. Geïmporteerde bitmaps in Animate
    17. 3D-afbeeldingen
    18. Werken met symbolen in Animate
    19. Lijnen en vormen tekenen met Adobe Animate
    20. Werken met bibliotheken in Animate
    21. Geluiden exporteren
    22. Objecten selecteren in Animate CC
    23. Werken met Illustrator AI-bestanden in Animate
    24. Overvloeimodi toepassen
    25. Objecten rangschikken
    26. Taken automatiseren met het menu Opdrachten
    27. Meertalige tekst
    28. De camera gebruiken in Animate
    29. Grafische filters
    30. Geluid en ActionScript
    31. Tekenvoorkeuren
    32. Tekenen met de pen
  7. Platforms
    1. Animate-projecten converteren naar andere documentindelingen
    2. Ondersteuning voor aangepaste platforms
    3. HTML5 Canvas-documenten maken en publiceren in Animate
    4. Een WebGL-document maken en publiceren
    5. Toepassingen verpakken voor AIR voor iOS
    6. AIR voor Android-toepassingen publiceren
    7. Publiceren voor Adobe AIR voor desktop
    8. Publicatie-instellingen voor ActionScript
    9. Tips en trucs: ActionScript organiseren in een toepassing
    10. ActionScript gebruiken met Animate
    11. Toegankelijkheid in de Animate-werkruimte
    12. Scripts schrijven en beheren
    13. Ondersteuning voor aangepaste platforms inschakelen
    14. Overzicht van ondersteuning voor aangepaste platforms
    15. Werken met plug-in voor ondersteuning voor aangepaste platforms
    16. Foutopsporing in ActionScript 3.0
    17. Ondersteuning voor aangepaste platforms inschakelen
  8. Exporteren en publiceren
    1. Bestanden exporteren uit Animate CC
    2. OAM-publicatie
    3. SVG-bestanden exporteren
    4. Afbeeldingen en video's exporteren met Animate
    5. AS3-documenten publiceren
    6. Animaties exporteren voor mobiele apps en game-engines
    7. Geluiden exporteren
    8. Tips en trucs: Tips voor het maken van inhoud voor mobiele apparaten
    9. Tips en trucs: Videoconventies
    10. Tips en trucs: Richtlijnen voor het ontwerpen van SWF-toepassingen
    11. Tips en trucs: Structuur geven aan FLA-bestanden
    12. Beste werkwijzen voor het optimaliseren van FLA-bestanden voor Animate
    13. Publicatie-instellingen voor ActionScript
    14. Publicatie-instellingen opgeven voor Animate
    15. Projectorbestanden exporteren
    16. Afbeeldingen en geanimeerde GIF-bestanden exporteren
    17. HTML-publicatiesjablonen
    18. Werken met Adobe Premiere Pro en After Effects
    19. Snel uw animaties delen en publiceren
  9. Problemen oplossen
    1. Opgeloste problemen
    2. Bekende problemen

 

Over klassieke tekst

Met klassieke tekst wordt tekst bedoeld van de oudere tekstengine in Animate. De engine voor klassieke tekst is nog steeds beschikbaar in CS5 en hoger. Klassieke tekst is vaak de voorkeursoptie voor bepaalde typen inhoud, bijvoorbeeld voor mobiele apparaten, waar de SWF-bestandsgrootte zo beperkt mogelijk moet zijn. In sommige gevallen wilt u misschien juist de nieuwe TLF-tekst gebruiken, bijvoorbeeld wanneer u de tekstopmaak heel nauwkeurig wilt instellen. Zie Werken met TLF-tekst (Text Layout Framework) voor informatie over TLF-tekst.

U kunt aangeven of een individueel tekstobject in het werkgebied de klassieke-tekstengine of de TLF-tekstengine moet gebruiken door het betreffende tekstobject te selecteren en vervolgens in Eigenschapcontrole voor tekst de gewenste tekstengine te kiezen.

 U kunt op elk moment de tekstengine wijzigen die door een tekstobject wordt gebruikt. Zie Schakelen tussen klassieke tekst en TLF-tekst voor informatie over het omzetten van klassieke tekst in TLF-tekst.

U kunt op verschillende manieren klassieke tekst invoegen in uw Animate-toepassingen. U kunt tekstvelden maken met statische tekst, die u maakt wanneer u het document ontwerpt. U kunt ook dynamische tekstvelden maken, die tekst weergeven die telkens wordt bijgewerkt, zoals beurskoersen of nieuwskoppen, en invoertekstvelden waarin gebruikers tekst kunnen invoeren voor formulieren of enquêtes.

Animate biedt vele manieren om te werken met tekst. U kunt bijvoorbeeld tekst horizontaal of verticaal plaatsen, kenmerken instellen zoals lettertype, grootte, stijl, kleur en regelafstand, de spelling controleren, tekst transformeren door deze te roteren, scheef te trekken of te spiegelen, tekst koppelen, tekst selecteerbaar maken, animatie toepassen op tekst, lettertypevervanging instellen of een lettertype gebruiken als onderdeel van een gezamenlijke bibliotheek. Animate-documenten kunnen Type 1 PostScript®-lettertypen, TrueType®-lettertypen en bitmaplettertypen (alleen Macintosh) bevatten.

U kunt tekstopmaak in tekstvelden behouden met behulp van HTML-tags en -kenmerken. Wanneer u HTML-tekst gebruikt voor de inhoud van een dynamisch of invoertekstveld, kan de tekst doorlopen rondom een afbeelding, zoals een SWF- of JPEG-bestand of een filmclip. Zie Tekst met HTML-opmaak gebruiken in ActionScript 2.0 leren.

Net als filmclipinstanties zijn instanties van tekstvelden ActionScript®-objecten met eigenschappen en methoden. Wanneer u een tekstveld een instantienaam geeft, kunt u dit manipuleren met ActionScript. U kunt echter geen ActionScript-code in een tekstinstantie schrijven, omdat tekstinstanties geen tijdlijn hebben.

Met ActionScript kunt u invoertekst en dynamische tekst opmaken en schuivende tekstvelden maken. ActionScript bevat gebeurtenissen voor dynamische tekstvelden en invoertekstvelden die u kunt vastleggen en gebruiken om scripts te activeren. Zie Werken met tekst tekenreeksen in ActionScript 2.0 leren voor meer informatie over het gebruik van ActionScript om tekst te beheren.

Over klassieke-tekstvelden

U kunt drie soorten klassieke-tekstvelden maken: statisch, dynamisch en invoer.

  • Statische tekstvelden geven tekst weer die niet dynamisch wordt gewijzigd.

  • Dynamische tekstvelden bevatten tekst die dynamisch wordt bijgewerkt, zoals beurskoersen of weerberichten.

  • In invoertekstvelden kunnen gebruikers tekst invoeren voor formulieren of enquêtes.

    U kunt horizontale tekst (van links naar rechts) of statische verticale tekst (met een doorloop van rechts naar links of van links naar rechts) maken. Let wel dat het gebruik van horizontale bidirectionele talen (Hebreeuws, Arabisch, etc.) niet wordt ondersteund in klassieke-tekstvelden.

    Wanneer u statische tekst maakt, kunt u de tekst op één regel plaatsen die langer wordt terwijl u typt. U kunt tekst ook in een veld met een vaste breedte (voor horizontale tekst) of een vaste hoogte (voor verticale tekst) plaatsen waarbij het veld wordt uitgebreid en de woorden automatisch naar de volgende regel worden verplaatst. Wanneer u dynamische tekst of invoertekst maakt, kunt u tekst op één regel plaatsen of een tekstveld met een vaste breedte en hoogte maken.

     Als u werkt met statische verticale tekst, wordt het breedteveld uitgeschakeld in Eigenschapcontrole. Als u de hoogte wijzigt, wordt de breedtewaarde automatisch aangepast. En als u werkt met statische horizontale tekst, wordt het hoogteveld uitgeschakeld in Eigenschapcontrole. Als u de breedte wijzigt, wordt de hoogtewaarde automatisch aangepast.

     

    Alle klassieke-tekstvelden ondersteunen Unicode.

    Animate geeft een greep weer op de hoek van elk tekstveld om het type tekstveld aan te geven:

  • Voor statische horizontale tekst die wordt uitgebreid, wordt een ronde greep weergegeven in de rechterbovenhoek van het tekstveld.

  • Voor statische horizontale tekst met een vaste breedte wordt een vierkante handgreep weergegeven in de rechterbovenhoek van het tekstveld.

  • Voor statische verticale tekst die van rechts naar links loopt en wordt uitgebreid, wordt linksonder in het tekstveld een ronde handgreep weergegeven.

  • Voor statische verticale tekst die van rechts naar links loopt en een vaste hoogte heeft, wordt een vierkante handgreep weergegeven in de linkerbenedenhoek van het tekstveld.

  • Voor statische verticale tekst die van links naar rechts loopt en wordt uitgebreid, wordt een ronde handgreep weergegeven in de rechterbenedenhoek van het tekstveld.

  • Voor statische verticale tekst die van links naar rechts loopt en een vaste hoogte heeft, wordt een vierkante handgreep weergegeven in de rechterbenedenhoek van het tekstveld.

  • Voor dynamische tekstvelden of invoertekstvelden die kunnen worden uitgebreid, wordt een ronde handgreep weergegeven in de rechterbenedenhoek van het tekstveld.

  • Voor dynamische tekst of invoertekst met een vaste hoogte en breedte wordt een vierkante handgreep weergegeven in de rechterbenedenhoek van het tekstveld.

  • Voor dynamische, schuifbare klassieke tekstvelden wordt de ronde of vierkante handgreep effen zwart in plaats van hol.

    U kunt met ingedrukte Shift-toets dubbelklikken op de greep van een dynamisch of invoertekstveld als u een tekstveld wilt maken dat niet wordt uitgebreid wanneer u tekst invoert in het werkgebied. Op deze manier kunt u een tekstveld met een vaste grootte maken en dit vullen met meer tekst dan kan worden weergegeven om zo schuivende tekst te maken.

    Nadat u een tekstveld hebt gemaakt met het tekstgereedschap, stelt u via Eigenschapcontrole het type tekstveld in en stelt u waarden in die bepalen hoe het tekstveld en de inhoud ervan worden weergegeven in het SWF-bestand.

Tekstvelden maken en bewerken

Tekst staat standaard horizontaal ingesteld. Statische tekst kan echter ook verticaal uitgelijnd worden.

U kunt de meeste gangbare tekstverwerkingstechnieken gebruiken om tekst te bewerken in Animate. Met de opdrachten Knippen, Kopiëren en Plakken kunt u tekst verplaatsen in een Animate-bestand en tussen Animate en andere toepassingen.

Tekst toevoegen aan het werkgebied

  1. Selecteer het gereedschap Tekst  .
  2. Selecteer Klassieke tekst in het menu Tekstengine boven aan Eigenschapcontrole voor tekst.
  3. Selecteer in Eigenschapcontrole (Venster > Eigenschappen) een teksttype in het pop‑upmenu om het type tekstveld op te geven:

    Dynamische tekst

    Maakt een veld met tekst die dynamisch wordt bijgewerkt.

    Invoertekst

    Maakt een veld waarin gebruikers tekst kunnen invoeren.

    Statische tekst

    Maakt een veld dat niet dynamisch kan worden bijgewerkt.

  4. Alleen voor statische tekst: selecteer in de Eigenschapcontrole voor tekst een tekstrichting en tekstflow in het menu Tekstoriëntatie. (Horizontaal is de standaardinstelling.)
  5. Ga als volgt te werk in het werkgebied:
    • Wanneer u een tekstveld wilt maken waarbij tekst op één regel wordt weergegeven, klikt u op het beginpunt voor de tekst.

    • Wanneer u een tekstveld met een vaste breedte (voor horizontale tekst) of een vaste hoogte (voor verticale tekst) wilt maken, plaatst u de aanwijzer op de plek waar de tekst moet beginnen en sleept u naar de gewenste breedte of hoogte.

     Wanneer u een tekstveld maakt dat doorloopt over de rand van het werkgebied terwijl u typt, gaat de tekst niet verloren. U maakt de greep weer zichtbaar door regeleinden toe te voegen, het tekstveld te verplaatsen of Weergave > Plakbord te selecteren.

  6. Selecteer tekstkenmerken in Eigenschapcontrole.

Het formaat van een tekstveld wijzigen

  1. Versleep de formaatgreep van het tekstveld.

    Wanneer tekst is geselecteerd, kunt u het formaat van het tekstveld wijzigen door een van de grepen op het blauwe kader te verslepen. Statische tekstvelden hebben vier grepen waarmee u het formaat van het tekstveld horizontaal kunt aanpassen. Dynamische tekstvelden hebben acht grepen waarmee u het formaat van het tekstveld verticaal, horizontaal of diagonaal kunt aanpassen.

Een tekstveld schakelen tussen vaste breedte (of hoogte) en uitbreidend

  1. Dubbelklik op een formaatgreep.

Tekens selecteren in een tekstveld

  1. Selecteer het gereedschap Tekst  .
  2. Ga als volgt te werk:
    • Sleep om tekens te selecteren.

    • Dubbelklik om een woord te selecteren.

    • Klik om het begin van de selectie aan te geven en klik nogmaals terwijl u Shift ingedrukt houdt om het einde van de selectie aan te geven.

    • Druk op Ctrl+A (Windows) of Cmd+A (Macintosh) om alle tekst in het veld te selecteren.

Tekstvelden selecteren

  1. Klik met het gereedschap Selecteren  op een tekstveld. Klik terwijl u Shift ingedrukt houdt als u meerdere tekstvelden wilt selecteren.

Opties instellen voor dynamische tekst en invoertekst

  1. Klik op een dynamisch tekstveld.
  2. Controleer of Dynamisch of Invoer wordt weergegeven in het pop-upmenu in Eigenschapcontrole.
  3. Voer een instantienaam voor het tekstveld in.
  4. Geef de hoogte, breedte en locatie van de tekst op.
  5. Selecteer het lettertype en de stijl.
  6. Geef in het gedeelte Alinea van Eigenschapcontrole een van de volgende opties in het menu Gedrag:

    Enkele regel

    Geeft de tekst weer op één regel.

    Meerdere regels

    Geeft de tekst weer over meerdere regels.

    Meerdere regels, geen tekstomloop

    Geeft de tekst weer op meerdere regels die alleen worden afgebroken als het laatste teken een afbrekingsteken is, zoals Enter (Windows) of Return (Macintosh).

  7. Als u wilt dat gebruikers dynamische tekst kunnen selecteren, klikt u op Selecteerbaar  . Hef de selectie van deze optie op als u wilt voorkomen dat gebruikers dynamische tekst kunnen selecteren.
  8. Wanneer u tekstopmaak (zoals lettertypen en hyperlinks) met de juiste HTML-tags wilt behouden, klikt u op Tekst renderen als HTML  .
  9. Wanneer u het tekstveld wilt weergeven met een zwarte rand en een witte achtergrond, klikt u op Rand rondom tekst weergeven  .
  10. (Optioneel) Typ de variabelenaam voor het tekstveld in het vak Var. (Gebruik deze optie alleen als u ontwerpt voor Macromedia Flash Player 5 of eerder van Adobe.)

    Wanneer u begint met Macromedia Flash MX (versie 6), geeft u het tekstveld een instantienaam via Eigenschapcontrole. Hoewel u de methode van variabelenamen met dynamische tekstvelden voor achterwaartse compatibiliteit met Macromedia Flash 5 en lagere versies kunt gebruiken, wordt dit door Adobe niet aangeraden, omdat u de andere eigenschappen van het tekstveld niet kunt beheren of stijlpagina-eigenschappen niet toe kunt passen.

  11. (Optioneel) Klik op Insluiten om het dialoogvenster Lettertype insluiten te openen. Zie Lettertypen insluiten voor een consistent uiterlijk van tekst voor meer informatie.

Voorkeuren instellen voor verticale tekst

  1. Selecteer Bewerken > Voorkeuren (Windows) of Animate > Voorkeuren (Macintosh) en klik op de categorie Tekst in het dialoogvenster Voorkeuren.

  2. Stel een van de volgende opties in bij Verticale tekst:

    Standaardtekstoriëntatie

    Stelt automatisch verticale tekst in voor nieuwe tekstvelden.

    Tekstomloop, rechts naar links

    Zorgt dat regels verticale tekst de pagina van rechts naar links vullen.

    Geen spatiëring

    Voorkomt dat spatiëring wordt toegepast op verticale tekst. (Spatiëring blijft ingeschakeld voor horizontale tekst.)

Klassieke-tekstkenmerken instellen

Over klassieke-tekstkenmerken

 Als u trapsgewijze stijlpagina's wilt gebruiken, gebruikt u ActionScript om een stijlpagina toe te passen. Zie Trapsgewijze stijlpagina's toepassen in de ActionScript 3.0-ontwikkelaarsgids voor meer informatie.

U kunt lettertype- en alineakenmerken voor tekst instellen. Lettertypekenmerken zijn lettertypefamilie, puntgrootte, stijl, letterspatiëring, automatische tekenspatiëring en tekenpositie. Alineakenmerken zijn uitlijning, marges, inspringing en regelafstand.

Voor statische tekst worden lettertypecontouren geëxporteerd in een gepubliceerd SWF-bestand. Voor horizontale statische tekst kunt u apparaatlettertypen gebruiken in plaats van lettertypecontouren te exporteren.

Voor dynamische tekst of invoertekst slaat Animate de namen van de lettertypen op en zoekt Flash Player identieke of vergelijkbare lettertypen op het systeem van de gebruiker. U kunt ook lettertypecontouren insluiten in dynamische of invoertekstvelden. Wanneer u lettertypecontouren insluit, kan de bestandsgrootte toenemen, maar weet u zeker dat gebruikers over de juiste lettertype-informatie beschikken.

Wanneer u nieuwe tekst maakt, gebruikt Animate de tekstkenmerken die op dat moment zijn ingesteld in Eigenschapcontrole. Wanneer u bestaande tekst selecteert, gebruikt u Eigenschapcontrole om lettertype- of alineakenmerken te wijzigen en om Animate de opdracht te geven apparaatlettertypen te gebruiken in plaats van informatie over lettertypecontouren in te sluiten.

Lettertype, puntgrootte, stijl en kleur instellen

  1. Selecteer met het gereedschap Selecteren  een of meer tekstvelden in het werkgebied.
  2. Selecteer een lettertype in het pop-upmenu Groep in Eigenschapcontrole (Venster > Eigenschappen) of typ een lettertypenaam.

     De lettertypen _sans, _serif, _typewriter en apparaatlettertypen kunnen alleen worden gebruikt met statische horizontale tekst.

  3. Voer een waarde in voor de tekengrootte.

    De tekengrootte wordt ingesteld in punten, ongeacht de huidige liniaaleenheden.

  4. Als u de stijl Vet of Cursief wilt toepassen, selecteert u de betreffende stijl in het menu Stijl.

    Als het geselecteerde lettertype niet de stijl Vet of Cursief heeft, verschijnt die stijl niet in het menu. U kunt de stijlen Faux vet of Faux cursief selecteren in het menu Tekst (Tekst > Stijl > Faux vet of Faux cursief). De stijlen Faux vet en Faux cursief worden door het besturingssysteem toegevoegd aan de stijl Standaard. De faux-stijlen zien er misschien niet zo goed uit als lettertypen met een echte vette of cursieve stijl.

  5. Selecteer een rendermethode voor lettertypen in het pop-upmenu Anti-aliasing (direct onder het besturingselement Kleur) als u tekst optimaal wilt weergeven.
  6. Wanneer u een vulkleur voor tekst wilt selecteren, klikt u op het besturingselement Kleur en gaat u op een van de volgende manieren te werk:
    • Selecteer een kleur in het menu Kleur.

    • Typ de hexadecimale waarde van een kleur in het vak in de linkerbovenhoek.

    • Klik op Kleurkiezer  en selecteer een kleur in de kleurkiezer van het systeem. (Wanneer u de tekstkleur instelt, dient u alleen effen kleuren te gebruiken, geen verlopen. Wanneer u een verloop toepast op tekst, moet u de tekst splitsen en omzetten in lijnen en vullingen.)

Letterspatiëring, tekenspatiëring en tekenpositie instellen

Letterspatiëring voegt een gelijke hoeveelheid ruimte in tussen tekens. Gebruik letterspatiëring als u de spatiëring van geselecteerde tekens of hele tekstblokken wilt aanpassen.

Tekenspatiëring bepaalt de spatiëring tussen tekenparen. Veel lettertypen bevatten ingebouwde informatie over tekenspatiëring. Zo staan de A en de V vaak dichter op elkaar dan de A en de D. Animate biedt horizontale tekst- en tekenspatiëring (voor horizontale tekst) en verticale tekst- en tekenspatiëring (voor verticale tekst).

Voor verticale tekst kunt u tekenspatiëring standaard uitschakelen via de Animate-voorkeuren. Wanneer u dat doet en de optie voor tekenspatiëring in Eigenschapcontrole ingeschakeld laat, wordt tekenspatiëring alleen toegepast op horizontale tekst.

  1. Selecteer met het gereedschap Tekst  een of meer regels, zinnen of tekstvelden in het werkgebied.
  2. Stel in Eigenschapcontrole (Venster > Eigenschappen) de volgende opties in:
    • Als u de tekenafstand (tekst- en tekenspatiëring) wilt opgeven, voert u een waarde in het veld Letterspatiëring in.

    • Wanneer u de ingebouwde informatie over tekenspatiëring van een lettertype wilt gebruiken, selecteert u Automatisch spatiëren.

    • Als u een teken in superscript of subscript wilt laten plaatsen, klikt u op de knop Superscript in-/uitschakelen of Subscript in-/uitschakelen. De standaardinstelling is Normaal. Normaal plaatst de tekst op de basislijn, Superscript plaatst tekst boven de basislijn (horizontale tekst) of rechts van de basislijn (verticale tekst) en Subscript plaatst tekst onder de basislijn (horizontale tekst) of links van de basislijn (verticale tekst).

Uitlijning, marges, inspringing en regelafstand instellen

De uitlijning bepaalt de positie van elke tekstregel in een alinea ten opzichte van de randen van het tekstveld. Horizontale tekst wordt uitgelijnd ten opzichte van de linker- en rechterrand van het tekstveld, terwijl verticale tekst wordt uitgelijnd ten opzichte van de boven- en onderrand van het tekstveld. Tekst kan worden uitgelijnd met één rand van het tekstveld, in het tekstveld worden gecentreerd of worden uitgelijnd met beide randen van het tekstveld (uitgevuld).

Marges bepalen de hoeveelheid ruimte tussen de rand van een tekstveld en de tekst. De inspringing bepaalt de afstand tussen de marge van een alinea en het begin van de eerste regel.

De regelafstand bepaalt de afstand tussen regels in een alinea. Voor verticale tekst past de regelafstand de ruimte tussen verticale kolommen aan.

Werken met horizontale tekst

  1. Selecteer met het gereedschap Tekst  een of meer tekstvelden in het werkgebied.
  2. Stel in Eigenschapcontrole (Venster > Eigenschappen) de volgende opties in:
    • Als u de uitlijning wilt instellen, klikt u op Links uitlijnen, Centreren, Rechts uitlijnen of Uitvullen.

    • Als u de linker- of rechtermarge wilt instellen, geeft u waarden op in de tekstvelden Marges in het gedeelte Alinea van Eigenschapcontrole.

    • Als u een inspringing wilt opgeven, geeft u een waarde op in het tekstveld Inspringing in het gedeelte Alinea van Eigenschapcontrole.

    • Als u de regelafstand wilt opgeven, geeft u een waarde op in het tekstveld Regelafstand in het gedeelte Alinea van Eigenschapcontrole.

Werken met verticale tekst

  1. Selecteer met het gereedschap Tekst  een of meer tekstvelden in het werkgebied.
  2. Stel in Eigenschapcontrole (Venster > Eigenschappen) de volgende opties in:
    • Als u de uitlijning wilt instellen, klikt u op Boven uitlijnen, Midden uitlijnen, Onder uitlijnen of Uitvullen.

    • Als u de boven- of ondermarge wilt instellen, geeft u waarden op in de velden Marges in het gedeelte Alinea van Eigenschapcontrole.

    • Als u een inspringing wilt opgeven, geeft u een waarde op in het tekstveld Inspringing in het gedeelte Alinea van Eigenschapcontrole.

    • Als u de regelafstand wilt opgeven, geeft u een waarde op in het tekstveld Regelafstand in het gedeelte Alinea van Eigenschapcontrole.

Antialiasing van klassieke tekst

Met anti-aliasing kunt u de randen van tekst op het scherm meer effen maken. De opties voor anti-aliasing zijn met name nuttig voor het renderen van kleinere tekengrootten. Wanneer anti-aliasing is ingeschakeld, is dit van toepassing op alle tekst in de huidige selectie. Anti-aliasing werkt op dezelfde manier voor tekst van alle puntgrootten.

Anti-aliasing wordt ondersteund voor statische tekst, dynamische tekst en invoertekst wanneer de gebruiker werkt met Flash® Player 7 of hoger. In lagere versies van Flash Player wordt anti-aliasing alleen ondersteund voor statische tekst.

Houd de volgende richtlijnen aan als u kleine tekst gebruikt in een Animate-document:

  • Schreefloze tekst, zoals Helvetica of Arial, wordt bij kleine tekengrootten scherper weergegeven dan tekst met schreef.

  • Sommige tekststijlen, zoals vet en cursief, kunnen tekst bij kleine grootten minder goed leesbaar maken.

  • In sommige gevallen ziet tekst er iets kleiner uit dan tekst van dezelfde puntgrootte in andere toepassingen.

De Animate-engine voor het renderen van tekst levert scherpe tekst van hoge kwaliteit op in Animate-documenten (FLA) en gepubliceerde SWF-bestanden. De instelling Anti-alias voor leesbaarheid maakt tekst beter leesbaar, met name bij kleine tekengrootten. Via Aangepaste anti-alias kunt u de dikte en scherpte instellen van lettertypen die worden gebruikt in afzonderlijke tekstvelden.

Anti-aliasing van hoge kwaliteit wordt automatisch ingeschakeld wanneer u publiceert naar Flash Player 8 of hoger en Anti-alias voor leesbaarheid of Aangepaste anti-alias is geselecteerd. Anti-alias voor leesbaarheid kan een korte vertraging veroorzaken wanneer u Animate SWF-bestanden laadt, met name als u vier of vijf verschillende tekensets gebruikt in het eerste frame van een Animate-document. Het geheugengebruik van Flash Player kan ook toenemen wanneer anti-aliasing van hoge kwaliteit wordt gebruikt. Wanneer u bijvoorbeeld vier of vijf lettertypen gebruikt, kan het geheugengebruik met circa 4 MB toenemen.

Wanneer de publicatie-instelling van uw bestand Adobe® Flash® Player 8 of hoger is, en Anti-alias voor leesbaarheid of Aangepaste anti-alias is geselecteerd voor anti-aliasing, wordt anti-aliasing van hoge kwaliteit toegepast op het volgende:

  • Niet-getransformeerde tekst die is geschaald of geroteerd

     Hoewel de tekst kan worden geschaald of geroteerd, moet deze vlak (dat wil zeggen: niet getransformeerd) blijven. Wanneer u de lettertypen bijvoorbeeld scheeftrekt of de lettervormen anderszins bewerkt, wordt Anti-alias voor leesbaarheid automatisch uitgeschakeld.

  • Alle lettertypefamilies (inclusief vet, cursief en dergelijke)

  • Weergavegrootten tot 255 punten

  • Bij het exporteren naar de meeste niet-Animate-bestandsindelingen (GIF of JPEG)

Anti-aliasing van hoge kwaliteit wordt uitgeschakeld in de volgende gevallen:

  • De geselecteerde versie van Flash Player is Flash Player 7 of eerder.

  • Een andere anti-aliasingoptie dan Anti-alias voor leesbaarheid of Aangepaste anti-alias is geselecteerd.

  • Tekst is scheefgetrokken of gespiegeld.

  • Het FLA-bestand wordt geëxporteerd naar een PNG-bestand.

Werken met anti-aliasing voor tekst

Animate biedt een verbeterde lettertyperastering, waarbij u de anti-aliasingeigenschappen voor lettertypen kunt instellen. De verbeterde anti-aliasingmogelijkheden zijn alleen beschikbaar voor SWF-bestanden die zijn gepubliceerd voor Flash Player 8 of hoger. Wanneer u bestanden publiceert voor eerdere versie van Flash Player, kunt u alleen de functie Anti-alias voor animatie gebruiken.

 Bij anti-aliasing moeten de lettertypen die door een tekstveld worden gebruikt, zijn ingesloten. Als u de lettertypen niet insluit, wordt het tekstveld bij klassieke tekst weergegeven als een leeg veld. Als de tekst niet goed wordt weergegeven wanneer u de instelling voor anti-aliasing wijzigt in Apparaatlettertypen gebruiken, moet u de lettertypen insluiten. De lettertypen van tekst die al bestaat in een tekstveld in het werkgebied, worden in Animate automatisch ingesloten. Als u echter wilt dat de tekst tijdens runtime kan worden gewijzigd, moet u de lettertypen handmatig insluiten. Zie Lettertypen insluiten voor een consistent uiterlijk van tekst voor verdere instructies.

Anti-aliasingoptie kiezen voor geselecteerde tekst

  1. Selecteer een van de volgende opties in het pop-upmenu Anti-aliasing in Eigenschapcontrole:

    Apparaatlettertypen

    Geeft aan dat het SWF-bestand de lettertypen die op de lokale computer zijn geïnstalleerd, gebruikt om de lettertypen weer te geven. Apparaatlettertypen zijn gewoonlijk leesbaar in de meeste tekengrootten. Hoewel het SWF-bestand niet groter wordt door deze optie, moet u in dit geval voor de weergave van lettertypen vertrouwen op de lettertypen die op de computer van de gebruiker zijn geïnstalleerd. Wanneer u apparaatlettertypen gebruikt, moet u alleen gangbare geïnstalleerde lettertypefamilies kiezen.

    U kunt geen apparaatlettertypen gebruiken bij geroteerde of verticale klassieke tekst. Als u geroteerde of verticale klassieke tekst wilt gebruiken, moet u een andere modus voor anti-aliasing selecteren en de lettertypen die door het tekstveld worden gebruikt, insluiten.

    Bitmaptekst (geen anti-alias)

    Schakelt anti-aliasing uit en maakt tekst niet effen. De tekst wordt weergegeven met scherpe randen en het resulterende SWF-bestand wordt groter omdat de lettertypecontouren in het bestanden worden ingesloten. Bitmaptekst is scherp op de geëxporteerde grootte, maar de kwaliteit neemt af als de tekst wordt geschaald.

    Anti-alias voor animatie

    Maakt een vloeiender animatie door informatie over uitlijning en tekenspatiëring te negeren. Deze optie levert een groter SWF-bestand op omdat lettertypecontouren worden ingesloten. Omwille van de leesbaarheid moet u een tekengrootte van 10 punten of groter gebruiken als u deze optie selecteert.

    Anti-alias voor leesbaarheid

    Gebruikt de Animate-engine voor het renderen van tekst om de leesbaarheid van lettertypen te verbeteren, met name bij kleine tekengrootten. Deze optie levert een groter SWF-bestand op omdat lettertypecontouren worden ingesloten. Als u deze optie wilt gebruiken, moet u publiceren naar Flash Player 8 of hoger. (Gebruik deze optie niet als u animatie wilt toepassen op tekst. Gebruik in plaats daarvan Anti-alias voor animatie.)

    Aangepaste anti-alias

    Hiermee kunt u de eigenschappen van het lettertype wijzigen. Met Scherpte stelt u de vloeiendheid van de overgang tussen de tekstranden en de achtergrond in. Met Dikte geeft u aan hoe dik de anti-aliasingovergang voor het lettertype eruitziet. (Bij een hogere waarde zien de tekens er dikker uit.) Wanneer u Aangepaste anti-alias selecteert, levert dit een groter SWF-bestand op omdat lettertypecontouren worden ingesloten. Als u deze optie wilt gebruiken, moet u publiceren naar Flash Player 8 of hoger.

Inhoud bijwerken voor anti-aliasing in Flash 8 of hoger

  1. Open een FLA-bestand dat is gemaakt voor gebruik met Flash Player 7 of lager.
  2. Selecteer Flash Player 8 of Flash Player 9 in het pop-upmenu Versie in het dialoogvenster Publicatie-instellingen (Bestand > Publicatie-instellingen).
  3. Selecteer het tekstveld waarop u de optie Anti-alias voor leesbaarheid of Aangepaste anti-alias wilt toepassen.
  4. Selecteer Anti-alias voor leesbaarheid of Aangepaste anti-alias in het pop-upmenu Rendermethode lettertype in Eigenschapcontrole.

Klassieke tekst selecteerbaar maken

Statische horizontale of dynamische tekst kan selecteerbaar worden gemaakt voor gebruikers die uw Animate-toepassing bekijken. (Invoertekst is standaard selecteerbaar.) Nadat de gebruiker de tekst heeft geselecteerd, kan hij deze kopiëren of knippen en in een nieuw document plakken.

  1. Selecteer met het gereedschap Tekst  de horizontale tekst die u selecteerbaar wilt maken.
  2. Selecteer Statische tekst of Dynamische tekst in Eigenschapcontrole (Venster > Eigenschappen).
  3. Klik op Selecteerbaar .

Tekst transformeren

U kunt teksteffecten creëren door tekstvelden te transformeren. U kunt tekstvelden bijvoorbeeld roteren, scheeftrekken, spiegelen en schalen. (Wanneer u een tekstveld schaalt als een object, wordt een toename of afname in de puntgrootte niet weerspiegeld in Eigenschapcontrole.) De tekst in een getransformeerd tekstveld kan nog steeds worden bewerkt, hoewel de tekst door ingrijpende transformaties moeilijk leesbaar kan worden.

U kunt ook animatie op tekst toepassen met behulp van tijdlijneffecten. U kunt tekst bijvoorbeeld laten stuiteren, in- of uitfaden of laten exploderen.

Klassieke tekst splitsen

U kunt klassieke tekst splitsen en zo elk teken in een apart tekstveld plaatsen. Vervolgens kunt u de tekstvelden snel over verschillende lagen verspreiden en een animatie toepassen op elk veld. U kunt echter geen tekst splitsen in schuifbare tekstvelden voor klassieke tekst.

U kunt tekst ook omzetten in lijnen en vullingen van de component van de tekst en de tekst vervormen, wissen of anderszins manipuleren. Net als bij elke andere vorm kunt u deze omgezette tekens afzonderlijk groeperen of wijzigen in symbolen en er animatie op toepassen. Nadat u de tekst hebt omgezet in grafische lijnen en vullingen, kunt u de tekst niet meer bewerken.

 De opdracht Splitsen voor klassieke tekst is alleen van toepassing op contourlettertypen, zoals TrueType-lettertypen. Bitmaplettertypen verdwijnen van het scherm wanneer u ze splitst. PostScript-lettertypen kunnen alleen op een Macintosh worden gesplitst.

  1. Klik met het gereedschap Selecteren  op een tekstveld.
  2. Selecteer Wijzigen > Splitsen.

    Elk teken in de geselecteerde tekst wordt in een apart tekstveld geplaatst. De tekst blijft op dezelfde positie in het werkgebied staan.

  3. Selecteer nogmaals Wijzigen > Splitsen als u de tekens wilt omzetten in vormen in het werkgebied.
  1. Selecteer tekst of een tekstveld:
    • Selecteer tekst in een tekstveld met het gereedschap Tekst .

    • Wanneer u alle tekst in een tekstveld wilt selecteren, selecteert u het tekstveld met het gereedschap Selecteren .

  2. Typ de URL waaraan u het tekstveld wilt koppelen in het tekstveld Koppelen in het gedeelte Opties van Eigenschapcontrole (Venster > Eigenschappen).

 Wanneer u een koppeling naar een e-mailadres wilt maken, gebruikt u de mailto: URL. Voer bijvoorbeeld mailto:adamsmid@voorbeeld.com in.

Schuivende klassieke tekst maken

U kunt op diverse manieren schuivende tekst maken in Animate:

  • Maak dynamische tekstvelden of invoertekstvelden schuifbaar via menuopdrachten of de greep van het tekstveld. In dit geval wordt er geen schuifbalk toegevoegd aan het tekstveld, maar kan de gebruiker in plaats daarvan de tekst verschuiven met de pijltoetsen (voor tekstvelden die ook zijn ingesteld als Selecteerbaar) of met het muiswiel. De gebruiker moet eerst op het tekstveld klikken, zodat dit de focus heeft.

  • Voeg een ActionScript 3.0 UIScrollbar-component toe aan een tekstveld om dit schuifbaar te maken.

  • Gebruik in ActionScript 3.0 de eigenschappen scrollH en scrollV van de klasse TextField.

  • Voeg een ActionScript 2.0 UIScrollbar-component toe aan een tekstveld om dit schuifbaar te maken. Zie UIScrollBar-component in de Naslaggids voor ActionScript 2.0-componenten voor meer informatie.

  • Gebruik in ActionScript 2.0 de eigenschappen scroll en maxscroll van het TextField-object om verticaal schuiven in een tekstveld te besturen en de eigenschappen hscroll en maxhscroll om horizontaal schuiven in een tekstveld te besturen. Zie Voorbeeld: Schuivende tekst maken in ActionScript 2.0 leren.

 

Dynamische tekst schuifbaar maken

  1. Ga als volgt te werk:
    • Houd Shift ingedrukt en dubbelklik op de greep rechtsonder op het dynamische tekstveld. De greep verandert van een niet-gevuld vierkantje (niet-schuifbaar) in een gevuld vierkantje (schuifbaar).

    • Selecteer het dynamische tekstveld met het gereedschap Selecteren  en selecteer Tekst > Schuifbaar.

    • Selecteer het dynamische tekstveld met het gereedschap Selecteren. Klik met de rechtermuisknop (Windows) of houd de Control-toets ingedrukt en klik (Macintosh) op het veld met dynamische tekst en selecteer Schuifbaar in het contextmenu.

Tekst in een apparaatlettertype maskeren

U kunt een filmclip gebruiken om tekst in een apparaatlettertype uit een andere filmclip te maskeren. (U kunt apparaatlettertypen niet maskeren met een maskeerlaag in het werkgebied.) Dit filmclipmasker werkt alleen als de gebruiker beschikt over Flash Player 6 (6.0.40.0) of hoger.

Wanneer u een filmclip gebruikt om tekst in een apparaatlettertype te maskeren, gebruikt Animate het rechthoekige kader van het masker als maskervorm. Wanneer u een niet-rechthoekig filmclipmasker maakt voor tekst in een apparaatlettertype in de Animate-ontwerpomgeving, heeft het masker dat wordt weergegeven in het SWF-bestand de vorm van een rechthoekig selectiekader van het masker, niet de vorm van het masker zelf.

Zie Filmclips als maskers gebruiken in ActionScript 2.0 leren voor meer informatie over het gebruik van een filmclip als een masker.

Zie de pagina met Animate-voorbeelden op www.adobe.com/go/learn_fl_samples_nl voor een voorbeeld van het maskeren van apparaatlettertypen. Download het bestand Samples.zip, pak het uit en ga naar de map Masking\DeviceFontMasking om het voorbeeld te openen.

Unicode-tekstcodering in SWF-toepassingen

Flash Player 7 en later ondersteunen Unicode-tekstcodering voor SWF-bestanden in de Flash Player-indeling. Dankzij deze ondersteuning kunt u veel gemakkelijker meertalige tekst gebruiken in uw SWF-bestanden, zoals twee talen in één tekstveld. Elke gebruiker met Flash Player 7 of later kan meertalige tekst in een toepassing voor Flash Player 7 of later zien, ongeacht de taal die wordt gebruikt door het besturingssysteem waarop de speler wordt uitgevoerd.

 Adobe

Krijg sneller en gemakkelijker hulp

Nieuwe gebruiker?

Adobe MAX 2024

Adobe MAX
De creativiteitsconferentie

14–16 oktober Miami Beach en online

Adobe MAX

De creativiteitsconferentie

14–16 oktober Miami Beach en online

Adobe MAX 2024

Adobe MAX
De creativiteitsconferentie

14–16 oktober Miami Beach en online

Adobe MAX

De creativiteitsconferentie

14–16 oktober Miami Beach en online